■ Ben Dankmeyer en Martijn Mengerink (CBS)
Het wettelijk minimumloon werd in 1969 voor het eerst van kracht en bestaat daarmee vijftig jaar. Het minimumloon heeft als doel de werknemer van een beloning te verzekeren die een sociaal aanvaardbare, minimale tegenprestatie vormt voor de verrichte arbeid. Vrouwen maken hier vaker gebruik van, maar het verschil tussen mannen en vrouwen daalt de laatste jaren.
Op 1 juli 2019 bedroeg het bruto wettelijk minimumloon voor volwassen werknemers van 21 jaar en ouder bij een volledig dienstverband 1635,60 euro per maand. Voor jongeren geldt een lager minimumjeugdloon. Dat is een percentage van het minimumloon voor volwassenen, dat hoger wordt met de leeftijd.
Uit de Statistiek Minimumloon, die jaarlijks wordt samengesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek, blijkt dat het percentage banen waar een minimumloon wordt betaald in de afgelopen tien jaar vrijwel constant is gebleven: dat was 6,1 procent in 2009 en 6,2 procent in 2018. Opvallend is dat het percentage mannen met een baan waar een minimumloon wordt betaald oploopt van 4,8 procent in 2009 naar 5,8 procent in 2018, terwijl het bij vrouwen juist daalt van 7,6 procent in 2009 tot 6,6 procent in 2018 (figuur). Dit is in alle bedrijfstakken het geval.
Wel is het percentage mannen met een minimumloonbaan in bijna alle bedrijfstakken nog steeds lager dan dat bij vrouwen. In sommige bedrijfstakken, zoals de overheid en de zorg, is het percentage vrouwen met een minimumloonbaan echter al lager dan het percentage bij mannen.
Het afnemende aandeel vrouwen met een minimumloon is in lijn met onderzoeken waaruit blijkt dat het loonverschil tussen mannen en vrouwen steeds kleiner wordt. Een verklaring van de relatieve daling van minimumloonbanen voor vrouwen zou kunnen zijn dat zij steeds beter opgeleid zijn ten opzichte van mannen. Dit is echter op basis van deze data niet te verifiëren.
Auteurs
Categorieën