Ga direct naar de content

Statistiek

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: februari 3 2012

slotte brengt een zwakkere euro ook kosten met zich mee, vooral in de vorm van duurdere geïmporteerde goederen en diensten, zoals de in dol- lar genoteerde prijs van een vat olie waar de benzineprijs weer aan is ge- koppeld. van het saldo op de lopende rekening via een afname van de invoer. Ten recessie. Ondertussen benadert vooral het Nederlandse vertrouwen het dieptepunt tijdens de kredietcrisis. Min of meer in lijn met het consu- mentenvertrouwen bleef in Nederland sinds begin 2009 de particuliere consumptiegroei achter bij die in de andere vier landen in de guur. Lichtpunten zijn dat het consumentenvertrouwen in Duitsland en Fin- land recent stabiliseerde. ESB Statistiek Zwakkere euro gemengde zegen INTERNATIONAAL eel marktanalisten stellen dat de depreciatie van de euro positief vraag leidt namelijk ook bij ongewijzigde wisselkoers tot een verbetering is voor de economieën in de eurozone, omdat het een grotere Vnetto bijdrage van de handel aan de economische groei moge- lijk maakt. Het feitelijke verband tussen de wisselkoersmutatie en de ont- wikkeling van de netto-handelspositie is echter minder eenduidig. De relatie tussen de ontwikkeling van de netto-handel en de voor in atie- SHAHIN KAMALODIN (RABOBANK) verschillen gecorrigeerde en naar handelspakket gewogen wisselkoers is veel minder sterk dan de economische theorie beweert ( guur). Zo ging in de eurozone een aanzienlijke reëel e ectieve depreciatie van de munt in een hoog tempo, vergelijkbaar met die aan het begin van de laatste Mutaties wisselkoers en lopende rekening tussen 2008 en 2011 gepaard met een min of meer ongewijzigde netto- handelspositie; de reële handelsgewogen euro deprecieerde met 9,4 pro- 15 cent, terwijl het saldo op de lopende rekening slechts 0,2 procentpunt van het bruto binnenlands product (bbp) verbeterde. Het overschot op 10 Zwitserland de lopende rekening van Zwitserland nam daarentegen toe van 2,3 pro- Ierland Spanje 5 Portugal Griekenland cent bbp in 2008 tot 12,5 procent bbp in 2011, ondanks dat de frank Australië een meer dan 15 procent reëel e ectieve appreciatie doormaakte. Som- Nieuw-ZeelandNederland Verenigde Staten mige economieën pro teren onevenredig veel van een depreciatie van de 0 Verenigd Koninkrijk Eurozone Italië Frankrijk OostenrijkBelgië munt vanwege bijvoorbeeld verschillen in oriëntatie op het buitenland. Denemarken Japan Zo pro teert Duitsland meer van een zwakkere euro omdat ongeveer Finland ZwedenCanada -5 60 procent van zijn export bestemd is voor landen buiten de eurozone, Saldo lopende rekening in procenten van terwijl van de Spaanse export slechts 45 procent een bestemming buiten het bbp, mutatie 2008-kw2 – 2011-kw2-10 de eurozone hee . In het Spaanse, Portugese en met name Griekse geval -15 -10 -5 0 5 10 15 20 speelt mee dat de binnenlandse vraag in de beschouwde periode afnam, Reële effectieve wisselkoers, procentuele mutatie 2008-kw2 – 2011-w2 mede door de forse bezuinigingsinspanningen ten behoeve van het op orde brengen van de overheids nanciën. Een afnemende binnenlandse Bron: IMF; OESO; Rabobank Vertrouwen Europese consumenten neemt af MONETAIRE ZAKEN et Europese consumentenvertrouwen hee sinds augustus het werkloosheidsbeeld gekanteld. De daling van het vertrouwen gaat tot en met december een forse knauw gekregen. In landen Hmet tot halverwege 2011 hogere