statistiek
Financiële Markten
Wilte Zijlstra (AFM)
De financiële-kennistest www.weetwatjeweet.nl is een website waarmee de AFM
de consument bewuster wil maken van zijn keuzes op financieel gebied. Bezoekers
kunnen op deze site hun kennis van lenen, hypotheken, beleggen, beleggingsverzekeringen en pensioenen testen en vergroten. Ook kunnen gebruikers hun score
vergelijken met die van de gemiddelde Nederlander. Webbezoekers hebben ongeveer één vraag meer goed dan deze benchmark. De scores van de gemiddelde
Nederlander zijn in apart, representatief onderzoek vastgesteld.
In die onderzoeken werd er direct na het maken van de test ook gevraagd hoeveel
van de 15 meerkeuzevragen men dacht goed te hebben. Gemiddeld genomen
onderschatten de respondenten altijd het aantal goede antwoorden. Uit deze
onderschatting kan niet geconcludeerd worden dat het kennelijk wel goed zit met
de financiële kennis van Nederlandse consumenten. Waarschijnlijk wordt er geen
rekening gehouden met kans; puur door gokken heb je bij deze meerkeuzetest al
een derde van de vragen goed. De onderschatting kan ook voortkomen uit weinig
vertrouwen in eigen financiële kennis en kunde. Dit speelt met name bij vrouwen.
Mannen denken gemiddeld één vraag minder goed te hebben dan ze daadwerkelijk goed hebben. Vrouwen onderschatten zichzelf met gemiddeld twee vragen.
Absoluut gezien scoren mannen wel hoger op de financiële-kennistest, met uitzondering van de pensioenkennistest. Het verschil is echter vaak maar een halve vraag.
De kennistest over beleggen wordt het best gemaakt. Gemiddeld heeft men hier
meer dan 11 van de 15 vragen goed. De pensioentest wordt het slechtst gemaakt.
Maar 6% heeft driekwart of meer van de vragen goed. Gemiddeld heeft men de
helft van de vragen goed, dat zijn slechts tweeënhalve goedbeantwoorde vragen
meer dan verwacht kan worden op basis van gokken.
Omdat de kennistesten over verschillende onderwerpen gaan, is het lastig om de score per test te vergelijken. Bij het opstellen van de vragen is wel naar een
vergelijkbare moeilijkheidsgraad gestreefd. Het grote
verschil in gemiddelde score tussen de test voor beleggen en de test voor pensioenen geeft in ieder geval
aan dat het moeilijk is een pensioentest makkelijk te
maken. Zowel voor vragenmaker als voor consument.
Verwacht en werkelijk aantal goede antwoorden
k
 ennistest, naar geslacht en soort test.
6,5
6,1
7,2
7,6
8,2
6,8
Kennistest
Vrouwen minder zeker over financiële kennis
8,4
7,5
8,3
7,3
7,0
0
2
4
6
Pensioen
8,6
8,4
Beleggingsverzekeringen
9,2
8,7
Lenen
9,5
9,1
9,9
Hypotheek
10,7
8
10
Aantal vragen goed
Vrouw werkelijk
Vrouw verwacht
11,7
12
Beleggen
14
Man werkelijk
Man verwacht
Bron: AFM
Philip Bielas (Divisie Statistiek & informatie, DNB)
316
ESB
93(4535) 16 mei 2008
10
8
6
4
2
2006
Frankrijk
VK
Ierland
Caymaneilanden
-4
Luxemburg
0
-2
VS
De belangrijkste beleggers in Nederlandse beleggingsfondsen zijn de Nederlandse
pensioenfondsen, verzekeraars en particulieren. Samen bezaten deze sectoren
ultimo 2007 voor ruim 150 miljard euro aan Nederlandse beleggingsfondsen.
Maar ook hun beleggingen in buitenlandse fondsen waren met bijna 120 miljard
euro aanzienlijk. Meer dan de helft van deze 270 miljard euro was in handen van
Nederlandse pensioenfondsen.
Om de Nederlandse beleggingsfondsensector concurrerender te maken heeft
de Nederlandse overheid vanaf begin 2006 diverse maatregelen getroffen. De
kapitaalbelasting werd afgeschaft en de vrijgestelde beleggingsinstelling werd
ingevoerd. Ook werd een nieuw handelssysteem voor beleggingsfondsen geïntroduceerd. De netto-inleg door genoemde drie sectoren in Nederlandse fondsen
is echter van 2006 op 2007 (nog) niet verbeterd. Een inleg van 9 miljard euro in
2006 sloeg om in een onttrekking van 1 miljard euro in 2007. De inleg in buitenlandse fondsen handhaafde zich daarentegen op circa 7,5 miljard euro (figuur). Het
afnemen van de belangstelling voor Nederlandse fondsen deed zich voor bij alle
genoemde sectoren. Daarentegen nam de inleg door pensioenfondsen in buitenlandse fondsen fors toe. De belangstelling van verzekeraars en huishoudens voor
buitenlandse fondsen nam af, maar het waren de pensioenfondsen die vanwege
hun grote gewicht het totaalbeeld bepaalden.
De belangrijkste concurrerende landen die in 2007 een toename noteerden van de
inleg door de drie genoemde Nederlandse sectoren, waren de Verenigde Staten,
Ierland en de Caymaneilanden. Die toename kwam grotendeels voor rekening van
de pensioenfondsen. Fondsen uit Luxemburg, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk
zagen in 2007 juist een lagere inleg vanuit Nederland. Voor Luxemburg was dat
vooral terug te voeren op de huishoudens die in 2006 nog voor 4,7 miljard euro
Netto-inleg in beleggingsfondsen door Nederlandse
pensioenfondsen, verzekeraars en huishoudens (in
miljarden euro’s).
Fondsen buitenland
totaal waarvan:
Inleg in Nederlandse beleggingsfondsen in 2007 gedaald
Fondsen Nederland
Monetaire Zaken
2007
Bron: DNB
hadden ingelegd in fondsen uit dat land, maar daar in
2007 voor 1,9 miljard euro uit terugtrokken. De lagere
inleg in fondsen uit het Verenigd Koninkrijk was toe te
schrijven aan de Nederlandse pensioenfondsen, de
daling op Frankrijk aan verzekeraars.
Evenals binnenlandse beleggers onttrokken ook buitenlandse beleggers in 2007 voor 1,5 miljard euro aan
Nederlandse fondsen. Hun totale beleggingen daarin
kwamen eind 2007 uit op 10 miljard euro.