Ga direct naar de content

Jrg. 4, editie 159

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 15 1919

15 JANUARI 1919

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Econômis.ch-Sfatistische

Beyl*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIÈN EN VERKEER

– UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

4E JAARGANG

WOENSDAG 15 JANUARI 1919

No. 159
1

INHOUD

hz.
OVER DEN 8-URENDAC EN HET WETSONTWERP SCHAPER
door
C
. F. Stork

………………………………..49
Kinabast-Overeenkomst …………………………
51
De Peel-Kanalisatie door
A. Bos ………………..
52
De (Amsterdamsche) ,,’VVissel”markt door
v.
L—d……..53
De Organisatie van eenige Effectenbeiirzen in het Buiten- land II door
v.
7′.
d. B
……………………….
55
De Nationale Bank van België gedurende den Oorlog door
Mr. I. F. A. M. v. 0………………………..56
Ontwerp Effectenbeurswet
1919
……………………
57
Emissies in 1918 ………………………………..
59
AANTEEKENINGEN:
De nieuwe Staatsleening ……………………..60
Opbrengst Javasuikeroogst
1918
en aanplant voor
1919.. 61
De Bank of England en vreemde credieten ……….61
De Rijkspostspaarbank in
1917
………………..
61
Landverhuizing tijdens en na den oorlog …………
61
De ruwijzerproductie van Duitschiand …………..
62
BOEKAANKONDICING:
J. Huizinga: Mensch en Menigte in Amerika, bespr. door
Mr. G. W. J. Bruins

………………………63
Dr. H.
M.
R. Leopold: De spiegel van het verleden.. .
64
REGEERINGSMAATREGELEN OP HANDELSCEBIED
…………..
64
MAANDCIJFERS:.
Giro-omzet bij de Nederlandsche Bank …………..
65
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam ………….
65
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………………
65-73
Geldkoersen.

Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.

Coederenhandel.
Bankstaten. .

Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. 0. W. J. Bruins.

WEEKBLAD ECONOMISCH-STATLSTIBC IIE BERICHTEN
Secretaris-Redacteur: 0. E. Huffnagel.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 122, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg. $7.

Telef. Nr. 3000. Tele gr.adres: Economisch Instituut.
Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8.408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland f 15,—. Buitenland en Kolonin f 17,-
per jaar. Losse nummers $0 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen hel
weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertentiën f 0,35 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Graven hage.

13 JANUARI
1919.

De toestand op de geidmarkt werd

ook deze week

weder geheel beheerscht door de in het vooruitzicht

zijnde groote betalingen op de nieuwe staatsleening.

Daardoor was ook nu weder geld op korten termijn

sterk aangeboden en daarentegen voor langere perio-

den slechts weinig geld beschikbaar. Kort disconto

vond grif plaatsing
ui.
34 pOt., later werd zelfs tot

234 pOt. afgedaan. Lange wissels waren echter zeer

weinig gezocht en slechts tot 3 4 pOt. onder te

brengen. Ook in de prolongatienoteering was boven-

vermelde invloed bemerkbaar. In de eerste dagen

der week was er, aangezien toen gesloten posten

juist op de stortingsdagen van de leening komen te

vervallen, ruim geld beschikbaar en de noteering

bleef op 3 pOt. In de tweede helft der week was er,

daar deze posten na den stortingsdag vervallen, veel

minder aanbod en de noteering liep op tot 3Y
4
en

334 pOt.
*

S
*
$4

De voor de jaarswisseling bij de Nederlandsche

Bank opgenomen gelden zijn, volgens de staat van

deze week, weder geheel teruggevloeid. De discon-

‘teeringen verminderden met 7 millioen, waarvan

4 millioen aflossing van de regeering. De beleeningen

vermio derden met
434
millioen en de saldi in reke-

ning-courant van anderen vermeerderden met 8 mil-

lioen; door een en ander kon de omloop van bank-

papier met ruim 20 millioen terugloopen.

*

*
S

De wisselmarkt was tamelijk rustig met flinke

omzetten. Er was ook deze week weder zeer groot.

aanbod van Londen uit België, zoodat de koer8 her-

haaldelijk enkele punten terugliep. Daar echter de

goederenhandel met Engeland en Amerika langza-

merhand meer levendig begint te worden kwam er

“van die zijde meer vraag en werd na iedere daling

het aangebodene grif opgenomen.

Marken waren aanvankelijk sterk terugloopend

daar de gelegenheid tot omruiling in België was

afgeloopen. Toen later bleek dat de termijn weder

met een tiental dagen was verlengd, ontstond er

opnieuw sterke vraag, zoodat de koers, ondanks de

slechte politieke berichten uit Duitschland, weder

belangrijk steeg.

OVER DEN 8-URENDAG EN HET WETS-

ONTWERP SCHAPER.

In deze dagen kan men niet alleen spreken van een
snellen gang der ideeën, het is een ware wedloop
geworden! Menschen, die voor eenige maanden wel-
licht nog huiverig waren voor de gevolgen eener
kiesrechtuitbreiding, die eenige honderdduizenden nieuwe kiezers bracht, vinden thans de uitbreiding
met eenige millioenen vrouwelijke kiezers de gewoon-
ste zaak van de wereld. Deze politieke evolutie-vlug-
heid wordt geëvenaard door de economische en in

50

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 januari 1919

sommige opzichten kunnen de gevolgen van deze
laatste bedenkelijker zijn.

Z66 wordt de plotselinge invoering van een wette-

lijken achturigen arbeidsdag ook door overigens voor-

zichtige menschen bijna beschouwd met dezelfde wel-
willende onverschilligheid, waarmede ze een jaar ge-

leden zouden hebben gepraat over de verlaging van

den pensioengerechtigden leeftijd van arbeiders van
70 op 65 jaar. En toch hebben we hier met een zaak

te doen, die van het uiterste belang kan zijn voor onze

industrie en die wel met den noodigen ernst mag

worden behandeld.

Enkele mededeelingen over opgedane ervaring en

daaraan vastgeknoopte opmerkingen, naar aanleiding

van het wetsontwerp Schaper zullen daarom wél-

licht de belangstelling wekken der lezers van dit
weekblad.

Het vraagstuk der belangrijke verkorting van den

werktijd wordt •beheerscht door de vragen naar den
invloed, dien de verkorting heeft op de grootte en de

kosten der productie. Onze geheele industrie wordt

op het oogenblik met een ramp bedreigd, als het

haar blijvend lot zal wezen zich, wegens gebrek
aan voldoende grondstoffen tot een zuivere voor-
ziening in de behoefte van het binnenland te moeten

beperken. Dan ware er tegen de invoering van den

achturigen of zesurigen werkdag niet het bezwaar
te opperen, dat de productie te veel zoude verminde-

ren: in de binnenlandsche behoefte is in nog minder,

tijd te voorzien! De zaak ware in dit geval dus niet

van overwegend belang wat de productie-hoeveelheid,

zij het ook wèl wat de productie-kosten betreft. Maar,
z66 bedoelt men het waarschijnlijk niet, als men deze
hervorming met geestdrift voorstaat. *

Van groot .belang is de wijze der invoring
van den achturendag wèl, als wij weer op de
vrije markt met het buitenland zullen moeten
concurreeren, of wanneer het buitenland ons hier

concurrentiè aandoet. Mn geldt in de eerst’

plaats de vraag, of het concurreerende buitenland,
even zware eischen stelt aan de
nijverheid
als onze
eigen wetgeving voornemens is te doen. Doet zij dit

niet, dan zijn wij gehandicapt. Maar ook als in het
buitenland wèl maatregelen in dezen zin worden ge-

nomen, is het zaak nauwkeurig toe te zien en te
overwegen, hoe
dergelijke
maatregelen aan onze indus-
trie en aan de volkseigenaardigheden moeten worden
aangepast. In de volgende regelen hoop ik enkele
zakente bespreken, die met een en ander in verband
staan.

In de eerste plaats een enkel woord over mijn eigen
ervaring, met verkorting van werktijd opgedaan in de

fabriek, die mede onder mijne directie staat.
Sedert h’are oprichting in Hengelo, waar men in

1868 een li-urigen werkdag invoerde, als, verkorting
na den werktijd van 12 uur, die voorheen te Borne

gebruikelijk was, is de werktijd aan de machinefabriek
der firma Gebrs. Stork & Co. geregeld verminderd.
Omstreeks 1895 was men feitelijk, tot 9 uur .per dag
teruggegaan. Bij alle verkortingen hebben wij zoo
goed mogelijk nagegaan in hoeverre de productie ver-
minderde ten gevolge der toegepaste verkortingen.

Steeds stond op den voorgrond, dat het weekloon
der werklieden niet verminderen mocht en dit is ge-
makkelijk te bereiken geweest. Bovendien is door
de inrichting van het toegepaste loonstelsel een vrij
goede contrôle op de productie per werkman mogelijk
en ook in dat opzicht is gebleken, dat verkorting geen
bezwaren met zich bracht. Integendeel, in den loop
der jaren is gebleken, dat het mogelijk was zonder

merkbare verhooging der productiekosten de bonen
zeer aanmerkelijk te verhoogen. Dit is natuurlijk in,
de eerste plaats het gevolg, geweest van betere werk-
methoden en gereedschappen, maar toch ook voor

een belangrijk deel aan verhoogde intensiviteit van
den arbeid toe te schrijven.

De laatste stap ter verkorting geschiedde ruim

2 jaar geleden, toen ter besparing van kolen het aan-

tal werkuren van 51% tot 48 per week w&rd vermin-

derd. De uurloonen werden toen tijdelijk verhoogd

om de dag- en weekloonen op hetzelfde bedrag te

houden. Na eenige maanden bleek de hoeveelheid af-

geleverd werk niet verminderd te zijn en na een proef-

tijd van een jaar werd de 48-urige werktijd op dien
grond blijvend ingevoerd.

Terecht wijzen de voorstellers van het ontwerp-

Schaper in hun Memorie van Antwoord van 4 Octo-

ber 1918 op de gunstige ervâring in onie fabriek met

den 8-urigen werkdag opgedaan. Maar de conclusie

is wel vat voorbarig, dat dezelfde resultaten in alle
industrieën zouden ‘kunnen worden bereikt.

Hierover een enkele opmerking. In eene algemeene

machinefabriek wordt naast veel machinewerk veel

handwerk yerricht en daar dit laatste werk over het

algemeen vermoeiend is of inspanning vereischt,

leidt een te lange werktijd tot minder intensief wer-

ken. Wanneer de werkman belang heeft bij de grootte

zijner productie, doordien zijn loon daarvan afhangt,
zal
hij
binnen zekere grenzen eene verkorting van

den werktijd kunnen goedmaken door intensiever te
werken. Hoever men hierin kan gaan, is natuurlijk

a priori niet uit te maken;
wij
meenen, dat de 48-
urige werkweek op het oogenblik wei ongeveer de
grens is. Het moet in ieder geval, kwestieus worden

geacht of een nog kortere tijd met méér inspanning

aangenamer is voör den werkman dan liet werken in
het tegenwoordige tempo.

Voor de werklieden, die werktuigen bedienen, geldt
de bovenbedoelde mogelijkheid van productieverhoâ-

ging per eenheid van tijd in korteren
werktijd
niet
in.even hooge mate, maar bij de algemeene werkzaam-

heden zal toch blijkens de ervaring de werkman door
meer oplettendheid, minder treuzelen bij overgang
van het eene werk op het andere, beter gebruik weten
te maken van de kwaliteiten van zijn gereedschap

intensiever kunnen werken en dus zal ook hierbij de

verkorting ‘van werktijd zonder vermindering der

productie mogelijk zijn.

Iets anders is het bij de z.g, massa-fabricage in ver-
schillende industrieën, waar het werktuig geheel

overheerschend en de invloed van den .man, die het
werktuig bedient, op de productie gering is te ach-

ten. Daar zal verkorting van werktijd dus wel met

productie-vermindering gepaard gaan. Gelukkig is
juist bij dit soort van werk het loon veelal een factor
van wat minder beteekenis en wordt aan dan anderen
kant aan de verbetering der productiviteit van deze

soort werktuigen met succes een groote mate van
industrieel vernuft besteed, zoodat de bezwaren op
den duur te overwinnen zijn.
De ervaring, die wij met den korteren werktijd op-
deden, is over het geheel gunstig en op grond dier
ervaring meen ik te mogen zeggen: wanneer in een

fabriek gedurende ruim acht uren per dag werkelijk
vlijtig wordt gewerkt, is deze
tijd
in de meeste be-
drijven lang genoeg.
Men behoeft m.i. niet te vragen, zooals dit wel éens
geschiedt: ,,Wat zouden de menschen met hun vrijen

tijd doen, als de werktijd zoo ‘kort wordt gemaakt?”,
6f die andere opmerking te maken: ,,U werkt toch
ook veel langer dan 8 uur!” Met zulke opmerkingen
komt men er niet. Wanneer de man, die intellectueel
werk verricht, langer dan acht uur werkt, doet hij
dit aan afwisselend werk; het nadeel der moderiie

bedrijven is juist, dat het werk eentonig en geest-
doodend is. Men trachte het dus niet té lang te
maken.
En als men’ zich angstig maakt over het verkeerde
gebruik van vrijen tijd, vergeet men, dat de werkman,
als hij gehuwd is, bijna altijd eenige huishoudelijke
bezigheden of, op het platteland en ook dikwijls bij de
steden, ‘s zomers tuinwerk heeft te verrichten. Wij zullen straks nog gelegenheid hebben te wijzen op
misbruik, dat wel eens van den vrijen
tijd
wordt ge-

15
Januari 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

5′

maakt, maar wanneer een werkman zich thuis met
wat handwerk ten eigen behoeve
bezig
kan houden

is dat zeer gelukkig. We mogen even glimlachen bij
de meer dan eens voorkomende opmerking in de
femorje van Antwoord ontwerp-Sehaper, dat de
werkman toch vooral veel moet kunnen vergaderen,

zonder daarom te ontkennen, dat het vereenigings-

leven in vele opzichten ten goede is gekomen aan zijn
ontwikkeling. Eindelijk kan allerlei werk, tegenwoor-dig voo.r de volksontwikkeling gedaan, als bibliothe-

ken, voordrachten, volksuniversiteiten, etc., slechts bij

niet te langen. werktijd aan het geheele volk ten
goede komen.

Dit alles spreekt dus voor korten werktijd.

Maar mijn overtuiging over het wenschelijke, dat

onze industrieele ontwikkeling zich bewege in de

richting van werktijd-verkorting, neemt niet weg, dat
het een groote fout is te achten, dat thans in een
aantal gemeenten een 8-urige werkdag ôf zelfs een

45-urige werkweek is ingevoerd, zonder dat men
tracht den arbeider tevens tot intensiever arbeid te

brengen en zonder dat men onderscheid maakt tus-
schen verschillende soorten van arbeid. Het is toch
een dwaaheid, dat buitenwerk, liefst zonder of met
onvoldoend toezicht in pl4ttelandsgemeenten gelijk

wordt gesteld met b.v. ingespannen stokersarbeid in
een electrische centrale met intensief bedrijf 1 En

hoeveel werk ligt daar niet tussehen, waarvoor een
zoo korte werktijd voorloopig geheel onnoodig geacht
moet worden. Aan den wedloop der ideeën in den
mond van soms ideeënlooze raadsleden dankt men

deels deze maatregelen, die een exorbitante ver-
meerdering van Gemeentebelastingen en van produc.
tiekosten – direct en indirect – ten gevolge zullen
hebben. Want de verkorting der werktijden gaat met

groote verhooging der weekloonen gepaard. Ieder industrieel met verantwoordelijkheidsbesef vraagt
zich bij het gadeslaan van dezen waan bezorgd af, tot welk een débûcle (lit alles ons zal voeren?

Van het wctsontwcyp-Schaper, dat den 8-urigen

werktijd wil regelen, kan men gelukkig niet zeggen,
dat het onder den drang van deze verwarde tijden

geboren is; sedert jaren is liet aan de orde, maar de
helangstelling voor liet lot van dit ontwerp is nu
vergroot. Ofschoon, naar mijne meening, in verschil-

lende opzichten in dit ontwerp veel zoude moeten ge-
wijzigd worden, om liet aan te passen aan de eischen
(let nijverheid, is het toch als een ernstig stuk werk

te beschouwen en ook als het mocht worden inge
trokken om plaats te maken voor een spoedige behan-deling van een Regeeringsoiitwerp, heeft het als voor-

beeld een goede taak verricht. Ik hetreur het echter,
dat uit het ontwerp, onder den indruk van ,,de roode

week” alle overgangsbepalingen geschrapt zijn.

Het is te hopen, dat de Minister van Arbeid in het
door hem in te dienen wetsontwerp overgangstermij-
nen opneemt, die in tal van industrieën noodig zullen wezen. Het is daarbij met liet oog op de positie onzer
industrie tegenover het buitenland, waarmede wij in
meer normale tijden zullen moeten concurreeren, noo-
dig, dat de wettelijke maatregelen, die hier te lande
genomen worden, in overeenstemming zijn met de
huitenlaiidsche. Tot dusverre zijn alleen in de landen,
in revolutietoestand levende, plotseling dergelijke
absolute bepalingen gemaakt, als velen hier zouden

willen voorschrijven. En ook in de revolutielanden
bestaan ze meest op papier. In Rusland worden bijna

geeh uren meer gewerkt en in die uren nog met
een verbazeiidwekkend gemis aan ijver, maar dat
voorbeeld is nog M te modern.

i)aarentegeii deed in een nog niet door den Russi-
schen geest bevangen industrieplaats in Duitschiand
een Hollandsch afnemer de volgende grappige erva-d’ing op. Een gereedstaand werktuig kon niet binnen

den door hem gewenschten termijn verzonden worden

wegens den,,S-Stundenta”; directie der fabriek noch

Arsolraad wisten hier te helpen, de voorschriften wa-
ren
absoluut. Maar de werklieden zelf, die het werk
nioesten afleveren, wierpen hun ,,8-Stundentag” over

boord voor een flinke fooi. Toen hun op die beginsel-

verzaking gewezen werd, was het antwoord:
,,Ach
as helfen uns die Prinzipien, Geld verdienen ist
die Hauptsache!”
])cze anekdote wijst op één der cardinaic fouten in

het ontwerp-Schaper, die, naar wij mogen vertrouwen,
in het Rcgeeringsontwerp vermeden zullen worden:

de geheele regeling is veel to weinig lenig. Een

fabriek als de onze kon onder de tegenwoordige wet-

geving de 48-urige werkweek invoeren, omdat zij

altijd in de gelegenheid is, in urgente gevallen, die
in de machine-industrie, maar ook in vele andere

industrieën meermalen voorkomen, overwerk te doen
verrichten. Natuurlijk zal dat, wanneer de zaak wet-

telijk geregeld is, wat minder huiselijk kunnen gaan

als thans, maar men zal in ieder geval de gelegen-
heid moeten openstellen door den Burgemeester of
andere plaatselijke organen vergunning tot overwerk

te doen geven. Art, liter van het ontwerp, dat ver-

gunning door den arbeidsinspecteur, meestal alleen
na voorafgaande machtiging van den Minister, eischt,

is voor vele plaatsen en industrieën te omsiachtig en
wanneer slechts het voorschrift bestaat, dat de at-
beidsinspectie voortdurend van de toegestane af-
wijkingen
01)
de hoogte wordt gehouden, bestaat
voldoende waarborg tegen ontduiking. Maar bo-
vendien is in bedrijven, waarin overgewerkt moet

worden, de bepaling, dat hoogstens ii uur per

‘tmaal en 62 uur per week; met een maximum van
30 etmalen per jaar, waarin overwerk mag worden ver-
richt, veel te belemmerend. Bij spoedeischende repa-

raties, bij afmaken van machinerieën, die op een be-
naalden dag, op een bepaald uur zelfs, gereed moeten

zijn, daar ze verscheept moeten worden, is soms liet ver-
richten van veel langer overwerk door bepaalde per-

sonen noodig en het is evenzeer in strijd met het
belang van den ambitieuzen werkman als van liet

werk zelf, dat de belemmeringen tegen eén vlotte be-
handeling te groot zijn.

In het volgend nummer wil ik, aan de hand van de
industrieele praktijk, nog op enkele andere bezwaren

uit het wetsontwerp voortvloeiende wijzen.
C. F.
STORK.

1UNABAST- 0 VEJ?EENKOMHT.

Men schrijft ons:

De tweede kinabast-overeenkomst van 15 Juli 1918,
over levering van kinabast door cle producenten
OP
Java aan de Kininefabrieken te Bandoeng, Amster-

dam en Maaissen (besproken op pag. 649 van deit

vorigen jaargang) bleek spoedig, tengevolge van liet
voortduren van den oorlogstoestand, tijdelijke vijzi –
ging van in.grijpenden aard te vereischen. De versche-‘
ping toch van kinabast naar Nederland was onmoge-lijk, zoowel tengevolge van het stilstaan der scheep-

vaart tussehen Moederlaiid en Koloniën als tengevolge
van de verbodsbepalingen der Geallieerden. De ver-
zending van kinine naar Engeland gaf bovendien
voortdurend tot moeilijkheden aanleiding, daar vele
partijen door de Regeering van dit land werden op-.

gevorderd. Deze bezwaren konden slechts gedeeltelijk
overwonnen worden door de sedert geruimen tijd aan
buiterilandsche fabrikanten toegestane bevoegdheid
om kiiiabast, niet vermijding van de Amsterdamsche

markt, rechtstreeks uit onze Koloniën te betrekken.

In liet najaar van 1918 is, ofschoon daarbij tenge-volge van den oorlogstoestand met de verschillende
belanghebbenden niet altijd vooraf alle gewensuht
overleg kon plaats vinden, eene regeling getroffen,

die geacht mag worden zeer voordeehig te zijn, zoowel
voor de planters op Java als voor de Bandoengsehe
Kininefabriek, omdat daardoor een ongestoorde gang

II
52

ECONOMISCH-STAiICHE BERICHTEN

95 Januari 1919

van beider bedrijf tot loonnden prijs verzekerd kon

worden.

De getroffen regeling komt in het kort hierop neer:

De bovengenoemde drie fabrieken hebben jaarlijks

voor de consumptie in Nederland, ‘Nederi. Indië (te-

zamen ongevéer 15.000 K.G. bedragende) en neutrale
landen, cle beschikking over 70.000 K.G. zwavelzu

kinine, terwijl zij aan de Geallieerden 440.000 K.G.,

gedeeltelijk in den vorm van kinabast, gedeeltelijk in

den vorm van kinine, verkocht hebben, welke to

Tandjong Priok in ontvangst genomen en betaald

moeten worden met een prijs, die vooi’ planters over-

een.komt niet ongeveer 101′ cent de unit hij verkoop

te Amsterdam.

i)e bedongen prijs moge iets lager zijn dan in de

laatste oorlogsjaren kon worden gemaakt, hierbij dient

in het oog te worden gehouden, dat de opgeschroefde

kinineprijzen niet stand kunnen hôuden en op den

duur ook niet in liet belang van de plantersop Java

zijn, daar zij tot uitbi’eiding van de kinabast-cultuur

in andere landen aa’nleiding zuden geven.

– De regeling blijft van kracht, totdat de wereldoorlog

zal eindigen. En meikwaardig, genoeg zegt de over-
eenkomst: ,,The date on which te war shali be deem
ccl t.o end for the purpose liereof shali be detenrnineçl

by the Kinabureau in Amsterdam”.

DE PEEL-KANALISA TIE.

In Oostelijk Noord-Brabant en Noord-Westelijk

Limburg liggen de groote onafzienbare veen-, moe-

ras- en heidevelden, welke den naam iran ,,de Feel’

dragen. Het is een bi-eede hoogterug, van het Zuiden

naar het Noorden afdalend, om in het Land vai

Ravenstein geleidelijk in het lage land over te gaan.

1)0 Peel vormt de scheiding tusshen het stroomge-
bied van de Maas en de Aa. Oorspronkelijk is het

zeer waarschijnlijk een aaneengesloten hoogveen g-

woest, maar door den loop der tijden is het veen op
vele p]aatse door de omwonende dorpelingen tot

turf vergraven, of ook wel door groote veenbranden

vernield, zoodat men thans alleen nog veen van

eenige beteekenis aantreft in de gemeenten Asten,
:Dcui-ne, Sevenum, Horst en Zeeland, met een geza-
‘manlijke oppervlakte van ongeveer 3000 H.A., de
totale oppervlakte der woeste gronden bedraagt ruim
30.000 HA., waarvan een zeer groot gedeelte niet be-
trekkelijk geringe kosten tot goede, vruchtbare cul-
tuurgronden te maken, is. Sinds eenigen tijd is het
plan weder opgevat om de Peel over haie volle lengte
met een kanaal te doorsnijden, om op deze wijze de
moerassen .te kunnen ontwateren en deze afgelegen streek voor het verkeer te ontsluiten.

i)e volgende Peelkanaalprojecten zijn mij bekend:
1
0
. De heer Walter, wethouder te Grave, had in de
eerste hélft der vorige eeuw een kaart met ‘t volgende

opschrift in zijn bezit:

.,Uaart van de oculaire inspectie van Grave e
omstreken, ook van. de geprojecteerde vaart uit de
Peel (in 1617 door Jan Peterszoon, Dou) bij Jan van1

(‘oH, uurmaker, en landmeter te Nijmegen, ao. 1647,

in Sept. en Dec.”

Het eigenlijke doel dezer kaart is, blijkens eene aan-
teekening op dezelve, geweest: ,,orn te zien, of men

eenen bequamen weg mogt vinden, om uit Zijner,

ioogheids Poel, den turf op de Maas door schuiten

te voeren.”
.
t

Bij den vrede van Munster, in 1648, bleef slechts heti

Brabantsche gedeelte der Poel Hollandsch gebied,
welke toestand bij den vrede van Utrecht, in. 1.713,
gehandhaafd bleef, hetgeen één der i:edenen kan zijn,
1

waarom het ontworpen kanaal van uit de omstreken
van Grave niet gegraven is.geworden.
2
0
. In het einde van 1700 zijn er plannen geweest,,
om de rivier de Aa tot Helmond bevaarbaar te maken
en.van Helmond over Bakel een kanaal naar de Peel

te graveii oni de tuif af te voeren. Ook dit ontierp

is niet tot uitvoering gekomen.

Na de vereeniging in 1815 van Limburg met Ne-

dérlaïid was de gelieele Poel Nederiandsch gebied
geworden

30: Van de hand van den heer P. C. de In Oouit,

verscheen in 1.841.: ,,De Poel en Bedenkingen over

Denzelven.” in dit w-erkje wordt onder mêer iii over-

weging gegeven, of het niet mogelijk zonde zijn
o’311

een arlij van de Maas door de Poel te brengen cn

vloeiweiden aan te leggen.

De la Court heeft met zijn werkje wel bizonder de

aandacht op de Poel gevestigd. In 1852 werd onder

leiding van den hoofcl_ingenieu r van den watei-stait,

H. G. Fijnje, aan denaspirant-ingeniui van deii wa-

terstaat, L. A. Reuvens, de opdracht gegeven om de
Peel te verkennen en de middelen te ontwerpen, om

tot have ontginning te komen. De resultaten van deze

verkenningen zijn onder nieer geweest, dat liet aan-

leggen van vloeiweiden niet Maawater te kostbaar

zou worden; voorgesteld werd om een kanaal te gi-a-

yen van uit den boezem vaii Sluis 8 der Zuid-Wil-
lemsvaart over Bakel in Oostelijke richting tot de

provinciale grens Limburg—Noord-Bi’abant en ver-

volgens in Zuidelijke richting ‘aansluitend aiii de out-
%
ro
l
.
pen Helenavaart. Ontraden werd om dit kanaal

ook in Noordelijke richting naar Orave door te leg-
gen, daar de kosten voor dit gedeelte van het kanaal

te groot waren, daar de in dit gedeelte gelegen veen-
gronden, van te geringen omvang waren, om dit werk
loonend te doen zijn. In dit ontwerp vindt men weder

de gedachte terug van het onder 2°. genoemde plan.