vertrouwensniveaus is er sprake van een stevige omslag. Vooral Nederlandse consumenten zijn negatiever gewo rden. De Europese Commissie berekent het consumen- tenvertrouwen op basis van vier vragen. Twee vragen hebben direct en twee indirect te maken met het toekomstige bestedingsvermogen. Ant- woorden op de directe vraag hoe de toekomstige persoonlijke nanciële MARTIN ADMIRAAL (DNB) omstandigheden worden beoordeeld uctueren het minst. Ook de antwoorden met betrekking tot de spaargeneigdheid blijven door de tijd heen relatief stabiel. De twee indirecte, macro-gerelateerde, vragen blijken het meest bepalend voor de recente omslag in het vertrouwen. Consumentenvertrouwen Dit betre de vragen over de algemene economische ontwikkeling en de 25 verwachte werkloosheidontwikkeling. Consumentenvertrouwen wordt verwachte werkloosheidontwikkeling. Consumentenvertrouwen wordt 20 gedreven door economische en psychologische factoren. Als belangrijke gedreven door economische en psychologische factoren. Als belangrijke gedreven door economische en psychologische factoren. Als belangrijke gedreven door economische en psychologische factoren. Als belangrijke gedreven door economische en psychologische factoren. Als belangrijke gedreven door economische en psychologische factoren. Als belangrijke gedreven door economische en psychologische factoren. Als belangrijke gedreven door economische en psychologische factoren. Als belangrijke gedreven door economische en psychologische factoren. Als belangrijke 15 15 15 10 10 10 economische factoren gelden veranderingen van de aandelenkoersen en economische factoren gelden veranderingen van de aandelenkoersen en economische factoren gelden veranderingen van de aandelenkoersen en economische factoren gelden veranderingen van de aandelenkoersen en economische factoren gelden veranderingen van de aandelenkoersen en economische factoren gelden veranderingen van de aandelenkoersen en economische factoren gelden veranderingen van de aandelenkoersen en economische factoren gelden veranderingen van de aandelenkoersen en economische factoren gelden veranderingen van de aandelenkoersen en economische factoren gelden veranderingen van de aandelenkoersen en economische factoren gelden veranderingen van de aandelenkoersen en economische factoren gelden veranderingen van de aandelenkoersen en economische factoren gelden veranderingen van de aandelenkoersen en economische factoren gelden veranderingen van de aandelenkoersen en economische factoren gelden veranderingen van de aandelenkoersen en 5 5 5 werkloosheidsvoeten. Bij psychologische factoren kan worden gedacht werkloosheidsvoeten. Bij psychologische factoren kan worden gedacht werkloosheidsvoeten. Bij psychologische factoren kan worden gedacht werkloosheidsvoeten. Bij psychologische factoren kan worden gedacht werkloosheidsvoeten. Bij psychologische factoren kan worden gedacht werkloosheidsvoeten. Bij psychologische factoren kan worden gedacht werkloosheidsvoeten. Bij psychologische factoren kan worden gedacht werkloosheidsvoeten. Bij psychologische factoren kan worden gedacht werkloosheidsvoeten. Bij psychologische factoren kan worden gedacht werkloosheidsvoeten. Bij psychologische factoren kan worden gedacht werkloosheidsvoeten. Bij psychologische factoren kan worden gedacht werkloosheidsvoeten. Bij psychologische factoren kan worden gedacht werkloosheidsvoeten. Bij psychologische factoren kan worden gedacht werkloosheidsvoeten. Bij