Ga direct naar de content

Schadevergoeding na geweld

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 18 2008

ontwikkeling

Schadevergoeding na geweld
Wie dient de schade te vergoeden die voortvloeit uit
geweldsmisdrijven? De dader, de overheid of misschien het
slachtoffer zelf? Vanuit rechtseconomisch perspectief blijkt
deze vraag moeilijker te beantwoorden dan men in eerste
instantie zou denken.

H

et was in maart nummer 1 op het lijstje
van ergernissen dat columnist Jan Mulder
iedere maand bespreekt in het populaire
tv-programma De wereld draait door: de
manier waarop de overheid omspringt met de nabestaanden van Theo van Gogh. In niet mis te verstane
bewoordingen gaf Mulder onder andere te kennen
dat hij het een schande vond dat het Schadefonds
Geweldsmisdrijven, een overheidsinstelling, de zoon
van Van Gogh slechts 4000 euro ter vergoeding van
affectieschade heeft toegewezen en vooral dat het
fonds in dit geval geen shockschade vergoedt.
Maar hoe logisch is het dat de overheid de schade
vergoedt die voortvloeit uit de gewelddadige acties
van burgers? Dient de dader niet degene te zijn die
wordt aangesproken op zijn verantwoordelijkheid
voor de schade? Het aansprakelijk stellen van de
dader is immers een belangrijk middel om (potentiële) daders ervan te weerhouden overtredingen te
begaan. Of is het misschien aan het (potentiële)
slachtoffer zelf om zich tegen dergelijke schade
te beschermen en een verzekering af te sluiten?
Hieronder zal op al deze vragen worden in gegaan
en uiteengezet worden waarom schadevergoeding
binnen de rechtseconomie nog geen uitgemaakte
zaak is.

Compensatie versus preventie

José Mulder
Promovenda aan de Universiteit van Tilburg

236

ESB

Mensen die het slachtoffer worden van een geweldsmisdrijf, of hun nabestaanden, en die daardoor
schade lijden, hebben in Nederland twee mogelijkheden om de dader aansprakelijk te stellen voor die
schade. Zo kunnen ze zelf een civiele procedure
tegen de dader beginnen, of ze kunnen zich voegen in het strafproces. In het laatste geval doet de
rechter dan niet alleen uitspraak over de bestraffing
van de dader, maar ook over toewijzing van schadevergoeding. Voorwaarde is wel dat het om een
eenvoudige vordering gaat; indien dit niet het geval
is, zal de strafrechter het slachtoffer (alsnog) verwijzen naar de civiele rechter.
Indien een slachtoffer gebruikmaakt van één van
deze juridische mogelijkheden, dan is dat met het
oog op compensatie. Rechtseconomen zien het aansprakelijk stellen van de dader daarentegen als een

18 april 2008

prikkel tot preventie. Om (potentiële) daders ervan te
weerhouden overtredingen te begaan dienen zij immers verantwoordelijk te worden gehouden voor alle
externe kosten, zodat de kosten van een misdrijf de
baten zullen overstijgen. Rechtseconomen zijn ook
wel in slachtofferbescherming geïnteresseerd, maar
zoals Michael Faure (1999) het verwoordde: rechtseconomen leveren slachtofferbescherming door te
zorgen dat er minder slachtoffers komen. Liever
geen slachtoffer dan een door het recht beschermd
slachtoffer. “Eerst aan preventie denken, dan pas
aan compensatie†(Faure, 1999).
Preventie van misdrijven is zonder twijfel een nastrevenswaardig doel. Echter, gezien het aanzienlijke aantal geweldsmisdrijven dat jaarlijks wordt
gepleegd, in 2004 werden er alleen in Nederland al
342.000 personen het slachtoffer van mishandeling
en seksuele delicten (SCP, 2006), lijkt het minstens
zo belangrijk om ook aan compensatie te denken.
Tot nu toe wordt er binnen de rechtseconomie echter
weinig aandacht aan besteed en wordt compensatie
vooral gezien als een verzekeringskwestie.