4° In 1.808 wei-d door Napoleon liet zoogenaamde

kanaal dii Nord (Noordervaart) ontworpen, welk

kanaal slechts gedeeltelijk gegraven is. Bij den aan-
leg in 1822 van de Zuid-Willemsvaart werd een ge-
deelte van h
e
et onvoltooide kanaal du. Nord voor dit
kanaal gebruikt. In 1853 werd de onvoltooide Noor-

dervaart voor de vei-vening der veengronden onder
Dedrne en Liessel van regeeringswege in orde. ge-.

maakt en werd het afwateringskanaal naar Neer ge-

graven. In 1853 wenden doôr de particulieren J. en N.
van de Griendt en G. J. W. Oarp van de. gemeente

Deurne 610 hunders veengrond aangekocht en werd

met de werkzaamheden van liet graven van de Hele-
navaart begonnen, welke vaart zou kunnen aanslui-

teii bij het onder V. genoemde Peelkanaal. Uit dit
particulier ondernemen werd in 1858 de Mij. Helena-

veen opgericht. In 1.865 werd niet de werkzaamheden begonnen om

het Dei.irnesche kanaal te graven, ‘van uit de Noor-

dervaart, mede ter verdere
i
re
r
vening der Deui-nesche

gemeenteveengronden.’ Beide kanalen loopen thans

tot aan liet station Helenaveen. Bij den aanleg der

spoorlijn Helmond—Venlo is er rekening gehouden
met liet eventueel doortrekken van de Peelkanalen
door een draaibrug in deze lijn te bouwen in de nabij-

– heid van het station Helenaveen. –
Verder sluiten aan de Helenavaart de veenkanalen
onder de gemeente Horst van ‘t Griendtsveen aan.
De gezamenlijice lengte der veenlcanaien dezet- di-je

veenderijen bedraagt mooi- dan 100 IC.M.
In de weinige geschiedkundige werken, welke van
de Poel melding maken, vindt men, dat er véér
1800 weinig waarde aan het in cultuur brengen ian
de uitgeveende gronden gehecht werd; de goede re-
sultaten, daarmede in de Groninger veenkolonies ver-

kregen
j
waren hier onbekend. In het zeer lezenswaar-
dige boek ,,Memorie of ‘Vertoog, door Isf±idus Thys,

Over het uytgeven en tot culture brengen der vage
en inculte gronden in de Meyerye van ‘s-Hertogen-
Bosch”, 1792 – vindt men op blz. 24 en 25:’ – ,,My dunkt, dat dit hier aengaeude den Poel en

zyne opkomste genoeg zyn zal. En wyl de moerassen
noyt ter cultuer gebragt konnen worden, zoo zal ik

ei niet meer van’ spreken”.
Als eerste groots ontginningen in de Poel mogen

4

15 Januari 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

53

genoemd worden ‘t llelenaveen, de Prinsepeel en

‘t
Griendtsveen. Nadat de toepassing van de kunst-

mest in den landbouw algemeen bekend werd, volg-

den de groote particuliere ontgiuningen op de woeste
gronden onder Bakel, Gemert, St. Anthonis, Opioo en
de kleinere in Venray, Horst, Sevenum, Deurne e.a.
De goede resultaten, verkregen door de ontginniii-

gen der woeste Pecigronden, zijn reden, dat er voor

deze landstreek in de laatste jaren groote belangstel-

ling is, verschillende goede wegen zijn ei’ reeds dooi’
do Peel gelegd, als de wegen Gemert-St. Anthonis,

Deurne-Venray en andere
1);
er is een groot spoorweg-

plan ontworpen der Pcelbeurtspoorwegen en thans

sluit hierbij zich aan liet plan van de Peelkarialisatie,

namelijk het graven van een kanaal van af het einde

van de Peelkanalen aan ‘t station Jielenaveen in

Noordelijke richting tot aan Grave. Om tot dit doel

te geraken, werd door den burgemeester van I)eurne, den heer J. 0. van Beek, ccii vergadering van belang-
hebbenden belegd; de groote opkomst toonde de alge-

meene instemming met ziju plannen. Ei’ werd een

vcreeriiging opgericht, om do Peelkanalisatie in on-
derzoek te nemen. Op cle jongste zitting der Provin-

ciale Staten van Noord-Brabant, 20 dezer j.l., werd

op voorstel van den heer Van Beek
f
40.000 bewil-

]igd om liet onderzoek in de Peelstreek vanwege de
Provincie te doen geschieden. Het onderzoek is opge-
dragen aan den ingenieur, dcii beer M. C .E. Bon-

gaerts, lid der Tweede Kamer.

Door de kanalisatie zal tevens voorgenomen worden,
iii dc outwatering der Peel te voorzien, door het over-

tollige water der hooger liggende gronden op een
lagere kanaalboezem af te voeren, zoodat van uit de
kanaalboezems kleine zijkanaaltjes en weteringen aan-
gelegd kunnen worden, die met schouwen en ondiépe

vaartuigen bevaren kunnen worden, om zoodoendo
de landbouwproducten van ver van ht kanaal gelegen
gronden te water naar liet kanaal te kunnen brengen.
Vermoedelijk zal het blijken mogelijk te zijn, om ook
naar omliggende Peeldorpen zijkanalen aan te leggen.

Door de afzonderlijke ontwatcring van de Poel zul-
iwi de gronden langs de Brahautehe Aa èn de Lirn-
burgsche beken geen overlast van liet Peelwater meer

ondervinden. Het zal daarvoor van het grootste belang

zijn bij deverbetering van dc rivier de Aa hiermede

rekening te houden.

Waar de Pcelkanalisatie in de eerste plaats ge-
maakt wordt voor het in cultuur brengen van de
woeste gronden, is liet zeer te hopen, dat iii deze advies
van het bureau van het Staatsboschbeheer gevraagd
wordt, daar dit bureau zeker wei in de eerste plaats
beschikt over dc meeste wetenschappelijk ontwikkelde
ambtenaren, bekend met het in cultuur brengen van

woeste
gronden
en het zeer nuttig zoude zijn, wan-

neer deze ambtenaren meer tot particuliere adviezen
beschikbaar gesteld weiden. Ook mag wel een woord
gezegd worden van het werk van de Rijksland- en
tuiirbouwleeraars, welke mei zoo’n grooten ijver liet
onderwijs op de dorpen en de verst afgelegen plaat-
sen leiden en dc eenvoudige landlieden met raad ter
zijde staan en hierdoor tot de verrassende ontwikke-
ling van den Nederlandschen land- en tuin.bouwer in
dc allereerste plaats hebben bijgedragen, waardoor liet
thans mogelijk wordt om de pachters en boeren te

vinden voor de nieuw te ontwerpen ontginningen.

Ilelenaveen, 29 December 1918.

A. Bos.

DE (A MSTERDA MSCHE) ,,WISSEL”MARKT

– Waimcer we tegenwoordig spreken van wisselmarkt,
clan denken we niet aan don handel in wissels of der-
gelijke geschriften (chèques), doch meer aan remises
in buibenlandsche valuta, van en naar plaatsen in het
buitenland en wel telographisehe in het bijzonder in

0 (Men zie hierbij pag.
080
van het artikel ,,Ontgiuning
en Verkeersmiddelen” in den vorigen jaargang. – Red.J

£, marken, dollars, francs, Oostenr. en Seandinavische

kronen. –

Evenals indertijd bij de ontwikkeling van het

internationale verkeer kort-pa-pier, d.w.z. zichtpapier,

lang-papier (8 dagen, 1 qf 3 maanden zicht) ver-
drongen heeft uit het verkeer, zoo is op de wissel-

markt, vooral in de paar laatste jaren, de schriftelijke

opdracht tot uitbetaling in liet buitenland te doen,
getrokken door buitenlandschen fabrikant, expoiteur

op grossier, importeur, fabrikant hier te lande, zijn

de schriftelijke trekkingen vân bankier op bankier

rcj.drongen door de telegraphiehe. In liet bijzonder

is deze ontwikkeling geprovoceerd door liet gebrek-

kige of verbroken internationale postverkeer, speciaal

met overzeesche landen.

De wisselmarkt verkeert thans in een eigenaardig

stadium: liet internationaal handelsverkeer is tot een

minimum beperkt en dat er nog is loopt over een

klein aantal instellingen; daarbij komt dan, dat
verrekeningen uit dat verkeer nog op eigenaardige

wijze plaats hebben gehad; evenwel dit kou en za!

vermoedelijk wel weer veranderen.
Wat zal de toekomst brengen voor de Amsterdam-

sehe ,,wissel”markt?
Moeilijk is het eenc voorspelling te doen, omdat

men niet weet, hoe het internationaal verkeer zal wor-
dcn. Er is echter wel een goede kans, dat Amsterdam
ecn centrum wordt in het internationaal betalings- en

verrekeningsverkeer; dat het internationaal ‘handels-
verkeer, het uitruilen van verschillende artikelen tus-
schen de verschillende landen, al is het misschien

langs indirecten weg, zich niet weder zal herstellen,
is moeilijk te denken, cii uit het internationale han-
delsverkecr spruiten internationale verrekeningen

iobrt.
Zoo buitenlandsche orders op de fondsenmarkt te
Amsterdam mochten komen ‘ van importanten om-
vang, wanneer aan een eventueelen reseontrehandel

hldaâr ook voor buitenlandsche rekening mocht deel-
genomen worden, wanneer er en levendig arbitrage-

verkeer mocht komen, de discontomarkt te Amster-
dam van belang, ook in het internationaal verkeer,
mocht worden, dan is er kans, dat met de verrekenin-
gen, voortvloeiende uit buitenlandsche leeningen en

cffectnorders, affaires op reseontre, arbitrage, dis-
conteeringen en cle verrekeningen uit liet buitenlandseh
goederenverkeer, uit het internationaal goederenver-

keer over ons land, uit ‘t transitoverkeer, assurantie-

zaken, vrachtvervOer, enz., de handel in remises in
buitenlandsche valuta te Amsterdam belangrijk zal

worden.
We zouden echter niet denken, dat de kans groot

is, dat onze ,,wissel”markt belangrijk zal worden, om-
dat ons devies, al mogen de wisselkoersen op ons land
nog zoo stabiel blijken te zijn, of zoo gunstig, en het
disconto te Amsterdam relatief niet hoog doch laag,
een devies van belang in liet iiiternationaal verreke-ningsverkeer zal worden: onze handelsverbindingen over de geheelo wereld kunnen in het internationaal

verkeer geen invloed uitoefenen.
Doch wil de ,,wissel”markt in onze hoofdstad be-
langrijk worden, dan is een eerste vereischte, dat er
geen belemmeringen zijn, geen factoren, welke ongun-
stig zijn voor het gebruik maken van de ,,wissel”

markt te Amsterdam.
Dan dient diemarkt betrouwbaar te zijn, de handel
volgens vaste regels geregeld ‘te
zijn,
betrouwbare ge-gevens omtrent dc markt te bekomen te zijn.
Aan betrouwbare instellingen en firma’s, waaraan
de buitenlander orders niet vertrouwen kan geven,
ontbreekt het niet, wel echter aan vaste regels en aan
betrouwbare gegevens, d.w.z. betrouwbare noteeringen
van de buitenlandsche valuta, goed weergevende de

markt. –
De handel in remises in buitenlandsche valuta is
tot nog toe vrijwel geheel aan zich zelf overgelaten en

ongereglementeerd.

54

ECONOMISCH-STAflSTISCHE BERICHTEN

15 Januari 1919
II


00r
den goeden gang van zaken is in gewone tij-
den zekerheid een vereischte, doch in abnormale tij-

den – en die zullen nog wel blijven – is een
vast richtsnoer, zijn vaste regels in den handel

van groot gewicht. i)ie zekerheid, die vaste re-
gels worden gemist hij den handel in remises in

huitenlandsche valuta te Amsterdam; en dat gemis
is toe te schrijven hieraan, dat de betreffende handel

ongereglementeei’d is, dat er geen autoriteit is, die
dien handel leidt.

Een speciale commissie of een speciale afdeeling

van de Oommissie van geschillen van de Vereeniging
voor den Effeetenhandel, uitspraak doende
0
1) grond
van een reglement als bij den fondsenhandel,

zou de bij den huitenlandschen wisselhanciel ook nut-

tig werken; de uitspraken geven een richtsnoer •en

we.I een spoedige richtsnoer. (Art. 21 van het huis-

handel ijk reglement van genoemde vereeniging luidt:

de commissie voor de geschillen is belast met:
20.
het afgeven van verklaringen (tui’bes) betref-

fende de wijze van verhandelen, en de usantiën ter

bourze en betreffende de leverbaarheid van stukken.)

Door die onvastheid, dat ongereglementeerd zijn,

worden velen gedupeerd; die onzekerheid lokt niet
aan, doch stoot af..

Behalve het gebrek aan vaste regels, aan reglemen-

teerrng, aan ecn instelling of lichaam met autoritair

gezag, dat den betreffenden handel leidt, het gemis

aan ‘n richtsnoer in voorkomende gevallen, noemden
we
hierboven ook het gebrek aan juiste en betrouw-

bare gegevens omtrent cle markt in remises in buiten-

]an.dsche valuta als een factor, welke niet gunstig is

voor de ontwikkeling van den Amsterdamschen ,,wis,
sel”handel.

Een noteering, ‘n officieele opgave, aangevende h

verloop van de markt, den stand der verschillende
valuta en
01)
betrouwbare en zoo juist mogelijke wijze
opgemaakt ontbreekt.

Wel vinden we in dagbladen een opgave van koer-

sen van buitenlandsche valuta; die opgaven moeten
voorstellen de laatkoersen te 2% ure ter Beurze te

Amsterdam. Deze koersen geven zeker geen gegevens
onitrent het verloop van de markt, zijn geen rcflex van

gedane zaken, noch zelfs van den stand der markt op
hét oogenhlik,van noteeren, d.w.z. om 2% uur; bied.
koersen toch ontbreken.
Trouwens, die koersen moeten niet anders voorstel-
hen dan do omrekeningskoersen, vereischt irigevolge
art. 156, al. 2,
W.
v. K., geldende voor de omre-
kening van wissels, betaalbaar in Nederland en ge-
trokken in v-reemde munt, en te betalen in Ncder-
1 andsch geld volgens de wet.
Do vaststelling dier koersen geschiedt eenzijdig,
autoritate sua, geheel officieus, is niet gebaseerd
0))
plaatselijke reglementen of gebruiken, is zonder eeui’e
verantwoore1ijkheid en contrôle,
1)

Zoude het verkeerd wezen, wanneer hieraan een
einde kwam en op meer officieele wijze het opmaken
en vaststellen ook van de omrekeniingskoerseu gere-
geld werd?

is in den tegenwoordigen toestand, gebrek aan re-

glementeering, aan vaste regels, ‘n richtsnoer in voor-

komende gevallen, aan het gebrek aan juiste notee-

ringen, weergevende het verloop en den stand der
markt, zoo ‘t kan, niet verbetering te brengen?

Volgens de wet (W. v. K. artt. 59 en 60, al. 2) heeft

liet plaatselijk bestuur de bevoegdheid betreffende reglementen te maken, doch dat heeft, naar de Mi-
nister van Financiën in zijne Memorio van Toelichting

bij het bij Kon. Boodschap d.d. 7 Nov. j.l. ingediende
wetsontwerp voor een effectenbeurswet 1919 opmerkt,

1)
[De lezer zal zich herinneren, dat deze aangelegen-
heid in de kolommen van dit tijdschrift reeds . tot uitvoe-
rige bespreking aanleiding gaf; verwezen zij naar pag.
523,
571
en
586
van den vorigen jaargang. – Red.]

slechts spaarzaam van die bevoegdheid gebruik ge-
maakt.

in genoemde Memorie van Toelichting en in het

wetsontwerp zelf (art. 11) vinden we tevens een aan-

wijzing van wie een- i’eglementeering, een vaststelling
van koersen, een noteering en de bekendmaking. er

van, kan uitgaan en wel van het Bestuur eener

Effectenbeurs i. c. van de Ver. v. d. Effectenhandel.
Doch bedoeld wetsontwerp is nog geen wet; we

moetn derhalve met den bestaanden toestand rekening
houden.

Art. 18 van de Statuten van de Vereeniging voor

den Effeetenhandel te Amsterdam nu luidt: ,,het

vaststellen der koersen van de dooi het bestuur aan

te wijzen fondsen en andere waarden.” In de woor-

den ,,en andere waarden” i,igt cie betreffende bevoegd-

heid, volgens art. 5 dci’ Beursvoorschriften 1914, be-
stendigd, daar zij niet in strijd is met cle Beurswet 1914
of met de Beursvoorschrjften 1914.

I

Iet algemeen belang zoucle gebaat worden, waii

neer het Bestuur van de Vereeniging voor den Eff
cd-
tenhandel van hare bevoegdheid gebruik maakte. Af-

gezien van het algemeen belang zijn er trouwens

bijzondere belangen, welke dat bestuur er toe nopen
kunnen, daar tegenwoordig zoovele commissionnaji’s

in effecten betrokken zijn hij den handel in buitenland-

scho valuta; de bankiers, tot wier -beroep de handel
in remises’in buitenlandsehe valuta meer in het bijzon-

der behoort, zijn töch ook leden van de Tereeni
g
i.
ng
,

de leden-commissionnajrs en andere leden hebben be
lang bij de wisselkoersen, aangezien de waarde van de
coupons in buitenlandsche valuta afhangt van den
stand dci’ buitenla’ndsche valuta en de koersen van

buitenlâ’ndsche fondsen er mede verband houden.

Zoucle liet Bestuur van de Vereeniging van den
Effeeteuhandel niet de leiding kunnen geven aan den

betreffenden handel, den stoot kunnen geven tot liet
stellen van vaste regels, voor liet maken van een

reglomenteering van den handel in remises in buiten-
landsche üluta?

Op het nut van een commissie voor de geschillen
is hierboven reeds gewezen.

*

*
*

De handel in buitenlandsche valuta, de handel in
wissels in buiteniandsche munt getrokken, in ehèques

in buitenlandsche munt luidende, in telegraphische
en schriftelijke remises van en naar het buitenland
in vreemde munt, hetzij door uitbetaling, hetzij door
overboeking,
dr.,
-geschiedt grootendeels te Amstei’-
dam, loQpt grootendeels over ons financieel centrum.

V66r den oorlog had die handel meerendeels ter

Beurze plaats; door den gewijzigden toestand tenge-
volge van den oorlog is hierin wel verandering ge-
komen, doch de Beurs is vel gebleven liet middelpunt van den betreffenden handel.

De handel geschiedt zoowel ter Beurze als buiten
cle Beurs om, grootendeels door bemiddeling van de
zoogenaamde wisselmakelaars. Zoogenaamde wissel-
makelaars zeggen we, want het zijn geen door het
plaatselijk, bestuur beëedigde tusschenpersonen (art.
62, W. v. K.), doch zij hândelen als tusschenpersonen
en dikwijls niet eens als zuivere tusschenpersonen;
het is geen geheim, dat zij wel eens transacties af-
sluiten, waarvoor een tegenpartij nog niet gevon-
den is.

Deze wijze van handelen heeft het ‘voordeel, dat de
markt er vlotter dor is; een effectenarbitrageant b.v.
heeft er moer aan, een post in eens af te doen, dan aan cle bewering van een tusschenpersoon, dat vermoede-lijk een koers te maken of te betalen is, dan te moeten

wachten tot eeû tegenpartij gevondén is. Een ,nadeel
is echter, dat dè tussehenpersonen belanghebben-
den telkens worden, dat zij werken, niet enkel en
alleen, tegen een bepaalde commissie, doch hun i’enu-
meratie dikwijls vinden in het verschil tussehen de
koersen, welke zij aan koopers en verkoopers opgeven.

15 Januari 1919

ECONOMISCH-STATISISCHE BERICHTEN

.

55

Een vlotte handel is zeker een factor vor

ont-

wikkeling onzer markt; het zelf trekken en afgeven

ligt niet op den weg van tusschenpersonen; trouwens

daarvoor zouden zij over groote kapitalen moeten be-
schikken, en het brengt voor hen risico mede. Het

zou echter gunstig werken in de gevallen, dat de koo-

per en verkooper elkander niet mogen kennen; nu
trachten do tussehenpersonen hieraan tegemoet te

komen door een bankier to vinden, die tegelijkertijd
koopt en verkoopt met een kleine marge.
Dat na den oorlog internationale verrekeningeri

over ons land zullen loopen, dat daarbij koopers en

vericoopers van remises in buitenlandsche valuta, of

lituine buitenlandsche relatiën, wederkeerig niet

rechtstreeks met elkander in relatie kunnen of willen

komen, doch hunne verrekeningen over tussehenperso-
non moeten laten loopen, is niet ondenkbaar. Zon dc
iii een voorgaand nummer, over de (Ainsterdamsche
ge] (imarkt, geopperde benii ddehingsinstelling niet

goede diensten kunnen bieden door haro bemiddeling

te veilcenen, en aldus aan mogelijke belemmeringen
voor den betreffenden handel tegemoet te komen, den

handel vlotter te maken?
Zooals in den aanvang gezegd, vil de ,,wissel”

markt in ons financieel centrum belangrijk worden,

dan is een eerste vereischte, dat er geen voor den
handel belemmerende factoren zijn, dan dient de

markt betrouwbaar te zijn, de handel volgens vaste
regels geregeld, dienen betrouwbare gegevens omtrent

de markt te bekomen te zijn. v. L—n.

DE ORGANISATIE VAN EENIGE EFFECTEN-

BEURZEN IN HET BUITENLAND.

Voortzettende onze verhandeling aangevangeti in
het vorig nummer, wordt thans gegeven een beeld der
organisatie van cle effectenbeurs in de Fransche

hoofdstad.
IT. Parijs.

Ta Frankrijk vormt eveneens cle algemeene han-
deisivetgeving den grondslag voor dc regeling van het
beurswezen. Daarnaast bestaan nog bijzondere votten
betreffende de beurzen; de regeling van sommige
punten is opgedragen aan de plaatselijke autoriteiten
(prôfet), terwijl verder in vele gevallen weer ree-
lingsbevoogdhechen aan anderen zijn gedelegeerd, het-

geen er toe heeft geleid, dat men de golieele regeling
lieef t gequalificeerd als ,,mie cascade de délégations”. Do Code de Commerce (1807) bepaalt:
De Bourses
(1 co?nmerce. Art. 71. La I3ourse de coinmeice est. lii rduuion qui a hen, souc
l’autoritd dii Jotivernernent, des comrnerçants,
capitaities dc tiavires, agelits de change et
courtiers.
Art.
72.
Le nsultat des ii(gociatioiis et tratisactions qui s’oprent clans la Bosc dtermiiic le cours du change,
des inarchaitdises, des assurances, da ‘frct ou nolis, da prix
(les transports par terre ou par eau, des eff ets publics et
autres dont le cotus est suseeptible dêtre cot; Art. 73. Ces divers couls coat coiistats pal les agents
de change et courtiers clans la forme preserite par les
rClements dc police gdndraux ou particuliers.
l)e verdere artikelen gronden het monopolie der
Agents de cliange, waarover onder nader. Een eerste
symptoom van den delegatietroom vindt men in arti-
kel 90, luidende:
Ii sera pourvu pal des idgiements d’adniinistration
publique t ce qui est relatif:
10.
au taux des cautionnements sans que le maximum
)uise cidpasser deux cent cinquante mille fraucs;
20. iS
la nilgociation et t la transmission de la propriét
des ef
1
ets publics et
çjénéralernent â Z’exécution des dia-
positions con tenucs en prsent titre.

Het slot van dit artikel draagt dus de verdere uit-
werking van de in deen titel vervatte regelingen
over an de ,,Règlements d’administratian publique”,
waaronder te verstaan zijn: Decreten vu den Presi-
dent der Republiek in samenwerking met den Raad
van State.

Volgens den Code de Oommerce worden de beurzen

dus gen sous l’autorité du Gouvrnoment. Bene

wet van 28 Ventôse An IX (19 Maart 1801), dus

ouder dan de Code du Comerèe, maar nog van
kracht, regelt dit nader.

Het Gouvernement stelt beurzen in. Het; kan hier-
voor gebouwen aanwijzen; ook kunnen kooplieden met

maehtiging van liet Gouvernement zelf gebouwen

stichten. Ook in het laatste geval treft het Gouverue
ment voorzieningen omtrent de administratie en

beurslocalen. De kosten van onderhoud moeten door

dc kooplieden worden gedragen; daartoe kan een toe-

slag op de patenten van de handelaren worden gehe-
ven, wehks bedrag jaarlijks dooi den préfet wordt

vastgesteld. Het Gouvernement geeft regelen voor cle

inning, de aanwending en het verbruik dier contri-
butie.

Do wet draagt verder aan het Gouverenient op do
noodige reglementen voor ,,la police des Bourses” en
voor ,,l’exécution de la présenito bi” te maken. l)ezo
werden o.a. getroffen in een Besluit van 27 Prairial
An X (16 Juni 1802).
To Parijs is de beurs eigendom der stad, die zorgt
voor onderhoud en bewaking, maar alle kosten hier-van worden haar door de Vereenigiiig der Agents de

ehango (het l’arquet) gerestitueerd. Deze ‘bekostigden
ook een verbouwing (1903) waartegenover de stad aan
het Parquet het grootste gedeelte van het gehôuw
veriauurde voor frs. 250.000 per jaar. Het l’arquet

verhuurt de aanwezige strapontins en boxes.
De beurzen zijn voor een ieder toegankelijk. Do Agents de ehange hebben een monopolie voor het

afslu i ten van transacties in officieel genoteerde
fondsen. Voor hen is een deel der beurs, het Parquet,
gereserveerd. In liet overig gedeelte der beurs kan

ieder zich vrij bewegen an zijne orders onmiddellijk
aan het Parciuet afgeven. Een in 1856-61 hetaan
hebbende entrée-heffing, heeft men weer ingetrokken.

De beursuren . worden bepaald door ,,l’autorité
municipale”, dat is de préfet de police. Dcve heeft
ook ,,la police de la Bourse”. Er is te Parijs een oom-
missariaat van politie, speciaal voor de beurs bestemd
cci
daarin gevestigd. Elders moet een commissaris
vaii politie of een adjoiut da niaire de beurs bijwoaen
1)o préfet de police to Parijs kan onder goedkeuring
van den Ministre de l’intérieur voor de beurs te
Parijs, die plaatselijke reglementen maken, die hij
itoodig acht ,,pour la pohico do la Bourse”, dus voor

de handhaving der oide en voor do naleving dor voor-
schriften.

Beurssamenkomsten anders dan op de officieel aan-
gewezen Beurs (z.g. petites bourses) zijn verboden.
Wegens overtreding kunnen Agents de chango worden

ontzet, andere personen worden gestraf t.. Sedert
eeuwen duiken telkens weer zulke verboden bcuis-

bijeenkomsten op en de gescihiedenis van het Fransche
liotirswezen vertoont een voortduronden strijd hier-
tegen. Een en ander hangt nauw samen met het
monopol istisch karakter der Parijsche . Beurs.
Wie tot sluiting der beurs bevoegd is, is niet uit-
drukkelijk aangegeven. Vermoedelijk alleen de Regee-
ring. Artikel 76 van de Code de Commerce bepaalt,
dat: ,,les Agents de change ont souls le droit de fairo
les négociations des effets publics et autres suscepti-
bles d’&tre eotés.” Deze bepaling heeft in.tusscheu niet
belet, dat naast dien handel door de houders van liet
monopolie, ter beurzo een handel van anderen, do
couhisse, is ontstaan.

