Redactioneel
Albert Jolink
Hoofdredacteur ESB
a.jolink@sdu.nl
ABN ARMOE
I
n Engeland stonden onlangs de klanten
schreeuwend voor de poorten van de Northern
Rock hypotheekbank: “ik wil mijn geld terugâ€,
weerkaatste tegen de glazen pui, en de herinneringen aan de bankcrises van de twintigste eeuw
worden weer even afgestoft. In Nederland gebeurt
alles net even later, dus het wachten is op de eerste
signalen van paniek en rode alarmlichten. In de tussentijd verkopen we de aandelen van de Nederlandse
financiële wereld aan de hoogste buitenlandse bieder.
In de gloriedagen van de ABN AMRO wist men het
wel: bij een oranje stoplicht geef je gas in plaats van
af te remmen. Nu staan ook hier de lichten op rood
en is het schluss voor de voormalige Nederlandsche
Handelsmaatschappij. Na zestien jaar is de grootstedelijke bank te klein gebleken voor het mondiale
financiële geweld. De buitenlandse hyena’s zullen
het zieltogende Nederlandse bankje uiteenrijten,
en de stukken worden verdeeld onder de coalitiegenoten. De triomftocht van de Nederlandse bank in
de Italiaanse Povlakte, in 2005, is uiteindelijk een
p
 yrrusoverwinning gebleken, en heeft de Spaanse
opkoper toegang tot de Italiaanse markt gegeven:
ABN ROMA, dus eigenlijk. Bedankt, u kunt weer
gaan.
Als klant van A&A heb ik ze nooit kunnen betrappen op enige vorm van klantenbinding en die band
is er bij mij dan ook niet. De verbazing is dan ook
groot bij alle krokodillentranen die geplengd worden
in de Nederlanden bij de aanstaande verkoop van
DE bank. Met vereende krachten wordt in de media
een beroep gedaan op de patriottistische gevoelens
van het Nederlandse publiek in een misplaatste
poging tot stemmingmakerij. De uitverkoop van
het Nederlandse bedrijfsleven wordt gezien als een
uiting van bloedarmoede van economisch Nederland.
Bij de verkoop van ABN AMRO stond in februari De
Nederlandsche Bank nog fier voorop om de bancaire
belangen te verdedigen. Hoewel de opsplitsing
van A&A eerst nog een brug te ver was voor De
Nederlandsche Bank, is de brug nu neergelaten om
alle aandeelhouders het nieuwe fort binnen te laten.
De Nederlandse (of buitenlandse) aandeelhouder
ziet geen verschil tussen een Nederlandse euro
en een Spaans-Belgische euro met Schotse ruit.
En terecht. Met de introductie van de euro was de
gedachte dat nationaliteit ondergeschikt was aan
een Europese identiteit. In de praktijk lijkt dit voor
folkloristische uitspattingen nog lastig te verwezenÂ
lijken maar in de zakelijke wereld is dit de realiteit.
De natieloze munt die de aandeelhouder ontvangt
zal daarom weer worden ingezet in een volgende
gastheer, om van weer een hoger rendement te
k
 unnen genieten.
De verkoop van ABN AMRO zal bij sommigen inspelen op nostalgische gevoelens, maar Couperus
indachtig, heeft ook de economie haar loop: Van
oude menschen, de dingen die voorbij gaan. Eerder
zijn KLM, Hoogovens, Fokker en andere coryfeeën
van de Nederlandse industrie van de hand gedaan
en naar ik mag hopen voor een goede prijs. Soms
zijn het namen die voorbij gaan; soms zijn het activiteiten die voorbij gaan. Ten onrechte werd en wordt
dit gezien als een verlies daar waar aandeelhouders
als kapitaalverstrekkers simpelweg hun werk hebben
gedaan. Het zuiverende effect van de kapitaalmobiliteit legt de zwakke plekken in de economie bloot
en, hoewel soms onaangenaam voor betrokkenen,
zorgt voor een versterking elders in de economie. De
uitverkoop van het Nederlandse bedrijfsleven is in
dat opzicht geen uiting van een faillissement maar
veeleer van een levendige economie, die op zoek is
naar vernieuwing. De kapitaalverstrekkers zijn het
primair verplicht aan hun eigen achterban om het
meeste uit de beschikbare middelen te halen, maar
onbewust of bewust wordt de economie gestimuleerd
om zich continu te vernieuwen en op te frissen. Het
wachten is op de volgende oer-Nederlandse kandidaten die rijp zijn voor de verkoop: AH? Heineken?
De renovatie die de Nederlandse economie nu doormaakt, vraagt echter wel om nieuwe ondernemers
die als gastheer voor de kapitaalverstrekkers kunnen dienen. De roep om een VOC-mentaliteit door
het kabinet is in dat opzicht onzinnig, daar waar de
VOC een door de staat beschermde monopolist was.
Waar het nu om gaat is de vele ondernemers die
Nederland rijk is een kans te geven de economie te
versterken en hen, onbeschermd, hun werk te laten
doen: ondernemen. Zolang men vasthoudt aan het
oude en de voorkeur geeft aan traditie zal het nieuwe
niet gedijen of op zoek gaan naar andere vruchtbare
gronden. Er is niets mis met het uitwieden van de
Nederlandse economie als het alternatief slechts
armoede oplevert. Misschien wordt het ook tijd voor
de Nederlandse kapitaalverstrekker om de klanten
van Northern Rock te volgen en zich af te vragen: wil
ik mijn geld al terug?
ESB
5 oktober 2007
579