Ga direct naar de content

Boeken

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 5 2007

boeken
De redactie nodigt lezers
uit boeken te recenseren
voor deze rubriek

606

ESB

Dit boek is de tweede in een
de hoofdstukken over prestatie(meting)
reeks verzorgd door het Pensions
zijn interessant. Er zijn diverse berekeInstitute (London). David Blake
ningsmethoden, waarbij idealiter ook
is hieraan als directeur verbonrekening wordt gehouden met het geloden. Het boek start met een
pen risico. Er is sprake van grote presbehandeling van de verschillende
tatieverschillen. In het VK zit tussen
categorieën pensioenfondsactiva,
slechte en goede defined contributioninclusief private equity en een
regelingen een rendementsverschil van
lijst van fondsmanagers die voor
vier tot zes procent. Dit betekent dat
pensioenfondsen verantwoord
een goede uitvoerder leidt tot een drie
beleggen. Vervolgens komt
tot vijf keer hoger eindkapitaal dan een
pen­ ioen als onderdeel van het
s
slechte uitvoerder. Bovendien duurt
vermogen van gezinnen aan de
het gemiddeld zestien jaar voordat een
orde. Interessant is de behandeslechte performer de markt verlaat. Het
ling van de relatie tussen pen­
rendement van de meer traditionele
sioenfonds en onderneming zoals
defined benefit-fondsen in het VK ligt
Blake, D. (2006) Pension
deze in Angelsaksische landen
iets onder het rendement in de markt
F
­ inance. Chichester: John
gebruikelijk is. Het gepresenvan een vergelijkbare porte­euille.
f
Wiley and Sons Ltd.
teerde onderzoek wijst erop dat
­
Voorts blijkt dat de bulk ongeveer gelijk
een hoge winstgevendheid van
presteert, namelijk dichtbij de index
de onderneming samengaat met goed gevulde pensi(herding). Er is dus weinig differentiatie. Het beeld
oenfondsen. Laatstgenoemde levert op zijn beurt ook
qua prestatie voor Nederland is op basis van recent
weer een positief effect op de rating en de beurskoers
DNB-materiaal overigens positiever. Pensioenfondsen
van de onderneming. Pensioenfonds en onderneming
halen iets hogere rendementen dan andere beleggers
staan dus niet los van elkaar en vanuit dat perspectief
met een vergelijkbare portefeuille. Voor de periode
is het weergeven van een tekort of een overschot in
1999/2006 gaat het om 1¾ procent, ofwel gemidhet pensioenfonds op de balans van de ondernedeld een kwart procent per jaar (DNB, 2007b). In
ming dus verdedigbaar met name als er (zoals in het
het onderdeel over risicoafdekking zijn met name de
Verenigd Koninkrijk (VK)) een formele en/of materiële
passages over obligaties met een coupon die afhangt
knip tussen de onderneming en het pensioenfonds
van de levensverwachting lezenswaardig. Met zo’n
ontbreekt. De (Nederlandse) praktijk op dit punt
obligatie zou een pensioenfonds het risico van een
is overigens gedifferentieerd, voor sommige typen
hogere levens­ erwachting kunnen overdragen aan
v
fondsen en regelingen geldt een vrijstelling voor het
een andere partij. De (terechte) vraag die in het boek
opnemen van een dergelijke balanspost. Wat hierbij
wordt opgeworpen is wie zo’n obligatie zou willen
bovendien compliceert is dat er geen eenduidigheid
kopen. Grote marktpartijen als commerciële verzekeis tussen economen, accountants en actuarissen
raars en de overheid zitten immers met vergelijkbare
over de waardering van de pensioenverplichting. De
risico’s. Wel kan de overheid via de uitgifte van dergewaardering van de pensioenverplichting bij de onderlijke obligaties dit risico op zich nemen en vervolgens
neming kan dus een andere zijn dan die het pensivia hogere belastingen financieren. Laatstgenoemde
oenfonds hanteert. Een Angelsaksisch boek betekent
moet dan evenwel naar verwachting weer via hogere
veel aandacht voor defined contribution-regelingen.
belastingen op arbeid worden opgebracht. Een verhoHet beeld is niet erg positief. Door het ontbreken
ging van de pensioenpremie ligt dan dichter bij huis.
van intergenerationele risicodeling wordt in defined
Al met al is het een lezenswaardig boek. Het biedt niet
contribution-regelingen voor een conservatieve belegalleen praktische aanknopingspunten voor het finangingsmix gekozen, leidend tot hogere premies. Dit
ciële beleid van pensioenfondsen maar ook een kader
wordt versterkt door hogere kosten; op lange termijn
dat van pas komt bij het bezien van alternatieven voor
(25 jaar) bedragen deze 9,8 à 27,8 procent van het
het huidige stelsel, waardoor het in een behoefte zal
eindkapitaal (gespreid over de looptijd 0,68 à 2,16
voorzien.
procent per jaar). Uiteraard is er ook aandacht voor
defined benefit-regelingen en de mogelijkheden om
Literatuur
DNB (2007a) Verschillen in pensioentoezicht tussen landen
de risico’s voor de deelnemer en de sponsor als optie
vragen om een integrale vergelijking, Kwartaalbericht, maart
te benaderen en te waarderen. Dit is behulpzaam om
2007, 39–43.
potentiële conflicten tussen deze twee groepen beter
DNB (2007b) Behalen pensioenfondsen de rendementen die ze
te begrijpen (Kocken, 2006). Een belangrijk element
nastreven? Statistisch Bulletin, juni 2007, 19–23.
bij defined benefit-regelingen is de discontovoet van
Kocken, T. (2006) Curious Contracts. ‘s-Hertogenbosch: Tutein
Nolthenius.
de verplichtingen. In het boek wordt geconstateerd
dat verschillende zienswijzen (zowel het gemiddelde
PIET VAN DER GRAAFF
verwachte rendement van de portefeuille als een
Secretaris Toezicht en Financiële Markten bij de Stichting
risico­ rij rendement) verdedigbaar zijn. De verschillen
v
voor Ondernemingspensioenfondsen (OPF)
in EU-lidstaten zijn substantieel (DNB, 2007a). Ook

5 oktober 2007

Auteur