Vijftien jaar geleden publiceerde Me Judice, een discussieplatform voor economen, zijn eerste artikel. Reden voor een gesprek met Kees Koedijk en Adriaen Luijks, beide betrokken bij het platform.
Hoe is Me Judice vijftien jaar geleden ontstaan?
Koedijk: “De kredietcrisis deed de wereld schudden. In die tijd zaten Harry van Dalen en ik bij de toenmalige raad voor economische adviseurs, die advies gaf aan de Tweede Kamer. Bij de vormgeving van deze adviezen moest alles begrijpelijk uitgelegd worden in maximaal acht à tien kantjes. Hier ervoeren wij dat met korte en begrijpelijke stukken het economisch debat konden worden aangejaagd. Vervolgens kwam ik Tito Boeri tegen die Lavoce had opgericht. Lavoce was een coöperatie van leidende economen in Italië die het debat wilde stimuleren met een vrij toegankelijk platform. Als dat in Italië mogelijk is, dan kunnen wij het ook, dachten we.”
Waar zijn jullie het meest trots op?
Koedijk: “Me Judice wordt erkend als een toevoeging aan het economisch debat. We hebben veel geluiden, en bereiken uiteenlopende mensen. Het mooiste vind ik de video van socioloog Abram de Swaan, waarin hij zijn reflectie deelt aangaande de financiële crisis. Hij kijkt hierin als socioloog naar economen, en plaatst de gedachtegang in een historisch perspectief. Economen kwamen zo in aanraking met een sociologisch perspectief op de financiële crisis.”
Hoe spreek je het eigenlijk uit?
Koedijk: “Mee judies. Dit is Latijn voor ‘naar mijn mening’. Intern gebruiken wij kortweg MJ. Vijftien jaar geleden hadden alle initiatieven in Europa aanvankelijk een Latijns georiënteerde naam, zoals Lavoce of Vox. Daarom zijn wij als grap begonnen met Me Judice.”
Hebben jullie het economisch debat zien veranderen?
Koedijk: “Tijdens de financiële crisis ging het over de kwetsbaarheid van banken. Nu gaat het meer over de rol van de overheid en de klimaatcrisis. Verder zie je dat de economiebeoefening vroeger erg ‘monomaan’ was, terwijl het economisch debat zich nu aan het verbreden is. ‘Als de prijs voor het goed juist is, wordt het beleidsdoel wel gehaald’, was vroeger de gedachtegang. Nu wordt het normatieve aspect meer meegenomen.”
Luijks: “De wereld is veranderd. Mensen oordelen sneller en gepolariseerder. Als ik een links georiënteerd artikel deel, word ik online al snel uitgemaakt voor activist. Aan de andere kant word ik, bij een rechts georiënteerd artikel dat ik deel, verweten extreemrechts te zijn. Mensen zien een titel en oordelen direct.”
Waar valt er winst te behalen in het huidige economische debat?
Koedijk: “Ik ben een voorstander van meer verwevenheid tussen wetenschap en beleid. Tot een jaar of tien geleden kwam het voor dat hoogleraren economie directeur werden op een ministerie, om vervolgens terug te keren naar de wetenschap. Nu zitten wetenschappers en beleidsmakers in hun eigen ‘silo’, terwijl daarvoor de uitdagingen van nu te groot zijn. De wetenschap en het beleid moeten meer verweven raken, omdat de wereld beleid met impact nodig heeft.
Daarnaast zijn er andere vakgebieden, zoals sociologie en psychologie, voor economen van belang. De klimaatcrisis kan niet worden opgelost met enkel beprijzen. Normatieve handvatten zouden economen bijvoorbeeld in de sociologie en psychologie kunnen vinden.”
Auteur
Categorieën