Compensatie middels verzekering
Zoals gezegd kunnen slachtoffers van geweldsmisdrijven, of hun nabestaanden, een rechtszaak
beginnen om de schade die ze hebben opgelopen op
de dader te verhalen. Gezien het feit dat een meerderheid van de zaken nooit wordt opgelost, rechtszaken veel tijd en geld kosten en het maar de vraag
is of de rechter je in het gelijk zal stellen, lijkt het
echter verstandiger om een verzekering af te sluiten
(Calabresi, 1970).
In Nederland wordt een groot deel van de materiële
kosten die worden veroorzaakt door geweldsmisdrijven, zoals ziektekosten en arbeidsverzuim, gedekt
door (verplichte) verzekeringen. Tegen andere soorten schade, zoals begrafeniskosten en diefstal van
een auto, is het ook mogelijk om je te verzekeren.
Tegen de pijn en het verdriet dat slachtoffers of hun
nabestaanden ondervinden, is het daarentegen niet
mogelijk een verzekering af te sluiten.
De reden dat er geen verzekering tegen immateriële
schade bestaat, is gelegen in het feit dat mensen
zich alleen wensen te verzekeren tegen schade
die de marginale waarde van geld doet toenemen.
Immateriële schade doet dat namelijk niet (Cook
en Graham, 1977). Zoals uit Figuur 1 blijkt, leidt
immateriële schade in plaats van een verschuiving
op de nutscurve, voor een verschuiving van de curve
zelf. Een slachtoffer gaat daarmee van punt A naar
B, waardoor diens marginale nut gelijk blijft terwijl

het slachtoffer over het geheel
waarin wel schade wordt geleden maar deze door de verzekemensen blijken
slechter af is.
ring wordt vergoed. Anders gezegd, een verzekering maakt dat
Door het gelijk blijven van het
het mensen onverschillig laat of ze wel of geen schade lijden.
bereid hun eigen
marginale nut, heeft een individu
Wanneer het gaat om geweldsmisdrijven is het zeer moeilijk
materiële welbevinden voor te stellen dat deze onverschilligheid zich voor zal doen.
niets te winnen bij het verschuiven
van geld vanuit de situatie voor
op te geven om iemand Want welk bedrag kan ervoor zorgen dat het iemand onverhet misdrijf naar die er na middels
schillig is of hij zich in een situatie bevindt waarin hij geen
die hen benadeeld
een verzekering (Shavell, 2003).
slachtoffer is van een geweldsmisdrijf of in een situatie waarin
Sterker nog, vergoeding van imhij wel slachtoffer is maar gecompenseerd wordt (Figuur 1)?
heeft, te straffen
materiële schade via de rechter is
Dat geld het verlies niet goed kan maken dat slachtoffers van
daarmee ook onwenselijk. Zoals
geweldsmisdrijven lijden, wil echter niet zeggen dat er geen
Viscusi (2000) uitlegt, dient de
andere mogelijkheden zijn om deze mensen te compensevergoeding die rechters toewijzen namelijk gelijk te
ren. Het rechtssysteem biedt zelfs verschillende mogelijkheden om het nut van
zijn aan de hoogte van de verzekering die mensen
slachtoffers te laten toenemen.
zelf zouden hebben afgesloten indien er geen rechts- Zo is bijvoorbeeld goed voor te stellen dat het slachtoffer nut zal ontlenen aan
systeem zou bestaan. Aangezien er geen prikkel bebestraffing van de dader. Door degene te straffen die hun met opzet iets heeft
staat om een verzekering tegen immateriële schade
aangedaan vindt er immers gerechtigheid plaats. Empirisch speltheoretisch
af te sluiten, is de breed gedeelde conclusie dat ook
onderzoek heeft aangetoond dat een dergelijke negatieve vorm van altruïsme
in de rechtszaak geen vergoeding voor dergelijke
daadwerkelijk bestaat: mensen blijken bereid hun eigen materiële welbevinden
schade dient te worden toegekend. Toewijzen van
op te geven om iemand die hen benadeeld heeft, te straffen (Rabin, 1993).
een bedrag Y, dat het individu terug zou brengen
Rechtvaardigheid is ook de reden dat slachtoffers liever gecompenseerd worden
naar nutsniveau van voor het misdrijf (Figuur 1) zou
door de dader, dan door de overheid (Shapland et al., 1985). Het wordt namelijk
immers tot oververzekering leiden, wat onwenselijk
als eerlijk ervaren dat degene die verantwoordelijk is voor de schade, ook degene
wordt geacht.
is die de schade vergoedt. Hieruit kan worden afgeleid dat het niet zo is dat het
Kortom, rechtseconomen lijken het er tot nu toe over slachtoffers alleen om financiële vergoeding te doen is; het maakt uit van wie die
eens dat het beter is om slachtoffers via verzekerinvergoeding afkomstig is.
gen te compenseren voor materiële schade dan via
Daarnaast maakt het ook uit of het slachtoffer betrokken is bij het proces dat
het rechtssysteem. Indien men toch naar de rechleidt tot zaken als schadevergoeding en bestraffing van de dader. Zo zijn slachtter gaat, zou de vergoeding die de rechter toewijst
offers die de kans krijgen om te participeren in een strafproces en die het gevoel
gelijk moeten zijn aan de verzekeringswaarde van de
hebben dat ze invloed uitoefenen op het proces, tevredener over het strafrechtgeleden schade. Doordat mensen zich alleen wensen
systeem dan degenen die niet kunnen participeren, ongeacht de uitkomst van
te verzekeren tegen schade die de marginale waarde
de zaak. Dit verschil in tevredenheid wordt procedural utility genoemd, wat erop
van geld doet toenemen, dient materiële schade,
neerkomt dat mensen bepaalde procedures meer waarderen dan andere, onzoals begrafeniskosten, wel vergoed te worden, en
geacht de uitkomst (Frey et al., 2004). Volgens Frey et al. ontstaat deze vorm
immateriële schade, zoals pijn en verdriet, niet.
van nut doordat procedures informatie verschaffen over iemands positie binnen
Om twee reden is deze analyse opmerkelijk. Ten
de maatschappij. Als een slachtoffer bijvoorbeeld de gelegenheid krijgt om zijn
eerste gaat het idee dat mensen zich het beste
verhaal te doen en vriendelijk en respectvol wordt behandeld, en er ook rekening
zouden kunnen verzekeren, in tegen de prikkel tot
wordt gehouden met zijn wensen en behoeften, dan zal hij het gevoel krijgen dat
preventie. Zo zal een verzekering ertoe leiden dat
hij gewaardeerd wordt en niet alleen staat (Mulder, 2008).
het aantal aangiftes afneemt en dat de kosten die de
dader veroorzaakt niet (langer) voor diens rekening
Figuur 1
komen. Met als gevolg dat de kosten-batenanalyse
Immateriële schade leidt tot een verschuiving van de nutscurve.
van (potentiële) daders wel eens negatief uit zouden
kunnen pakken. Ten tweede valt op dat men ervan
uit lijkt te gaan dat het slachtoffers alleen om een
financiële vergoeding van schade te doen is, en het
niet uitmaakt van wie dat geld afkomstig is. Maar is
dat wel zo?
Totaal nut

