E. L Berg
De grondplicht
tot vergeving
Heel, heel lang geleden, toen vooruitstrevenden nog liberaal, en liberalen
zelfs zeer vooruitstrevend waren, hebben
we onze grondrechten tot stand gebracht. Fundamentele rechten werden
gratis onder alle volwassenen verdeeld.
Het recht op vrije meningsuiting, vrijheid van godsdienst, partnerkeuze, vergadering. Deze grondrechten zien we als
de essentie’le kern van onze wijze van
samenleven. Niettemin zijn we niet erg
zuinig op onze grondrechten. Althans,
dat verwijten bezoekers uit minder berechte landen ons. Van vele democratische vrijheden maken wij maar een
slordig en spaarzaam gebruik. In de ogen
van die buitenlandse bezoekers brengen
we daarmee onze grondrechten in gevaar, dan wel veronachtzamen we hun
hoge waarde.
Nu hebben economen ook daarvoor
weer een uitstekende verklaring. Rechten worden zonder betaling uitgedeeld.
Er is derhalve weinig reden om er zuinig
mee om te springen. Men verwerft een
grondrecht niet als beloning voor fraai
maatschappelijk gedrag, je hoeft er echt
niets voor te doen of te laten. Economen
begrijpen en bestuderen slechts menselijk gedrag dat onderworpen is aan
schaarste. Dan kun je tenminste verwachten dat mensen doelgericht handelen. Maar wanneer je iets zo maar weggeeft, dan is slechts dom en slecht gedrag
te verwachten.
Recent zijn we in onze collectieve
grootheidswaan nog iets verder van de
rechte weg gedwaald. De oude, fundamentele grondrechten waren dan wel
gratis, maar hun handhaving kostte ook
niet veel. Vrijheid van godsdienst, van
meningsuiting, van partnerkeuze, er zijn
weinig schaarse goederen voor nodig om
die ten principale te verzekeren. De laatESB 22-9-1982
I
ste decennia echter hebben we nieuwe
grondrechten bedacht: het recht op arbeid, het recht op gezondheid, het recht
op werk, het recht op onderwijs. Dit nu is
voor economen een gruwel. Want gezondheid, onderwijs, werk, een minimaal
inkomen, het legt allemaal beslag op vele
schaarse middelen. Die kun je nu eenmaal niet bij wege van recht uitdelen.
Toen de rechten eenmaal waren bedacht,
ontwierpen we wachttijden voor. ziekenhuis en universiteit —daarbij zelfs loting
als selectiemechanisme boven talent uitverkiezend! — en zien we inkomen en
werkgelegenheid snel afnemen. Per saldo zijn we alien slechts onnodig extra
bedroefd: als je iets niet krijgt omdat het
er niet is, dan vind je dat beroerd. Maar
nu is je een sociaal grondrecht ontnomen.
Over grondplichten hoor je in onze
maatschappij weinig. Ik vind dat jammer
en wil derhalve een grondplicht introduceren en wel die tot vergeving schenken. Het is echter niet mijn bedoeling de
reeds klassieke hoop op naastenliefde te
bespreken, doch om verstarring in de
bureaucratic te helpen tegengaan 1).
Daartoe is het nodig kort te schetsen
hoe vernieuwde ideee’n ingrote organisaties worden behandeld.
Medewerker M krijgt een idee. Hij vertrouwt dit aan daartoe ontworpen papier
toe en zendt het ter flattering toe aan zijn
chef N. N is al langerchef en weet dat zijn
positie het minst in gevaar komt, wanneer
hij het nieuwe idee, dat vele veranderingen teweeg zal brengen, afwijst. Dat is
soms wat te cru, maar dan kan hij het idee,
voorzien van kanttekeningen en enkele
wijzigingen, doorzenden naar zijn baas
O. De kans is dan groot dat het vergeten
wordt, zoek raakt, of dermate verminkt
de lange hierarchische weg op en neer
volgt dat alle risico’s tot veranderingzijn
verdwenen. Hij zou het idee natuurlijk
ook kunnen goedkeuren. Als het mis
loopt met het idee, dan is chef N wel de
klos. Blijkt het een goed idee te zijn, dan
zullen vele anderen het succes claimen.
Kortom, in een grote bureaucratic komen
vernieuwingen niet eenvoudig tot stand.
Nu komt het grondrecht tot vergeving
schenken als oplossing te voorschijn.
Medewerker M moet zijn idee ter goedkeuring aan chef N voorleggen, zodat N
ook niet in de natuurlijke verleiding
komt het af te wijzen of ter verminking
de hierarchic in te zenden. Medewerker
N moet zijn idee gewoon uitvoeren. Niet
vragen, maar doen, derhalve. In de
hierarchie behoeft nu niemand te beslissen, te verwerpen, of de beslissing af te
wentelen. Chef N behoeft slechts toe te
kijken. Er ontstaat geen vertraging. Het
idee blijft in de oorspronkelijke vorm. N
heeft slechts de grondplicht tot vergeving
schenken als het mis loopt. Daarmee
doet medewerker M een beroep op een
veel mooiere eigenschap dan in het thans
gebruikelijke patroon. Vergeving schenken geeft chef N een mooi warm gevoel.
Bovendien is de kans groot dat hij de
chef blijkt te zijn van vele medewerkers
M, die allerlei goede ideee’n realiseren in
de tijd dat anderen de hierarchie afzoeken, waar hun nota is gebleven. Mochten
ideee’n slagen, dan behoeft hij de roem
slechts te delen met hen, die het verdienen, zijn medewerkers. De grondplicht
tot vergeving schenken, leidt niet slechts
tot fraai menselijk gedrag, economen
dienen er zelfs blij mee te zijn.
1) Hagebak, The forgiveness factor, Public
Administration
1982, biz. 72 e.v.
Review, januari/februari
1011