De Duitse industriële productie laat sinds 2018 een daling zien, terwijl de Nederlandse productie juist redelijk robuust is gebleken, ondanks de pandemie (figuur). Het Nederlandse productievolume lag in maart 2022 acht procent hoger ten opzichte van voor de coronacrisis, terwijl er in Duitsland juist sprake was van een krimp van negen procent.
Een eerste verklaring voor dit verschil is gerelateerd aan de sectorale compositie van beide industrieën. In Duitsland bestond 17,5 procent van de export in 2018 uit auto’s en auto-onderdelen (versus 2,5 procent in Nederland). Juist deze sector is sinds de pandemie zwaar getroffen door knelpunten in waardeketens en in het bijzonder door het mondiale tekort aan microchips. De Nederlandse machine-industrie profiteert daarentegen sterk van het mondiale chiptekort als producent van en toeleverancier voor machines die chips maken. Zo is de Nederlandse productie van de bedrijfsklasse machines afgelopen jaar met 35 procent toegenomen.
De problemen voor de auto-industrie als gevolg van verstoorde waardeketens worden daarnaast versterkt door de oorlog in Oekraïne. Zo kampte de auto-industrie in maart met een tekort aan kabelbomen uit Oekraïne. Mede hierdoor daalde de Duitse autoproductie met veertien procent in maart – de belangrijkste oorzaak voor de daling van 3,9 procent van de totale Duitse industriële productie deze maand.
Een tweede verklaring is de geografische spreiding van de exportmarken. Zo gaat slechts twee procent van de Nederlandse goederenexport naar China, terwijl dit voor Duitsland ruim acht procent is. Duitsland is daardoor mogelijk gevoeliger voor een Chinese groeivertraging, bijvoorbeeld door de huidige strenge lockdowns in het land.
Overigens kromp de Duitse export al voorafgaand aan de pandemie, met name omdat de Duitse auto-industrie lijkt te kampen met structurele problemen. De verkoopcijfers zakken in, onder meer als gevolg van strengere milieueisen en het verlies van marktaandeel aan buitenlandse producenten van elektrische auto’s. Ook kunnen hoge personeelskosten een rationale zijn om de productie van auto’s te verplaatsen naar lagelonenlanden.