■ Richard Venniker (DNB)
Zowel het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) als De Nederlandsche Bank (DNB) publiceert macro-economische cijfers over de relaties van Nederlandse ingezetenen met het buitenland. Tot voor kort presenteerden beide instellingen cijfers die, vooral wat betreft het financiële verkeer en het Nederlandse netto externe vermogen – het saldo van vorderingen en verplichtingen met het buitenland – van elkaar afweken. De statistische voorschriften geven echter sinds enkele jaren geen aanleiding meer voor zulke verschillen. Met de publicatie afgelopen juni van door CBS en DNB gezamenlijk gereviseerde cijfers voor 2015 en de volgende jaren behoren deze verschillen tot het verleden. Het Nederlands extern vermogen eind eerste kwartaal 2018 bedraagt 452 miljard euro (circa zestig procent van het bbp in 2017).
Het door DNB gepubliceerde externe vermogen ultimo revisiejaar 2015 is als gevolg van de revisie met 31 miljard euro neerwaarts gecorrigeerd, van 377 naar 346 miljard euro (figuur). Belangrijke oorzaken voor de bijstelling zijn herziening van het gebruik van de beschikbare bronnen voor met name de niet-financiële instellingen (waarbij CBS en DNB nu op basis van beider bronnen dezelfde cijfers inzetten), verbeteringen van enkele ramingsmethoden en toepassing van nieuwe ramingen. Bovendien worden de betalingsbalanscijfers voortaan in één gezamenlijk consistent kader met alle binnenlandse relaties vastgesteld, terwijl ze tot nog toe vrijwel geheel gebaseerd waren op directe waarneming van relaties met het buitenland. De brutoposities eind 2015 van vooral de directe investeringen, de effecten en het overige financiële verkeer zijn als gevolg van deze verbeteringen verhoogd van twee tot vier procent.
Dat het netto externe vermogen vanaf begin 2017 meer dan zeventig miljard euro lager is dan vóór de revisie, komt vooral doordat de waarde van de Nederlandse effecten in buitenlands bezit hoger is. Daarnaast is ook in het overige financiële verkeer sprake van een lager saldo van vorderingen en verplichtingen. Hier speelt onder meer mee dat voor deze periode sinds de vorige publicatie actuelere bronnen beschikbaar zijn gekomen. Verder heeft de aansluiting op binnenlandse relaties, en daarbinnen de afleiding van het buitenlands bezit van Nederlandse effecten als restpost van het totaal aan uitstaande effecten en het binnenlands bezit ervan, een vrij groot effect.
Auteur
Categorieën