Volgens artikel 90 Code do Commerce (zie boven)
moest de ,,administratio,n pubiique”, d.i. de Regee-

ring, nadere voorschriften voor den beurshandel geven.
Zij bleef hiermede echter lang in gebreke. De Agents

de Change maakten daarom Règlements particuliors,
die echter geen verdere kracht hadden dan uit do
vrijwillige ondetwerping aan haar door de Agents de
ehange volgde. De Regeeiin.g ging er niet toe over,
o.a. omdat er een omvangrijke termijnhandel bestond,
die bij de wet verboden was, mar die men bij eene

56

ECONOMISCH-STAT!TISCHE BERICHTEN

15 Januari -1919

roglementeerin.g niet voorbij kou gaan: Eerst toen in

1885 de wat de geldigheid van termijnza’ken erkende,

verviel dit bezwaar en kwam tot stand een decreet

van 7 October 1890.

Een extra-parlementaire Commissie ontwierp als

het ware eens volledige codificatie van de diaidels-

practijk, zoowel van de inwendige organisatie deui

officieele beurs, d.i. van de Compagnie des Agents de

change, als van de afsluiting
en
afwikkeling der

transacties zelve. De bovenvermelde Rgleinents parti-
culiers leverden haar hiervoor do
stof.
Het werk dezer.
Commissie werd door het Decreet van 7 October 1890,

dus van Staatswege, vastgesteld. Daarin wordt os;

behandeld in Titre 1 de organisatie, in hoofdzaak do
benomin.g en taak der Agents de change, in Titre 11

Des Négociations, de wijze van zaken doen ter beurze,

in Titre IV de noteeringen en de prijscourant. Aldus

is o.a. een deel van hetgeen wij noemen het Reglement

voor den Effectenhandel, voor Parijs vastgesteld door

Decreet van den President, ingevoige delegatie van

den Wetgever. Dit Reglement regelt echter niet. alles;
r

Artikel 82 bepaalt:
II est statud par
des rdglenbe?tts particuiier8,
dalibérs,
par les compagnies d’Agents de change, homologus..
par le ministre des finances….et publiés zit Journal
Of ficiel, sui les points spcifis aux articles (volgen een
aantal artikelen), ainsi que sur les conditions d’exdeutioii
des marehs non rêgles pal le prseut décret.

Tei vol
,
doening hieraan stelde de Compagnie des Agents de ciange ‘te Parijs o.a. vast, onder ministe-

rieele goedkeuring, een règlement particulier vau’

30 Januari 1899, houdendo’ nadere aanvullende beiSa-
lingen omtrent de inwendige organisatie, omtrent de
transacties en omtrent de koersnoteering. 1)i,t bevat
dus een verder deel van wat hier te lande liet Reglé-

ment van de Vereenigingan voor den Effectenhandelr
inhoudt. Doel dezer delegatie was de regeling vaw’
talrijke nevenvraagstukken van zuiver technischen

aard over te laten aan de handelaren, aan de Cona
pagnie des Agents de change, die naar de wisselend –

eischen der practijk deze zouden kunnen regelen, –

steeds onder goed!keuring van den Minister.
De Agents de ehango worden benoemd door de
Regeeriug, na zich eene der 70 charges te hebben

gekocht. Het laatste is het voornaamste. Zij zijn ver-
eenigd in een Compagnie des Agents de change, die
zich als bestuur een Syndic met 8 adjoi.nts de service
kiest; deze heeten de Ohambre Syndicale. Deze
Oiiambre Syndicale voimt liet uitvoerend gezag,:
cenigszins als ons Beursbestuur. Zij houdt toezioht op
de leden, doet zorgen voor de noteering en prijscou–

ranten, beslist geschillen, regelt de afwikkeling der’
termijnzaken. De prjscurant wordt door haar vast-
gesteld. Zij doet ook een uitgave, maar de pullicatia’

hiervan is vrij. Zij beslist ook over toelating van
fondsen tot de officieele noteeritig, de cote officielle.
Fransche fondsen kan zij opnemen, zoodra ei’ van ccii
voldoenden -handel daarin door de eoulisse blijkt. Het
parquet kan aan do laatste dien handel clan afnemen:,
Voor buitenlandsche waarden bestaan afzonderlijke,
besluiten, o.a. eene Koninklijke Ordonnantie van
12/18 November 1823 voor buitenlandsche Staats-
fondsen en een Decreet van den President der Repu-

bliek van 6 Februari 1880. Volgens het laatste moeten
bij aanvi”gen om toelating een aantal stukken worden
overgelegd, waaruit o.a. moet blijken van officieele
noteering iii het land van oorsprong. Art. 5 bepaalt:
Le Ministre des finances peut toujours interdire la
négociation eti Frauce, d’une valeur étrangère. Feite-

lijk is dus voor de toelating de toestemming van dezen
Minister noodig, die echter zelf geen fondsen kân
doen opnemen. Een Ministerieel sdirijv en van
1.2 Fsbruari 1880 aan den Voorzitter der Ohambre
Syndicale schrijft nader voor dat besluiten tot opname
van een buite.nJandsch fonds v66r hunne uitvoering
aan dan Minister moeten worden medegedeeld en door
hem schriftelijk moeten zijn goedgekeurd: Van eeuigo
heffing voor de toelating wordt niets vermeld.

Het provisie-tarief wordt ‘vastgéstold door cle

Chambre Syndicale, binnen de grenzen, van een

maximum-tarief, dat na raadpleging van verschil-

lende colleges, door de Regeering wordt bepaald.

De zaiken ‘op de beurs te Parijs
‘zijn’
hoofdzakelijk

termijnzaken. De Agenta de ohange mogen. niet han-

delen Voor eigen rekening. –

Deze regeling omtrent de Compagnie des Ageuts de

change is dus de officiee16 beursreglementeering, die zoowel, wat organisatie als wat voorschriften voor de

wijze van zaken doen betreft, berust, eerstens. hij

1)ecreten van den President der Republiek, tweedens

bij règlements particuliers, vast.gestêld door de Ageiits
de change, maar goedgekeurd door den Minister. Ee

Regeeringscommissai’is bestaat niet.

Naast dan handel door bemiddeling der Agents de

change, bestaat ter bourze de handel door de Coulisse,
die wel voor eigen rekenin.g mag handelen en daarom
zoowel voor de Regeeriug als voor het Parquet onmis-

baar is, omdat zij bij groot aanbod door eigen opname
de markt kunnen ophouden.

Zij hebben zich vereenigd in drie groepen: 1
0
. Cou-

lisse de la Rente, die op termijn handel.t in Fransche

i-ente; hetgeen eigenlijk in strijd is met het monopolie
der Agents de dhaiige, maar toegelaten wordt om haai’

belang voor ruimer handel in dit fonds; 2°. Syndicat
terme; 3°. Syndicat au comptant. Men ken bij meer

clan één Syndica.t aangesloten zijn.

Deze Syndicaten zijn vereènigingen van handela-
ren, die Statuten en Reglementen voor den handel

(dc wijze van zaken doen) hebben vastgesteld. Deze

dragen geen officieel karakter, bei’usten
01)
toetre-

ding. Zij worden bestuurd door Ohambres Syndicales,

die tot den handel kunnen toelaten fondsen, die ni,et

voorkomen op de cote officielle des Agents de change.
De vereischten aan een fonds voor de toelating ge-
steld, zijn in de reglementen vastgesteld. Hun koers
lijst heet co-te da marché des banquiers en valeurs nu

comptant, waarin ook de koersen op termijn voor-

komen.

Over de toelating van nieuwe leden beslist do
•Chambre Syndicale, ,,laquelle a tous pouvoirs d’appré-
ciation”. Naamlooze Vennootschappen kunnen geen

lid worden.

Uit den aard dci’ zaak heeft de :Regoering in deze

particuliere vereenigingen niets te zeggen. Wijzigin-
gen in hare statuten en reglementen brengen hare
ledenvergaderingen aan. De bepalingen van het
Decreet vati 6 Februari 1880, over de toelating van
huitenlandsche waarden, gelden voor haar niet. De
Syndicaiten verbieden echter aan hare leden zaken te
doen in fondsen, die niet op hun koerslijst voorko-
kien, alsmede met niet aangesloten personen. De
Chamhre Syndicale zorgt voor noteering en de publi-

catie hiervan.

In 1901 is eens conventie tusschen Parquet en
Coulisse tbt stand gekomen, ter betere begrenzing van
ieders terrein, over reductie op courtage enz. Zij

wordt echter geheim gehouden.
v.
T. n.
B.

DE NATIONALE BANK VAN BELGIE

GEDURENDE DEN OORLOG.

Nauwelijks waren na het sluiten van den wapen-

stilstand de wakkere directeuren van de Nationale
Bank van België, Carlier en Lepreux, door de Duit-
schers uit hun verbanningsoord losgelaten en naar
het vaderland’ teruggekeerd, of zij stonden .voor do

reusachtige taak om orde te brengen in den chaoti-schen toestand van ‘het geldwezen in België na een’

vierjarige overweldiging door den vijand.
Terwijl de Bank zich met koortsachtigen

aan

baar schier onmogelijke taak zette en o.a. als een dci’
eerste maatregelen de verdrijving uit de cii’culatie
van het vijandelijk geld met kracht heeft tet’ hand
genomen, is verschenen een ,,V’erslag aan. den Ko-ning” over do lotgevallen, de houding: en de wrerk

1.5Jânuari 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

57.

zaamheid van de Nationale Bank gedurende de Duit-

sche bezetting. –

Met ingehouden verontwaardiging beschrijft het

rapport in sobere trekken het vee der circulatiebank

in de vier bange jaren; haar worstelen tegen de over-

macht om zooveel mogelijk land en volk te bescher-

men tegen de ,,Krieg ist Krieg”-maatregelen van de

ovorweldigers. Kon het rapport slechts op enkele licht-

punten wijzen, waar door de kordate houding en de

slimme politiek van het Bestuur der Bank erger werd

voorkonicn, toch doet het eenvoudig verhaal dier fi-

nancieele tragedie weldadig aan als een bewijs, dat de

Belgische circulatiebank niet alleen in tijden van rust

en voorspoed liet land wist te dienen, maar ook in de

ellendigste omstandigheden haar roeping getrouw was

en op onbaatzuchtige wijze haar hulp en steun bleef

vericenen om het land voor een finaucieelen onder-
gang te redden.
Het rapport vangt aan met een beschrijving van de

paniek in de laatste dagen van Juli 1914 en van de

maatregelen door de Nationale Bank genomen en het

is merkwaardig-ho.e daar een en ander ,,tout comme

chez nous” was.
Ook daar een ontzaglijke uitbreiding van discon-

tecringen en beleeningen. Van 25 Juli-6 Augustus

steeg de binnenlandsehe wisselportefeuille van frs. 425
millioen tot frs. 818 millioen (bij de Nederlandsche

Bank van
f
68 millioen tot
f
169 millioen), terwijl
liet disconto van 4 pCt. tot 7 pOt. werd verhoogd (bij
ons van 3Y
2
pOt. tot op 6 pOt.). Ook de voorschotten ver-
dubbelden bijna van frs. 58 millioen tot frs. 102 mil
lioen (bij de Nederlandsche Bank van
f
62 .millioen
tot
f
185 millioen). Evenals bij ons verdrong zich
weldra een groote menigte, opgezweept door geweten-
boze opkoopers, die trachtten het zenuwachtige volk
het bankpapier voor een lager bedrag dan de waarde
afhandig te maken, bij de Hoofdbank te Brussel en
de kantoren in de provincie om betaling der biljetten

te vragen en van 27 Juli-1 Augustus verdween een
bedrag van meer dan frs. 50 millioen aan zilvergeld
als sneeuw voor de zon in de circulatie of liever ge-
zegcl om hardnekkig door de angstige bevolking te
worden opgepot.

Een maatregel, welke de Nationale Bank op hare

Nederlandsche zusterinstelling voor had, was een be-
zit van frs. 40 millioen aan biljetten van frs. 5, welke
zij reeds in 1912 in overleg met de Regeering had
laten gereed maken, uit voôrzorg om in geval van een

Europeeschen oorlog in de buitengewone behoefte van
kleine betalingsmiddelen, welke zij in zulke omstan-

digheden voorzag, te kunnen voldoen. Daarenboven had
men voor nog frs. 60 millioen papier in magazijn. Toen
clan ook het Koninklijk Besluit van 2 Augustus 1914
tot de uitgifte van deze coupure machtigde, kon de
Bank een deugdelijk biljet uitgeven en was daarmede
cle angst en de moeilijkheden bij de kleine betalingen
bezworen.
Gelijk hier te lande bleven ook in België de crediet-
eischen der particuliere banken op onrustbarende wijze
toenemen. Bij de voortdurende opvraging der depo-
sito’s dreigden zij in moeilijkheden te geraken, indien
niet buitenlandsche saldi en andere beleggingen, vel-
ke niet bij de circulatiebank konden worden onderge-
bracht, liquide waren te maken. In het gemeenschap-

pelijk gevaar sloegen zij de handen ineen. Een bank-
consortium werd gevormd en de Nationale Bank ver-

klaarde zich in overleg met de reeering bereid om
van de Banken tot een bedrag van frs. 400 millioen
promessen in disconto te nemen, waarop het Oonsor-
tiuni als tweede teekening zou voorkomen, terwijl pu-
bliekb fondsen als bijkomende zekerheid zouden gede
ponèerd worden.

Merkwaardig als punt van overeenkomst met den
toestand en de heerschende opvatting hier in de eerste
crisisdagen, toen België nog niet in den oorlog was
medegesleept, waren ook de besprekingen tussehen de
Belgische Regeering met de autoriteiten uit de finan-
cieele- en handelswereld, gehouden over een morato-

rium en den gedwongen koers van het bankpapier. In

eene vergadering
bijeengeroepen
door den Minister
van Financiën, op Zondag 2 Augustus, verklaarde

zich het meerendeel der bankiers voor een moratoriurn,
doch de Directie van de Nationale Bank, haar krach-

tigen steun voor het .algemeen crediet toezeggen de,
sprak zich uit zoowel tegen dezen uitersten maat-

regel als tegen den gedwongen koers der bankbiljetten.

Met rechtmatige voldoening constateert de Directie

in haar rapport, dat de Nationale Bank aan de gewel-

dige credieteisehen der eerste crisisdagen van 1914

kon voldoen en dat zij aldus den geweldigen schok
elastisch wist op te vangen. –

Tot zoover treffen we derhalve een opmerkelijk op

elkander gelijkenden loop van zaken aan in de onmid-

dellijke sfeer der beide eirculatiebanken. Het ulti-
matum van Duitschiand aan België om 7 uur in den
avond van dien 2den Augustu8 gepubliceerd, dat de

onvermijdelijke oorlog beteekende, voerde plotseling

de Nationale Bank op den weg der onbegrensde moei-

lijkheden. Dienzelfden avond teekende de Koning het

besluit tot instelling van het moratorium en van den

gedwongen koers van het bankpapier. Tevens werd bij
Koninklijk Besluit het wegtrekken van deposito’s bij

de Banken gelimiteerd tot frs. 1000 per veertien
dagen.

In een volgend artikel zullen wij aan de hand van
het Rapport de bittere lotgevallen nagaan van de Bel-
gische circulatiebank onder de vreemde overheer-
sching. Mr.
L. F. A.
Al. v. 0.

ONTWERP EFFECTENBEU.RSWE.T 1919:

-De besturen van de Vereenigin,g voor den Effecten-
hândel te Amsterdam, van de Vereeniging van Effec-
tenhandelare.n te flotterdam en van den Bond voor
‘den Geld- en Effectenihandel in de Provincie hebben

aan den Minister van Financiën een schrijveii ge-
richt, waarin zij hunne meening omtrent liet inge-

diende ontwerp van een Effectenbeurswet kenbaar
maken.

Ten volle waardeerend hetgeen do handel en liet
publiek
in zeer buitengewone omstandigheden aan do
Beurswet 1914 te danken hebben gehad, stellen ge-
noemde besturen in ‘hun schrijven voorop, dat naar
hunne meaning de practijk getoond heeft, dat in
normale omstandigheden,
aan overheidsinmengiug ten
onzent geen behoefte bestaat. Er mag in dit verband
op gewezen worden dat, v66r den oorlog zelfs in
‘ernstige crisisjaren nimmer ernstige grieven tegen
organisatie en functioneering onzer beurzen werden

geuit. In -het bizonder mag er aan herinnerd worden,
dat in crises als die van 1903 en 1907, om van vroegere
niet te spreken, de beurs te Amsterdam, waarheen ten
‘slotte dö schok van het geheple land zich verplaatst,
1
zich steeds uitstekend heeft gehouden.

Het is intusschen, naar zij opmerken; een altijd en
overal voorkomend verschijnsel, dat een crisis, zoodra

zich hare gevolgen in de koersen der effecten doen
gelden, voor een groot deel wordt toegeschreven aan
do organisatie der effectenbeurzen en aan de wijze
waarop de zaken daar gedreven worden.

Is ide beurs een autonome beurs, dan roept het
publiek in de bedoelde gevallen om
staatsbemoeiing.
Is de beurs een overheidsbeurs, dan roept men om
verscherping der staatsbencoeiing.
De practijk leert
echter, dat wettelijke regeling, ‘geïnspireerd door het-
geen een beurs in crisistijd te zien heeft gegeven,
zelden of nooit tot iets blijvends goeds heeft geleid.
Zij kan de beurs niet behoeden tegen noodlottige ge-
volgen van latere crises en deugt niet voor normale
omstandigheden.

Vermoed wordt, dat ook thans de gedachte aan bp-schei-ming van de beurs in gevallen van crises en niet
de gebleken-noodzakelijkheid van hervorming van ons
beurswezen, den stoot heeft gegeven tot indiening van
liet Ontwerp-bourswet.

58

ONOMISCI..$TATISTISCflE
.ER.I..Cu’:rEN:

1
5Januari 1919

I.
Tegeovr de; Iisto’rische mededeeliigen. in den

aanyang-cler M. v. T., wordt in ‘l sohrijven aan enkele

feiten herinnerd, welke van iets meer recenten. datum

en van meer gewicht zijn voor eene juiste boordeeling

van hetgeen wenschelijk en mogelijk is in zake den
invloed van liet Staatagesag op het beurswezen.
Wat
betreft het beroep op het Staatsgezag om in beurs

aangplegenihedqn regelend
01)
te treden, vertoont de

geschiedenis van alle beurzén en- tijden het boven

gegeven beeld. :Pruisen b.v. bd sinds 1738 eene

Börsenordnung, die van oveiiheidswege was gekeurd.

De Börsenordnungon van 1866 en 1884 waren onder

goedkeuring van den Minister van Handel vastgesteld.

De wetgever. – moest ten slotte erkennen, dat
zijn
ingrijpen verkeerd gewerkt had en zag zich genood-

zaakt tot tweemaal toe (in 1904 en 1907) eene wets-

wijziging aan -te brengen om terug te komen
01)
de
fouteti, welke hij dooi’ cle. Beurswet van 1896 had be-

gaan, niettegenstaande de ernstige waarsehuwir.gau

van hen, die de beurs en de technische
zijde
van don

effectenhandel beter konden beoordeelen dan de wet-

gever.

Ook elders meende men in tijden van crisis gebre-
ken in do beurs-organisaties te ontdekken, waarin

terstond en voor goed behoorde te worden voorzien

en werden niermalen onder den judruik van crisos
enquêtes gehouden of wettelijke maatregel en getroff en

ook zonder enquêtes. O.a.:
New-York 1869 Enquête na goudcrisis.

Londen 1873 Enquête na crisis van dat jaar.

Weenen 1875 -Beurswet na crisis.

New-York 1881 Enquête na corners:

Italië 1.908 Reoranis’atie der beurzen na crisis vdk

1907.

.

Brussel 1893 Enquête na crisis van dat jaar.

New-York 191.3 Ontwerp-wet, in voi-band met anti-
ti-ust-beweging. (Verworiien).

De besturen tmeenen te mogen constateeren dat:
Voor den oorlog
bleek men het ten onzent zonder

nadeel voor het algemeen belang zeer wel te kunnen

stellen buiten eene beurswet.
-‘

Td ons den oorlog
maakten de plotseliig itigetreden

bütengemeen abnormale omstandigheden: een tijdelijk
ingrijpen- van overheidswege gewenscht.. Er is geeh

enkele reden om aan te nemen, dat
na den-oorlog
do

vrije organisatie onzer effectenheurzen niet ev&zeor
als voor dec oorlog aan redelijke eischen zal blijven
voldoen. In de M.
v.
T. wordt, merken zij op, niets
aangevoerd wat aan de juistliëid dezer stelling doet

twijfelen.

i)e M. v.
rJ
(bi. 2) betoogt, dat er geen waai-borg

bestaat, dat bij regeling dooi- particulieren steeds
voldoende rekee ing zal worden gehouden met het
algemeen belang en dat het voor de hand ligt, dat de leden der Vereeniging -voor den Effecten-handel bij
het nemen van maatregelen of het maken van regle
nieuten in de eerste plaats op hun eigen belang letteii

Eene dergelijke bewering had, naar de besturen meenen, niet mogen worden geuit zonder zo door
feiten te staven .

De wijze waarop de Vereeniging voor den Effecten-

handel zonder eenigen steun of medewerking van de
Overheid te hebben gevraagd of genoten, aan Neder-
land een goed georganiseerde en goed geoutilleerde

effectenbeurs heeft geschonken, verdieiide ook voor de toekomst van regeeringswege veeleer vertrouwen
in het willen en kuneii dier Vereeniging, dan het
wantrouwen, dat uit de bedoelde woorden spreekt.

Tot staving van hun meeni.ng
wordt aangestipt wat

de Vereeniging voor dan Effectenladdel heeft tot
stand gebracht, o.a.:

– –
Zij
gaf in haar Reglement voor den Effecten-handel
een proeve van practische handelawetgeving, dié zeer
ieker eene ejjeiijking kan dooistaa.n met hetgeen de
Rijkswetgever op wetgevend gebied pleegt te praes-
teeren.

• Zij voerde:-‘en réohts’iaak-ii; die in de M.’v:’ T
zelfs wordt geprezen.

– ‘De,toelating van fondsen tot de noteering geschiedt

nadat onderzocht is of zij voldoen, aan de vereischten
van het desbetreffende Reglement en nadat allen leden
de gelegenheid is gegeven -hunne bezwaren tegen toe-

lating tot de Prijscourant in te brengen. De beslissing

geschiedt daarna, wat een niet geringe verdienste is.,
op onafhankelijke en onpartijdige wijze.

• De toelating van leden geschiedt op -soo i-uinie
schaal als slechts -mogelijk is, zonder liet gehalte dci-

leden l)eneden het )ij de statuten vastgelegde peil te

laten dalen. Van exclusivisme tot wering van concur-

renten kan de Vei-eenigin.g zeer zeker niet beschiii-
digd- worden. –

– Van willekeurige -sluiting der beurs in het belang

van
alle
of een deel der leden was in ernstige tij den.

ninimer sprake. De sluitiilg in Augustus 1914 was een

daad van wijs beleid.

Dat. de noteerinig zoowel te Amsterdam als aan de

buitenlandsche beurzen, nog niet volmaakt is, kan

worden erkend. Men staa-t hier voor het vraagstuk
dat, beurstechnisch bezien, wellicht liet m9eilijkst van
alle is op te lossen en waaraan de Vereeniging steeds

haar aandacht ‘blijft schenken. :1-let desbetreffende

Reglement bleef in den loop der tijden allerminst
onveranderd.’

In aanmerking genomen, dat de Vereeniging tot

dusvei-re haar taak heeft vervuld op een wijze, die

alleszins bevredigend is, is het ‘genoemde besturen
onverklaarbaai waarom de Regeering thans van oor-

deel is, dat plotseling de leiding en verdere ontwikke-
ling van het beurswezen niet meer zonder gevaar of

schade voor het algemeen belang, aan de Tereenigiug

van den Effectenhandel. kan worçlen overgelaten:

Waar in do M. v. T. iedere aanwijzing ontbreekt
w’aaj-om, in tegenstelling tmet een jarenlange practijk,
in het vervolg de autonomie onzer effoctenibeurzen

aan banden gelegd behoort te worden, doet het bijzon-
der pijnlijk aan, ‘dat reed’s aanstonds de staatsbe-

n)oeicpis zoo ingrijpend gedacht is. –

De M. ‘v. T. verklaart zeer bescheiden, dat de in
vloed van het Staatsgezag beperkt blijf t tot ccii
invloed op dc algemeene richting, ivaarin,de regelin-
gen zich zullen bewogen, welke voor den. in vrijheid

opgegroeiden kan-dol, ‘l)ij monde van liet Beui-sbestuur,
zullen worden vastgesteld. Keanisiiéming van de wet
leert echter, dat liet Beursbes-tuur
niet /;art regelen
zonder goed.k-eimriug door het . Staatsgezag en zelfs alles moet regelen
wat het, Staatsg&zag verlangt.

Do besturen van bovengenoemde ‘vereenigiage.ri
achten ccxie dergelijke .ondergesclii’ktmaking van dc
effectenbeurs aan het Steats’gezag verre van iii iie
publiek belang en zeer: zeker te er gaand voor een
eerste proef.

Zij ‘vreezen, dat de beurs aldus wordt overgeleverd
aan de wisselende inzichten van elkaar opvolgende
ministers, die niet dan-zelden voortkoen uit de er-
sonen van nabij met beurs en effecten-handel. bekend.

Daarbij komt, dat ,de ‘Ministers, wat ‘betreft liet
gebruik, dat de Regeering zal maken van haar. hij cle
wet gegeven positieve en zeer ver ‘strekkende bevoegd-
heden, verattwoording schuldig zijn aan de. Staten-

Generaal, zoodat de b&urswet noodwendig ook, aan
Kamers en’ Kiezers indirect invloed zal verleenen op
de effectenbeurs: Dit nu kan onder zekere omstandig-
heden, vooral in en na cri’ses, zeer ‘bédenkelijk worden.

Om in dit verband slechts

én punt ‘te noeneii,

wordt er op geweren, dat het toelaten van ‘fondsen tot
de noteering resp. het laten vervallen, van fondsen
uit de noteering voontaan kan worden gemaakt to.t een-
vraag van nationale- en ‘intrnationa1e politiek en

dat daarover niet alleen
ican-,
maar zeer zeker ook

ial
worden geïntex-pelleerd en gedebatteerd
in:
onze

volksvertegenwoordiging. Dat daar-bij buitenlandsche
Regeeringen van ‘tijd tot tijd zullen trachten

drang
op onze Regeering uit te oefenen, mag almeçle as-,t-e

15 Januari 1919

tCONOMISCII-STATISTISCHE. BERICHTEN

59

verwachten worden tbeschouwd. Dat door een en andQ

de economische en moreele belangen van ons volk en

de positie van de Regeering gebaat zullen zijn, mee-
nen cle betreffende besturen te moeten ontkchnen.

Overigens is het verschijnsel, dat een wereldoorlog
en do daaruit voortvloeiende tij dsomstandigheclen de

gedachte wakker roept aan staatstoezicht op ,,de waar-
den waarin het Nederlandsche volk zijn nationaal

vermogen belegt” (Al. v. T. bI. 2), niet nieuw. Ook

na de Napoleontisebe oorlogn deed zich dat verschijn-

sel voor en leidde tot aaniaeming van de Wet van
28 Augustus 1816 S. 33.