psychologische factoren kan worden gedacht werkloosheidsvoeten. Bij psychologische factoren kan worden gedacht werkloosheidsvoeten. Bij psychologische factoren kan worden gedacht 0 0 0 0 aan de gevoelsin atie die sterk wordt beïnvloed door de prijsontwikke-aan de gevoelsin atie die sterk wordt beïnvloed door de prijsontwikke-aan de gevoelsin atie die sterk wordt beïnvloed door de prijsontwikke-aan de gevoelsin atie die sterk wordt beïnvloed door de prijsontwikke-aan de gevoelsin atie die sterk wordt beïnvloed door de prijsontwikke-aan de gevoelsin atie die sterk wordt beïnvloed door de prijsontwikke-aan de gevoelsin atie die sterk wordt beïnvloed door de prijsontwikke-aan de gevoelsin atie die sterk wordt beïnvloed door de prijsontwikke-aan de gevoelsin atie die sterk wordt beïnvloed door de prijsontwikke-aan de gevoelsin atie die sterk wordt beïnvloed door de prijsontwikke-aan de gevoelsin atie die sterk wordt beïnvloed door de prijsontwikke-aan de gevoelsin atie die sterk wordt beïnvloed door de prijsontwikke-aan de gevoelsin atie die sterk wordt beïnvloed door de prijsontwikke-aan de gevoelsin atie die sterk wordt beïnvloed door de prijsontwikke-aan de gevoelsin atie die sterk wordt beïnvloed door de prijsontwikke-aan de gevoelsin atie die sterk wordt beïnvloed door de prijsontwikke-aan de gevoelsin atie die sterk wordt beïnvloed door de prijsontwikke- -5 -5 -5 -5 -10 -10 -10 ling van frequente uitgaven. De relevantie van de vertrouwensindex ligt ling van frequente uitgaven. De relevantie van de vertrouwensindex ligt ling van frequente uitgaven. De relevantie van de vertrouwensindex ligt ling van frequente uitgaven. De relevantie van de vertrouwensindex ligt ling van frequente uitgaven. De relevantie van de vertrouwensindex ligt ling van frequente uitgaven. De relevantie van de vertrouwensindex ligt ling van frequente uitgaven. De relevantie van de vertrouwensindex ligt ling van frequente uitgaven. De relevantie van de vertrouwensindex ligt ling van frequente uitgaven. De relevantie van de vertrouwensindex ligt ling van frequente uitgaven. De relevantie van de vertrouwensindex ligt ling van frequente uitgaven. De relevantie van de vertrouwensindex ligt -15 -15 -15 -15 -15 vooral in het tijdig onderkennen van veranderingen in koopbereidheid vooral in het tijdig onderkennen van veranderingen in koopbereidheid vooral in het tijdig onderkennen van veranderingen in koopbereidheid vooral in het tijdig onderkennen van veranderingen in koopbereidheid vooral in het tijdig onderkennen van veranderingen in koopbereidheid vooral in het tijdig onderkennen van veranderingen in koopbereidheid vooral in het tijdig onderkennen van veranderingen in koopbereidheid vooral in het tijdig onderkennen van veranderingen in koopbereidheid vooral in het tijdig onderkennen van veranderingen in koopbereidheid vooral in het tijdig onderkennen van veranderingen in koopbereidheid vooral in het tijdig onderkennen van veranderingen in koopbereidheid -20 -20 -20 en daarmee de consumptieve bestedingen. In Duitsland, Nederland, en daarmee de consumptieve bestedingen. In Duitsland, Nederland, en daarmee de consumptieve bestedingen. In Duitsland, Nederland, en daarmee de consumptieve bestedingen. In Duitsland, Nederland, en daarmee de consumptieve bestedingen. In Duitsland, Nederland, en daarmee de consumptieve bestedingen. In Duitsland, Nederland, en daarmee de consumptieve bestedingen. In Duitsland, Nederland, en