Terwijl de Europese Centrale Bank (ECB) de beleidsrentes in korte tijd fors heeft verhoogd, stijgen de spaarrentes minder snel. Dat geldt niet alleen voor Nederland – in België en Duitsland steeg de spaarrente nog minder.
Lejour en Van ’t Riet schatten aan de hand van OESO-gegevens van 2014 tot 2019 dat minstens achttien procent van de internationale royalty-betalingen fiscaal gemotiveerd is.
In een nieuwe literatuurstudie van Adema et al. komt naar voren dat er (onoverkomelijke) hindernissen zijn wat betreft een betrouwbare doorrekening van het effect van Nederlands R&D-beleid.
Tijdens de coronacrisis namen de huishoudbesparingen als percentage van het besteedbaar inkomen in bijna alle landen sterk toe. In de VS worden deze extra besparingen nu weer aangewend; in Nederland en andere landen ligt de spaarquote echter nog altijd hoger dan voor de coronacrisis.
Het aantal Ziektewet-aanvragen door uitzendkrachten is dit jaar vooralsnog zeer fors gedaald ten opzichte van voorgaande jaren. Dat heeft te maken met enkele grote veranderingen van de regels in de uitzendsector.
Werkgevers vinden het belangrijk dat werknemers goed zijn in het maken van keuzes en prioriteiten stellen: de zogenaamde allocatieve vaardigheid. Hoog scoren op deze allocatieve vaardigheid verklaart 7,1 procent van het gemiddelde inkomen
Vanaf 2025 zijn grote Nederlandse bedrijven wettelijk verplicht om verslag uit te brengen over hun duurzaamheidsbeleid en -prestaties. Een deel van deze bedrijven is al actief bezig; ongeveer de helft ervan monitort voortdurend zijn voortgang. Ruim een kwart verzamelt nog geen data over de klimaatimpact.
Bijna elk land kampt in verschillende mate met de ‘babyboete’, het feit dat vrouwen na het krijgen van hun eerste kind vaak minder verdienen dan de mannen in vergelijkbare functies.
In 2008 is de maximering van de jaarlijkse toename van de onroerendezaakbelasting (ozb) losgelaten. Sindsdien mag elke gemeente de ozb zo sterk verhogen als men nodig acht. Dit lijkt over de jaren echter niet geleid te hebben tot sterke verhogingen van het ozb-tarief.
Bij inflatie neemt de reële waarde van schuld af. Hierdoor profiteren mensen die netto lenen ten koste van netto spaarders. Na geïnformeerd te zijn over deze schulderosie, consumeren mensen met schulden vervolgens meer.