Schadevergoeding staat niet
per definitie gelijk aan geld
Zowel het afsluiten van een verzekering als een
juridisch proces, geeft slachtoffers de mogelijkheid
om hun schade financieel vergoed te krijgen. Maakt
dit dat beide inwisselbaar zijn als het gaat om de
vergoeding van schade die voortvloeit uit geweldsmisdrijven? Verzekeringen worden afgesloten om bepaalde risico’s af te dekken en ervoor te zorgen dat
het niet uitmaakt of men zich in de situatie bevindt
waarin zich geen verlies voordoet (en er wel een
verzekeringspremie wordt betaald) of in de situatie

U0

A
U1

Y
B

W+C

W

Welvaart

Bron: Mulder (2008)

ESB

18 april 2008

237

Wat opvalt aan bovenstaande punten is dat een slachtoffer binnen het rechts­
systeem nut ontleent aan sociale zaken als normen en waarden en zijn maatschappelijke positie. Economen als Nobelprijswinnaars Simon en Sen, hebben
vaak gewezen op het sociale karakter van individuen en waarom ­ aarmee
d
r­ kening dient te worden gehouden in economische analyses. Binnen de
e
r
­echtseconomie (in ieder geval op dit vlak) lijkt dat echter nog geen weerklank te
hebben gevonden.