daarmee de consumptieve bestedingen. In Duitsland, Nederland, en daarmee de consumptieve bestedingen. In Duitsland, Nederland, en daarmee de consumptieve bestedingen. In Duitsland, Nederland, en daarmee de consumptieve bestedingen. In Duitsland, Nederland, en daarmee de consumptieve bestedingen. In Duitsland, Nederland, en daarmee de consumptieve bestedingen. In Duitsland, Nederland, en daarmee de consumptieve bestedingen. In Duitsland, Nederland, -25 -25 -25 -25 Oostenrijk, België en Finland wordt vanaf augustus 2011 behoorlijk Oostenrijk, België en Finland wordt vanaf augustus 2011 behoorlijk Oostenrijk, België en Finland wordt vanaf augustus 2011 behoorlijk Oostenrijk, België en Finland wordt vanaf augustus 2011 behoorlijk Oostenrijk, België en Finland wordt vanaf augustus 2011 behoorlijk Oostenrijk, België en Finland wordt vanaf augustus 2011 behoorlijk Oostenrijk, België en Finland wordt vanaf augustus 2011 behoorlijk Oostenrijk, België en Finland wordt vanaf augustus 2011 behoorlijk Oostenrijk, België en Finland wordt vanaf augustus 2011 behoorlijk Oostenrijk, België en Finland wordt vanaf augustus 2011 behoorlijk Oostenrijk, België en Finland wordt vanaf augustus 2011 behoorlijk Oostenrijk, België en Finland wordt vanaf augustus 2011 behoorlijk Oostenrijk, België en Finland wordt vanaf augustus 2011 behoorlijk Oostenrijk, België en Finland wordt vanaf augustus 2011 behoorlijk Oostenrijk, België en Finland wordt vanaf augustus 2011 behoorlijk Oostenrijk, België en Finland wordt vanaf augustus 2011 behoorlijk Oostenrijk, België en Finland wordt vanaf augustus 2011 behoorlijk Oostenrijk, België en Finland wordt vanaf augustus 2011 behoorlijk -30 -30 -30 -30 -30 -30 -30 -30 2007 2007 2007 2007 2007 2008 2009 2010 2011 negatiever gedacht over de toekomstige economische ontwikkeling. Dit negatiever gedacht over de toekomstige economische ontwikkeling. Dit negatiever gedacht over de toekomstige economische ontwikkeling. Dit negatiever gedacht over de toekomstige economische ontwikkeling. Dit negatiever gedacht over de toekomstige economische ontwikkeling. Dit negatiever gedacht over de toekomstige economische ontwikkeling. Dit negatiever gedacht over de toekomstige economische ontwikkeling. Dit negatiever gedacht over de toekomstige economische ontwikkeling. Dit negatiever gedacht over de toekomstige economische ontwikkeling. Dit negatiever gedacht over de toekomstige economische ontwikkeling. Dit negatiever gedacht over de toekomstige economische ontwikkeling. Dit negatiever gedacht over de toekomstige economische ontwikkeling. Dit negatiever gedacht over de toekomstige economische ontwikkeling. Dit negatiever gedacht over de toekomstige economische ontwikkeling. Dit negatiever gedacht over de toekomstige economische ontwikkeling. Dit negatiever gedacht over de toekomstige economische ontwikkeling. Dit België België België België Finland Nederland Oostenrijk Duitsland blijkt uit de balans van positieve en negatieve antwoorden in vergelij-blijkt uit de balans van positieve en negatieve antwoorden in vergelij-blijkt uit de balans van positieve en negatieve antwoorden in vergelij-blijkt uit de balans van positieve en negatieve antwoorden in vergelij-blijkt uit de balans van positieve en negatieve antwoorden in vergelij-blijkt uit de balans van positieve en negatieve antwoorden in vergelij-blijkt uit de balans van positieve en negatieve antwoorden in vergelij-blijkt uit de balans van positieve