Ga direct naar de content

,,Reaganomics

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 11 1983

Au Courant
sie op de wenselijke rol van de overheid in
een stagnerende economic.”
Gold vroeger, vooral bij progressieve politici, de opvatting dat de overheid zich
juist in een depressie meer met de economic moest bemoeien door haar uitgaven op
te voeren en regelend op te treden, in de jaren tachtig is sterke twijfel ontstaan over de
rol van de overheid. Rutten meent dat bij
het overheidsbeleid niet altijd het algemeen belang voorop heeft gestaan, maar
ook deelbelangen aan werknemers- en
werkgeverszijde. leder probeerde de collectieve sector voor zijn specifieke wensen op
te laten draaien en politick Den Haag gaf
ZWEEDEN
meestal aan die druk toe. De economische
stagnatie is volgens Rutten het gevolg van
een gebrek aan flexibiliteit, een teveel aan
Een klein aantal industrielanden zonder
regelgeving en een te ver doorgeschoten
herverdeling van inkomens. Uit een ondergrote tekorten op de betalingsbalans zou in
het kielzog daarvan een actiever stimulezoek van de Zweedse econoom A. Lindringsbeleid kunnen voeren. In 1986 zou de beck leidt hij af dat landen die vasthouden
aan een zeer ver uitgedijd welvaartssygroei 3% hoger kunnen uitvallen, wat een
steem (zoals Zweden en Nederland) ten
positief effect van 1% op de werkgelegenheid heeft. Dit is overigens meer een priveslotte in economische stagnatie en verarming belanden. Nederland scoort internaopvatting van Van den Beld.
In het Centraal Economisch Plan 1983 tionaal gezien buitengewoon slecht. Uit
vergelijkende cijfers die het CPB heeft opzelf is niets van een pleidooi voor een international aanpak van de crisis terug te vin- gesteld blijkt dat wij een van hoogste werkden. In dit opzicht wijkt het CPB evenmin
loosheidscijfers van de OECD-landen kennen: 15,5% tegen gemiddeld 9,5% voor het
af van de opvattingen van het kabinet dat
geen enkele reden ziet om in de troosteloze
hele OECD-gebied.
ontmoetingen van de regeringsleiders enig
Rutten legt een verband met de groei van
de collectieve sector, die nergens zo sterk
initiatief voor een gecoordineerde internawas als hier te lande. Zou het groeitempo
tional actie te ondernemen.
Het CPB levert geen alibi meer voor te- van de laatste twee jaar — 3% — doorzetten, dan komen we aan het eind van dit degenstanders van het aanpassingsbeleid dat
cennium op een aandeel van de overheidsdoor inkrimping van de collectieve sector
en deregulering ruimte wil scheppen voor
uitgaven in het nationaal inkomen van
90%. Volgens Rutten zou dat betekenen
herstel van de marktsector. Een andere adviseur van het kabinet, de secretaris-gene- dat de werking van de markteconomie verder zou worden belemmerd door steeds
raal van het Ministerie van Economische
Zaken, prof. dr. F. W. Rutten, heeft on- zwakkere prikkels in het officiele circuit en
steeds sterkere verleidingen in het zwarte
langs duidelijk gemaakt dat het niet alleen
gaat om het ,,beter kloppend maken van de circuit. Hij verliest daarbij niet uit het oog
overheidskas” als er in ons land wordt ge- dat de sterke stijging van het aandeel van
praat over bezuiniging op collectieve uitga- de collectieve uitgaven in het nationale inven. In een voordracht voor de Vereniging komen veroorzaakt is door het inzakken
voor Strategische Beleidsvorming, die van de economische groei. Rutten gelooft
dat op den duur hogere groeicijfers dan in
merkwaardig genoeg weinig aandacht heeft
getrokken in de pers, zei deze topadviseur de afgelopen vijf jaar kunnen worden bevan het economisch beleid dat het enorm
reikt door verstarrende elementen aan de
gaat tot een stelselherziening te komen die aanbodzijde weg te nemen. ,,Reagano,,meer recht doet aan de keuzevrijheid en
mics” op zijn Nederlands dus.
verantwoordelijkheid van de mensen.” De
A. F. van Zweeden
titel van zijn voordracht was op zich zelf al
veelzeggend: ,,Op zoek naar een betere vi-

,,Reaganomics”
op z’n Nederlands
A. F. VAN

Het dagblad Trouw tracht zijn abonnees
aan zich te binden door politieke prenten
van lezers af te drukken. Onlangs trof mij
zo’n aandoenlijk onbeholpen cartoon, niet
omdat het een goede tekening was, maar
omdat de politieke readies op het Centraal
Economiseh Plan 1983 er zo raak in waren
geschetst. Je zag de heren Nijpels, De Vries
en Den Uyl met een instemmend gebaar op
de heer Van den Beld wijzen. De tekenaar
had er ook nog de heren Van Veen en Kok
bij kunnen zetten. leder meende immers
zijn eigen mening over het beleid van het
kabinet in het samenvattende eerste hoofdstuk van het Centraal Economisch Plan
1983 te herkennen. Het kabinet, de WD
en de werkgevers konden wijzen op de uitspraak dat ,,aan ombuigingen gericht op
geleidelijke vermindering van het financieringstekort niet kan worden ontkomen”.
De anderen, die minder overtuigd zijn van
de doelmatigheid van het bezuinigingsbeleid, konden zich met evenveel recht beroepen op het advies van Van den Beld om
naast ombuigingen andere beleidslijnen te
volgen, omdat aan de bezuinigingen de
problematiek is verbonden van vraaguitval
en uitverdieneffecten. Het gericht stimuleren van investeringen door het instrument
van de Maatschappij voor Industriele Projecten zou naar zijn mening een tegenwicht
tegen de noodzakelijke ombuigingen kunnen bieden.
Ook het derde spoor van het kabinetsbeleid, dat van herverdeling van arbeid, kan
volgens de directeur van het CPB worden
gevolgd. Arbeidstijdverkorting met inlevering van loon kan de werkloosheid verlichten, al wordt daardoor wel de ruimte beperkt om ergens anders wat te doen.
Voor- en tegenstanders van het kabinetLubbers moet het toch duidelijk zijn dat
Van den Beld geen millimeter afwijkt van
de officieel uitgezette beleidslijnen. Evenmin als de president van De Nederlandsche
Bank ziet hij ruimte voor een stimulerend
beleid. In het Centraal Economisch Plan
van vorig jaar bepleitte hij nog een internationale actie om de economic te stimuleren. Thans blijkt hij voorstander te zijn
van het idee van de Amerikaanse Nobelprijswinnaar Klein. Diens uitgangspunt is
dat eerst het begrotingstekort van de Verenigde Staten moet worden verminderd
van $ 200 mrd. tot $ 100 mrd. Er kan dan
een ruimer monetair beleid worden gevoerd dat tot een lagere rente kan leiden.
ESB 18-5-1983

445

Auteur