Onopgeloste zaken
Gezien het feit dat het merendeel van de misdrijven nooit worden opgelost, is
een rechtszaak voor de meeste slachtoffers geen mogelijkheid om hun schade te
(laten) compenseren. Wat voor deze groep slachtoffers misschien wel een mogelijkheid is, is vergoeding door de staat. Volgens victimologen is het zelfs de taak
van de overheid om deze mensen te helpen. In navolging van Jeremy Bentham
stellen zij namelijk dat de overheid haar burgers behoort te beschermen en dat
de overheid dus (mede)verantwoordelijk is voor de schade van slachtoffers. Maar
wat misschien nog wel belangrijker is: victimologen stellen dat schadevergoeding
door de overheid een sterke symbolische waarde heeft en therapeutisch kan
werken (Freckelton, 2004). Een vergoeding van de staat zou er bijvoorbeeld toe
leiden dat een slachtoffer zich erkend voelt, en het als een teken van solidariteit
of medeleven ervaart dat de staat diens schade vergoedt.
Net als bij een vergoeding via de rechter gaat het hier om sociale aspecten. En
net als bij een rechtszaak zou het dus zo kunnen zijn dat een slachtoffer niet
a
­ lleen financieel gecompenseerd wordt maar ook emotioneel. Of dit daadwerkelijk het geval is voor Nederlandse slachtoffers die een vergoeding hebben
ontvangen via het Schadefonds Geweldsmisdrijven, is momenteel onderwerp van
onderzoek.
Mocht het echter zo zijn dat slachtoffers zich beter voelen omdat de overheid
hun schade vergoedt, dan kan het zo zijn dat de baten van een dergelijke vergoeding de kosten ervan overstijgen. Immers, als slachtoffers zich beter voelen,
zullen ze eerder geneigd zijn het leven weer op te pakken waardoor ziekteverzuim
en wellicht ook ziektekosten zullen afnemen.
Kortom, het is niet gezegd dat schadevergoeding iets is waar de overheid bij
voorbaat buiten staat. Al dient wel in ogenschouw te worden genomen dat wanneer slachtoffers op deze manier gecompenseerd worden het aantal aangiftes
kan afnemen, net als het aantal zaken waarin daders aansprakelijk worden
gesteld. Net als het afsluiten van een verzekering kan vergoeding door de staat
daarmee tot gevolg hebben dat een kosten-batenanalyse van (potentiële) misdadigers voor de maatschappij negatief uitpakt.

Literatuur
Calabresi, G. (1970) The costs of accidents. A legal and economic
analysis. New Haven en Londen: Yale University Press.

Conclusie

Cook, P.J. en D.A. Graham (1977) The demand for insurance

Wat de beste manier is om de schade van slachtoffers van geweldsmisdrijven te
vergoeden, is een vraag die niet gemakkelijk te beantwoorden is. Tot nu toe werd
binnen de rechtseconomie aangenomen dat compensatie voor materiële schade
het beste via verzekeringen plaats kan vinden, maar deze aanpak houdt onvoldoende rekening met de sociale behoeften van individuen. Schadevergoeding via
de rechter of via de staat lijkt meer recht te doen aan het compenseren van verlies van geweldsslachtoffers, maar ook die methoden roepen vragen op. Hoeveel
financiële vergoeding is er bijvoorbeeld in beide situaties nodig om slachtoffers
geheel te compenseren? En hoe verhouden de sociale effecten van vergoeding
via de staat of de rechter zich tot de hoogte van het bedrag dat wordt toegewezen? Kortom, het is nog lang niet duidelijk hoe slachtoffers van geweldsmisdrijven het beste gecompenseerd kunnen worden. Er zijn nog vele vragen die een
antwoord verdienen. Zo is zelfs de vraag waarom de analyse beperkt zou moeten
worden tot slachtoffers van geweldsmisdrijven nog niet beantwoord.
Het zou dan ook wenselijk zijn als compensatie in de toekomst net zoveel aandacht zou krijgen binnen de rechtseconomie als preventie de afgelopen jaren
heeft gehad.

and protection: the case of irreplaceable commodities. The
Quarterly Journal of Economics, 91(1), 143–156.
Faure, M.G. (1999) Op de glijdende schaal van verzekerbare en
onverzekerbare risico’s. ESB, 84(4193), D20–D25.
Freckelton, I. (2004) Compensation for victims of crime. In:
Kaptein, H. en M. Malsch (red.) Crime, victims, and justice. Essays
on principles and practice. Aldershot en Burlington: Ashgate
Publishing. 31–62.
Frey, B. S., M. Benz en A. Stutzer (2004) Introducing procedural
utility: not only what, but also how matters. Journal of
Institutional and Theoretical Economics. 160(3), 377-401.
Mulder, J.D.W.E. (2008) Compensation is not just about money and
neither should its economic assessment be. TILEC Discussion Paper
No. 2008-012.
Rabin, M. (1993) Incorporating fairness into game theory and
economics. The American Economic Review, 83(5), 1281–1302.
SCP (2006) Slachtoffers van criminaliteit. Den Haag: SCPpublicatie 2006/7.
Shapland, J., J. Willmore en P. Duff (1985) Victims in the criminal
justice system. Hants: Gower.
Shavell, S. (2003) Economic analysis of incident law. NBER working
paper nr. 9482; www.nber.org/papers/w9483.
Viscusi, W.K. (2000) The value of life in legal context. American
Law and Economics Review, 2(1), 195–222.

238

ESB

18 april 2008

Auteur