en negatieve antwoorden in vergelij- king met het langjarig gemiddelde ( guur). Daarnaast is de perceptie van king met het langjarig gemiddelde ( guur). Daarnaast is de perceptie van king met het langjarig gemiddelde ( guur). Daarnaast is de perceptie van king met het langjarig gemiddelde ( guur). Daarnaast is de perceptie van king met het langjarig gemiddelde ( guur). Daarnaast is de perceptie van Bron: Europese Commissie ?D?e? ?a?u?t?e?u?r? ?h?e?e?f?t? ?v?e?r?k?l?a?a?r?d? ?d?i?t? ?a?r?t?i?k?e?l? ?a?l?l?e?e?n? ?t?e? ?p?u?b?l?i?c?e?r?e?n? ?i?n? ?E?S?B? ?e?n? ?n?i?e?t? ?e?l?d?e?r?s? ?D?e? ?a?u?t?e?u?r? ?h?e?e?f?t? ?v?e?r?k?l?a?a?r?d? ?d?i?t? ?a?r?t?i?k?e?l? ?a?l?l?e?e?n? ?t?e? ?p?u?b?l?i?c?e?r?e?n? ?i?n? ?E?S?B? ?e?n? ?n?i?e?t? ?e?l?d?e?r?s? ?t?e? ?p?u?b?l?i?c?e?r?e?n? ?i?n? ?w?a?t? ?v?o?o?r? ?m?e?d?i?u?m? ?d?a?n? ?o?o?k?.? ?H?e?t? ?i?s? ?w?e?l? ?t?o?e?g?e?s?t?a?a?n? ?o?m? ?h?e?t? ?a?r?t?i?k?e?l? ?v?o?o?r? ?e?i?g?e?n? ?g?e?b?r?u?i?k? 80 ?e?n? ?v?o?o?r? ?p?u?b?l?i?c?a?t?i?e? ?o?p? ?e?e?n? ?i?n?t?r?a?n?e?t? ?v?a?n? ?d?e? ?w?e?r?k?g?e?v?e?r? ?v?a?n? ?d?e? ?a?u?t?e?u?r? ?a?a?n? ?t?e? ?w?e?n?d?e?n?.Jaargang 97 (4628) 3 februari 2012 Statistiek ESB Werkgelegenheidsgroei concentreert zich in zorgberoepen ARBEIDSMARKT e vooruitzichten voor de Nederlandse werkgelegenheid en verwachte positieve werkgelegenheidsontwikkelingen tot 2016 gelden economie voor 2012 zijn in algemene zin vrij somber. Recent echter zeker niet voor elke afzonderlijke beroepsklasse. De guur gee Ddoor het ROA uitgevoerde prognoses voor de middellange de gemiddelde jaarlijkse verandering van de werkgelegenheid weer in termijn lijken echter weer iets optimistischer. Deze arbeidsmarktprog- procenten van het basisjaar. In negen van de elf onderscheiden beroeps- noses wijzen namelijk op een totale werkgelegenheidsgroei tot 2016 klassen zal de werkgelegenheid naar verwachting krimpen. Alleen in van gemiddeld jaarlijks 0,4 procent. Hoewel deze verwachte werkge- de medische en paramedische beroepen, en ook in de verzorgende en legenheidsgroei beduidend lager is dan de gerealiseerde werkgelegen- dienstverlenende beroepen, wordt door sectorale ontwikkelingen een heidsgroei in de periode 2006–2010, wijst dit in elk geval op een iets positieve uitbreidingsvraag verwacht. De prognoses laten voor de verzor- positiever beeld in vergelijking met de kortetermijnvooruitzichten. De gende en dienstverlenende beroepen een gemiddelde jaarlijkse stijging van de werkgelegenheid zien van 2,2 procent tot 2016. Voor de medische en paramedische beroepen is deze werkgelegenheidsgroei zelfs nog gro- Werkgelegenheidsverandering ter, met gemiddeld jaarlijks 2,7 procent. De positieve uitbreidingsvraag Pedagogische beroepen in deze zorgberoepen is daarmee dermate groot dat deze de negatieve Creatieve beroepen uitbreidingsvraag in de overige beroepsklassen ruimschoots compen- Agrarische beroepen seert. Eventuele nieuwe bezuinigingen in de zorgsector kunnen de sterke Technische en industrieberoepen Transportberoepen werkgelegenheidsgroei in de praktijk wel nog afremmen. De positieve Medische en paramedische beroepen vooruitzichten voor de zorgberoepen tot 2016 zijn in belangrijke mate Economisch-administratieve beroepen toe te schrijven aan de vergrijzing van de bevolking en de daarmee ge- Informaticaberoepen Sociaal-culturele beroepen paard gaande toenemende behoe e aan zorg. Daarbij hebben vooral Verzorgende en dienstverlenende beroepen lageropgeleiden in