Ga direct naar de content

Rotterdam regeert in ESB Top 40

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 14 2007

economentop

Rotterdam regeert in ESB Top 40
In de jaarlijkse ESB Economentop heeft de Erasmus
Universiteit Rotterdam een eerste plaats weten te
v
­ erwerven in zowel de Top 40 van meest publicerende
economen als in de rangschikking van meest publicerende deelnemende universiteiten.

D

e dubbel is binnen voor Rotterdam. In
2007 heeft de Erasmus Universiteit
Rotterdam de eerste plaats in de instellingentop sinds 2006 weten te behouden;
daarnaast is de Erasmus Universiteit als eerste geëindigd op de lijst van best publicerende onderzoekers in 2007. De jaarlijks terugkerende publicatietop
is een weergave van de internationale publicaties
van economen verbonden aan een Nederlandse
universiteit. Voor de Top 40 van 2007 is gekeken
naar de publicaties die zijn verschenen in de periode
2001–2005. De publicatietop heeft zich onderscheiden van de citatietop, de Top 30 die in het voorjaar
in ESB verschijnt. In de loop der jaren is de Top
40 uitgegroeid tot een geziene gast op kerstborrels en nieuwjaarsrecepties, waarin collegae elkaar
konden feliciteren met de behaalde noteringen.
Tegelijkertijd heeft de Top 40 een plaats verworven
in de management-gereedschapskist in academische
omgevingen. Hierbij is bekend dat de Top 40 een
nuttig instrument is gebleken in de interne verdeling van schaarse onderzoeksgelden bij faculteiten,
en voor individuele onderzoekers een zoete beloning
om de intellectuele voldoening van publicatie te
verlengen. Daarnaast geeft de instel­ingentop tevens
l
een indicatie van de resultaten van de onderzoeksbeleidsinspanningen, in vergelijkend perspectief.
Hoewel publicatie-output eendimensionaal is, en
onrecht doet aan het complete functioneren van
collegae, is de Top 40 tevens een maatstaf voor
het inschattingsvermogen van decanen van deelnemende faculteiten die, door het inzetten van een zelf
samengestelde lijst van publicisten, blijk geven van
de slagkracht van de eigen mensen.

De instellingentop

Albert Jolink
Hoofdredacteur ESB. De
auteur dankt de toppentellers van CentER voor hun
bijdrage aan dit artikel.

744

ESB

In 2007 heeft de Erasmus Universiteit Rotterdam
haar sterke positie op de eerste plaats voor het
tweede jaar weten te behouden. De Universiteit
van Tilburg is van de tweede naar de derde plaats
gedaald, en de Wageningen Universiteit heeft
de tweede plaats ingenomen. De Wageningen
Universiteit is daarmee opgeklommen van een
positie van goede middenmoter naar een sterke
subtopper in het lijstje van publicerende instel-

14 december 2007

lingen. De middenmoot wordt aangevoerd door de
Vrije Universiteit, gevolgd door de Rijksuniversiteit
Groningen en de Universiteit van Amsterdam. Deze
posities zijn redelijk stabiel, en zeker ten opzichte
van een jaar eerder. De Radbouduniversiteit
Nijmegen is weer terug op de zevende plaats na een
jaar (2006) te zijn teruggevallen naar de achtste
plaats. De Universiteit Maastricht staat al jaren
op de op een na laatste plaats en zo ook in 2007.
Ten slotte is de Universiteit Utrecht de hekkensluiter. Hierbij moet worden aangetekend dat de
kleinere faculteiten (RUN, UU en WUR) slechts vijf
namen hebben kunnen inbrengen terwijl de overige
faculteiten twintig namen hebben aangeleverd.
Bij de kleine faculteiten is de hoge notering van
Wageningen Universiteit daarom des te opmerkelijker. Tegelijkertijd is de lage notering van een grote