Acht jaar inter kwam men tot het inzicht, dat het
door ‘de Wet van 1816 voorgeschreven Koninklijk
consent niet noodig en niet wenschelijk was. Art. 25

der Wet van 31 Mei 1824 S. 36 trok dé wet van 1816
in. (Te verwijzen is naar hetgeen door Van Hagen-
dorp bij die gelegenheid werd opgemerkt.)

Het niet toelaten van een fonds tot de noteering

zal het Noderlandsch vermogen niet weerhouden van

belegging of speculatie in dat fonds,. indien hët aan
een buitenlandsche beurs wel genoteerd is.

De besturen zijn van oordeel dat, indien de Minister
van meening blijft, dat het noodig is de effectenbeur-

zon blijvend onder Staatstoezicht te brengen, daarbij

niet, althans voorloopig niet, verder behoeft en be-

hoort te worden gegaan ‘dan tot een ,,toezien” door de
Regeering, zonder dat deze voorloopig eenige bevoegd-
heid aanvaardt om in te grijpen in de organisatie en
het beheer van de zaken van de beurs.

Te meenen, dat voorloopig in geen geval verder
gegaan zou mogen worden dan tot eene wettelijke
eikeuning der bestaande beurzen, onder cle verplich-
ting om aan ecn vasten Regeeringsve.rtegenwoordiger
toegang te verleenen tot de beurszaal en tot do verga-
deringen van leden en bestuur, met adviseërende
stem.

Aldus zou de Regeering volledig op de hoogte
blijven van al wat er aan de beurs geschiedt. Naar aan-leiding van ‘der Regeering weuschelijk gebleken maat-

regelen zou gemakkelijk overleg gepleegd kunnen
worden. Blijkt goede samenwerking niet mogelijk, dan
zou verscherping van de wet niet uitblijven. De

weteeschap daarvan is op zichzelf mede een waarborg
voor goede samenwerking.

Het plaatsen van een Beursraad tusschen Minister
en Beursbestuur komt den besturen ongeweriac.ht voor.
Do Beursraad is in meerderheid samengesteld uit
de collega’s en derhalve de ge] ijken van de leden van
het Beursbestuur, doch staat
boven
liet Beursbestuur.
Dit is reeds aanstonds niet hevorder]ijk aan eene
goede samenwerking.

Samenstelling van den Beursraad uit personen
geheel of in meerderheid buiten de beurs staande, zou
de zaak niet beter maken, daar aldus boven het des-

kundige Beursbestuur een lichaam zou worden ge-
steld, dat waarschijnlijk wel uit zeer achtenswaardige,
Aoch zeer niet uit der zake kundig mannen zou be-
staan.

Ten slotte worden . nog enkele opmerkingen ge-
maakt omtrent details in het ingediende wetsontwerp
en wordt erop gewezen dat: Aan de effectenbeurzen behoort naast den effecten-
handel ook plaats te zijn voor den geld- en wissel-
handel.

Tot cle effectenbeurzen behooren alleen comiis-
sionnairs, makelaars, bankiers en handelaars in fond-
sea toegang ‘te hebben.

De wet moet in allen gevalle bepalen, dat de Sta-
tuten

der Vereenigingen bepalingen
moeten
bevatten
betreffende: nationaliteit, leeftijd, gegoedheid, be-
kwaa.mheid en moralitdit der leden.
De wet bepale,. dat in de Statuten geene bepalingen
mogen voorkomen waardoor de leden in eenig opzicht
beperkt zouden worden {n de vrijheid van benoeming
van het Beursbestuur uit en door de leden der Vei-
een iging.

.De Beursraad wordt uitgeschakeld en vervangen

door één Regeeri.ngsvertegenwoordige.r voor alle
beurzen.

Het ontwerpen en vaststellen van de noodige regIe-

nienten kan worden op;gedragen aan het BeursbesttLnr,
mits eene uitzondering wordt gemaakt voor de Regie-
inenten voor den Effecten-, geld- en wisselhandel en

het Provisie-reglement, welke, als in bijzondere mate
verband houdend met de technische
zijde
vai liet
bedrijf, door de algemeene vergadering der leden
moeten worden vastgesteld.

De beslissing omtrent verplichte sluiting der
beurzen behoort niet aan de Regeering to worden ge-

laten. De sluiting in 1914, voorafgegaan en gevolgd

door de sluiting van alle of bijna alle bui.tenlandscho
beurzen, is in .het algemeen belang geweest. De Beurs

zelf kan dit het best .beoordeelen. De Ministei’ kan de
beurs wel openhouden, maar hij kan niet zorgen, dat
er zaken gedaan worden of dat het noodige geld
wordt verschaft om het doen en het afwikkelen vali

zaken mogelijk te maken. Zoolang de Regeering dat

niet kan, veroorzaakt het opeiidiouden van de beurs in
zoo buitengewone omstandigheden als die van Aug.
1914 groote ongelukken.

Herbeleening is voor den effectenhandel beslist
noodig en wel tevoorspellen is, dat zij in de practijk

zal blijven bestaan, ook al vervalt haar wettelijke
basis.

Ten slotte wordt nog als zeer ernstige grief tegen
het wetsontwerp aangevoerd, dat de nieest ver strek-
kende voorschriften kunnen en moeten worden gege-

ven bij Algemeene Maatregelen van Bestuur, zonder
dat de Wet de Regeering daarbij aan voldoende regels
bindt.

Op deze wijze kunnen de meest vitale belangen van
alle beurzen en van den geheelen effecten-, geld- en
wisseihandel van het .geheele land ten slotte worden gelegd in de handen van den Minister van Financiën.

EMLS’SIES IN 1918.

Met de in het eerste nummer van dezen jaargang

opgenomen emissies over December is de statistiek
over liet afgeloopen jaar voltooid.

Gelijk verleden jaar geven wij thans een samen-

valting der cijfers en tevens een vergelijking met de
beide voorafgaande jaren. Bij deze samenvatting is
de groote oorlogsleening van
f
500.000.000, waar-
mede het jaar 1918 opende, slechts voor
f
252.500.000
in aanmerking genomen. Voor de rest ad
f
247.500.000
was deze leening toch een conveisie van het nog niet
afgeloste gedeelte der 5 pOt. oorlogsieening van 1915.
Voorts zijn ook ditmaal in dit overzicht, dat, gelijk
men weet, de feitelijk opgenomen bedragen weergeef t,

slechts genomen de binnenlandsche emissies.

Evenals zijn beide voorgangers is 1918 een oorlogs-
jaar geweest, al was in de laatste maanden de zeker-
heid, .dat spoedig een nieuw vredestijdperk voor de
deur. zou staan, toenemende en heeft dit niet nage-
laten ook op de kapitaalmarkt invloed uit te oefenen.

De groote politieke gebeurtenissen in verschillende
landen van Europa en de periode van onrust hier te lande hebben daarnevens in de laatste maanden het
hunne gedaan.

De totaalcijfers voor de drie laatste jaren – de in
dit tijdschrift verzamelde gegevens dateeren uiter-
aard van 1916 en later – geven:

1916
………………1
469.448.585
1917
…………….

466.523.043
1918
………………

635.210.426

of, de door de Nederlandsche en Nederlandsch-Indi-
sche regeering opgenomen bedragen buiten rekening
gelaten:

1916
……………….
f
264.848.585
1917
………………..
295.398.043
1918
……………….
,
382.710.426
Een belangrijke stijging dus, die, gelijk uit-het ver-

60

ECONOMISCH.STÂÏÏSTICHE BERICHTEN

I5 J’anüari 1919

in guldens
Nederl. en md. Staatsleeningen
Provinciên en gemeenten ……
Bank- en credietinstellirigen.
Hypotheekbanken, binnenland..
Hypotheekbanken, buitenland
Scheepsverbandbanken ……..
Industriêele ondernemingen….
Cultuurondern., handelsvereen.
Mij nbouwondernemingen ……
Rubberondernemingen……….
Petroleumondernemingen ……
Scheepvaartondernemingen . .. –
Spoor en tramw.ondernemingen
Diversen ………………….

1916

.Aandeelen
Obligatiën
Totaal

204.600.000
204.600.000

59392.735 59392.735
78.959.625
4.475000
83.434.625
295.450
1210.000 1505.450
1.460.000
9.155.050
10615050

990000
990000
33.745.200
21.423.625
55J68.825
7.543250
8.489.475
16.032.725

4.300.000
4.300.000.
18.881.800
:
18.881.800
3.456.500

3.456.500
1.530.500 1.132.000
2.662.500
4871.875
3.136.500
8008.375

1917

Aandeelen
Obligatiën
Totaal

171.125.000 171.125.000

43.261.160
43261.160
49.650.800
3.479.875
53.130.675
184.500
1.184000
1.388.500 221.000
2.082.000
2303000
247500
995.000
1.242.500
59.318.100
12000.000
71.318.100
34.290.370
7200.000,
41490.370

45.877.000
:
45877 0(J0 3.000.000
11.000.000
14.000.000
19.041.000
2.365.738 21.406.738

.1918

Aândeelen Oblitièii’ Totial

252.500.000 252.500.000

68.020.614 68.020.614

57.244.300

9.418.750 66.663.050
725.000 2.953.750 3.678.750
181.424 .. 4.124.228 .4.305.652
– 1.488.750 1.488.750

56.623.350

4.854000 61.477.350

39.925.650

7.597.000. 47.522.650

540.000

500.000

1.040M00

42.763600

42.763.600

42.021.000

– ..

42.021.000

38.013.750 38.013.750

2.037.260

-3.678.000

5.715.260

150344.200 318.704.385 469.448.585

211.830.270 254.692.773 466.523.043

242.061.584 393. 148842 635.210.426

gelijkende staatje, hieronder opgenomen, blijkt, in

hoofdzaak hare verklaring vindt in de rubriek petro-

leumondernemingen, die tea vorigen jare blanco
was, doch thans de emissie der Koninklijke ad
f42.763.600
bevat,’voorts in
f25
millioen ‘meer aan
leeningen van provinciën en gemeenten, een ongeveer

gelijk vei-hoogd bedrag aan spoorwegleeningen en
f 13

millioen mcci- aan nieuw bankkapitaal, waarvan iet

minder dan cle helft in den vorm van obligatiën. D

voornaamste vermindering valt daartegenover te con:

stateeren in de rubriek industriëele ondernemingen
Van
1916
tot
1917
gestegen van
f 55
millioen op
f 71
millioen, is dit cijfer in
1918
weder teruggegaan tot
f 61
millioen. ‘Een verdere verschuiving in de samen-

stelling van liet geëmitteerd bedrag, ten koste van

het bij wege van obligaties opgenomen cijfer, is hier-

mede gepaard gegaan. Ook de post diversen, welke
in
1917
extra hoog was, daalde ditmaal weder tot
5,7
millioen.

Wij mogen niet nalaten, gelijk ten vorigen jar”–
Januari
1918, hlz. 7
– er met nadruk
op
te wijzen,
dat onze statistiek slechts de openbarè emissies om-vat. Voor staats-, provinciale en gemeenteleeningen

moge het
cijfer
in hoofdzaak,juist zijn, voor de
ver-

schillende particuliere bedrijfstakken omvat de sta-

tistiek dientengevolge slechts een deel van liet in

werkelijkheid aan hen toegevloeid nieuw kapitaal.
Voör deze groepen is de beteekenis der statistiek dan

ook, gelijk uitvoerig werd uiteengezet in ons numinet-

van,
24
‘,Tanuari 1917, blz.
61,
in hoofdzaak een rela-

tieve. Voor een enkele groep, als die der hypotheek-

banken, waar openbare emissie, althans voor de pand-

hi-ieven, uitzondering is, is
zij
zelfs nog geringer.
Laat men de staatsleeningen buiten rekening, dan

‘erdeelen de emissies zich als volgt (in guldens):

1916
1917 1918

Januari ……
26.282.800
27.963.120
36.940.910
Februari

….
18.978.475 5.316.800
12.202.250,
Maart ……..
7.756.462
15.254.820 56.044.025

le kwartaal ..
53.017.737 48.534.540 105.187.185

April

……..
2.507.000
27.292.750 9.419.875
Mei……….
9.708.625
24.560.515
19.256.078
Juni

……..
28.629.300
18.286.875
33.032.976

2e kwartaal
40.844.925
70.140.140 61.708.929

Juli ……….
20.344.900
46.024.450
50.604.250
Augustus

….
7.418.375
1.570.900
9.242.224
,

September ….
8.755.772 7.978.500 81.307.492

3e kwartaal ..
36.519.047
55.573.850
141.153.966

October ……
30.185.250
18;880.625
50.561.196
November ….
49.588.000
73.714.638
9.942.900
December ….
54.693.625
27.704.250 14.156.250

4e
kwartaal

.
134.466.875
120.299.513
74.660.346

Merkwaardig zijn ditmaal de zeer hooge cijfers voor

Maart (o.a.
f 16
millioen Ned. Handel-Mij.), Sep-
tember
(Kou.
Petr.Mij.
f 42
millioen, Rotterdam en
‘s-Gravenhage ieder
f 10
millioen) en October
(Scheepv. Unie
f 16
millioen en Kon. Ned. Stoom-
boot-Mij.
f 10
miljoen).. Zeer veel lager dan beide
vorige jaren
zijn
daarentegen de beide laatste maan-
den van het jaar.
Op
de oorzaken hiervan werd reeds met een enkel woord gedoeld;
Vergelijking met jaren v66r
1916 is
slechts’ mogelijk
wat de nominale cijfers betreft. Deze geven – even-

eens tot de binnenlandsche emissies beperkt – het
volgende beeld (in guldens):

– Totaalbedrag Staatsleenineii

Rest

1913……149.109.000

149.109.000

1914 ……134.617.000

134.617.000
1915 ……531.233.000
337.500.0001)
193.733.000
1916 …… 426.561.000 205.000.000
1
) 221.561.000
1917……415.201.000 175.000.000e) 240.201.000
1918 …… 668.684.000 252.500.000
8
) 316.184.000

Ten slotte het beroep van de schatkist, Indië mede-

gerekend, op de open markt.

Genomen is het werkelijk bedrag der uitgegevçn

leeningen, vermeerderd met het bedrag, dat.aan vlot-

tende schuld aan het eind van het jaar uitstond en

rerminderd met het bedrag aan het begin van het

jaar. Bij deze cijfers zijn de rechtstreeks bij de Ned.

Bank ondergebrachte schatkistpromesseu niet in aan-

merking genomen.

Men vindt dan:

1914 ………………
f

72.411.000
1915 ……………..,, 378.111.000
1916 ………………

,, 275.781.000
1917 ………………,, 257.630.000 1918 ………………,, 328.618.000

De jaarljksche behoeften van de schatkist, inclu-
sief Indië, aan nieuw vreemd geld laten zich uit deze

cijfers afleiden -door daarnevens de rechtstreeks bij
de Naden an-dsohe Bank geplaatste schatkistpremessen
en de genoten voor-schotten’ &f rekening-courant saldi

bij die instelling in rekening te brengen.

Men verkrjgt dan de volgende cijfers:

1914 ………………..
f
127.964.000
1915 ………………..,, 351.389.000
1916 .. – ……………..,, 278.340.000
1917 …………………,, 242.469.000
1918 ………………..,, 472.785.000

Vooral in het laatste jaar is het direct beroep van
de schatkist op de Nederlandsohe Bank belangrijk
toegenomen; was eind December
1917
een bedrag van
f 49
mill. aan schatkistpromesse.n .reehtstreeks bij de
Nederlandsahe Bank ondergebracht, dit bedrag was
einde December
1918
tot
f 167.800.000
gestegen.

AANTEEKENINGEN.

De nieuwe Staatsleening. —
Deminister van
financiën maakt in de Staatscourant bekend:
dat de totaalsom der inschrijvingen op de 5 pOts.
leening
1918,
welke worden aanvaard, bedraagt
f386.283.500,
waarvan voor een bedrag van
f23.448.200

recht op voorkeur is uitgeoefend;

-.
dat de inschrijvingen, voor zoover daarop voorkeur
is aangevraagd, ten volle worden toegewezen;

dat de inschrijvingen, voor zoover daarop geen

Hieronder resp.
f
62.500.000 en
f 80.000.000
ten laste
van Ned.-Indid en voor een deel aldaar uitgegèven.
Hieronder
f 50.000.000
ten laste van Ned.-Indië.
Van de in totaal
f
500.000.000 beloopende leening
is ook hier enkel genomen het bedrag van
f
252.600.000
aan nieuw geld.

15 Januari 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

61

voorkeur is aangevraagd, worden toegewezen: vor 90

tea honderd, met dien verstande, dat bij de toewij-

zing elk bedrag naar boven wordt afgerond tot het

naaste veelvoud van
f 100;

d.
dat de stortingsbewijzen, gehecht aan de coupon-

bladen hehoorende bij de schuldbekentenissen der

onder a genoemde leening waardeloos zijn.

Opbrengst Javasuikeroogst 1918
en

a a
n p t a n t v o o
r 19 19. –
In het ,,Archief voor

de Java Suiker Industrie” maakt de heer W. C. Dick-

hoff het volgende bekend:
Gedurende den maaltijd 1918 waren er 186 fabrieken

in werking, dus 66n meer dan -in 1917, n.l. Tjidahoe

iii cle residentie Oheribon.

Terwijl de. oogst voorloopig werd geschat op 27.837.500

pic. suiker, waren er nog 20 fabrieken, waarvan de
gegevens nog niet waren ontvangen. Van die 20 wer-
den op 2 na (Soemengko en Modjopanggoeng) de ge-
vraagde cijfers ontvangen en bleek het, dat de overige
18 fabrieken in plaats van minder, zooals eerst aahge.
nomen, veel meer suiker produceerden dan in 1917,
zoodat de totale oogst 191.8 ten slotte geschat moet

worden
01)
28.713.000 pic. (1.773.348 tons), of 2,6 pOt.

minder dan de oogst van het jaar 1917. Per bouw
wordt dit dus 125,9 picol, terwijl dit resp. bedroeg

voor oogst 1914, 109,47 pic.; 1915, 100,3 pic.; 1916,

118,96 pic.; 1917, 130,5 pic.

Voor de met riet beplante oppervlakte oogst 1919 vin-
den wij een uitgestrektheid van 193.274 bouws of 15,2
pOt. minder dan die van oogst 1918. Vier fabrieken,

n.l. Kenongo, Kebonardjo, Karanganom en Gondang-
lipoero plantten voor oogst 1919 geen riet, terwijl de

fabriek Kiebet een aanplant van slechts 150 bouws in den grond bracht. Een gedetailleerde tabel volgt

hier nog.

R d

Aant.

Beplante

oppervlakte.

Afn.
es, en ,es.

Fabr. Ilouwsl91811.A.

Bouwsl919H.A. in pCt
Ilesoeki
…………
9

9.065

6.433

8.485

6.021

6,4
Pasoerocan
……..
29

33.682 23.902

29.023 20.596

13,8
Soerabaya
……….
36

39.305

27.893

34.075

24.181

13,3
ICediri
…………
22

35.275

25.033

28.390

20.147

19,5
Madioen
……….
6

9.781

6.941

7.931

5.628

8,7

Oost-Java
……
102

127.105 9020e

107.904 76.573

15,1

Semarang/Rembang

13

14.239 10.105

12.220

8.672

14,2
Solo
…………..
15

17.820

12.646

15.278

10.842

14,3
Djocja
…………
17

19.097

13.552

15.649

11.105

18,1
Kedoe/Banjoemas —

8

13.692

7.917

11.158

7.918

18,5
Midden-Java
..
5364.84846.02054.305_38.53716,3

Pekalongan
……..
18

22.852

16.217

19.851

14.087

13,2
Cheribon
………..
13

13.291

9.432

11.214

7.958

15,6
West

Java

31

36.143 25.649

31.065 22.045

14,0

Totaal
……..
186

228,099 161.871

193.274 137.155

15,2

Met het oog op de vraag van eventueele verdere beperking van den suikerrietaanplant op Java
1)

zijn de vorenstaande
cijfers
van beteekenis.
A. V.
1)
[Zie het artikel ter zake in het vorig nummer. -Red.]

De Bank of England en vreemde
c
r e d i e t e n. –
Onder dit hoofd berichtten wij in het nummer van 19 December 1917, blz. 953; hoe
enkele weken tevoren de Egelsche Bank aan het ge-
heel van maatregelen tot versterking van dan wissel-
koers een differen,tieele behandeling van vreemde
credieten, bij haar ondergebracht, had toegevoegd. Aan-
vankelijk bedroeg het verschil
1%
pOt. – Engelsche
cleposito’s ontvingen bij de Bank of E-ngland 4 pOt.
rente, vreemde 4% pOt., – doch langzamerhand steeg
dit verschil – zie ook 12 Juni 1918, blz. 522 – tot
1% pOt. De rente voor En.gelsc.he deposito’s werd
allengs tot 3 pOt. teruggebracht,
terwijl
die op vreem-
de gelden bleef.

Dezer dagen is nu door de Engelsehe Bank be-

kend gemaakt, dat zij deze differentieele behandeling
der vreemde deposito’s beëindigt. De ‘deposito-rente
der Engelsche Bank, zelf,
gelijk
in de aangehaalde
aanteekeningen wordt uiteengezet, een verschijnsel
van den oorlog, blijft evenwel voorloopig gehand. – liaafd. De ,,Times”, die het bericht van eenige toe-
lichting voorziet, motiveert den maatregel als genomen

io het belang van de boadgenooten. Frankrijk, Italië

en België hebben thans hun kapitaal in de eerste

plaats zelf noodig, de terugsti-ooming der in Enge-

land uitgezette gelden zal tegelijk aan ‘den stand van
de wisselkoersen dier landen ten goede komen.

Waren dan gedurende den oorlog deze wisselkoersen

yan dien aard, dat steun ovevbodig was – is men ge-
neigd bij deze motiveering te vragen? De ware ver-

klaring zal wel dichter bij huis liggen. Nu de ontzag-

lijke oorlogsaanvoei-en uit Amerika verminderen,
komt Londen wat ruimer in zijn middelen en kan er

dus aan gaan denken de dure noodmaatregelen uit het

tijdperk van krapte allengs op te ruimen.

Dë Rij kspostspaarbank in 1917.-
Aan
het verslag aan de Koningin betrekkelijk den dienst

dci’ Rijkspostspaarbank in Nederland over 1917 wordt
het volgende ontleend.

Kon in het vorige vei-slag melding worden gemaakt

van een toeneming van het saldo-tegoed dci- inleggers

met niet minder dan 17,7 millioen, in het afgeloopen

jaar is dit tegoed opnieuw vermeerderd en wel met
bijna 16 millioen, niet geheel dus zooveel als in 1910,

maar toch meer dan in eenig ander jaar te voj-en. De
inlagen bedroegen
f
89.797.729,84%, zijnde het hoog-
ste bedrag, dat ooit hes-eikt werd, nog nagenoeg 3 mil-

lioen meer dan in 1913, het laatste vredesjaar, toen
een i-ecordcijfei- behaald wei-d, en ruim 4,2 millioen

meer dan in 1910. Ook de terugbetalingen zijn aan-
zienlijk gestegen en wel tot
f
79.240.300,70, welk
bedrag ruim 6,4 millioen meer is dan in 1916, doch
nog altijd laget- dan de cijfers van 1912 en 1913.
Reeds in het ves-slag oves- 1910 vei-d er op gewezen,

‘dat de groote toeneming van hot tegoed der inleggeis
wharschijnljk het gevolg is van het inleggen van
groote’ l)edragen, welke in’ normale omstandigheden

een andei-e belegging zouden gevonden hebben. Deze
meening wordt bevestigd door vergelijking van het
totaal aantal inlagen met het bedrag van elke inlage.

aar
Beneden

Van

Van

Van

Boven

-r
f1

f
-o

f 10-100 f
103-1200 f1200

aa

1916 76.100 738.515
798.888 224.065 1.510 1.839.058
‘1917

61.142 718.565 791.671 235.297 1.550 1.808.225

In verband met het bovenstaande zij er nog op gewe-
zen, dat het gemiddeld tegoed per boekje, in 1916
gestegen van
f
111,89 tot
f
119,50, in 191.7 wederom
een stijging vertoont ‘en wel tot
f
120,43.
Vordt het dus seeeds duidelijkei-, dat in de laatste
jaren bij de Rijkspostspaarbank veel geld is gebracht,
dat er in gewone tijden niet gekomen zou
zijn,
het
vermoeclert, dat een goed deel dier gelden weer zal
vegvloeien, zoodra de redenen voor het beleggen bij
de spaarbanken opgehouden hebben te bestaan, wordt
daardoor vei-sterkt. Hoe groot ‘de wegvloeiende kapi-

talen zullen zijn is natuurlijk niet te zeggen, alleen
zij ei’ op gewezen, dat een vermeerdering van het
saldo-tegoed der inleggers in de vier jaren van het tijdvak 1914-1917 met rond 39 millioen (inclusief
pLin. 19 millioen bijgeschi-even rente) of ruim 21 pOt.

doet vreezen, dat het bedrag niet gering zal zijn. Do inlagen wai-en in de maand Februari iets ongun-
stigel’, de terugbetalingen iets hooger dan in vorige

jaren (uitgeionderd wat betreft Februari 1915 toen
de stortingen op da eerste oorlogsleening begonnen),
hetgeen misschien is toe te
schrijven
aan de tweede
Staatsleening 1916, waarvan de eerste storting ad

40 pOt. plaats had op 7 Februari 1917. De invloed
van die leening is overigens op het bedrijf der Rijks.
postspaarbank van weinig heteekenis geweest. Opmer-
kelijk is het, dat alleen do invloed van de eerste lee.
ning zeer duidelijk merkbaar was.

Landverhuizing tijdens en naden
o
o r t o g.
– De groote laniclver.huizin.gsstroomingen,
welke v66r den oorlog jaarlijks vele bewonei-s van het
oude continent naar het nieuwe voerden of in Europa
zelf velen van de eena streek naar de andere, hebben
in ruime mate den invloed van den oorlog ondergaan.

62

EOIïOMISCItSTATÏTISCHE BERICHTEN

15 Januari’ 1919

Teiwij1′ de ibilisati•e velen, welke anders zoii.de uit-

eweken zijn, heeft weerhouden, werd liet vertrek vait

hen,die hierdoor niet verhinderd waren, weldra vrij-

wel onmogelijk gemaakt tenevolge van het gebrek
aan scheepsruirnte: In een artikel vkn de ,’,Econo-
miste français” stelt Ed. Payen de twee vragen: in

welke m.té heèft de oorlog de Iandverhui.zingsstr.oÖ-
mingen gewijzigd en hoe zullen die sti’oomingen ‘zich
na den vrede weer ontwikkeln?

Gedurende het jaar 1 Juli 1917-30 Juni 1918 zijn
in de Vereenigde Staten slechts 110.618 landverhui-

zers van andere continenten gekomen. Sedert 1862

was dit
cijfer
niet meer zoo laag. Daarentegen was .de

toestrooming van naburige landverliu.iers Vrij groot,
vooral van Mexicanen, welke werden aangetrokken

door de goote viaag naar arbeidskrachten. Slechts
zeer weinig vroegér geïmmigreerden hebben het land

yerlatcn, terwijl daarentegen het aantal Amerikanen
troepen natuurlijk buiten beschouwing gelaten –

hetwelk de Vereenigde Staten verliet, het vrij aan-

zienlijk totaal van 275.837 bereikt. Dit is in hoefd-

zaak toe te schrijven aan instellingen als dë.,,Young
Men’s Ohristian Assocition”, de ,,Kniglits of Colurn-
bus”, het ,,Salvatien Army” en het Amerikaansche

bode Kruis, welke hunne aanhangers in grooten
getale naar Europa zonden.

