■ Ad Stokman (DNB)
De Klimaatwet legt vast dat de uitstoot van broeikasgassen in 2050 met 95 procent verminderd moet zijn ten opzichte van de uitstoot in 1990. Dit kan bereikt worden door een belastingheffing op CO2-uitstoot, die bedrijven zal stimuleren extra te investeren in duurzame productietechnieken. In een recente studie van De Nederlandsche Bank is onderzocht wat de gevolgen zijn van een extra heffing op de uitstoot van alle broeikasgassen voor de economie en internationale concurrentiepositie.
Doordat de meeste sectoren op korte termijn maar beperkte mogelijkheden hebben om hun uitstoot te verminderen, gaat de heffing in eerste instantie gepaard met een stijging van de productiekosten. De kostenstijging kan per sector behoorlijk verschillen. Zo nemen drie sectoren – te weten basismetaal, chemie en raffinage – bijna twee derde van de uitstoot van de industrie voor hun rekening. Hier zal daarom een flink deel van de lasten neerslaan (figuur). De heffing kan in de dienstensector ook kostenverhogend zijn, maar in veel mindere mate.
De consequenties van een dergelijke belasting voor de prijsconcurrentiepositie van Nederland, gedefinieerd als de verandering in de productiekosten van de Nederlandse export ten opzichte van het buitenland, hangen ervan af of de heffing ook in andere EU-landen geïntroduceerd wordt. Mocht er alleen in Nederland een heffing op uitstoot komen, dan verslechtert de Nederlandse prijsconcurrentiepositie voor het bedrijfsleven als geheel met naar schatting 1,2 procent. De prijsconcurrentiepositie verslechtert het meest voor delfstoffenwinning (4,3 procent) en chemie (3 procent). Een EU-brede heffing op uitstoot is de helft minder nadelig voor de Nederlandse internationale concurrentiepositie, maar is voor sommige sectoren, zoals de chemie, nog steeds aanzienlijk. Voor andere Nederlandse sectoren, zoals landbouw, transport en basismetaal, pakt een Europese heffing daarentegen juist gunstig uit. Om de negatieve effecten voor de meest vervuilende bedrijfstakken te beperken, kan een deel van de opbrengsten uit de broeikasgasheffing worden teruggesluisd als deze wordt ingezet voor investeringen in duurzame productie.