Ga direct naar de content

Statistiek

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: april 18 2008

statistiek
Financiële Markten

Abigail Lierens (AFM)

Verwachtingen over netto-pensioeninkomen
De laatste jaren is een groot aantal pensioenregelingen omgezet van eindloon naar middelloon. Had
60% van de actieve deelnemers in 1999 nog een
eindloonregeling, in 2005 was dat nog slechts 11%,
terwijl 67% een middelloonregeling had. Deze omzetting betekent dat, bij gelijkblijvende premie, een
lager pensioeninkomen wordt opgebouwd. Bij een
eindloonregeling wordt 70% van het laatstverdiende
salaris opgebouwd, terwijl dit bij een middelloonreInkomensverwachting na pensionering.

70%

Weet niet

90%

Beschikbare
Premie

Eindloon

80%

Jonger dan 45 jaar
Minder dan 70%

Middelloon

Weet niet

Beschikbare
Premie

Middelloon

%

Eindloon

100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0

45 jaar of ouder
100%

Meer dan 100%

geling 70% van het gemiddelde salaris is. De oorspronkelijke gedachte bij het
opstellen van pensioenregelingen is om het netto-inkomen na pensionering gelijk
te houden aan het netto-inkomen van voor pensionering (het laatst verdiende
loon). Vanwege andere belastingtarieven voor 65-plussers komt dit (voor een
modaal salaris) neer op bruto 70% van het laatstverdiende loon. Na de veranderingen in de pensioenregelingen wordt dit vaak niet gehaald. Het te bereiken
pensioeninkomen kan bijvoorbeeld verder dalen door een onvolledige indexatie
of doordat mensen van werkgever en daarmee van pensioenregeling veranderen.
De Pensioenmonitor vraagt elk jaar naar wat mensen netto verwachten te krijgen na pensionering. De tabel geeft deze verwachting uitgesplitst naar leeftijd
en de huidige pensioenregeling van mensen. De leeftijd van de respondenten
is minimaal 24 en maximaal 59, zodat een groot deel van de babyboomgeneratie niet vertegenwoordigd is. Hoewel leeftijd en pensioenregeling grote invloed
hebben op het pensioen, blijken deze variabelen weinig invloed te hebben op
de verwachting van mensen. Gemiddeld 85% van de respondenten verwacht na
pensionering een netto-inkomen te hebben dat gelijk is aan 70% of meer van het
netto-inkomen van voor pensionering. Mensen boven de 45 met een eindloonregeling zijn iets optimistischer. Bijna 70% van die groep verwacht 80% of meer te
krijgen. Bij mensen jonger dan 45 jaar met een beschikbare regeling zijn de verwachtingen verdeeld, maar bijna 90% verwacht toch meer dan 70% te krijgen.
Er is nauwelijks onderscheid tussen mensen die in meerdere pensioenregelingen
deelnemen of hebben deelgenomen en mensen die slechts één pensioenregeling
hebben. Het al dan niet overdragen van pensioenaanspraken lijkt de inkomensverwachting niet te beïnvloeden.

Bron: Pensioenmonitor van Intomart GFK

Monetaire Zaken
Turbulent beleggingsjaar voor pensioenfondsen en verzekeraars
De Nederlandse pensioenfondsen en verzekeraars hebben een turbulent beleggingsjaar achter de rug. In de eerste helft van het jaar boekten ze koerswinsten
op aandelen en koersverliezen op schuldpapier. In de tweede helft was het
omgekeerde het geval. Over het hele jaar 2007 werd een kleine koerswinst op
beleggingen geboekt (4 miljard euro).
De grootste fluctuaties speelden zich af op de aandelenmarkten. In de eerste
helft van het jaar stegen aandelenkoersen mondiaal sterk. Pensioenfondsen en
verzekeraars profiteerden hiervan en boekten in die periode een forse koerswinst
op aandelen van 24 miljard euro. Maar in de tweede helft van het jaar ontstond
onder invloed van de Amerikaanse kredietcrisis turbulentie op de financiële
markten. Wereldwijd begonnen aandelenkoersen in te zakken en leden de pensioenfondsen in die periode op hun aandelenportefeuille een koersverlies van
zo’n 13 miljard euro. De portefeuille met schuldpapier liet juist een omgekeerde
ontwikkeling zien. Mede als gevolg van een stijging van de lange rente in de
eerste helft van het jaar, daalden de koersen van het verhandelbare schuldpapier
in die periode. In de tweede helft van het jaar daalde de lange rente, waardoor
de koersen hiervan stegen. Al met al leden Nederlandse pensioenfondsen en
verzekeraars over heel 2007 op hun deze portefeuille een verlies van 6 miljard
euro. Beleggingen in Amerikaans subprime-schuldpapier speelden hierbij overigens geen rol, omdat die beleggingen zeer beperkt lijken te zijn.
Daarnaast hadden pensioenfondsen en verzekeraars in 2007 vanwege de steeds
sterker wordende positie van de euro voortdurend te maken met wisselkoersverliezen op hun effectenportefeuilles. Dat gold vooral voor de aandelenportefeuille,
omdat een betrekkelijk fors deel van de aandelenbeleggingen (ruim de helft) is
gedenomineerd in vreemde valuta. Dat geldt in mindere mate voor de portefeuille

Enrico Vroombout (DNB)

Koerswinst/verlies van pensioenfondsen en verzekeraars in 2007 (in miljarden euro).
15
10
5
0
-5
-10
-15
I

II

III

Aandelen 2007

IV

I

II

III

IV

Schuldpapier 2007

Bron: DNB

met verhandelbaar schuldpapier, omdat betrekkelijk
weinig wordt belegd in verhandelbaar schuldpapier
van buiten het eurogebied (circa 32%). Overigens
dekken pensioenfondsen hun wisselkoersrisico’s
vrijwel volledig af met behulp van valutaderivaten.
Bij verzekeraars fungeren vorderingen in vreemde
valuta ter afdekking van hun verplichtingen luidend
in vreemde valuta. Hierdoor is de impact van deze
wisselkoersverliezen voor de pensioenfondsen en
verzekeraars beperkt.

ESB

18 april 2008

253

Auteurs

Categorieën