Wij laten •hier eenige cijfers volgen, welke wij aan
voornoemd blad ontleenen:

Aankomst van vreemdelingen.
1918

1917

1916

1915

Landverhuizers ……
110.618 295.403 298.826 326.700
Niet-landverhuizers
. . 101.235

67.474 . 67.922 107.544

Totaal ………

211.853 362.877 366.748 434.244

Vertrek van vreemdelingen.

Laudverhuizers ……
94.585

66.277 129.765 204.074
Niet-landverhuizers ..

98.683

80.102 111.042 180.100

Totaal ……..
193.268 146.379 240.807 384.17

Naar de hationaliteiten kan men de landverhuizers
als volgt jn.deeien:

1918

1917
aangekomen vertrokken aangekomen vertrokken

Italianen (Zuiden)

5.876

9.230

37.038

12.763
Italianen (Noorden)

1.569

1.502

4.418

4.382
Joden…………..
4.202

975

18.059

864
Polen

…………
744

5.912

3.210

208
‘Duitschers ……..
2.478

962

11.216

2.130
Engelschen ……..
22.098

22.874

43.512

26.958
Grieken………….
2.965

3.133

26.458

2.812
itussen ………….
2.008

5.711.

4.102

7.577
Scandinaven ……..
13.603

9.088

26.143

13.131
Magyaren ……….
40

44

449

144
Ieren …………..
5.903

4.220

19.598

4.719
Ruthenen ……….
57

30

1.224

33
Croaten en Slovenen

43

32

312

32
Schotten ………..
7.297

5.129

16.129

4.794
Slovakken.’ ………

48

459

255

44
Franschen ………..
11.371

8.720

27.462

5.674
Lithauers ……….
191

49

502

40
Mexicanen ……..
31.749

28.702

25.880

2.697
Portugeezen ……..
2.718

2.738

10.604

2.021
Japanneezen ……..
15.079

10.840

13.288

9.162
Spanjaarden ……..
12.602

8.598

19.780

7.524

Merkwaardig is, dat voor 19.18 nog 2.478 Duitsahers
vermeld worden, terwijl deze toch toen tot de vijanden
behoorden.

‘De iandverhuzing naar Canada is ook sterk afge-
nomen. Bedroeg’ deze in 1914 itotaal nog 402.432 per

sonen, in 1917 was ‘zij gedaald tot’ 75.374.’ Ook naar
• Zuid-Amerika is •de landverhuizing afgenomen, of-
schoon toch niet in zon ruime mate. Ten einde gebrek
aan arbeidskrachten voor landbouw en koffiecultuur
té vodrkômeh, heeft de staat Saô Paulo het maximum
Japanners, dat jaarlijks ‘werd toegelaten, van 5000
op 9000 gebracht.

Een der Europeesche lande’h waar de land’verhui-
‘iug steeds van beteekenis vas,’ is wel Italië In 1913
vertrokken niet minder dan 700.000 Italianeh. Sinds

‘Italië in den oorlog kwam, is’ ‘alle 61nigrati6 totaal

‘stopgezet, terwijl een groot aantal vroeger uitgewe-

kenen naar hunne haardsteden is teruggekeerd.
ileeft dus de oorlog de vroegere stroomiugen geheel

gewijzigd, ook nieuwe stroomingen heeft hij in het

leven geroepen. Zoo heeft Frankrijk, om in de noodige

arbeidskrdchten te voorzien, Spanjaarden tot zich

getrokken en vooral krachten uit de overzeesche be-

zittingen. In Juli 1918 schatte men deze laatsten op

238.000, Tuneezen, Algerijnen, Marocanen, Annamie-

ten en daarenboven’ öok Ohineezen,’) welke laatsten
vooral in de mijnen, de havens en de boschexploi-
tatie werden gebruikt.

Zullen deze nieuwe strooiningen voortduren na den
oorlog? Ziedaar de vraag, die men zich stelt. Dat de

landen, welke v66r den oorlog voortdurend landver-

huizers tot zich trokken, dit zullen blijven doen, is

‘vrijwel eker. Zeker is het ook, dat Frankrijk na den

ôorlog meer arbeidskrachten zal noodig hebben dan

daarv66r, reeds thans leest men, da’t een beroep wordt

gedaan op Nederlandsoli technisch personeel. Zeker
is ‘het ook, dat vele naties, welke vroeger een levendig
deel aan de landverhuizing namen, hun krachten

voor zich zullen moeten behouden, zoo b.v. België en

de Centrale Rijken. De Spanjaardei, welke de laatste

drie jaren in overgrooten getale naar Frankrijk zijn

gekomen, zullen naar hun land teiugkeeren. Deze

meening is ook door Auguste Isaac, den bekenden eere-
Voorzitter van de Kamer van Koophandel té •Lyon,

uiteengezet in Zijne door Paye.n grappig geheeten

,,réflexions sur le dernier quart d’heure (et les années
qui le suivront) cle la guerre”.

Dezelfde heer ‘ Isaac wees er in de ,,Reforjne

sociale” op, dat men verstandig zal doen de Aziaten

en gekleurde Afiikanen zoo vlug mogelijk weer uit
Frankrijk te verwijderen, daar hunne zeden, hun
temperament en gewoonten het niet toelaten hen
straffeloos met de Fra.nsche bevolking te vermengen.
Zijn deze individuen eenmaal, in de koloniën terug-
gekeerd, dan zullen ze er trouwens zeer nuttig werk
kunnen verrichten.

Wat de landverhuizin’g naar Canada betreft, hierover

is men het in deskundige kringen niet eens. Som-
migen meenen, dat de immigranten vooral zullen
komen van de Britsc,he eilanden, Europa en Azië en

in mindere mate uuit de Vereenigde Staten. Daarnaast

valt niet te ontkennen, dat de Britsohe koloniën,
Zuid-Amerika en de Vereenigde Staten Canada’s
concurrenten zullen zijn voor het verkrijgen van land-

verh’uizersmateriaal en dat daarbij met name Zuid-
Amerika meer aantrekkelijk zal zijn, daar in dat
gewest de bewoners niet met de zware lasten zullen te
maken ‘hebben, die voor het min of meer financieel
getroffen Noorden wel gelden.
Tt

Brazilië betreft, werd reeds vermeld, dat de
‘staat Sao Paulo het contingent Japanners heeft ver-
hoogd; doch men is van meening, dat aan de toestroo-
ming van Aziaten in de toekomst ‘vrij nauwe grenzen
zullen moeten gesteld worden.

Ten slotte zij nog overgenomen, dat uit verschillende
studies welke over de Italiaansehe landverhuizing zijn
gemaakt, blijkt, dat ook na den oorlog Italië een bron
van werkkrachten zal blijven, maar dat de Regeering

trachten zal het daarheen
te
brengen, dat deze slechts
verkregen kunnen worden mits compensaties gegeven
worden, voonnaimeljk in den vorm van grondstoffen
en dat men voorts van de landen, waarheen de Itali-
anen emigreeren, ruimere waarborgen verkrijgt ten
aanzien van de 6ociale positie der onderdanen, dan in
liet verleden gegeven werden.

De ruwijzerprod’ucl,’ie van Duits,ch-

1 a n d.
– in het najaar van 1916 werd in Duitseli-
‘land van overheidswege liet bekend maken van pro-
ductiecijfers in de ijzerindustrie verboden. Alen heeft

i) Zie het artikel Chineesche werkkraehten in Frankrijk ‘op’pa
64
van den jaargang
1917.

15 Januari 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

63

deze cijfers wel gemist, omdat allicht belangstelling

bestond, te zien in welke mate het ,,Hindenburg-

programm” voor de vervaardiging van munitie de
cijfers weer deed verheffen boven het niveau, waarop

ze na het uitbreken van den oorlog teruggevallen wa-

ren. Do ,,Frkf. Ztg.” publiceert thans het volgende

staatje, uitgedrukt in tonnen:

1912

1913

1914

1915

1916

1017

1918
januari
….
1386855 16)1345 1566505 874133 1078363 1082797 933570
Februari . . 1338495 1493877 1445511 803623 1036683 943547 892788
Maart
……
1447505 1629463 1602896 938438 1114194 1104653 1039092
April
……
1452765 1588701 1534429 938679 1073716 1131620 1044601
Mej
……..
1493519 1643069 1607193 985968 1112574 1198171 1184794
Juni
……
1454018 1609748 1531333 989877 1079349 1124998 1182415
Juli
……..
1517097 1648118 1564345 1047503 1133092 1190014 1179947
Augustus . .1549869 1640016 586661 1050610 1145239 1185968 1155084
Scptember.. 1553103 1590849 560087 1034124 1116752 1119635 1105366
October…. 1569730 1653051 729882 1076343 1161005 1076222 1049837
November.. 1538567 1588985 788956 1019122 1101311 1007731


December.. 1567386 1511250 853881 1029144 1161955 976891

J tartotaal. . 17,87 M. 19,81 M. 14,20 M. 11,7988. 13,28M. 13,14M
………
Jan./Oct.
. . 14,69 ,, 16,09 ,, 12,74 ,,

9,74 ,, 11,05 ,, 11,16 ,, 10,7188.

Het is zeker, dat sedert de teekening van den wapen-

stilstand een hoogst aanmerkelijtke vermindering in

de productie van ruwijzer zal hebben plaatsgegrepen.

Misschien zullen de cijfers der• jaren 1916 en 1917,
die nog aanzienlijk onder die van 1912 en 1913 blij-

ven, achterstaa.n bij de verwachtingen door velen
gemaakt. Voor eenige merkwaaidige onderbrekingon

van het productieniveau tijdens ’17 en ’18 vinden
wij nog niet cene begrijpelijke verklaring gegeven.

In de rubriek ,,Overzichten” vindt men het ,,Cacao-
Bericht 1918″ van den Makelaar S. W. Hoekstra te
Amsterdam opgenomen.

BOEKAANKONDIGING.

J.
Huizinga. MenSCh en Menigte in

Amerika. Vier Essays over Moderne
Besc/w.vingsgeschiedenis.
Haarlem, H.
D. Tjeenk Willink & Zoon, 1918, XI en
226 blz.

Het geestelijk probleem, dat de Vereenigde Staten
aan de wereld voorleggen, staat thans ieder onzer wel
voor oogen: aan den- eeiien kant liet land van trust

en dollar, van zoovele uitwassen op financieel en
economisch gebied, van de onbeheerschte kracht der
jeugd, van de ergste wantoestanden op politiek ge-
bied, Tammany Hall, hot spoils system, de volslagen
commercialisQering der politieke partijen – en aan
den anderen kant datzelfde Amerika, datzelfde poli-
tieke organisme, dat, na candidaatstelling in dc con-
ventie van een dier part.ijen, bij praotisch vrijwel
directe volkskeus zich een man als Wilson tot presi-
den.t kiest, gelijk in andere beslissende tijciperken
Washington en Lincoln.

Men kan het wezen van de Amerikaanschc samen-
!eving van verschillende zijden trachten te nadere.n. In haren staatsrochtelijk-politi.eken en maatschappelijken
opbouw, gelijk Bryce in zijn niet genoeg te prijzen

boelc, the American Ooinmonwealtti; iii de sasuenstel-
lande economische machten cn stroomingen, op welk
gebied naast Bryce helaas geen evenknic te noemen
is – men kasi ook trachten direct te gaan naar liet
hart van het vraagstuk, naar de geestelijke en nioreele

krachten, die op en binnen liet, maatschappelijk en
economisch bouwsel liet Apierikaansch volk bewegen.
De vier essays van den Leidscheh hoogieeraar, onder
bovenstaanden titel vereenigcl, pogen dit laatste.
Geen tijdvak in do geschiedenis der oude wereld
of het laat zich bezien en begrijpen onder het licht
van den strijd tusschen het oude en het nieuwe. Het overgeleverde biedt weerstand, nietnse krachten en
een nieuve geest willen de kluisters breken. Hoe ge-
heel anders is dit in de Vereenigde Staten. ,,Van het.
,,00genhlik, dat de onafhankelijkheid verworven en de

,,Staatsvorm bevestigd is, is er evenmin een constitu-
,,tioneel als een dynastiek probleem. Er zijn geen
,,overal in den bodem gewortelde stronken op te mi-

men van liet feodale woud. Er is geen godsdienst-

probleem en geen van kerkelijke macht of kerkelijk

,,grondbeit. Er is gèen verdedigingskwestie, geen

,,van politiek evenwicht of hegemonie. Er is geen
,,nationale kwestie, en langen tijd nog geen sociale

,,(want de statenkwestie is noch liet een noch het
,,ander).”

Ook liet andere schema, waaronder wij •de geschie-

denis der Europeesche volkeren zien, den strijd tus-
schen individu en associatie, sedert het eind der mid-

deleeuwen het individualisme gestaag voortschrijdend

in godsdienst en kunst, staatsorde en economisch

leven, tot in onze dagen nieuwe associatieve krachten

schijnen door te breken, gaat in do ontwikkeling der

Vereenigde Staten niet op. Er is een onmiskenbare

tegenstelling tussehen West en Oost, tusschen indivi-

dualisme en kapitalisme, maar daarnaast en niet als
tegenstelling een zin tot associatie, tot organisatie
voor liet meest heterogene en schijnbaar meest geringe

belang,. een associatie evenwel, die schijnt te gaan

buiten den geest om, eis, waar zij in het Amerikaan-

sobe bedrijfsleven haar reusachtigste afmetin.g bereikt,
weer geheel doordrongen is van individualistisch
sentiment.

De tweede essay geeft een blik op wat de schrijver
noemt de verwerktuiglijking van het Amesikaanscite

gemeenschapsleven. De strijd tegen de natuur, de

functie van den spoorweg, de nijverheid, de trustifi-
catie, de mechaniseering van den arbeid, de me-
chaniseering ten slotte van de politiek, voortgaande
van smaak en cultuur – en als reactie de kreet om
persoonlijkheid, om vrije.en eigen individuajiteit.
De staat, nimmer vereerd noch kinderlijk bemirsd

n. gehoorzaamd gelijk elders, wordt dan besproken.
Als de Unie van Utrecht, is de constitutie der Ver.
Staten doortrokken van een element van wantrouwen

in den staat. Destructief hebben de overheerschende
economische belangen gewerkt. De afzonderlijke sta-
en traden op den achtergrond. Het Oosten met zijn
industrie en bankwezen, het Zuiden, het Westen, het
graanbouwende Noordelijke Midden zijn de levende
onderscheidingen van den latercn tijd. Noodgedrongcn
komt ht fedoral bewind naar voren. De grooto spoor-
wegsystecien, dwars door alle statengrenzen heenloo-
pond, leiden tot dc interstate Oommerce Act van
1887, de strijd tegen cle t,rusts volgt enkele jare]i
later en een tijdperk treedt in van voortgaand ingrij-

pen in het bedrijfsleven, sterk vermeerderd iii den
oorlog.

Verbetert tegelijk de qualiteit der Unieregeering,
voor staat en stad blijft gelden, dat het intellect zich

vrijwel uitsluitend wendt naar liet bedrijfsleven. Het partijwezen draagt het
Zijne
bij tot verergering van
den toestand, tot in den laatsten tijd opkomt het be-
wuste streven zich aan dien greep van den ,,boss and
the machine”
te
ontworstelen. Tal van nieuwe en
belangwekkende bestuursvormen komen naar voren, conimission government, city managers, direct lega-
lisation, recali en zoo meer, alle gelijkelijk gericht op
verbetering van staats- en stadsbestuur in den geest
an den good citizen.

Het laatste essay draagt tot opzicht ,,tam en wild
Amerika”. Oonformiteit, nivelleeriug, sterke conven-
tie zelfs op geestelijk gebied, in de cultuur als ge-
heel, maar toch een conformiteit, die hevige emotie
niet uitsluit, en daarnaast persoonlijke zelfstandig-
heid, individualiteit, nponta.ne hevigheid in den auke-
ling. In het wild, in de natuur, in den strijd en in
harden aibeid, niet in de school zijn bijna alle bekende
figuren uit de oudere Amerikaansche geschiedenis
opgegroeid. Vandaar het kinderlijke in den Amen-
kaanschen geest en tevens die bevrijdevide menging
vali uiterst practisc.hen zin met breed idealisme.
,,Materialist, practicaj and matter of fact”, maar
tegelijk, naar .de woorden van John Monley in zijn
,,Recollections”, van een ,,ready excitability of
response to high ideals, tihat older worlds do not

64

ECONOMISCH-STA1ISTISCHE BERICHTEN

15Januari 1919

surpass, eveti if they eau ho said to have equalled it.’

Wat ten slotte heeft Amerika’s geest opgeleverd

voor de wereld en de mensohhëid? Schrijvers en dich-.

ters worden genoemd, Longfellow, Thoreau, Poe en

Hawtihorne, langer wordt stilgestaan hij Emer.son en

Whitmann. Vooral den laatste, wiens vor.mlooze ver-
zen,
gansch Amerika omvatten met zijn vlakten, iijr

zeeën en wonden, zijn energie eii zijn arbeid, zijn

idealen van jeugd en vrijheid.

,,Er is een beeld Amerika, zooals er een beeld Rol-

,,land
is,
dat wij allen in ons dragen, zooals wij daar-

,,naast misschien allen eenigermate voelen, wat het

,,beeld
»
la Franco” voor dan Franschman is. Wij

,,onverbeterlijke droomers en stille hengelaars naar

»
schoonheid en rust, denken bij het beeld Holland het

,,eerst aan de luchten. Maar in het beeld Amerika
,,hamert en davert en dondert het, en ruische.n de

,,bulderencle w’atervalien en wiegt het prairiegras in

,,clen wind.”

Wel ‘zeer veelzijdig is
7
wat ons in deze essays ge-

sehoiiken wordt. Deert het, dat wij somwijlen een

zeker evenwicht missen, ‘dat speciaal op economisch

gebied het beeld niet steeds met even vaste lijnen is
opgezet, dat zelfs enkele trekken – zoo op blz. 123 en

1.44 – niet geheel juist zijn.? Wat de schrijver zoekt
is niet -het uitwendig gebeuren, maar den geest, die
achter de dingen is. Met zeldzaam beeldend vermogen

weet hij ons dezen in het gekozen bestek te geven;
wij zien een levend volk voor ons in zijn kracht en zijn

zwakheid, zijn idealisme, zijn allés overheerschenden

drang vooruit; het boek maakt ons
rijker
in datgene,

waarheen tea slotte onze wezenlijke belangstellin.g in
het vreemde volk uitgaat en behoort uit te gaan.
B.
t

Dr. H. M. R. Leopold. De spiegel van
het verleden, W.
L. en
J.
Brusse’s [Jitg.
Mij., Rotterdam 1918, VIII en 80 blz.

De schrijver trekt in dit geschrift, dat tot onder-

titel draagt: Beschouwingen over den ondergang van
het Romeinsébe rijk naar aanleiding van het huidige

wereldgebeuren, een parallel tusschen het Rome van
de laatste eeuw voor en verder van den Keizerijd en

onze moderne geschiedenis. Het gebeuren dier dagen
woFdt bezien van uit den :gezichtshoek, van waaruit wij onzen eigen t.ijd bezien en veel schijnt geljkvor-
mig. Sociale en economische ‘machten strijden, wel-
licht minder hewust dan. thans, doch overigens
01)
gelijksoortige wijze, om voorrang in staat en maat-
schappij. Cicero en Catilina staan tegenover elikander
als de vertegenwoordigers van het kapitaal, de

,,vested interests”, en hot proletariaat. De machine
en in verband met haar de mechanisatie en Organi-
satie van onzen tijd ontbreken. Economische -macht

heeft aanvankelijk slechts of in hoofdzaak de bezitter
van den grond. Om den grond loopt mi-bsdien in de eerste plaats de economische strijd. Eerst later komt
het geasocieed handwerk inuar voren, de .coll.egia,
gilden intiusschen minstens evenzeer als vakvereeni-
gingen. Later komt liet verval, doch ook -dit in zijn.
wezen een econoiniteh proces.

Is het beeld juist? lytaakt de schrijver niet wellicht

zichzelf schuldig aan wat hij dec Romeinschen ge-schiedschrijvers veriîijt nopens hun eigen geschie-

denis en Caesar, in zijn oordeel over het Germaausch grondbezit? Niet in deze kolommen za] men het nut-

woord
01)
deze vragen verwachten. Dat echter voor
wie de geschiedenis dezer voorbije eeuwen ziet als de
schrijver, merkwaardige parallellen te trekken iijn, die
in staat zijn op onzen eigen tijd een nieuw licht te
werpen, zal geen lezer ontkennen.

Door den heer J. W. S a n d i f o r t te ‘s Gravenhage
is opgesteld een groepsgewijzen verzameling van
blanscijfers der Nederlands ch e in. het
Buitenland werkende Hypotheek-
b a n k e n, voorafgegaan door een beknopte ver-

klarende toelichting van de op den tabel voorko-

mende hoofdeui. De gegevens betreffende in totâal

25 instellingen en geven een overzicht van de uit-
staande pnndbrieven en hypotheek-en, de vast.e goede-

ren, het kapitaal, de reserves, de winst benevens

enkele gemiddelden en verhoudingscijfors. Bij de
eerste. ‘drie gegevens zijn bovendien vermeld de ver-

anderingen, vergeleken bij het vorige jani-,

i[et ingang van 1. ,Tan.unri j.l. verschijnt ouidei den

titel Ai’ bi tr al e Rechtspraak ecn mando’

lijksch bijvoegsel bij het W e e k h 1 a d v a n – hot

Recht, waarin op de wijze van het hoofdbladde arbi-

tiale jurisprudentie zal worden verzameld en geptbli-

ceerd. De redacteur, Mr. W. Nolen te Rotterdam, wijst

in een inleidende beschouwin.g op den verrassend snel-

lcui groei ‘der arhitral.e rechtspraak in de laatste tièn-

tallen van jaren. Hij noemt niet minder dan 25 licha-

men, hoofdzakelijk uit handel en .nijirerheid, die een

va.st
schei dsgerecht hebben ingesteld. Onder deze vindt

men, naast minder belangrijk-en, lichamen als de Vei’ee-
niging voor den Effectenhandel, liet Comité van

Graanihandelaren, de algemeene Vereeniging voor

Bloembollencultuur, de Vereeniging voor den Koffie-
handel, het Boekdrukkersbedrijf en zoovele meer.

Het eerste nummer bevat een elftal arbitrale be-
slissingen benevens enkele ,.Berichten en Mededee-
lingen.”

REGEERINGSMAATREGELEN OP
HANDELSGEBIED.

Inbezitneming van granen, zaden

o n p e u 1 v r u c h t e n. De bij rondschrijven van 9

Dec. j.1. aan de burgemeesters verstrekte algemeene

machtiging tot liet in bezit nemen van granen, peul-
vruchten en olichoudende zaden, blijft gehandhaafd,
ook na de intrekking der algemeene machtigingen tot
inbezitneming volgens rondschrijven van 30 Dec. j.l.

(zie het vorig overzicht). Wel is vervallen de macliti-

gin.g, bedoeld in de circulaire van 5 November ten
aanzien van zoogenaaïnd freud uleus vervoerde granen

en peulvruchten.

Grondstoffen v o o r b e r e i d i n g van bloem, meel of veevoeder. Ingetrokken is

de beschikking van 24 November 1917, aarbij het

fabrikanten, molenaars, handelaren en allen anderen
personen, die grondstoffen voor de bereiding van
bloem, meel of veevoeder ontvangen of verwerken,
verboden was aanwezi te hebben, te verwerken of te

verhandelen alle stoffen, welke geen andere bestem-
ming kunnen hebben dan om te dienen tot verval-
sching van het uit de verstrekte grondstoffen te ver-

vaardigen product.

M
a n u f a c t u r e n. Blijkens eene mededeeling van

den Minister van Landbouw zou worden overgegaan
tot opheffing van het Rijkskantoor voor Manufac-
tui’en.

M
a ii u f a c t. u r e n. Met ingang van 14 3anuari wordt ingetrokken de beschikking van 29 Augustus
1918, waarbij het vervoer van manuifacturen is ver-
boden. –
WT
a s, e n z. Ingetrokken zijn de verbodsbepalingen
op de aflevering en liet vervoer van candelillawas,
carnaubawas, carnauhawasafval, fiberwas, japanwas, zuivere gele bijenwas, bijenwasafval, kunstraat, ruwe

was (ongezniverde bijenwas), montaanwas, ozokerit,
zoodat slechts gehandhaafd
blijven
deze verbodsbepa-
lingen, voor zoover zij betrekking hebben op paraffine

en ceresine en op stoffen, waarin zich paraffine of
ceresine bevindt. Tevens zijn ingetrokken de maxi-

mumprijzen voor zui,ere gele bijenwas, voor waskaar-
sen en voor was, benoodigd voor de vervaardiging van

kerkwaskaarsen. –
Zand, grindzand en grind. Opgeheven
zijn de verbodsbepalingen op het vervoer en de afleve-
ring van zand, grindzand en grind –

1
5Januari
1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

65

Reinig.ings_,
wasch-
of
scliuu
9
irnid.
delen. Ingetrokken werden de verbodsbepalingen op
den verkoop, de aflevering en het vervoer van reini-
gings-, wasch- of schuurmiddelen, voor zoover deze

artikelen geeli zeep of vetzuren bevatten.
S 1
a o
Ii
e.. Het verb&cl tot aflevering en vervoer
van slaolie in flessehen, waarvan de opheffing in

dit overzicht werd vermeld, is in verband met ge-
bleken misbruik weder uitgevaardigd.
Z
sv
a vel. Met ingang van 16December werden opge-
heven de verbodsbepalingen op de aflevering en het
vervoer van zwavel.
Z
o n
n eb
1
o e m za a d. Ingetrokken is de beschik


king van
14
September
j.L,
houdende verbod tot afle-
vering, vervoer en verwerking van zonnebloemzaad.
Calcium-carbid. Met ingang van
6
Januari
werden, onder intrekking van de bij beschikking van
11 October j.l. vastgestelde prijzen, nieuwe maximum-
prijzen bepaald voor calcium-carbid.
O
x a a
1
z u u r. Met ingang van 1.1 dezer is de ver-
bodsbepaling op de aflevering en het vervoer van
oxaalzuur (zuringzuur) opgeheven.
T
u r f. Een afzonderlijk bijvoegsel van de Staats
courant
No. 7
Lbeva,t de prijzen, waartegen van de tot
en met
15
Juni
1919
te graven turf afneming wordt
gegarandeerd.
N
a a i g a r e n. De datum van in werking treden

van enkele bepalingen omtrent de maximumprijzen

van naaigaren werd nader van 1 Januari verschoven tot
1. April 1919.

Kaarsen en schemerlichteii. Over de
maanden Januari en Februari a.s. kon eenzelfde hoe-
veelheid kaarsen worden toegewezen als voor de maan-
den November en December
1918.
De toewijzing van
schemerlichten kan iets ruimer zijn; de gemeenten
mogen bestellen één doos per 50 inwoners.
F o s f
o r ie t me ei. De maximumprijs voor fosfo•
rietmeel is verhoogd tot 45 ets, per pOt. in mineraal
oplosbaar fosforzuur per 100 K.G.
U
i t v o e r van week- en schaaldie-

r e n. De Minister van Landbouw, enz. heeft een al-gemeene ontheffing verleend van liet uitvoerverbod
van week- en schaaldieren, voor wat betreft die
mos-
selen, garnalen en lireukels,
waarvan ten genoegen
van de betrokken douane-ambtenaren wordt aaugc-
toond, dat zij
sn den Bractk?nan
zijn
gevangen
en van-
daar over de hiervoor aangewezen landingsplaatsen
en kantoren langs den kortsten weg
naar België wos-
den vervoerd.

MAANDCIJFERS.