De telmethode
Voor het berekenen van de scores en het samenstellen van de Economentop 40 wordt gebruikgemaakt
van de bestanden van de Science Citation Index
(SCI) en de Social Science Citation Index (SSCI)
uit het databestand Web of Science van Thomson
ISI voor de periode 2001–2005. Geteld worden
articles, comments, letters, notes en reviews, maar
geen book reviews, editorials, abstracts, corrections, software reviews, biographical items en
congresverslagen. De score van een artikel wordt
gewogen voor het aantal auteurs en de impactfactor
van het tijdschrift.
De volgende formule wordt daarbij gebruikt:
Pi = W (auteur) × W (impact)
Pi = de score van artikel i
W (auteur) = het gewicht van de auteur volgt uit de
breuk 2 / (1 + aantal auteurs)
W (impact) = het gewicht van de publicatie, de ISIimpactfactor 2005 van het tijdschrift
De zes grote economiefaculteiten (EUR, RUG, UM,
UvA, UvT, VU) leveren elk twintig namen aan en
de kleinere faculteiten (RUN, UU, WUR) elk vijf.
Uit het totaal van 135 namen wordt de Top 40
samengesteld.
Kandidaten moeten voor ten minste 0,2 fte aan een
Nederlandse universiteit werkzaam zijn. Sommige
instellingen nomineren alleen voltijders, waardoor
bijvoorbeeld hoogleraren met een deeltijdaanstelling buiten de boot vallen.

tabel 1

Internationale publicatietop 40, 2001-2005

Positie
2007
(2006)
1 (6)
2 (11)
3 (1)

Naam

4 (7)
5 (-)
6 (2)
7 (3)
8 (4)
9 (18)
10 (5)
11 (-)
12 (12)
13 (-)

D. van Knippenberg
D.A. Stapel
P. Nijkamp
P.P. Wakker
P. Rietveld
R.S.J. Tol
F.G.M. Pieters
C.W.J. Granger
H. Bleichrodt
R.M.P.M. Baltussen
(Wildcard)
S. Stremersch
L.J. Frewer
J.C. van Ours
P.C. Verhoef
R.B.M. Huirne
J.E.B.M. Steenkamp
(Wildcard)
E.K.A. van Doorslaer
C. Moorman
J.C.J.M. van den Bergh
S.R. Clegg
H.E. Nusse
C.H. Hommes
J.P.J.M. Smits
A. Ule
O. Janssen
G.T. Post
F. Lopez-de-Silanes
A.G.J.M. Oude Lansink
G.J. van den Berg
J.C. de Ruyter
J. Hagedoorn
R.T. Gerlagh
E.T. Verhoef
N.R. Anderson
M.J. James
G.S. van der Vegt
M.G. Dekimpe

14 (25)
15 (10)
16 (13)
17 (34)
18 (-)
19 (16)
20 (8)
21 (-)
22 (15)
23 (-)
24 (9)
25 (22)
26 (30)
27 (29)
28 (20)
29 (24)
30 (14)
31 (32)
32 (23)
33 (27)
34 (37)
35 (-)
36 (28)
37 (31)
38 (21)
39 (-)
40 (-)

P.H.B.F. Franses
E.H. Bulte
M. Wedel

Affiliatie

EUR
WUR/UvT
University of Maryland/RUG
EUR
UvT
VU
EUR/UM
VU
VU/Hamburg
UvT
EUR/ UCSD
EUR
UMCN/RUN
EUR
WUR
UvT
RUG
WUR
University of North
Carolina/UvT
EUR
UM/Duke ­University
VU/IVM
UM/ UTS
RUG
UvA
RUN
UvA
RUG
EUR
UVA/ENS Paris
WUR
VU
UM
UM
VU
VU
UvA
UvT
RUG
UvT

Geb.
jaar
1963
1968
1957

Aantal
publicaties
59
29
32

Top 40

faculteit zoals die van de Universiteit Maastricht
evenzo opmerkelijk.