de verzorgende beroepen voordeel bij deze groei van Openbare orde- en veiligheidsberoepen de aangeboden opleidingen in 2010. Kenmerkend is dat een belangrijk de zorgsector. De werkgelegenheid zal de komende jaren met name fors Totaal (inclusief overig) -3 -2 -1 0 1 2 3 4 deel van het aanbod gericht is op reeds geschoolde deelnemers. Van de toenemen voor ziekenverzorgenden en verzorgend personeel. Binnen Prognose 2011-2016 Realisatie 2006-2010 In procenten opleidingen is 53 procent hoger onderwijs. Vmbo- en mbo-opleidingen de medische en paramedische beroepen zijn de vooruitzichten op de beslaan met 39 procent een aanzienlijk maar kleiner deel van de markt. middellange termijn het meest rooskleurig voor de verpleeghulpen en Bron: ROA De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2016, 2011 Van de opleidingen leidt 18 procent op tot een mbo- of hbo-diploma. leerling-verpleegkundigen en artsen. JESPER VAN THOR (ROA) Andere opleidingen leiden op tot een beroeps- of branchecerti caat opleidingen aan (ruim 600 instituten). De guur toont het niveau van (26 procent), maar de meerderheid van de private beroepsopleidingen kwali ceert niet voor een wettelijk diploma of certi caat (56 procent). De guur toont ook de afname van de aangeboden opleidingen in 2010. De markt voor private beroepsopleidingenWerknemers zijn de belangrijkste afzetmarkt voor private beroepsoplei-ECONOMIE EN SAMENLEVING dingen. De werkgevers nancieren in totaal 76 procent van de opleidin- gen, particulieren vormen de overige 24 procent van de markt. Van de n 2010 waren er ruim 19.000 aanbieders van private beroepsoplei- ten met meer dan tien werknemers bieden ongeveer 10 procent van de werkgevers is het bedrijfsleven met 40 procent de grootste afnemer. De dingen in Nederland actief, waarbij het voornamelijk om opleidin- meeste opleidingen worden afgenomen door de zorgbranche. De totale Igen in Nederland gaat. Zeven procent van de aanbieders verzorgt omzet van de markt was in 2010 ongeveer 3,2 miljard euro. De grote ook opleidingen in en buiten Europa. Het betre daarom grotendeels hoeveelheid zzp’ers en de opleidingsinstellingen met meer dan 50 perso- een markt met Nederlandse vraag en Nederlands aanbod. Het merendeel neelsleden genereren beide een derde van de totale omzet. In 2010 was van de aanbieders, ongeveer 15.000 opleiders, zijn zelfstandigen zonder het contactonderwijs de meest aangeboden opleidingsvorm. Afstands- personeel. Dit zorgt voor een versnipperde markt. De opleidingsinstitu- onderwijs, waarbij een deelnemer thuis de opleiding via internet of via toegestuurde boeken kan volgen, hee een marktaandeel van 9 procent. Leren op de werkplek is ook populair en wordt bij 28 procent van de Opleidingsniveau en afnemers van de opleidingen gebruikt. aangeboden opleidingen in 2010 100 In procenten anders 8% 90 wo particulier 80 14% 24% 70 werkgevers is het bedrijfsleven met 40 procent de grootste afnemer. De werkgevers is het bedrijfsleven met 40 procent de grootste afnemer. De werkgevers is het bedrijfsleven met 40 procent de grootste afnemer. De werkgevers is het bedrijfsleven met 40 procent de grootste afnemer. De 60 hbo private private meeste opleidingen worden afgenomen door de zorgbranche. De totale meeste opleidingen worden afgenomen door de zorgbranche. De totale meeste opleidingen worden afgenomen door de zorgbranche. De totale meeste opleidingen worden afgenomen door de zorgbranche. De totale meeste opleidingen