GIRO-OMZETBIJ DE NEDERLANDSOHE BANK

December 1917
December 1918

Posten
Bedrag
,

Posten
Bedrag

Voor reke-
ninghouders
19.388
(458.847.568
19.464
f666.081.889
waarvan door
de H.-bank
plaatselijk…
3.438
,, 239.562.335 4.805
414.795.825
Ter voldoe-
ning van
Rijksbelast.
908
,,

9.439.042
1.244
,,

5.360.358

GIRO-KANTOOR
DER
GEMEENTE
AMSTERDAM.

October
November

Posten
I

Bedrag

11
Posten
I

Bedrag

Ontvangen en
betaald:
in contanten.

147486

f
72.420.477
142846
f
87.009.908
door over-
sclsrijving t).

21194

,, 58.984.765
25954
69.566.243
Particuliere
rekeninghoud.

2120
2
)

14.632.617
2333
2
)
19.863.555
Saldo te goed
part. rek. u°.

,,

3.090.064

3.018.684
3)
Inclusieve verrekeningen tusschen gemeentediensten,
zijnde pim.
f20.000.000,- per maand.

‘) Aantal.

STASTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKO ERSEN.

BANKDISOONTO’S.

20
Juli
1914

(Disc. Wissels.
Ned.
4t/2
sedert 1Juli
1
15
3
1
/3sedert23 Mrt.
’14
Bel.Binn.Eff.
an
41, ,,
1

,,

’15
4
,,
23

,,

’14
VrachinRC
5
1
1,
,,
19Aug.
1
14
5
23

’14
Bank van Engeland
5
,,
5 Apr.’17
3
29 Jan. ’14
Duitsche Rijkabank
5 ,,
23 Dec.’14
4
5 Febr.
1
14
Bank van Frankrijk
5
21Aug.’14
3
1
1,
,,
29 Jan.
’14
Oostenr. Hong.
Bk.
5
12
Apr.’15
4
12 Mrt. ’14
Nat. Bank v.Denem.
5
1
!,
4 Jan.’19
5
6Febr.’14
Zweedache Rijksbk.
7
,,
20Mrt.’18
41/t
,,
6

,,

’14
Bank v. Noorwegen
6
18 Dec.’17
4
1
1,
11

,,

’14
ZwitserscbeNat.Bk.
5
1
11
,,
3 Oct. ’18
31/t
,,
19

,,

’14
Bank van
Spanje ..
4
22 Mrt.’17
41/
t


Bank van Italië..
5
10Jan.’18
5
9 Mei
’14
Feder. Res. Bk. N.Y.
3-4
j



Javasche Bank….
3
1
!1
1Aug.’09
3
1
!9
,,
1Aug.’09

OPEN MARKT.

Data
Amsterdam
Londen
Part.
Berlijn
Part.
I
P.r&f,
l

Part.
N. York
.
CaIl.
Part
P,olon
disconto
galie
disconto disconto
disc.
monet,

11
Jan.
119
33/4

)
31/
5

31/3
4-’18

3’/,-

9
6-11
J. 119
33/
4

3_I/
3t/
4_
1
/

3’1,-6
30D.-4 J.’19
3/84
3…1/ 31/1
4s/

51/
1
_6
23-28
D.
’18
37/4
3
I
/_4
311
4I/

45I/

7-12
J.
’18
27/_3t/&

34
4
4-‘/s

3
1
/1-4
13 Jan. ’17
2
3
5
1
/16
4-‘!.

1’/4-2
1)

20-24Ju1.’14
3’/a-‘/,4
2
1
14-
1
/4
2
1
/-‘/
2
1
4-‘/,
2
8
1
1
8
4-2
1
/9
0 Noteeeing Van 10 Januati.
3)

.

– 12

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

De omzetten in Londen en New York beginnen weder
grooter te worden. Ook deze week was er weder veel
aanbod van Entente wissels uit België, dat echter regel-
matig verwerkt kon worden door meerdere vraag van den
goederenhandel. Aanvankelijk liep Londen iets terug, zoodat
voor 11,20 werd afgedaan. De volgende dagen was 1e stem-
ming weder vaster op ca. 11,25 en onder geringe schomme-
lingen bleef de koers ongeveer op dit punt. New York en
Parijs waren zeer stationnair.
Marken waren aanvankelijk sterk aangeboden. Nadat
echter bekend werd, dat de omwisseling tegen francs in
België weder met eenige dagen verlengd was, ontstond er
nieuwe vraag tot stijgende koersen.
In Weenen zijn de omzetten uiterst gering. De koers voor België blijft zeer stabiel. De meeste handel heeft nog plaats
in biljetten, maar ook eenige posten uitbetaling werden
verhandeld en ook de arbitrage, hoofdzakelijk nog met Ant-
werpen, is weder begonnen. De neutrale wissels waren stil.
Alleen voor Zwitserland ontstond in het laatst der week
meerdere vraag, doordat de koers voor Berlijn daar aan-
merkelijk minder vast was als hier te lande.

KOERSEN IN NEDERLAND.

1)
ata Londen

Parijs
S

Berlijn
*)
Wcenen

St.
Pc.

burg”)
New
York’)

6
Jan. 1919..
11.244
43.30
29.30
14.85

2.36
7

1919..
11.25
43.35
28.20
14.60

2.36
8

1919..
1l.25
43.35
28.15
14.60

2.36
9

,,

1919..
11.23
43.25
28.05
14.55

2.35
1
!,
10

,,

1919..
11.24
43.30
29.25
14.90

2.36
11

,,

1919..
11.25
43.30
29.50
14.90

2.36
Laagste d.
w.
1)

11.20
43.15
27.50
14.40

2.35
Hoogste
,,

,, ‘)
11.27
43.40
29.60
15.10
.-
2.361/,
4 Jan. 1919..
11.23
43.17k
29.35
14.95
.-
2.35’/,
28 Dec. 1918..
11.20
43.-
30.45
15.25

2.35
Muntpariteit..
12.101
48.-
1
59.26
50.41
1.28
2.48
8
/
) Noteering te Amsterdam. 1) Particuliere opgave,

66

ECONOMISCH-STATI[‘IS6HE BERICHTEN

15 Januari 1919


NEDERLANDSCHE BANK.

D

i
a
SIock-
Kopen-
Ch,h-
Zioilser-
SpanJc
Batac,Ia
1
ho1m)
/iogcn*)

tianla’)
land
1
)
1)

te!eg,aji,di
.
Verkorte Balans op ii Januari 1919.
___________

6 Jan. 1919

68.35

63.10

66.-

48.80

47.50

99-100
Activa.

.

7

1918

68.25

63.-

65.95

48.70

47.50

99-100
Binnenl.Wis-(H.-bk.

f201.939.368,77V2

8

,,

1918

68.40

63.15

66.05

48.80

47.50

99-100
sels, Prom.,

B.-bk.

4.114.546,16


9

,,..

1919

68.50

63.20

66.10

48.75

99-100
enz. in.disc.t Ag.sch.

39.130.094,77

,

.

10

1919

68.45

63.20

66.15

48.85

99-1OO
245.184.009,
,.
O
1

11

1919

68.45

63.15

66.15

49.-

47.50

99-1OO
i
Papier o. h. Buiteni. n


,,
‘L’ste d. w.’)

68.05

62.90

65.85

48.60

47.-

99
……….

disconto

……………..
Idem eigen portef.
.
f

8.495.850,-

.
FI’ste
,,

,, 1)
.68.60

83.25

66.25

48.90

48.-

100
Af:Verkochtniaarvoor
4
Jan. 1919

68.45

63.15

66.15

48.65

47.60

99-100
de bk. nog niet afgel.


28De6. 1918

68.80

63.25

66.-

49.-

47.60

99-100
8.495.856,-
Muntpariteit

66.67

66.67

66.67

48.-

48.-

100
Beleeningen
(Hbk

f
98.308.994,20/9
Noteenng re
Amoterdam.

t
)
Particuliere opgave.
m

ci.

vrsch.
i
.

‘,
B.-bk.

5.409.136 90
.Ag.ch.

41.624.052,44
1
/a

KOERSEN TE NEW YORK.
fl45.342.183 55

Op Effecten

……[144.869.483,55
Cable
Zicht Zicht
Zicht

Data
Lnd;n
:.
Op
Goederen en Spec. ,,

472.700,-‘

145.342.183,55
per
P. S)
P. 4 Rm.)
per gid.)
Voorschotten a. h. Rijk …………….

..14.590.795,74

Munt en Muntmateriaal
11 Jan…..1919

4.76.55

5.45′!,

nom.

42114
Laagste d.week..

4.76.55

5.45
1
!:

nom.

42’/1
Munt, Goud ……
f
76.395.780,-

Hoogste,,

,,

..

4.78.55

5.45
1
!8

nom.

42’/2
.
Muntmat., Goud ..

,,614.027.947,00
1
/

4 Jan…..1919

4.76.55

5.45
1
1,’

nom.

42/, ‘)
[690.423.727,00
28 Dec.
.:..
1918

4.76,55

5.45’/2

oom.

422/4
Munt, Zilver, enz.

,,

8.668.088,41
Muntpariteit….

4.86.67

5.18’/4

95’/

40′!,,
Muntmat., Zilver
..

1)
Noteering
van 3 Januari.

,,

699.091.815,41.
1
/
Effecten

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.

i.;an’hv.h.kapit.

3.780.361:18
8 751 33050
Tudperk
3-8
ja

Geb.enMeub. der Bank …………….,,

1.770000,-

Platonen
Noecr,as
1918c.
919 .’
Diverse

rekeningen

……………….,,

92.014.185,39

Laag,te
1
Hoogste [1.215.270.176,30

Pasiva.
AlexandrilL. Piast. p.
£

97
2
18

978!,

975/8

97
3
18

97
3
1,
B.

Aires…. d.p.gd.pes. 51
11
/io

51/8

51

52

511/
Kapitaal

………………………[

20.000.000,-

Calcutta
. .
.. sh/d.p.rup.

116″1,,

1/6
1
/io

116

116’/,

1/6′!::
Reservefonds

………………….

.,,

5.079.402,56

Hongkong

..

id. p.
$

3141/4

3/4′!4′)

3/3′!4

3/4

3139/
Bankbiljetten in omloop …………

..1.080093..575,-

Lissabon…. d.p.escudo

34

34

34

35

341/
Bankassignatiën in’ omloop……….,,

1.899.436,09

Madrid

…. Peset. p. Z

23.68

23.66

23.68

23.78

23.69k
Rekening.Courant saldo’s:

Montevideo..

d.p.peso

595/4

60

59
1
!3

60V,

60
Van’ het Rijk……
f
Montreal….

$
per
£

4.83’/4 4.84′!

4.84
1
!2

4.86,’!2

4.86
Van anderen ……..97.774.697;50’/2

R.d.Janeiro’)

d.p.milr.

13
27
18,

13
1
,

13’/d

13
11
12′

1 V/4
97.774.697,50V
Diverse rekeningen

………………

..10.423.065,14′!,

Shanghai

..
sh/d.p.tael

5/2

5/2
2)

511

5/1

511
[1.215.270.176,30
Rome
.
……..Lire’s
p. £
30.31

30.31

30.25

30.37k

30.31

Singapore

. .

id.
p. $

2/4’/,

2/4″!,

2/4
2
1,

2/4’/8

2/4′!,
Valparaiso

‘)
d.p.pap.p.

10
5
/22

10
2
‘182

10/16

10
22
102

10
7
f
Beschikbaar metaalsaldo …………..
f

462.673.763,93

Yokohama
. .
sh/d.p.yen

2/21/4

211
7
/,

211
2
/8

2121/
4
1

212
Op de basis van
2/,
metaaldekking
.. .

,,

226.720.222,21

t
)
Noteeringen op 90 dagen.

2)
Noteering van
31
Dec.
1918.
Minderbedragaanbankbiljetteninomloop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is .. ,,
2.313.368.815,-

GOUD EN ZILVER.

Sedert 29
Juli
1916 worden de dagelijksche ontvangsten
Verschillen met den vorigen weekstand:
en onttrekkingen van goud door de Bank van Engeland
Meer

Minder

tijdelijk niet bekend gexaaakt.
Disconto’s

7.668.177,84
1
11

Buitenlandsche wissels ……

303.084,-

‘NOTEERING VAN ZILVER.

..
Beleeningen

……….. ….
,,

4.564.912,24

Noteering te Londen.

te
New
York
Gud

…………….. ..

1.012.323,68
Zilver …………………80.124,09
11

Jan.

1919
……..

482/,,

101
1
!8
Bankbiljetten

…………. .

20.854.505,-
4

,,

1919 ……..48/,,

101V8
Part. Rek.-Crt. saldo’s

….

8.062.961,37′!,
28

Dec.

1918 ……..48
7
!16

101′!8
.
21

,,

1918..

….

48
7
!10

101′!,
.

Voornaamste posten in duizenden_guldens.


‘ ‘
Andere
14

1918
……..

48
7
/,

101’/8

12

Jan.

1918 ……..45′!,
‘)

90′!,
DaM
Goud
Zilver
opeischbare
schulden
13 Jan.

1917 ……..36

748!,

4

.
.

11
Jan.

1919

.1..
690.424
-8.668
1.080.094
99.674
20

Juli

1914 ……..
24
11
1,,,

54’/s
1) Noteering van
11Januari.

.


4

,,

1919

.. ..
691.436
8.588
1.100.948 91.626

I’4
U M
28 Dec.

1918

.. ..
689.441′
8.545
1.068.947
90.529,
21

1918

.
689.923
8.381
1.057.448 95.542
Weekstaat der Nederlandsche Uitvoerruaatschappij.


14

1918
690.723
8.319
1.059.603
.
82.497
Voornaamste posten in duizenden guldens.


7

,,

1918

..
30 Nov.

1918

.. .
75.660

692.375 693.392
8.256′
8.230
1.072.360
1.082.164
73.808

‘en

Data
Bankiers
Dse
23

1918

.. . .
695.415
8.200
1.081.877 96.217
kitbilj.
reken.’)
brieven
reken.1)
9

,,

1918

….
700.399 700.429
8.157 8.128
1.109.995
1.018.395
87.919 70.523
9 Jan. 1919.

2.336

65.700

70.400

14.791

99.605
2

,,

1918

. . .’.
701.453 8.168
1.025.572
61.473
2

,,

1919..

1.905

‘53.200

70.400

14.790

99.347
26 Oct.

1918

….
706.477
8.154
‘985.317
96.558
27 Dec. 1918..

1.634

53.200

70.400

14.788

101.893

.

16

1918

‘ ……

19

,,

1918

….
706.635
8:085

‘990.089
80.717
19

1918..

3.395

53.200

70.400

.14.770

103.100
12

1918..

3.249

53.200

70.400

14.765

103.384

12′ Jan.

1918

.. ..
697.459
,

6.933
883.869 45.127

‘) Beide rekeningen omvatten,
behalve garantiewiosels in portefeuille
,
13 Jan.

1917

….
589.576
6.746 745.543 71.495
tot het bedrag der buiteni. echatkistbiljetten. in hoofdzaak garantiewiseels
in
dept hij de Ned. Bank.



25
Juli

1914

.. ..

162.114
.
8.228.
..’ 310.’437
-.
6.198

1

15
-Januari
1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

67

D
0

Disconto’,

Belee.
Beschik.
baar
Dek. hing,-
Hiervan
Totaal
Schatkist.
ningen
Metaal-
percen-
promessen
saldo
lage
rechtstreeks

11
Jan. 1919
245.184 176.800 145.342
462.674
59
4

,,

1919
252:852
177.800
149.907
461.043
59
28 Dec. 1918
243.691
174.800
139.515
465.624
60
21

1918
236.729
167.800
129.116
467.234
61 14

1918
219.227 146.800 134.380
470.144
61
7

,,

1918
210.203 136.800
142.345
470.915
61
30Nov. 1918
225.288
145.800
144.367
469.579
61
23

1918
231.138 146.800
141.874
467.512
60
16

,,

1918
208.639
135.800
180.376
468.446
59
9

,,

1918
157.375
128.500
120.416
490.242
65
2

,,

1918
144.649
115.500
129.546
491.672
65
26 Oct. 1918
142.996 116.500 119.685
497.709
66
19

,,

1918
133.696
106.000 119.279
499.995
67

12 Jan. 1918
66.729
30.000
93.627 517.764
75
13 Jan. 1917
79.029
47.000
72.282
432.014
73

25 Juli 1914

1

67.947 14.300
61.686
43.521
1
)
54
‘)
Up
dc
boei, ven
/, meteeldekking,

Uit de bekendmaking van den Minister van Finan-
ciën blijkt, dat uitstonden op:

4 Jan.
1918

llJan.
1919

Aan schatkistpromessen.. f
387.940.000,-
f
403.920.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst ,, 177.800.000,-

176.800.000,-
Aan schatkistbiljetten ..

140.180.000,-

164.050.000,-
Aan zilverbons ………,, 67.689.567,-

66.502.674,50

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Naast de per mail ontvangen gegevens wordende telegrafisch
bekend geworden totaalcijfers der obligo’s en uitzettingen en het beschikbaar metaalsaldo van latere data opgenomen.

Andere
Data

Goud

Zilver

bil

opelschb.
je en

schulden

4
Jan. 1919 ……
….’

310.200
28 Dec. 1918

296.000
14 ,,

1918

295.000

23 Nov. 1918 …….102.967

14.577

192.361

90.850
16

,,

1918 …….120.150

14.471

193.167

88.636
9

,,

1918 ………100.751

14.919

192.384

86.708
2

,,

1918 …….98.883

15.077

187.785

87.400
5 Jan. 1918 …….86761

18.831

171.511

65.236
6 Jan. 1917 …….73.143

24.947

158.750

44.550
25 Juir 1914 …….22.057
1
31.907

110.172

12.634
Wissels.

Div

Beachik.

Dek-

Di,.

buiten

Belee-

C

baar

kings.
Data

conto’,

N..Ind.

nlngen

reke.,

metaal-

percen-
nin gen )
betaalbaar

saldo

lage

4 Jan.1919

189.300

64600

***
28 Dec. 1918

173.800

62.800

•*S
14 ,, 1918

173.100

62.300

*

23Nov.1918 8.965 17.206

81.132 19.754 61.168

42
16 ,, 1918 9.190 17.494 82.441 18.786 60.510

41
9

1918 8.421 17.541 80.634 20.714 60.137

41
2 ,, 1918 8.382 20.060 78.365 22.501 59.167

41
5Jan. 1918 7.851 33.332 71.996 24.459 58.243

44
6Jan. 1917 6.382 34.814 66.188

8.711 56.262

48
25Juli 1914 7.259

6.395 47.934

2.228

4.84 2-)l 44
1)
Sluitpoet der active.

‘) Op de besie van
2/
metealdekking.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste nosten in
duizpnden c,i,1nnu.

Data
Metaal
Ctrculatte
oZ

cb.
schulden
1
Discontos

2 Nov. 1918

. .
906
1.631
2)

1.203
1.267 156
26 Oct.

1918

..
905
1.506
3
)
1.347
1.265
220
19

,,

1918

..
899
1.554
4)
1.235
1.265
191
12

,,

1918

. .
890
1.578

)
1.184 1.247
163

3 Nov. 1917 ..
591
1.241 903 1.023
998
4 Nov. 1916 ..
680
1.090
728
892
774

25 Juli

1914

..
645
1.100
560
735
396
‘) bluitpoet der activa.
2)
Hiervan zilverbons 275 dz. gld.
t)
idem 246
dz. gld.
4)
idem 262 de. gld.
5)
idem 267 clz. gid.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven

van enkele niet wekelijks opgenomen banketaten.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,

in duizenden p. st.

Currency Notes.
Data

Metaal

Ctrculatle

Bedrag
I
Goudd.
I
Gov. Seg:

8 Jan. 1919 80.521

70.141

*5*

*5*

*5*
1 ,,

1919 79.976

70.190 323.241 28.500 305.133

25 Dec. 1918 79.111

70.307 323.644 28.500 304.633
18 ,,

1918

78.605

68.963 314.645 28.500 295.133

9 Jan. 1918 59.079

45.703 211.830 28.500 187.129

11 Jan. 1917 55.465

39.017

145.985 28.500 116.273

22 Juli 1914 40.164

29.317

Data
Goti.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depo,.
Ot!ie,
Depos.
Re-
oerve

Dek.
kinga.
percen.
lage
t)

8Jan. ’19
71.877
85.493
28.164
140.188
28.830 17,12
1

,,

’19
124.304
106.473 26.306 214.894 28.236
11,70
25 Dec. ’18
71.106 92.140 23.643
149.037
27.254
15,78
18

,,

’18 69.256
93.218 28.868 143.885
28.091 16,26

9 Jan. ’18
56.868
90.661
37.899
123.534
31.826
19,71
11 Jan. ’17
120.274
42.584
49.529
13.248
34.898
19;40

22Juli ’14
11.005 33.633
13.735
42.185
29.297
52′!,

‘)
Verhoud,ng tueechen Reserve
en Deposits.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darleheus-
kassenscheine, in duizenden Mark.

Data
Metaal
Daarvan Goud
Kauen.
scheine
Ctrcu.
latte

Dek.
kinga-
percen.
lage’)

31 Dec.

1918
2.282.000 2.262.003
5.267.000
22.188.000
34
23

,,

1918
2.282.776
2.262.629 4.896.872 21.124.313
34 15

,,

1918
2.324.787 2.304.477
4.481.531
20.005.801
34
7

1918
2.328.112 2.307.883
4.194.551
19.175.464
34

31 ])ec.

1917
2.587.936
2.406.586 1.314.790
11.467.749
34
30 Dec.

1916
2.536.792 2.520.473 422.087 8.054.652
37

23 Juli

1914
1.691.398 1.356.857
65.479 1.890.895
93
t)
Uekking der circuletie
door meteo! en Kassenachene.

Data
Wissel,
Rek. Crt.

Darlehen,kassenschejne

Totaal
In kas bil
uiige-
de Reicha.
I

geven
bonk

31 Dec.

1918
27.416.000
13.280.000
15.626.000
5.263.000
23

1918
24.459.084
11.483.870
15.214.000
4.894.000
15

,,

1918
24.271.354
11.405.928 14.740.600
4.478.000
7

1918
22.160.056
10.212.227
14.406.400 4.191.200

31 Dec.

1917
14.596.106 8.050.389 7.689.300 1.304.500
30 Dec.

1916
9.609.767
4.564.206

23 Juli

1914
750.892 943.964

1

RUSSISCHE STAATSBANK.

Sedert 5 November 1917 is geen bankstaat verschenen.

.68

ECONOMISCH.STATIFISCHE BERICHTEN

15 Januari 1919

BANK VAN FRANKRIJK.

EFFECTENBEURZEN.
Voornaamste posten in duizenden irancs.

Data
Goud
Waaroan
in liet
Buitenland
Ziloe,
Te goed
in het
Buitenland

Buii.gew.
voorach.
old. Slaat

9 Jan.’19
5.492.299
2.037.108
317.391
“‘
18.100.000
2

,,

’19
5.486.092
2.037.108
318.164
17.800.060
28Dec.’18
5.477.568
2.037.108 318.348
1.300.472 17.150.000
19

,,

’18
6.473.452 2.037.108 318.501
1.285.748 16.400.000

10 Jan.’18
5.357.516
2.037.108 246.109
869.739
12.700.000
11 Jan.’17
4.405.930

1.693.089
707.120
7.900.000

28 Juli
’14
4.104.390

839.620

Wiaada
lJilge-
,te!de
Wissel.

Bdee.
ning
Bankbil.
Jatten

Rek. Cr1.

culleren.

ek
Pont- Cr1.
R.

Slaat

1.523.090 1.023.896
1:215.501
31.566.850

110.629 1.361.922 1.026.433
1.238.502
31.055.037 2.391.710
34.278
1.046.275 1.028.568
1.202.841
30.249.612 2.366.197
111.684
971.916
1.031.798 1.204.328 29.271.224
2.451.677
41.378
958.217
1.144.832
1.220.181
22.982.792 2.696.980
156.5)4
695.749
1.332.654
1.295.158
17.287.397
2.218.171
34.298

1.541.080

769.400
5.911.910
942.570 400.580

SOCJÉTÉ GÉNÉRALE DE DELGIQUE.’)

Voornaamste posten in duizenden francs.

°
D
°

MetQl
.
Inc!
kuilen!.
saldi

Beleen.
00fl
buiten!,
oorder.

J.
Van
prom. d.
prooinc.

Binn.
wIssd,
en
keleen.

Circu.
laffe

R
C•

50
iii

17Oct. ’18
1.216.753
100.082
480.000 97.728
1.507.912 377.440
10

,,

’18
1.219.743
100.021
480.000
100.040
1.508.011
382.595
8

,,

’18
1.144.781
100.011
480.000
95.287 1.452.612 358.318
28Sept.’18
1.145.778 99.982
480.000
101.783 1.452.948
365.452

18Oct. ’17
476.043
90.903
480.000
100.351 1.172.474 91.204
19Oct. ’16
352.872
76.033
480.000
39.834
828.739
110.068
t)
Sedert einde 1914 met de functie
van circulatiebank belast.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.

Data
Goud
Waaraan
voor dekking
F. R. Notes

Waar.
Oan in
hel bui-
ienland

1
Ziloer
1

eEc.
1

F.R.
Notes in
circu-
laffe

15 Nov. ’18
2.056.777 1.241.536
5.829
53.039
2.562.517
8

’18
2.046.591
1.218.873
5.829 54.248
2.558.196
1

’18
2.052.229
1.213.319
5.829 53.456 2.515.504
25 Oct.

’18 2.045.132
1.246.948 5.829
53.037
2.507.912
18

,,

’18
2.035.313
1.230.911 5.829 52.372
2.502.488

16 Nov. ‘171
1.584.328
1
641.3261
52.5001
52.525
1

972.585

Data
Wisse!.
T0tadl.
CPOI
0

____________

Waar-
oon
Kapitaal

Dek.
king..
percen-
lage t)

Goud.
dekking
circu-
laffe

15 Nov. ’18 2.176.685

2.383.462

79.903

51,4
50,2

8

,,

’18 2.171.760

2.348.989

79.824

50,9 49,8

1

’18 2.123.019

2:347.692

79.360

51,7
50,9
25 Oct.

