Ga direct naar de content

De netwerkeconomie

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 7 1987

De netwerkeconomie
Het is nog maar tien jaar geleden dat Marc Uri Porat
– voor zover mij bekend als eerste – de term
‘informatie-economie’ lanceerde 1). Porat kwam op die
term omdat hij constateerde dat meer dan de helft van
de Amerikaanse beroepsbevolking in de informatiesector werkzaam was. Onder de informatiesector verstaat
Porat alle activiteiten die met de produktie, bewerking
en verspreiding van informatie te maken hebben, zoals
de computerindustrie, de telecommunicatiesector, het
onderwijs, de media, de reclamebranche, grote delen
van het bank- en verzekeringswezen en allerlei soorten
advieswerk. Inmiddels kijkt niemand meer vreemd op
als wordt gezegd dat we het informatietijdperk zijn binnengegaan. De boer runt zijn bedrijf met behulp van
een computer, de machinebankwerker zit achter een
terminal, de garagehouder heeft een pc voor zijn voorraadbeheer, de medicus raadpleegt een expertsysteem. De computer raakt snel ingeburgerd.
Toch is daarmee nog niet de stap naar de informatiemaatschappij gezet. De echte doorbraak zit niet in het
gebruik van de computer op zich, maar in de combinatie van computer- en telecommunicatietechniek: de telematica. Die combinatie maakt het mogelijk dat
mensen en bedrijven op steeds meer manieren met elkaar in verbinding staan en informatie kunnen uitwisselen. De koppeling komt tot stand via elektronische
netwerken, die de aangeslotenen in staat stellen continu, zonder verlies van tijd of inhoud over de meest uiteenlopende soorten informatie te beschikken. De
mogelijke gevolgen hiervan voor de organisatie van de
produktie zijn enorm. Maar de gevolgen strekken zich
ook uit tot de prive-sfeer en de vrije tijd. Het hele maatschappelijke (even wordt erdoor bemvloed. Daarom is
het niet overdreven om van de ‘netwerkeconomie’ te
spreken.
De netwerkeconomie staat nog in de kinderschoenen. Weliswaar functioneren hier en daar reeds netwerken, maar de toegankelijkheid ervan en de toepassingsmogelijkheden zijn nog beperkt. Er is ook nog weinig uniformiteit. Industriele ondernemingen, financiele
instellingen, mediaconcerns en overheden werken
koortsachtig aan hun eigen systemen, die niet op elkaar aansluiten. Internationaal aanvaarde standaards
voor de communicatie-infrastructuur ontbreken nog
grotendeels. Toch maken de eerste ervaringen al duidelijk hoe ingrijpend de gevolgen kunnen zijn. In dit
nummer van ESB worden de ontwikkelingen in enkele
belangrijke sectoren geschetst en worden de consequenties besproken. Dat geeft althans een eerste indruk van wat de netwerkeconomie zal kunnen inhouden.
Het eerste dat opvalt is de geweldige efficiencyverhoging waartoe de telematica kan leiden. In industriele
ondernemingen (zie het artikel van Janse) worden interne netwerken gecreeerd om de verschillende fasen
van het produktieproces steeds preciezer op elkaar te
kunnen afstemmen. Daarmee worden vertraging, voorraadvorming en kwaliteitsverlies tot het uiterste beperkt. Het beslag op mensen en middelen wordt sterk
verminderd; de produktiviteitswinst is soms spectaculair. Niet alleen de efficiency, maar ook de kwaliteit,
snelheid en flexibiliteit van de produktie nemen sterk
toe. In de financiele sector (zie het artikel van Frijling)
doen zich soortgelijke ontwikkelingen voor. Financiele
transacties lenen zich goed voor elektronische verwerking. De formatie van wereldomspannende netwerken
is in de financiele sector dan ook het verst voortgeschreden. Ook in de transportsector liggen zeer interessante toepassingsmogelijkheden (zie het artikel van

Ruijgrok). Die betreffen niet alleen de optimale goederenstroombeheersing, maar vooral ook de mogelijke
koppeling van goederenstromen aan bijbehorende informatiestromen, b.v. met betrekking tot vrachtbeschrijving, herkomst en bestemming, verzekering,
financiering, kwaliteitscontrole, douaneformaliteiten
e.d. Het wenkend perspectief is de totale integratie van
het hele produktieproces – van produktontwerp tot
produktie, marketing, distributie, verkoop en aftersales-service – in een logistiek systeem dat optimale
afstemming van alle activiteiten mogelijk maakt.
De te behalen efficiencyvoordelen worden echter
niet zomaar gerealiseerd. De netwerktechnologie vereist een organisatorische aanpak die fundamenteel
verschilt van de traditionele produktie-organisatie uit
het industriele tijdperk. In het artikel van Huppes worden de organisatorische consequenties nader uitgewerkt. De ver doorgevoerde arbeidsdeling, die teruggaat op Smith en Taylor, voldoet in de netwerkeconomie niet langer. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden komen op heel andere plaatsen in de organisatie te
liggen; het aantal hierarchische niveaus wordt sterk gereduceerd. Ook uit de andere artikelen in dit nummer
blijkt dat de organisatorische implicaties van de netwerkeconomie verstrekkend zijn. Volgens Huppes is
het vermogen tot organisatorische innovatie zelfs
doorslaggevend voor de concurrentiepositie op lange
termijn.
/
We hebben het dan alleeti nog maar over de interne
organisatie; de gevolgen voor de externe organisatie
zullen echter niet minder ingrijpend zijn. Traditionele
scheidslijnen tussen en binnen sectoren verdwijnen. Er
zullen concentratie-en uitschakelingstendensen optreden (zie ook Dreesmann) en er zullen nieuwe vormen
van dienstverlening ontstaan. Hoewel de contouren
van de concurrentiestrijd nog uitermate vaag zijn, lijdt
het geen twijfel dat het gevecht om de nieuwe posities
bikkelhard zal zijn. Op de mediamarkt is dat al enigszins zichtbaar. Tot nog toe lijken de traditionele media
er zonder kleerscheuren van af te komen (zie het artikel
van Smits en Verveld), maar of dat zo zal blijven, weet
niemand. Ook in andere sectoren zullen de marktverhoudingen opnieuw moeten worden bepaald.
De netwerkeconomie zal ten slotte ook vergaande
gevolgen in de prive-sfeer hebben. Dat tele-arbeid en
teleshopping (zie de artikelen van Vlek resp. Hof en De
Jong) tot nog toe achterblijven bij wat sommigen ervan
verwachtten, doet daar niets aan af. Het geweldige
overaanbod van informatie versnelt het proces van
individualisering en leidt tot fragmentatie en differentiatie. Dat heeft gevolgen voor de maatschappelijke cohesie en de bestuurbaarheid van de samenleving, ja voor
de hele sociale organisatie. In deze ESB wordt daar
echter niet dieper op ingegaan 2). Hier worden slechts
de economische gevolgen van de netwerkeconomie
belicht. Die zijn al ingrijpend genoeg.
L. van der Geest

1) M.U. Porat, The information economy, deel 1, Stanford University, 1976.
2) Wie zich daarin verder wil verdiepen, kan niet heen om Alvin

Toffler, The third wave, William Morrow and Company, New York,
1980.

Auteur