worden afgenomen door de zorgbranche. De totale meeste opleidingen worden afgenomen door de zorgbranche. De totale meeste opleidingen worden afgenomen door de zorgbranche. De totale 39% werkgever werkgever werkgever werkgever werkgever werkgever omzet van de markt was in 2010 ongeveer 3,2 miljard euro. De grote omzet van de markt was in 2010 ongeveer 3,2 miljard euro. De grote omzet van de markt was in 2010 ongeveer 3,2 miljard euro. De grote omzet van de markt was in 2010 ongeveer 3,2 miljard euro. De grote omzet van de markt was in 2010 ongeveer 3,2 miljard euro. De grote omzet van de markt was in 2010 ongeveer 3,2 miljard euro. De grote omzet van de markt was in 2010 ongeveer 3,2 miljard euro. De grote omzet van de markt was in 2010 ongeveer 3,2 miljard euro. De grote omzet van de markt was in 2010 ongeveer 3,2 miljard euro. De grote omzet van de markt was in 2010 ongeveer 3,2 miljard euro. De grote 50 40% 40% 40% hoeveelheid zzp’ers en de opleidingsinstellingen met meer dan 50 perso-hoeveelheid zzp’ers en de opleidingsinstellingen met meer dan 50 perso-hoeveelheid zzp’ers en de opleidingsinstellingen met meer dan 50 perso-hoeveelheid zzp’ers en de opleidingsinstellingen met meer dan 50 perso-hoeveelheid zzp’ers en de opleidingsinstellingen met meer dan 50 perso-hoeveelheid zzp’ers en de opleidingsinstellingen met meer dan 50 perso-hoeveelheid zzp’ers en de opleidingsinstellingen met meer dan 50 perso-hoeveelheid zzp’ers en de opleidingsinstellingen met meer dan 50 perso-hoeveelheid zzp’ers en de opleidingsinstellingen met meer dan 50 perso-hoeveelheid zzp’ers en de opleidingsinstellingen met meer dan 50 perso-hoeveelheid zzp’ers en de opleidingsinstellingen met meer dan 50 perso-hoeveelheid zzp’ers en de opleidingsinstellingen met meer dan 50 perso- 40 neelsleden genereren beide een derde van de totale omzet. In 2010 was neelsleden genereren beide een derde van de totale omzet. In 2010 was neelsleden genereren beide een derde van de totale omzet. In 2010 was neelsleden genereren beide een derde van de totale omzet. In 2010 was neelsleden genereren beide een derde van de totale omzet. In 2010 was neelsleden genereren beide een derde van de totale omzet. In 2010 was neelsleden genereren beide een derde van de totale omzet. In 2010 was neelsleden genereren beide een derde van de totale omzet. In 2010 was neelsleden genereren beide een derde van de totale omzet. In 2010 was neelsleden genereren beide een derde van de totale omzet. In 2010 was neelsleden genereren beide een derde van de totale omzet. In 2010 was neelsleden genereren beide een derde van de totale omzet. In 2010 was neelsleden genereren beide een derde van de totale omzet. In 2010 was 30 het contactonderwijs de meest aangeboden opleidingsvorm. Afstands-het contactonderwijs de meest aangeboden opleidingsvorm. Afstands-het contactonderwijs de meest aangeboden opleidingsvorm. Afstands-het contactonderwijs de meest aangeboden opleidingsvorm. Afstands-het contactonderwijs de meest aangeboden opleidingsvorm. Afstands-het contactonderwijs de meest aangeboden opleidingsvorm. Afstands-het contactonderwijs de meest aangeboden opleidingsvorm. Afstands-het contactonderwijs de meest aangeboden opleidingsvorm. Afstands-het contactonderwijs de meest aangeboden opleidingsvorm. Afstands-het contactonderwijs de meest aangeboden opleidingsvorm. Afstands-het contactonderwijs de meest aangeboden opleidingsvorm. Afstands- mbo