’18 1.944.787

2.580.825

79.190

50,8 50,7

18

,,

’18 2.058.692

2.384.319

79.057

51,2
50,0

16 Nov. ’17

681.719

1.961.747

1

66.691

71,4
1

78,6
t)
Verhouding tueechen:
den totQlen
goudvoorraad,
zilver etc.,
en de
op.iochbare
schulden:
F. R.
Notes
en
netto
depooitos wet inbegrip van
het kapitaal.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ
lIET
FED.
RES. STELSEL.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Data
Aantal
1

Totaal
uitgezet ie
Re.enoe
bij de
Totaal
Waarvan
time
banken
1

gdden
Cfl
F. R. bonks
deposito’a deposits
beleggingen

8Nov.’18
751
13.903.015 1.267.855 12.025.989 1.450.895
1

,

’18
750
14.040.777
1.174.340 12.104.471
1.468.664
25 Oct. ’18
749
14.022.210 1.360.662
11.671.211 1.438.992
18

’18
749
13.532.479 1.213.373
11.696.108 1.441.234
4

,,

’18
745
13.518.290 1.202.798 11.658.761
1.447.180

Amsterdam, 13 Januari 1919.
Indien de stemming op de internationale effectenbeurzen
gedurende de achter ons liggende dagen met een enkel woörd.
weergegeven zou moeten worden, zou slechts gezegd kunnen
worden, dat een gevoel van uiterst drukkende onzekerheid
alom overheerschend is geweest. De gebeurtenissen te
Berlijn hebben al het andere verre in de schaduw gesteld
en het was naar de hoofdstad van Duitschiand, dat aller
oogen waren gericht. De verwoede strijd tusschen socialisten
van twee richtingen heeft de sandacht gevestigd op den
chaos, waarin de gansche wereld zich feitelijk bevindt en
heeft tevens den angst voor het overslaan van revohitionnaire
bewegingen naar de overige staten van Europa levendig
doen worden. Weliswaar bevindt Duitschland zich in een positie, waarin de voedingsbodem voor een revolutie kan
worden bevrucht, doch ook in de overige, tot dusverre oorlog-
voerende rijken is de toestand van dien aard, (lat 6dn enkele
vonk het kruithuis der revolutionnaiçe woelingen wellicht kan
doen ontbranden. In de Vereenigde Staten is eene staking van
haven-arbeiders uitgebroken, die .lreigde het gansche inter-
oceanische transportverkeer te ontwrichten en al is het
conflict op dit oogenblik reeds bijgelegd, den waarborg tegen
herhaling mag dit allerminst worden genoemd. In Groot-
Brittannië is een gedeelte van het leger in verzet gekomen
tegen de langzame afwikkeling der demobilisatie, welk verzet
slechts door aanmerkelijke concessies kan worden gestuit.
Uit Frankrijk zijn dergelijke uitingen van verzet nog niet tot ons gekomen, doch de Gallische geest is, als bekend,
steeds rijp voor alles, wat naar massa-actie zweemt, zoodat
het geen verwondering zou behoeven te wekken, indien ook
uit het Zuiden onrustbarende berichten tot ons zouden komen.
Het is dan ook een logische consequentie van den uiterst
verwarden toestand, dat de beurzen zich zeer apathisch en
over het geheel op aanmerkelijk lager niveau hebben be-
wogen. Uit den aard der zaak was dit het sterkst het geval
te Berlijn. Zelfs is het daar op Maandag 6 Januari tot
een sluiting van de effecteitbeurs gekomen, terwijl het bloed
in de straten vloeide. De Rijksbank had eveneens haar
werkzaamheden stopgezet; de overige banken sloten te 1 ure.
Buitengewoon groote ongerustheid wekte aanvankelijk het feit, dat de Spartacuslieden de Rijksdrukkerij hadden bezet
en het daa? aanwezige bankpapier in beslag hadden ge-
nomen. Men stelde zich onmiddellijk het Russische voorbeeld
voor oogen en vreesde voor een ongelimiteerde circulatie
van nieuwe bankbiljetten, hetgeen het herstel van de Duitsche
valuta ontzaggelijk zou hebben geschaad, afgezien nog van
het feit, dat het de duurte in het eigen land tot een per.
inanent kwaad
zo.0
hebben gevormd. Deze ongerustheid is
echter spoedig verdwenen, toen bleek, dat de Spartacus-groep
dergelijke plannen niet koesterde en zij het gansche concern
der bankbiljettendrukkerij intact had gelaten.
Echter woedde de strijd om de regeeringsmacht onver-
minderd voort. Op het oogenblik dat deze regelen worden
geschreven, heeft het er den schijn van (hoewel de berichten
dienaangaande met het noodige scepticisme opgevat dienen
te worden) dat de thans aan het bewind zijnde Itegeering
een voorloopige overwinning op de revolutionnaire oppositie
heeft behaald. De beurs echter heeft., hoewel dit reeds eenige dagen met vrij groote zekerheid kon worden verwacht, hierop
geenszins gereageerd, bevreesd als zij is, dat men nog lang
niet aan het einde van den burgerkrjg is gekomen.
Merkwaardig mag het inmiddels wel worden genoemd,
dat ondanks deze voorvallen de koers der Duitsche oorlogs-
leeningen zeer prjshoudend is gebleven. In de eerste plaats
moet dit worden toegeschreven aan het feit, dat men aller-
wegen de opvatting toegedaan is, dat, welk beeld ook de
toekomstige regeering van Duitschland te aanschouwen zal
geven, de bezadigde elementen wel steeds een zoodanigen Invloed zullen behouden, dat men niet voor navolging van
het Russische voorbeeld bevreesd behoeft te zijn. Doch verder
zijn ook de reeds genomen en nog te nemen maatregelen’ ten
opzichte der Staatsleeningen van dien aard, dat een
schraging van het koerspeil bijna noodzakelijkerwijs hieruit voortvloeit. Deze maatregelen zijn in drie soorten te onder-
scheiden. Primo is het vrij zeker, dat obligaties der betrokken
leeningen althans voor een.deel Ii. pari in betaling gegeven
kunnen worden voor verschillende belastingen. Secundo gaat
de interventie van de Rijksbank door, zij het tot eenigszins
verlaagde prijzen, die meer in overeenstemming zijn met de
werkelijke koersen in de vrije markt en tertio hebben de
Darlehnskassen de voorschotrente op onderpandvan obligaties
der staatsleeningen verlaagd van
5/
op 5114
0/.
Er bestaan
thans bij deze kassen drie verschillende wijzen van rente-
berekening; 5
1
!
0
/s voor voorschotten op effecten in alge-
meenen zin, 5 i/
Io
voor onderpand van oorlogsleeningen

15
Januari
1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

en 5 Ih
0/
voor voorschotten voor betalingen op de beide
laatste oorlogsleeningen.

Behalve deze fondsen waren ook Oostenrjkache papieren
meer gevraagd in verband met het betaalbaar stellen van
den Januari-coupon van diverse soorten.
Overigens was de gansche markt in zeer gedrukte stem-
ming en was van handel zoo goed als geen sprake. De om-
zetten bleven uiterst beperkt, wijl tegenover het Vrij groote
aanbod geen vraag van eenige beteekenis kon worden gesteld.

Op de markten in de landen der Entente is (le algemeene
tendenz niet veel beter geweest, trots den toestand van
overwinnaars, waarin men zich daar bevindt. Men is zich
te goed bewust van de moeilijkheden, die nog zullen rijzen,
zoowel tijdens als na de vredes-onderhandelingen, dan dat
men zich aan een ongemotiveerd optimisme overgeeft.
Bizondere voorvallen hebben zich echter
te
Londen, noch
te Parijs voorgedaan, die hier een speciale vernielding zouden
behoeven.

Te N e w Y
01-
k is de markt eerder weifelend dau flauw
geweest, ondanks de alarmeerende berichten omtrent ver-
schillende stakingen. Zelfs waren spoorwegleeningen weer
gevraagd, in verband met het vooruitzicht, dat de Regeerings-
contrôle over de spoorweglijnen vermoedelijk niet zoo spoedig
l worden opgeheven, waardoor de verschillende systemen
voorloopig nog in het bezit dem

gegarandeerde inkomsten
zullen blijven. Tot nu toe wordt (le Regeeringsbijdrage uit
dien hoofde getaxeerd op 160 inillioen dollar. Hoe groot
dit bedrag ook moge zijn, zal het gouvernement waarschijn-lijk toch niet zoo spoedig besluiten tot teruggave der spoor-
wegen aan de aandeelhouders, wijl de directies alsdai
genoodzaakt zouden zijn de bonen van personeel en arbeiders
meer in verhouding te bi-engen tot de werkelijke ontvangsten.
Dit zou zeer gemakke’ijk conflicten te voorschijn kunnen
roepen met al de treurige g&,’olgen van desorganisatie, welke
vooral thans vermeden dienen te worden, nu (le Vet-eenigde
Staten zich opmaken tot het l)lan eener wereld-disti-ibutie,
die alleen dn goed kan functioneerén, indien alle organen
van handel, industrie en transport tot liet welslagen
piedewerken.
• Bepaald ongeanimeerd vai-en slechts
Marine imiarden
nu
wel vrij zeker is, dat de verkoop van het Engeisch bezit der
Marineti-ust niet zal doorgaan.
Te onze n t heeft het verloop dei- emissie van de
nieawe
Staatsleeninçj
een deprimeerenden invloed op dc gansche
markt uitgeoefend. Wel is het aangeboden bedrag ruim
overteekend, zoodat de toewijzing slechts 90
0/o
bedraagt,
doch dit succes is slechts verkregen door het schrikbeeld der
gedwongen leening. Velen hebben zich thans genoodzaakt
gezien iu te schrijven, doch zij hebben dit slechts gedaan
met de bedoeling zoo spoedig mogelijk hun bezit weder te
realiseeren. Hierdoor is zulk een overweldigend aanbod ontstaan, dat reeds op den eersten dag na de sluiting der
inschrijving de obligaties met 3
O/
disagio werden ver-
handeld, hetgeen in den ioop van Ie beric-htsperiode zelfs
tot ongeveer 4
0
1 is aangegroeid. Zoowel ten opzichte
der oudere staats- als der reeds genoteerde gemeentelijke
en Nederlandsch-Indische leeningen is op deze wijze een vrij
groote anomalie ontstaan, welke echtei- tot op dit moment
nog geen aanleiding tot aankoop-orders heeft gegeven.
De overfge soorten der beleggingsmarkt waren voor de
inheemsche fondsen zeer rustig en zoudej groote variaties.
Van de !uitenlandsche soorten traden Japansche obliga-
ties op den voorgrond, doordat ei een vrij groote vraag
bestond, hetgeen de koersen kon doen monteeren, terwijl.
overigens op tte beleggingsmarkt de paudbrieven der Argen-
tijnsehe Hypotheekbank (Cedula’s) vrij sterk konden stijgen.

7Jan. 10Jan. 13Jan.
Riizinwf

41/
t
0/
o
Ned. W. Sch.

1916 90

90

89’/16 – ‘/
IC
4

01

,,

,,

,,

1916

82

8218

82
1
/


t-.
‘i
Siji

,,

,,

,,

. . . .
70
70
70
3

/o

. . .
63’f3
63
7
/8
63e/s
21f

0/o
Cert. N. W. S…….
55
551/
55/4
+
1

5

0
/0
Oost-Indië 1915 -…
94’/2
95
96/
+ 2’/
4

O/

Hongarije Goud ….
34
1
I
33
331/

101
4

°Io
Oostenr. Kronenrente
28
0
/t,
28/io
28/8
+
l/j

5

0/

Rusland 1906 ……
40
40
40
4l/
0/

Iwangorod Dombr…
35
1
h
32 32

91/
4

4

°Io
Rusland Cons. 1880..
33’/4
31
30

311
t

4

0/

Rusl.bijffope&Co…
3311,
0

33
30/io
3 4

°/oServië

1895 ……..
51
51718
517/8
+
?/

41/
0/

China Goud 1898

..
65
1
/i
65
1
/s

4

/o Japan 1899 ……..
51
56
59
1
/
+
8′!,
4

0/t,
Argentinië Buitenl
63
63 63 5

01

Brazilië 1895

……
70’/s
70
70

1/3

5

0/

,,

1913

……
65’/s
64
1
I
67
‘/
f
1
3
/4

De locale markten hebben over het geheel in het teeken
van de vrs voor verwikkelingen in Duitschiand gestaan.
‘ooral op de
Peirolenrn-afdeeling
was dit zeer goe& merk-
baar. Aandeelen Koninklijke Petroleum-Maatschappij, die in
de vorige berichtsperiode een onafgebroken stijgenden lijn
te aanschouwen hadden gegeven, waren thans sterk in re-
actie, zoodat zelfs zeer gunstige mnededeelingen, als de fusie
met de Burmah-Oil Company en de aanvoer van groote
hoeveelheden stook-olie geheel zonder invloed bleven, Ook
schijnt het tijdelijk ontbreken van buitenlandsche kooporders
eenigen steun aan de markt te hebben ontnomen, terwijl
ten slotte een reactie in den koers der Amerikaansche cer-
tificaten het denkbeeld te onzent post deed vatten, dat de aankoopen voor buitenlandsche rekening thans definitief
waren gestaakt en plaats hadden gemaakt voor iealisaties
ten behoeve voor winstnemingen. In de laatste dagen echter
is weder eenige opleving te constateeren geweest, zoodat de
betrokken aandeelen het laagste punt, waarop zij aange-
komen wai

en, ver achter zièh hebben gelaten. In verband
met deze houding wal-en ook de overige petroleum-aandeelen
in reactie, waat-bij de koers-fluctuaties echter veel geringer
zijn geueest.
De afdeeling vooi-
(Jtdluarwaui

den
heeft slechts geringe
variaties te aanschouwen gegeven. Over het algemeen stonden
hier vraag en aanbod gelijkelijk tegenovei- elkaar, zoodat de
handel een kalm en normaal verloop heeft gehad. Wel was
ei-, in aansluiting aan de algemeene opvatting, eenige nei-
ging tot reactie merkbaar, doch nergens heeft deze een
giooten omvang aangenomen en nergens was een drastische
uitwerking op het koerspeil merkbaar.
Evenmin is dit het geval geweest voor
tabakswuarden, waarin echter de omzetten van vrijwel geen beteekenis zijn
geweest. De koersen konden zich descndanks goed handhaven.
Het verloop voor de
rubber-afdeeling
is
zeer onzeker ge-
veest. Niettegenstaande de pessimistische beschouwingen
omtrent de resultaten van de meeste ondernemingen konden
aanvankelijk de koersen der hoofdsoorten, en speciaal van
aandeelen Rubber Cultuur Maatschappij Amsterdam, goed
mOnteeren, daar van verschillende zijden tot aankoopen werd
overgegaan, hetgeen tevens dekkings-aankoopen in de hand
heeft gewerkt. Ten slotte echter kon ook deze rubriek niet tegen de algemeene tendenz ingaan en reageerden de be-
trokken aandeelen vrij scherp. Zij verlaten de berichisperiode
vrijwel
01)
den laagsten prijs.

7 Jan. 10 Jan. 13Jan.
R
?
0f

Amsterdamsche Bank …. 181
8
h
1801/4
180
1
/

1/1
Ned.
Handel-Mij. cert. v. aand. 177
1
/o 174
1
/4 174
t5/,
– 2
8
/1
Rotterd. Bankvereeniging

139I 1393/4 1391/ – 1/
2

Amst. Super fosfaatf abriek.165

162
3
/g 1643/4 –
1
/4
Van Berkel’s Patent ……140

139/4 1.38
1
/

– 1
1
!1
Insulinde Oliefabriek …… 225’/4 226

232
1
12 + 7
1
1
Jurgens’ Ver. Fabr. pr. aand 1030/
8
105

104
1
/ +
1
1
/
Ned. Scheepsbouw-Mij. …. 180
1
12
186 ‘/, 1850/
g
+ 5
1
/t
Philips’ Gloeilampenfabriek 395

397 ‘/ 4021/ + 7
1
/
R. S. Stokvis & Zonen S

535

523

523

– 12
Vereenigde Blikfabrieken

132
1
/s 131
1
!1 135

+ 2
0
/8
Compania Mercantil Argent 229
1
!, 231/ 234′!, + 5
Cultuur-Mij. d. Vorstenland 143

141/4 139
‘I
– 30/
4

Handeisver. Amsterdam

378I4 378
1
/ 37614 – 2
Holb. Transatl. Handelsver. 124

119
1
!2
119

– 5
LindeTeves&Stokvis ……224

220

219113 – 41!2
VanNierop&Co’sHandel.Mij 178
1
12 178
1
!, 177
1
/1 – 1

Tels & Co’s Handel-Mij

152
1
/2 152’/2 152
1
/2
Gecons. Hou. Petroleum-Mij 239

235

2351!1 – 371
6

Kon. Petroleum-Mij ……. 512

489

503′!2 – 8′!3
Orion Petroleum.Mij ……. 82′!,

798/8

79

– 31/2
Steaua Romana Petr.-Mij – 164

1561/
2
1551/2 – 8/2
Amsterdam-Rubber-Mij. – – – – 189
1
/4 189

1860/4 – 2
1
/
Nederl.-Rubber-Mij. …… 106′!, 107
1
1

105


1′!2
Oost-Java-Rubber-Mij. …. 223’/, 223

215

– 8’1
Deli-Maatachappij ……..519

507

507

– 12
Medan-Tabak-Maatschappij 219
1
!3
217
1
/ 215
3
/8 –
Senembah-Maatschappij

469

464

460

– 9

De
scheepvaartmarlct
ondem-vond den terugslag van het
bericht, dat binnen afzienbaren tijd een groot aantal schepen,
dat thans door de Geassocieerden is gerequireerd, aan de
eigenaars zal worden teruggegeven. Men concludeerde hieruit,
dat de betrokken reederjen vermoedelijk minder groote
winsten zullen maken, wijl bij den tegenvoordigen stand
van het wereldverkeer de vrachten in de Vrije vaart waar-
schijnlijk minder zullen bedragen, dan de door de Geasso-
cieerden betaalde huur. Spoedig echter werden hier andere
opvattingen gehuldigd, toen officieus de svinstcijfers van de Holland-Amerika Lijn werden gelanceerd en toen overigens
bekend werd gemaakt, dat verschillende scheepswerven in
ons land groote opdrachten tot nieuwbouw en herstellingen

70

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Januari 1919

van de Engelsche Regeering hadden ontvangen. Dit veroor-
zaakte een algemeen betere opvatting, die zich ook uitstrekte
over de scheepvaart-afdeeling, hoewel deze er slechts zeer
middelljk bij is betrokken.
De afdeeling voor binnenlandsche
industrieele awudeelen
echter werd door deze berichten sterk gestimuleerd. Niet
slechts de aandeelen der verschillende scheepsbouwmaat-
schappijen, doch ook die van andere ondernemingen, als
Nederlandsche Staalgieterij, du Croo & Brauns, Werkspoor,
enz. werden tot hoogere prijzen uit de niarkt genomen.

7 Jan. 10
Jan.

doling.

Holland-Amerika-Lijn …. 403/2
404

406′!,
+ 3
,,

,,

,, gem.eig. 390

392

3931/2 + 31/,

Holland-Gulf-Stoomv.-Mij .. 270

270

250

– 20
Roll. Alg. AU. Stoomv.-Mij. 162
1
/d
162’1 163

+ ‘/’
Hollandsche Stoomboot-Mij.. 204

202
1
12 199′!, –
4
1
12
Java-China-Japan-Lijn …. 314
1
/ 314

316’/ + 2/4″
Kon. Hollandsche Lloyd ..
178
1
I
175

175

– 3’/
Kon. Ned. Stoomb.-Mij…. 234’/, 233

2307/ – 35/,
Kon. Paketvaart-Mij ……. 250’I

248′!3 248

– 2′!,
Maatschappij Zeevaart …. 325 312 310 – 15
Nederl. Scheepvaart-Unie .. 259
1
/ 256/i 255
8
/4
-4
Nievelt Goudriaan. …….. 500 498 485 – 15′
Rotterdamsche Lloyd …… 286’/ 284
1
!2
282
1
/4
-4
Stoomv.-Mij. ,,Hillegersberg” 365 365 300 – 65

,,

,, ,,Nederland” ..
288’/4
284

285


3’I

,,Noordzee” .. 193

191′!2 190’/

– 2′!,
,,Oostzee” .. .. 873
1
!2 368

368

– 5′!3

De
A.nre?;ikaansche afdeeling
gaf slechts eenige levendig-
heid te7 aanschouwen voor Marinewaarden, die vrij sterk
aangeboden waren en voor Intercontinental Rubber Shares,
die een periodieke stijging te aanschouwen hebben gegeven.
Overigens was de handel zeer stil tot bijna ongewijzigde koersen:

T

T

Rijzing of
,an.
iu
,,an.

daling.
American Car & Found-ry . . 84
‘/a

83
1
/

837!8 –
318
Anaconda Copper ……..135

132!8 132

-3
Un. States Steel Corp ….. 88’/,,

892/,,
87
22
182 – “/i,
Atchison Topeka ……….92′!,, 937/

93/,6 ± ”
Southern Pacific ………. 94/8

94
/I

95

Union Pacific …………. 134/4 134
7
!, 133


1
3
/4
Int. Merc.Marine afgest…..28″/,, 28
21
102 2812/,, –

prefs. i 15′!

113
5
/,, 113/4

* ex dividend.

De
.qeldinarlit is
Vrij stabiel gebleven; prolongatie 3’/,
I
/o.

Noteeringen.

Chicago

Buenos Ayrea

Dato –

Tante

Mars

Have:

Tante

Mars Liiazaad
Jan.

I

Jan.

Jan.

Febr.
I
Febr.

Maart

11Jan.’19 226

140

688/8

– 5)

-5)

_s)

4. ,, ’19 226

143
1
!,

701/
4

11,60

5,30

18,60
11Jan.’18 220

127’/4

79
7
1s

13,45

7,10

18,60
11Jan.’17 187!8
4)
98014
4)
57/,) 14,45

9,80

24,40
11Jan.’16 12611,
4)
791/44) 491/s
4)
9,05

5,35

12,25
3
)
20Juli ’14 82

‘)
56
1
I8 ‘)
36′!, ‘)

9,40
2
)

5,38 ‘) 13,70
2)

‘) per Dec.
2)
per, Sept. ‘) per Jan.
4)
per Mei..
6)

Geen

COEDERENHANDEL

GRANEN.

13 Januari 1919.

De berichten omtrent voorraden en versehepingen vau
graan beginnen ons in de laatste weken niet slechts vol-
lediger, doch ook geregelder en spoediger te bereiken.
Daaruit blijkt, dat

men zich zoowel in uitvoer- als import-
landen meer en meer bewust wordt van de noodzakelijkheid
om zoô spoedig mogelijk een einde te maken aan de Regeerings-
inmenging op alle gebied, den graanverbouw, de verscheping
en de distributie betrëffend. Reeds zijn in vele landen de
voorschriften belangrijk verzacht en een groot aantal der
belemmerende bepalingen zijn alom reeds opgeheven. Het
schijnt, dat ook de neutralen daarvan binnenkort zullen
profiteeren. Tot nog toe betreft het nog voornamelijk den
handel in en tusschen de geallieerde landen. De voortgang
van het herstel van den vrijen handel schijnt echter ten
zeerste te worden belemmerd door de bekende hooge prijs-
minima, gegarandeerd voor tarwe door de Regeering der
Vereenigde Staten en voor alle graansoorten door de
Engelsche Regeering en geldende voor.den oogst van 1919:
Reeds wordt berekend, dat de Amerikaansche Regeering tussehen 500 millioen en een milliard dollars zou hebben
bij te passen, indien zij de vaststelling van den tarwepr.ijs
weder zou overlaten aan de wet van vraag en aanbod. Een
dergelijk gevolg zou een herstel van den vrijen handel in
Engeland hebben, doch bestendiging van den tegenwoordigen
toestand zou daar leiden tot een va1trschijnljk nog veel grooter verlies. De Regeering houdt daar den broodprjs
namelijk zeer belangrijk beneden den kostprijs, waardoor de
staat een verlies lijdt, dat volgens vroegere uitlatingen van
een lid der Regeering geschat werd op niet meer dan
40 millioen pond sterling per jaar, doch nu reeds meer
dan 60 millioen blijkt te bedragen, terwijl het volgens
sommige berichtgevers zelfs belangrijk daarboven komt.
Nu wordt in het Vereenigd Koninkrijk meer geïmporteerde
dan inlandsche tarwe gebruikt en bij een herstel van den
vrijen handel zou dus weliswaar de staat aan den landbouwer
prijstoeslag hebben te betalen, doch een grooter bedrag zou
zij, sparen, omdat de verschaffing van goedkoop brood geen
verlies meer zou opleveren. Het is duidelijk, hoeveel be-
zwareu de oplossingen dezer moeilijkheden meebrengen. In
ieder geval wordt vrij algemeen verwacht, dat binnen af-
zienbaren tijd de internationale graanhandel weder vrij zijne
taak zal kunnen vervullen. Men kan toch bez’aarljk aan-nemen, dat in de Vereenigde Staten van Amerika de be-

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Soorten.
13Jan.
1919
6 Jan.
1919
13Janl
1918

Tarwe (inlandsche)

…….
25,-‘)
25,-
1
)

Rogge (70 Kg. natuur gew.)
28,50
1
)
28,50
1
)


400,-
1
)
Gerst (60 Kg. natuur gew.)
23,-
1
)
20,-
‘).

23,-‘)
23,- ‘)

Mais (La Plata)

………-

Lijnkoeken

(Noord-Am e
Haver

(inlandsche) …….

rika van La Plata-zaad)
37,50
1
)
35,- ‘)-
28,-
1
)
Lijnzaad (inlandsch)
40,-
1
)
40,- ‘)

1

‘) Regeeringsprijs.

AANVOEREN in tons van 1000 K.G. ijoor verbruik in Nederland.

Rotterdam

Amsterdam

5-11 Jan.

Sedert

Overeenk.

5-11 Jan.

Sedert

Overeen1.
1919

1 Jan.
1919

tijdvak 1918
1

1919

1 Jan. 1919

tijdvak 1918

5.946

5.946

– –

581

581

AANVOEREN in tons van 1000 K.G. voor BeIgi.

23.349

27.763

10.274

1

2.231

2.231

2.498

2.498

– -.

Artikelen.

Tarwe……………..
Rogge…………….
Boekweit …………
Mais…………….
Gerst …………….
Haver …………….
Lijuzaad …………..
Lijnkoek……………
Tarwemeel ………….
Andere meelsoorten..

Tarwe ……………..
Mais ………………
Rogge …………….
Tarwemeel …………
Gerst ……………..
Andere meelsoorten..