De Top 40
33,081
30,508
26,622

1966
1966
1946
1956
1952
1969
1955
1934
1965
1968

19
14
64
17
47
25
20
25
17
13

25,633
25,444
24,861
24,335
22,865
21,617
21,491
18,649
18,093
16,987

1972
1960
1954
1972
1962
1959

10
22
21
18
39
15

16,791
16,629
16,205
16,200
15,710
15,674

1958
1961
1965
1947
1952
1960
1954
1973
1960
1971
1966
1967
1962
1961
1950
1969
1966
1961
1949
1968
1964

14
9
26
19
8
9
16
3
11
17
10
27
13
24
12
14
17
17
13
9
10

15,623
15,554
14,341
14,104
13,239
13,119
13,010
12,610
12,506
12,248
12,127
11,417
10,620
10,508
10,270
9,883
9,882
9,727
9,658
9,059
8,978

De sterke nummer-één-positie van de Erasmus
Universiteit Rotterdam is met name terug te voeren
op de acht Rotterdammers bij de eerste veertig
geclassificeerden, waarvan er zeven bij de twintig
hoogst genoteerden zitten. Vanwege de eerste plaats
van de econometrist Franses, met 59 publicaties in
de onderzochte periode, en de bedrijfskundige-psycholoog Van Knippenberg op de vierde plaats, is de
Rotterdamse faculteit sterk verankerd in de bovenste
regionen van de Top 40.
De Wagenings-Tilburgse landbouweconoom Bulte
heeft een belangrijke tweede plaats weten te verkrijgen met een respectabel aantal publicaties maar met
een zeer hoge score. Michel Wedel, vorig jaar nog
geheel bovenaan, neemt nu de derde plaats in. De
psycholoog Diederik Stapel is een opvallende nieuweling in de Top 40: vanuit een niet-geclassificeerde
positie vorig jaar is hij op de vijfde plaats terechtgekomen. De belangrijkste dalers dit jaar zijn Nijkamp,
Wakker, Rietveld en Pieters, die vorig jaar nog bij de
eerste vijf topposities voorkwamen. Daardoor wordt
de economentop 40 van 2007 aangevoerd door
marketingexperts (Franses, Wedel), psychologen (Van
Knippenberg, Stapel) en een landbouweconoom.
Een opvallende deelnemer in de Top 40 is de
Nobelprijswinnaar Clive Granger, die, door de
Erasmus Universiteit ingebracht, op de elfde positie
is gekomen. Granger is met zijn 73 jaar tevens de
oudste deelnemer in deze economentop. Een andere
opvallende deelnemer is Aljaz Ule, die niet alleen de
jongste is in het gezelschap van veertig, maar ook
een opvallend hoge score heeft gehaald met drie
genoteerde publicaties in de betreffende periode.
Verder valt op dat de Universiteit Utrecht geen enkele naam heeft bij de eerste veertig geplaatsten.
Ten opzichte van 2006 zijn een aantal economen
niet meer terug te vinden bij de eerste veertig
genoteerden in 2007. Dit zijn Dijksterhuis (WUR),
Groot (UM), Schumacher (UvT), Verhoef (RUG),
Papazoglou (UvT), Van Soest (UvA), Verbeke (EUR),
Huizinga (UvT) en Van Osselaer (EUR).

Conclusie
tabel 2

Instellingentop 2007

positie

score

positie 2006

Erasmus Universiteit Rotterdam

56,620

1

2

Wageningen Universiteit en Researchcentrum

49,131

3

3

Universiteit van Tilburg

46,750

2

4

Vrije Universiteit

34,737

4

5

Rijksuniversiteit Groningen

33,186

5

6

Universiteit van Amsterdam

32,167

6

7

Radbouduniversiteit Nijmegen

29,346

8

8

Universiteit Maastricht

24,273

7

9

instelling

1

Universiteit Utrecht

10,780

9

De ontwikkelingen van vorig jaar, waarbij de opmars van marketeers en psychologen werd opgemerkt, hebben zich dit jaar voortgezet. De Erasmus
Universiteit Rotterdam scoort bijzonder goed, en
leidt zowel de instellingentop als de publicatietop, en
behaalt daarmee de dubbel. De rangschikking van
de instituten blijft redelijk stabiel; de onderliggende
dynamiek is op individueel niveau waarneembaar in
de Top 40, waarbij stijgers en dalers ten opzichte
van vorig jaar het beeld bepalen. Daarnaast kunnen
faculteiten de dynamiek bevorderen door de lijst van
deelnemers zo samen te stellen dat een hoge klassering verwacht mag worden.

ESB

14 december 2007

745

Auteur