publiekepubliekepubliekepubliekepublieke 20 33% werkgeverwerkgeverwerkgeverwerkgeverwerkgeverwerkgeverwerkgever onderwijs, waarbij een deelnemer thuis de opleiding via internet of via onderwijs, waarbij een deelnemer thuis de opleiding via internet of via onderwijs, waarbij een deelnemer thuis de opleiding via internet of via onderwijs, waarbij een deelnemer thuis de opleiding via internet of via onderwijs, waarbij een deelnemer thuis de opleiding via internet of via onderwijs, waarbij een deelnemer thuis de opleiding via internet of via onderwijs, waarbij een deelnemer thuis de opleiding via internet of via onderwijs, waarbij een deelnemer thuis de opleiding via internet of via onderwijs, waarbij een deelnemer thuis de opleiding via internet of via onderwijs, waarbij een deelnemer thuis de opleiding via internet of via onderwijs, waarbij een deelnemer thuis de opleiding via internet of via onderwijs, waarbij een deelnemer thuis de opleiding via internet of via 10 36%36%36%36% toegestuurde boeken kan volgen, hee een marktaandeel van 9 procent. toegestuurde boeken kan volgen, hee een marktaandeel van 9 procent. toegestuurde boeken kan volgen, hee een marktaandeel van 9 procent. toegestuurde boeken kan volgen, hee een marktaandeel van 9 procent. toegestuurde boeken kan volgen, hee een marktaandeel van 9 procent. toegestuurde boeken kan volgen, hee een marktaandeel van 9 procent. toegestuurde boeken kan volgen, hee een marktaandeel van 9 procent. toegestuurde boeken kan volgen, hee een marktaandeel van 9 procent. toegestuurde boeken kan volgen, hee een marktaandeel van 9 procent. toegestuurde boeken kan volgen, hee een marktaandeel van 9 procent. toegestuurde boeken kan volgen, hee een marktaandeel van 9 procent. toegestuurde boeken kan volgen, hee een marktaandeel van 9 procent. 0 vmbo 6% Opleidingsniveau Afnemer Leren op de werkplek is ook populair en wordt bij 28 procent van de Leren op de werkplek is ook populair en wordt bij 28 procent van de Leren op de werkplek is ook populair en wordt bij 28 procent van de Leren op de werkplek is ook populair en wordt bij 28 procent van de Leren op de werkplek is ook populair en wordt bij 28 procent van de Leren op de werkplek is ook populair en wordt bij 28 procent van de Leren op de werkplek is ook populair en wordt bij 28 procent van de Leren op de werkplek is ook populair en wordt bij 28 procent van de Leren op de werkplek is ook populair en wordt bij 28 procent van de opleidingen gebruikt. opleidingen gebruikt. opleidingen gebruikt. opleidingen gebruikt. opleidingen gebruikt. NICOLE ROSENBOOM EN BERT TIEBEN (SEO ECONO- Bron: SEO, Marktmonitor voor private beroepsopleidingenBron: SEO, Marktmonitor voor private beroepsopleidingenBron: SEO, Marktmonitor voor private beroepsopleidingenBron: SEO, Marktmonitor voor private beroepsopleidingenBron: SEO, Marktmonitor voor private beroepsopleidingen MISCH ONDERZOEK) ?D?e? ?a?u?t?e?u?r? ?h?e?e?f?t? ?v?e?r?k?l?a?a?r?d? ?d?i?t? ?a?r?t?i?k?e?l? ?a?l?l?e?e?n? ?t?e? ?p?u?b?l?i?c?e?r?e?n? ?i?n? ?E?S?B? ?e?n? ?n?i?e?t? ?e?l?d?e?r?s? ?t?e? ?p?u?b?l?i?c?e?r?e?n? ?i?n? ?w?a?t? ?v?o?o?r? ?m?e?d?i?u?m? ?d?a?n? ?o?o?k?.? ?H?e?t? ?i?s? ?w?e?l? ?t?o?e?g?e?s?t?a?a?n? ?o?m? ?h?e?t? ?a?r?t?i?k?e?l? ?v?o?o?r? ?e?i?g?e?n? ?g?e?b?r?u?i?k? Jaargang 97 (4628) 3 februari 2012 ?e?n? ?v?o?o?r? ?p?u?b?l?i?c?a?t?i?e? ?o?p? ?e?e?n? ?i?n?t?r?a?n?e?t? ?v?a?n? ?d?e? ?w?e?r?k?g?e?v?e?r? ?v?a?n? ?d?e? ?a?u?t?e?u?r? ?a?a?n? ?t?e? ?w?e?n?d?e?n?. 81

Auteurs