Pim for president
Aute ur(s ):
Damme, E.E.C., van (auteur)
De auteur is hoogleraar bij CentER for Economic Research, KUB, Tilb urg.
Ve rs che ne n in:
ESB, 87e jaargang, nr. 4344, pagina 63, 25 januari 2002 (datum)
Rubrie k :
Prikkel
Tre fw oord(e n):
Om goed voorbereid te zijn op de verkiezingen en om meer van de campagnes te kunnen genieten, had ik me voorgenomen op het
internet de verkiezingsprogramma’s te bekijken. Dat viel tegen. Bij één partij leverde het onvolprezen Acrobat steeds een
foutmelding. Andere partijen hadden vooral veel tekst nodig, om veel te verhullen, en om echte keuzes uit de weg te gaan. Al met al
slechte kwaliteit en weinig oog voor de kiezer met weinig tijd die op hoofdzaken geïnformeerd wil worden. Iemand die op
mededingingsgebied geschoold is, komt het voor alsof van een collectieve machtspositie sprake is.
Zoals zo vaak doet ook nu de toetreder het beter. Het programma van Pim is bondig en ‘to the point’. Duidelijke standpunten en een goed
vormgegeven site. Ik ben dan ook blijven steken bij Leefbaar Nederland, een partij die de econoom heel wat te bieden heeft. Politiekeconomische modellen gaan uit van de aanname dat politici uitsluitend door eigenbelang gedreven worden en volledig opportunistisch
zijn. Pim is de enige politicus die er rond voor uit komt dat deze aanname juist is. Pim wil aandacht en debat, en die krijgt hij, en nog geld
toe ook. Deze eerlijkheid moet geprezen worden. Bravo. “Honesty is the best policy”.
Ook het programma van Leefbaar Nederland is voor economen interessant. ESB staat vol met goed doordachte beleidsadviezen van
economen die vervolgens door politici niet opgepakt worden. Leefbaar Nederland neemt ze over: reductie van de collectieve sector,
onmiddellijk staken van het werk aan de Betuwelijn, invoeren van rekeningrijden, investeren in onderwijs en ondernemerschap, een
zakelijke discussie over marktwerking en privatisering, gezonde overheidsfinanciën, stimuleren van eigen initiatief, een kleinere maar
betere publieke omroep, enzovoort.
Toch was het programma van Pim nog beter geweest als hij economen in de hand genomen had. De toegevoegde waarde van de
econoom is dat deze minder let op wat iemand wil, maar juist meer op de vragen of dat loont en of het ook kan. Loont het programma van
Leefbaar Nederland? Kan het worden uitgevoerd?
Mijn vermoeden is dat veel van Pim’s voorstellen inderdaad lonend zijn, anders waren ze immers niet eerder door economen voorgesteld.
Zonder nadere analyse kan echter op dit punt niet veel gezegd worden. Neem als voorbeeld LN’s belangrijke agendapunt om 25 procent
van de bureaucratie weg te snijden. Loont dat? Als ik Pim was, zou ik het CPB vragen duidelijkheid te verschaffen. De recente adviezen
van het CPB (over Betuwewelijn, Maasvlakte, kennisinfrastructuur en ontwikkeling JSF) kunnen immers eenvoudig samengevat worden
met ‘de overheid loont niet’. Vraag aan het CPB wat de toegevoegde waarde van een ambtenaar van een willekeurig ministerie is, en ik
vermoed dat het antwoord is dat nog veel meer dan 25 procent zonder pijn kan worden weggesneden.
Zoals economen eerder hebben ervaren, is de vraag of iets loont in de politiek echter grotendeels irrelevant. Het gaat erom of iets kan, en
hier zit Pim’s grootste probleem: de ideeën van zijn partij kunnen namelijk niet gerealiseerd worden.
Ten eerste ontbreekt het Pim aan ‘president’s men’, aan mensen om zijn plannen uit te voeren. Nederlanders zijn wel goed, maar niet gek.
Ze hebben wel vertrouwen in Pim, maar stemmen niet op een naïeve voetbalcommentator of zanger die al enige tijd geen succes meer
heeft gehad. Het is onbegrijpelijk hoe de slimme jongens in Pim’s partij zo een grote strategische blunder hebben kunnen maken. Waarom
hebben ze niet wat langer naar vertrouwenwekkende economen gezocht? Van de aanbodkant bezien: waarom hebben economen zich niet
bij Pim gemeld?
De verklaring is vermoedelijk dat het zelfs met de beste economen onmogelijk is om Pim’s ideeën te realiseren. Dit geldt niet alleen voor
Pim’s wilde ideeën met betrekking tot het buitenland, zoals “Brussel wordt de enige vestigingsplaats van het Europarlement”, die
inherent onuitvoerbaar zijn, maar ook voor zijn binnenlandse ideeën. Ook in de nationale politiek is het immers zaak coalities te sluiten, en
voor veel ideeën van Pim’s partij zal geen meerderheid te vinden zijn. Voor inhoudelijk gedreven politici in spé heeft het dus geen zin zich
kandidaat te stellen: wat Pim’s partij ook aan plannen heeft, ze worden niet gerealiseerd. De partij trekt alleen opportunisten zoals Pim zelf.
Hier is nu de paradox: de Nederlander wil niet noodzakelijk Pim, maar wel wat Pim opschrijft; hij krijgt echter Pim, maar niet wat Pim
opschrijft.
De wortel van het kwaad is ons systeem van proportionele vertegenwoordiging, waarvan de economische theorie duidelijk laat zien dat
het inefficiënt is: het leidt tot kartelvorming, trage besluitvorming, teveel toetreding, en niet tot keuzes die de preferenties van de mediane
kiezer reflecteren. De oplossing is duidelijk: een ander kiesstelsel. Pim’s partij heeft dat goed begrepen, ze stelt niet voor niets het
districtenstelsel als alternatief voor. Dat lijkt me nou een mooie opdracht voor het CPB: loont het om het huidige kiesstelsel door een
ander te vervangen?
Copyright © 2002 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)