Totaal

1919

1

1918

5.946

6.381

1

27.763

10.274
2.231

2.498

1
5Januari 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

71

volking bereid zou worden gevonden nog meer dan een jaar
lang veel te duur brood te eten en in Engeland om voort
te gaan met het opbrengen van hooge belasting ter ver-
krjging van goedkoop brood. Nu de oorlog voorbij is, mag
niet worden verwacht, dat men zich zulke opofferingen
verdei- nog blijft getroosten uit oorlogsnoodzaak en spoedig
zou zeker den Regeeringen worden verweten, dat zij de land-
bouwers bevoordeelen ten koste der overige bevolking.
Talrijk zijn de verwijten in Engelsche vakbladen aan het
adres van het bureaucratisme, dat de vermeerdering der
productie en de vorming der prijzon indertijd niet heeft
overgelaten aan d6 wet van vraag en aanbod en nu de be-
volking met de gebakken peren laat zitten. De wijze, waarop
de graanhandel zijne vrijheid zal terugkrijgen, vormt een der vele moeilijke vraagstukken bij den terugkeer van de
wereld tot den vredestoestaud. In nauw verband daarmede
staat cle voorziening van de Centrale Rijken en de in het
Oosten daaraan grenzende landen. Speciaal in cle Vereenigde
Staten schijnt men aan te dringen op een spoedigen aanvang
dier verschepingen, zeker niet het minst met het oog op
den enormen tarweoogst, die daar in 1919 wordt verwacht.
VOOr de oogst wordt binnengehaald, wenscht men zich
zooveel mogelijk ontdaan te hebben van de toch reeds groote
overschotten, die van de oogsten van 1918 beschikbaar zijn.
Misschien kan uien er dan eerder afkomen met een verlies
beneden de boven aangegeven schatting dan wanneer bij de
komst van den geweldigen te verwachten tarwestroom nog
groote oude voorraden aanwezig zijn. Slechts voor maïs
behoeft voor een te grooten voorraad niet gevreesd te worden,
omdat de buitengewoon groote varkensstapel in de Ver-
eenigde Staten eene sterke binnenlandsche maïsconsuiuptie
meebrengt. De prijs van maïs heeft zich daardoor nog steeds
op een hoog niveau kunnen handhaven ofschoon in de
laatste dagen der afgeloopen week met grootere aanvoeren
eenige prijsdaling is ingetreden. Ookvoor haver is te Chicago
de prijs gedaald, doch deze gruansoort had de laatste vrij
sterke prijsstijging van ivaïs niet of nauwelijks gevolgd.
De stand der wintertarwe blijft in de Vereenigde Staten
hij voortduring gunstig niet voldoende sneeuwbedekking en
weinig kans op een groot percentage ,,winterkilled”.
Uit Argentinië komen eindelijk betere weerberichten en
sedert de eerste dagen van Januari vindt de oogst van tarwe
en ljuzaad plaats onder gunstiger omstaiidigheden dan tot
nog toe het geval was. De prijzen zijn in de vorige week
aan de termijninarkten te Buenos Aires en Rosario voor alle graansoorten zeer sterk gedaald. Voor tarwe zijn zij nu zoo laag als zij sedert September 1916 niet varcn ge-
weest. Lijnzaad is eveneens met groote sprongen in prijs
gedaald, terwijl mais zich evenmin heeft kunnen handhaven.
Zeker heeft het verbeterde weder op deze prijbeweging in-vloed gehad, terwijl tevens iiiisschien de zich meer en meer
baanbrekende overtuiging, dat de vrede althans voor graan
geen prijsstijging zal brengen, doch eerder prijsdaling met
zeer groote voorraden, cle prijsdaling in de Mnd zil hebben
gewerkt. Niet on’vaarschijnlijk is het echter, dat de dreigende
en later ook werkelijk uitgebroken staking te Buenos Aires houders heeft bewogen voor lagere prijzen af te geven. Nu
de staking, die zelfs sluiting der markten tengevolge heeft
gehad, intussehen is afgeloopen, zal blijken of zij eene der
oorzaken voor de sterke prijsdaling is geweest.
Uit West-Europa blijven de oogstberichten gunstig, of-
schoon het slechte weder van dezen herfst de bewerking van
het land bemoeilijkt. In Engeland, wordt dan ook eene af-
name van de met graan bezaaide oppervlakte verwacht. De
voorraden en nieuwe aanvoeren van overzee blijven in de
geallieerde landen zeer voldoende, terwijl door de sterke
vrachtverlagingen cle kostprijzen niet onbelangrijk lager zijn
geworden. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid tot prijsver-
laging der te distribneeren goederen. Reeds is bijv. de prijs,
waarvoor de Engelsche Regeering mais beschikbaar stelt
naar gelang der soort met ongeveer 20 tot 25
0
/0
verminderd.
Eenige dagen beloofde de staking der havenarbciders te
New York moeilijkheden te zullen baren hij de verschepingen
naar Europa, doch ook deze staking behoort reeds weder
tot het verleden. Ook zonddr zulke stakingen kost het reeds
groote moeite cle graanverschepingen uit de Noord-Amen-
kaunsche havens in hetzelfde tempo te doen plaatsvinden
als de aanvoeren uit het binnenland. Telkens nioeten die
aanvoeren worden beperkt door vervoerverboden op de
spoorwegen.
Voor lijnzaad is de stemming in de Vereenigde Staten
in den laatsten tijd gemakkelijker tengevolge van den ver-
wachten grooten oogst in Argentinië en het vermoeden, dat
spoedig opnieuw gelegenheid zal bestaan voor aanvoer uit
dat land, welks dalende prijzen allerminst eene vaste stemming.
in Noord-Amerika zouden rechtvaardigen. Ook hier is de
beweging der vrachtea een punt van het allergrootste gewicht.

Algemeen wordt eene nog eenigen tijd voortdurende daling
der vrachten verwacht naarmate voortgegaan wordt met de
intrekking der vele oorlogsmaatregelen en met het vrijgeven
van de door de verschillende Regeeringen opgevorderde en
gecharterde schepen. Voor de prijzen van allerlei artikelen
in invoerlanden zal dit van zeer groote beteekenis zijn.

Nederland. Niettegenstaande den kolennood begint de
Néderlandsche hanclelsvloot langzamerhand weer in de vaart
te komen en een aantal der uitgevaren schepen zullen met
graan of meel worden beladen in Noord- en Zuid-Amerika.
De aanvoer geschiedt echter nog geheel door de Regeering
en er schijnt weinig kans te bestaan, dat daarin spoedig
verandering kan worden gebracht. De omstandigheid, dat
voor de Vrije scheepsruimte eene veel hoogere vracht wordt
gevraagd en betaald dan de Regeering voor de door haar
aangewezen schepen behoeft te besteden, maakt dat trouwens
reeds bezwaarlijk.

SUIKER.

Ook deze week valt over de suikermarkteu weinig te
berichten.

Op Java blijft de markt zeer vast gestemd en vonden
afdoeningen plaats van Superieur uit den volgenden oogst
tot
f
14,—. Volgens een telegram van den correspondent
der N. R. CL had de Regeening zich voorgesteld de inkrim-
ping van den suikeraanplant als volgt te regelen:
,,De inkrimping zal 10
0/
bedragen bij een aanplant
,,van minder dan 600 bouws; 15
0
/0
bij een aanplant
,,van 600-750 bouws; 25
ho
bij een aanplant van
,,750-1250 bouws en 27
0
/s. bij een aanplant van meer
,,dan 1250 bouws.”
Intusschen heeft, naar verluidt, de Minister van Koloniën
den Gouverneur-Generaal vei-zocht om nog geen ordounantie
uit te vaardigen, alvorens de Nederlandsche Regeering
volledig over den toestand ingelicht te hebben. Algemeen
hoopt men dan ook, dat eene dwangmaatregel ten slotte
achterwege zal blijven.
Betreffende cle raming van iimeley van den a.s. Cuba-
oogst van 4.011.000 tons, dient opgemerkt te worden, dat
deze raming gebaseerd is op de mogelijkheid, dat al het te
velde staande riet ook binnengehaald kan worden. Waar-
schijnlijker is het echter, dat wegens gebrek aan werkvolk niet
al het riet geoogst kan worden. Een cijfer van 3.800.000
tons zal waarschijnlijk meer overeenkomen met de toe-
komstige opbrengst. In vakbladen ontmoet men in den
laatsten tijd beschouwingen over de ideeën
van
bij de
Cuba-suikerindustrie geïnteresseerde kringen – o.a. de Czarnikow-Rionda Company – om zich voor de eerst-
volgende jaren de preferentie te verzekeren op de Britsche
suikermarkt. Deze plannen werden reeds in No. 153 van dit
blad in het artikel ,,De suikerhandel der Wereld na den Oorlog” behandeld en als waarschijnlijk onuitvoerbaar
bestempeld.

JAVA–KINABASTEN.

(Opgave van het Kina-Bureau).

De unit-limite voor den verkoop der pharmaceutische
basten voor de veiling van 23 Januari 1919 is vastgesteld op:

15,75 Cts. per
‘/2
K.G.

RUBBER.

De markt was zeer flauw gestenid in de afgeloopen week. Noteeringen liepen langzamerhand terug, doch konden zich niet herstellen.
De week sluit als volgt:
Prima Crêpe loco ……..2/l/ einde voom-afg. week 212
3
/
4

Jan./Juli .. 211
3/
4

,,

,

,,

213 ‘/
smoked Sheets 1 d. minder
Hard cure fine Para .. . . 2/7

2/8

CACAO-BERICHT 1918

van S. W. Hoekstra, Makelaar te Amsterdam.

Als men over het tijdperk van de 12 maanden van 1918
tcrugblikt, is er bijna niets, dat bemoedigend werkt, om
de geschiedenis van Cacaohandel en -industrie te beschrij-
vemi. De hoofdzaak toch voor eene gezonde ontwikkeling
ontbrak helaas ten. eenenmale, n.l. de Import en Export.
De import van Cacao was zoo goed als onmogelijk, terwijl
de export, zoovel van grondstof als van fabrikaat, geheel
ondoenlijk was.
Van groot-bedrijf was geen sprake meel; voor zoover
geen chocolade veid gemaakt, stonden de fabrieken stil.
Zooals reeds gezegd, was de handel geheel uitgeschakeld.

72

ECONOMISCHSTATÎSCh!E BËRICHTEN

15 Januari 1919

Slechts aan fabrikanten, werd sedert de oprichting der
N. 0. T. toegestaan, grondstoffen te iniporteeren om hun
bedrijf ,,voort te zetten”, welke toestand voorzoover het
iinporteeren mogelijk was, in 1918 werd bestendigcl.
Ingevoerd werden (de ,;Keunenierland-lading” inbegre-

pen)
ca. 2.300 ton, tegen
7.800 ,, in 1917

21.000

,,

,, 1916

41.000 ,,

,, 1915.
Een juist beeld geeft het cijfer voor 1918 nog niet eens.
liet import-kwantum is feitelijk geflatteerd, daar cciie be
l’angrijke hoeveelheid ons voor buiteulandsche rekeniii
werd toegezonden om te verwerken en waarvan de fabii-
katen moesten worden teruggeleverd. Een bedroevend klein
import-cijfer blijft ons dus over.
Dit was niet eeiis voldoende, om iu onze eigen behoeftè

te voorzien.
1

let ,,rantsoen”, voor Nederland bepaald op en. 10.000 ton
werd voor 1917 tot ça. 8.000 ton verminderd en in 191
gedrukt op ca. 2.300 ton en als men thans – einde i)eceiii ber – de officieuse mededeeliiigeu en geiuehten gelooven
wil, is voor 1919 – het Vredesjaar het jaarraiitsoen

vastgesteld op 8.000 ton.
Een overzicht te geven van dc diverse Cncaosoorten, van
oogsten en bijzonderheden over het ivarktverloop, zoowcl
in den wereldhanclel, als in verband met het Hollaiidsche
bedrijf, is door de algemeen outwrichtc toestanden op hati-dels- en scheepvaartgebied bijna niet doenlijk. De alles be-
heerschende transport-factor maaktc het onmogelijk met
eenige regelmatigheid de toestanden der oogstianden, eu het
prijsverloop der producten te volgen. –
In (le groote produetielanden als Bahia, Ecuador, Sah
Thomé, de Goudkust, Oost- en West-Indië, ete. bleven de
oogsttoevoeren, langer dan voor het product nuttig was, liggen en was het onvermijdelijk, dat veel tot bedeif ge-
doemd werd. – –
Waar vele en groote Cacao-importeerende landen in
Europa, tengevolge van het gebrek aan schepen, of door
andere moeilijkheden, min of meer van den ivereldhandel
waren uitgeschakeld, kregen in
4
eerste plaats de Ver-
eenigde Staten de handen vrij en ontvingen dus euorib
kwantiteiten der diverse oogsten. De import-cijfers d4r
1918 zijn thans nog niet te verstrekken, doch de ingestelde
maatregelen van de Vereenigde Staten, n.l. den invoer ondc’r
speiale contrôle t. stellen en liet iniport-kwanturn te hij-teeren, mogen wel als bewijs dienen, dat – de ingevnede
hoeveelheden Cacao evenals in 1917 zeer groot waren.
Welken invloed deze in New York snel aangroeiencie voor-
raden uitoefenden op de waarde der verschillende soorten,
ligt voor de hand. –
De toevoeren waren iii 1917 totaal 2.400.237 Balen, tegen
1.567.484 Balen in 1916; 1.441.517 Balen in 1015; 1.062.727
Balen in 1914; 983.870 Balen in 1913.
Van de in 1917 te New York aangevoerde 2.490.237 balen
leverden, om de voornaamste productie-landen te noemen:
Guayaquil 391.530 balen (265.8
12
) ; Bahia 596.513 baleli

(248.740) ; Afrika
(mcl.
Thorné) 687.200 balen (363.854);
Venezuela 188.161 balen (119.022). Het cijfei tussehen haak-
jes ziet op het voorafgaand jaar.
I.

Gedurende bijna het geheele jaar bleven de prijzen te
New York voor de verschillende soorten laag; goed-coura.t
zoowel als plantage-Caeao waren meermalen gelijk geixo-
teerd en variëerden met weinig schommelingen tussehen-
ca. 11 en 15 $ ets. (Suriname van 12 tot 14 $ ets.)
.1
In den loop van November j.l., waarschijnlijk mede ecu
gevolg van de genomen invoer-beperkings-maatregeleï, liep
de markt vaster en stegen de prijzen met 1

tot 3 $ ets.
Evenals de import-cijfers ovèr dit jaar, bleven ook de
consumptie-cijfers tot dusver onbekend. Men mag echter
aannemen, dat ook de-consumptie in Noord-Amerika zeer groot was eu weinig met 1917 zal verschillen. Zij bedroeg
in 1917: 2.276.111 balen, bijna het dubbele van 1916, taen
1.384.769 balen in consumptie werden gebracht.
In Engeland ving het zakenleven rustig, en met weini,
omzet aan. In tegenstelling met Amerika, waar zeer groote
voorraden en aanvoeren lage prijzen wettigden, waren cle
Engelsche noteerngen, niettegenstaande ook in dat land
belangrijke voorraden lagen, te hoog om veel kooplust te
wekken. Guayaquil-soortei deden 108/-
A
112/-, Trinidad

94/-
a
09/-, Thomé 96/.
A
98/-, Bahia 88/-
a
98/- en Accra’s

64/-
A
68/-. Een hoog prijsniveau, en dat, niettegenstaande
de officieele cijfers een totaal-voorraad op 1 Januari 1018
van ruim 45.000 Ton aangaven. Dit kwantum – de voor:
raad op 1 Januari 1917 was ongeveer hetzelfde – bedroeg
meer dan het dubbele van dat in begin Januari 1916.

Voor’ de zoo hooge noteeringen moest dus eene bijzoii- –
dere iedeii zijn, en bleek mi in den loop der navolgende
maanden, dat liet meerendeel van de voorraden voor buiten-
laiidsche rekening was opgeslagen en buiten het vrije ver-
keer bleef. Deze omstandigheid, gepaard aan kleine toe-
voeren (alleen op invoer-consent mogelijk), tengevolge vail
liet ontbreken van geregelde seheepsgelegenheicl, was mcde
de beweegreden tot de vaststelling van maximum-prijzen
van Cacao. Dit geschiedde 2 April 1918. De maximum-
prijzen waren voor de voornaamste soorten als volgt:
voot Venezuela 130/-;- voor Ceylon, Java, Sanioa 100/-;
voor G uayadmui 1, Trinidad, Suriname, Denierara 90f-;’ voor
Grenada cii – andere West-Indische soorten, Thomé, Bahia,
Congo, Kanier’oeit 85/-; voor West-Afrika, Accra 65/- – en hadden betrekking op de kivaliteitsbasis ,,superior”,
terwijl van alle mindere kwaliteit de waarde bepaald werd
door eeue taxatie-commissie, aangewezen door den ,,Fooil-
Controller”. Bovenstaande inaximum-prijzen golden het
geheele jaar en zullen nog wel blijven gelden.
Volgens de laatst ontvangen mededeelingen luiden dc
Londeiische statistiek-cijfers vn t Januai

i-30 November:

1918

1917

1916

1915

Iniporten .. 223.583

299.722

422.553

425.461 balen

Consumptie. 290.317

251.555

200.943

249.348

Exporten ..

7.537

18.967

103.864

126.059

Voorraden.. 139.412

236.921

’21 5.879

107.345

Ook in Frankrijk kwam ‘Cacao in 1018 in liet gedrang.
Invoer was alleen
01)
consent der autoriteiten mogelijk cii de prijzen stonden bij het begin iaii dit jaar reeds belang-
rijk boven die van 1917. De Guayaquil-soorteu noteerden
toen en. Frcs. 130, Bahia en Thomé ca. Fres. 100, Trinidad
en. Frcs. 125 1130 en deze prijzen waren binnen 5 niaali- –
den ongeveer Fres. 8 ft 10 gestegen cii sedert nog meer.
Statistische cijfers van Frankrijk over import, export en
consumptie gedurende 1017 en 1918 bleven tengevolge van
de bijzondere tijdsonistandigliedcii onbekend.

Voor- ons land was 1918 een ongekend ongunstig jaar;
liet scheen, dat alle elementen samenwerkten om den haii-
del te fnuiken en de industrie tot teruggang te doemeii.
Eau genoegen was het, toen’begin Januari liet s.s.,,Orioic”
Doggersbank Noord passeerde en met cciie lading van en.
20.000 balen hier binnenviel. Dit genoegen werd eclitni
spoedig getemperd door ongunstigé berichten van het s.s.
,,Kennemerlancl”, dat op weg naar hier, door dc Portugec-
scbe autoriteiten in November 11 7 te St. Vincent was
aangehouden.
In Juli kwam de ,,Kennemerland”, na S maanden ,,rei.s” te Amsterdam, aan, doch vôûr de lading, 9350 balen, werd
vrijgegeven, moest geduld geoefend worden tot 31 October.
De vijfmaal grootere lading Cacao ex ,,Agamemnou” moest
te Londen worden gelost en de Nederlaudsehe industrie zag daarvan geen boon. –
Op 11 November: teekening vnu den w’apenstilstaiid en
voor de Cacao-industrie dc dag waarop done regeling ge-
troffen wei-cl met de geassocicerde i:egeeringen, in afwachting
van liet tot stand komen van’ eene definitieve schikking,
‘waarbij o.m. te onzer onniicldellijke beschikking werden
gehouden: 2000 ton Cacao. Om deze te gaaii halen, werden
stoomschepen prompt aangewezen, doch door gebrek aaii
bunkerkoleii ware deze midden December nog niet ver-
trokken.
Van een marktverloop valt dit jaar weinig te zeggen.
Als er nog zaken plaats vonden, – van groote omzetten
was natuurlijk geeii sprake, daar de voorraden, uitgezon-
derci eenige dooi de Regeering in beslag genomen partijen,
in handen der fabrikanten waren – was het tot prijzen
van ca.
f 1
tot
f
1,50, en is het van weinig belang, die
voor toekomstige vergelijkingeu vast te leggen, te meer
daar de verkoopen zich bepaalden tot kleine partijen van
fabrikant aan fabrikant of van de hier of daar nog te
voorschijn gekomen partijen bij gelegenheid van het dooi
de Regeering in beslag nemen van alle partijen Cacao en
Cacao-fabrikaat. –
In hoofdzaak werden dit jaar, voor zoover mogelijk, van
de dichtstbij zijnde stapelplaats,
D.I.
Lissabon, de grond-
stoffen voor onze industrie aangevoeid. De prijzen ston-
den bij den aanvang van 1918 betrekkelijk laag: 37Y
2
f
40 ct. f.o.b. Lissabon voor ,,fijn” en daalden in den loop’
der volgende maanden tot ca. 35 ct.
De prijzen in Lissabon stegen op 37
a’
38 et (Jitni-Juhi)
en monteerden langzaam tot 43
A
45 cl. (September). Ten
gevolge van de – vele kooporders en de kleiner wordende
voorraden te Lissabon, bracht October de prijzen wederom
belangrijk hooger, en deze bereikten in December een hoogte
van ca. 60 et.

15
Januari 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

73

Werdeis we, tengevolge van dc seheepvaart
;
onmqgelijk-
heden niet met offerteii van de productielanden verwend,
ra 11 November werd dit eelligszins anders. Binnen- en Buitenland zag de toekomst nu in een helderder licht en
van alle kanten kwamen de offerten los. Gnayaquil aan
liet
hoofd met prijzen van 55/- voor
Arriha en
51f-
voor Machala, welke prijzen al spoedig met
5/- i 10/- verhoogd werden; diverse stapelplaatsen sein-
den aanbiedingen van Accra tot 60/- i 64/-, Arriba, Tiini-
dad tot en. 44 it 45 ets., Grenada it en. 42 çt., Caracas it
43-44 et., terwijl hier voor ThomO, liggende te Lissabon,
op hoop van zegen in de verwachting, dat verscheping
spoedig zou kunnen volgen, 05-70 ct. oil hooger betaald
werd. Deze hooge prijzen voor laatstgenoérndc soort kon-
den zich echter iiiet geheel handhaven, tengevolge van de
lagere offerten (tot en. 60 ct.) van Lissabonsche verkoopers.
Van Java en Suriname importeerden wij geen baai. i)e
restanten van de in 1917 aangekomen ladingen Suriname
werden begin van dit jaar tot en. 100 et. gerealiseerd en
(le met de koloniën gecontracteercle ladingen kwamen van-
zelfsprekend, door gebrek aan sehieepsgelegenheid, in de
klem. ])e voor ons bestemde partijen verhuisden noodge-
dwongen naar Amerika, waar ze tot ca. 12/21.
1334 $
ct.
werden verkocht. Tegen het eind van dit jaar liepen dc
prijzen aldaar tot ea. 1434e $ ct. op.
De handel in Java-Cacao beperkte zich tot zaken op Java,
waar voorzoover daarover berichten ontvangen werden,

f
55 it
f
50 per Picol voor oogsten tel quel gemaakt werd.
J a v a voerde uit, uitgedrukt in Tons, in:

1918

1917

1916

1915

1914

1913

Januari .. .
7

100

133

128

100

243
Februari

34

192

143

131

162

180
Maart . –

113

169

112

69

81

199
April..
. – 1′

206

29

33

’54

52

Mei ……18

15

7

28

87

82

Juni ……82

101

95

100

152

385

Juli ……34

167

243

266

208

401
Augustus..

159 234

196

85 341

September. –

286 281

158

141

151
October ..

112

106

134

140

96

November. –

9

52

92 101

68

December . –

37

36 124 270

87

– 1.556 1.471 1.459 1.581 2.259

S u r i n a in e exporteercie, voor zoover bekend, uitge-
drukt in Tons, in:

1918

1917

1916

1915

1914

1913

Januari
254
70
28
57
246
23
Februari.
.f 55
10
18
57
62
Maart
.
163
35
50
140 125
30
April
505
200
52
247
250
26
Mei

……
156
463
122
247 243
178
Juni

….
161
3
220
430
301
365
Juli

.. ..
225
395 370 387
215
Augustus
1.172
435
515
92
130
96
Septernberj
99
211
34
55
61
October

37
180
5
66
150
November

236
170
19
26
113
December


69
62 50
7
207

1.927 2.015 1.709 1.893 1.526

Volgens de ontvangen berichten van het betreffende De-
partement bedroeg de Cacao-productie over 1917 ca. 2244

Ton, opgei akt volgens de officieele cijfers, die door de
districts-commissarissen worden verzameld. De stand van
de Cacao, zoo luidden de van deze Kolonie laatst ingekomen
mededeelingen, is over het algemeen gunstig. De oogst was
dit jaar in vergelijking met voorgaande jaren vroeg. Een
ivadeelige factor was de lage prijs van het product, tenge-
volge van den moeilijken afzet. Begin van het jaar nog
ongeveer 50 ct. (p. Kilo), variëerden de prijzen gedurende
Juni/Juli tusschen slechts 30 en 40 ct. (p. Kilo).
IT i t v o e r. Deze bedroeg van:

1917

1916

1915

1914

1913

1912

Guayaquil.. 41.440 45.100 32.830 42.350 39.358 33.013 Tons
St. Thom.. 30.880 33.200 29.890 31.379 35.311 35.512
Trinidad.. 31.800 24.900 22.570 29.517 21.825 18.878
Bahia …. 51.200 39.500 44.980 36.612 27.340 24.674
S.Domingo 23 900 25.400 23.370 22.870 22.480 23.876
Venezuela. 14.800 12.400 14.600 13.100 15.138. 10.985
Goudkust.. 80.600 73.000 77.500 54.144 51.279 39.549
Grenada… 5.970 5.570 6.520 6.005 5.258 5.529
Para . . .. 4.200 3.300 4.160 3.703 2.214 3.028
Suriname . 1.927 2.014 1.710 1.893 1.516

962
Ceylon…. 3.196 3.400 3.920 2.890 3.450 3.500
Java .. . – 1.555 1.471 1.460 1.581 2.255 2.024

Voor zoover bekend werd, bedroeg de uitvoer in Tons
van:

1918

1917

1916 – 1915
Guayaquil van 1 Jan.-31 Aug. 24.800 31.500 29.900 24.000
Trinidad ,, 1 Jan.-30 Sept. 22.400 30.100 22.500 19.900
St. ThomO ,, 1 jan.-30 Sept. 8.100 23.90,0 22.400 19.800
Bahia 1Jan.-30Juni 18.600 20.800 18.400 13.300

De cijfers van St. Thomd geven eigenlijk weer den invoer
vnn deze soort te Lissabon.

Anisterdanu, 31 December 1918.

KATOEN.

Noteeringen voor Loco-Katoen.

(Middling Uplands).

13Jan.19
1

6Jan.19
I
30
Dcc.’
18
1I
4

Jan.18II3
Jan.17

New York voor
Middling

..
30,70e
31,30e
32,30e 32,60e 18,05e New Orleans
voor Middling
29,50e
30,75e
31,- c
32,- c
18,- c
Liverp. v. Good
Midd.Texas..
20,35d
21,07d
22,20d
23,90 d’)
11,11d
2
)

‘) Good ‘Middling Amer.

‘) 12 Jan. ’17 Middling Amer.

MÉTALEN.

Loco-Noteeringen te Londen:

Data
Ijzer
Cl.
e,,
I

K.pe

Stand’rd
Tin
Lood
Zln&

13 Jan. 1919;.
nom.
94.-/-
255.-/-
40.-1-
56.-1-
6

,,

1919..
nom.
82.-1- 241.-1-
40.-!-
56.-1-
11 Jan. 1918..
nom.
110.-1- 289.-1-
30.101-
52.-/-
14 Jan. 1917..
78/3
85.-f-
173.51-
.29.51-
88.-/-
20Juli

1914..
51/4
61.-/-
145.15/-
19.-/-
21.101-

ADVERTENTIËN

De N.V. Nederlandsche Huistelefoon-Madschappli

ROTTERDAM’

‘s-GRAVENHAGE

GRONINGEN

Telefoon 3600

Telefoon H 280, 300

Telefoon 1555

AMSTERDAM

LEEUWARDEN

Telefoon N 5580

levert uit voorraad
TELEFOON-, SCHEL-, ELECTR. KLOK-INSTALLATIES,
etc.,

in huur en koop.

Herstelt en onderhoudt on d er g a r a n t i e Qok alle niet door haar uitgevoerde installaties.

PROSPECTUS GRATIS.

74

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15Januari 1919

NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK

AMSTERDAM

.
BATAVIA

‘s-GRAVENHAGE

AMPENAN, BANDOENG, CHERIBON, HONGKONG, INDRAMAJOE,
MEDAN, MENADO, PEKALONGAN, PROBOLINGGO, SEMARANG,
SINGAPORE, SOERABAYA, TEGAL,
TJILATJAP,
WELTEVREDEN.
Kapitaal f35.000.000,—

Reserven /17.400.000,-

NEDERLANDSCHE GRONDBRIEFBANK

HEERENGRACHT 495, AMSTERDAM

5

pCt. Obligatiën (Grondbrieven)

Gecertificeerd door de Centrale Trust-Compagnie

Verkrijgbaar in stukken van
f
2500,—,.
f
1000,—,
f 500,—
en
f100,-

op elk goed effectenkantoor

GRONINGSCHE CREDIET-

EN HANDELSBANK

GRONINGEN, APELDOORN, APPINGEDAM, ASSEN EN VEENDAM

Kapitaal / 5.000.000,-

Geplaatst en volgestort
f2.500.000,-

Reserves ruim
……
f
478.000,-

VERSCHAFT
BEDRIJFSKAPITAAL
AAN

LANDBOUW, HANDEL EN NIJVERHEID

INCASSO

DEPOSITO

SAFE DEPOSIT

VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ

,,GELRIA”

ROTTERDAM

Maatschappelijk Kapitaal
f 2.500.000,-

waarvan geplaatst
f 500.000,-

TRANSPORT- en

BRAND VERZEKERING

DIREKTIE:

C. TH. DAAMS

H. G. SCHUDDEBEURS

Kantoor WIJN HAVEN 103

Telefoon No. 13883 Telegr..Adres: ,,VERMAAGEL”
VAN RIJN & C

UTRECHT – POSTBUS 40

EENIGE FABRIKANTEN

TANDE UTRECHTSCHE

FIJNE TAFELMOSTERD

ZOO EVEN VERSCITEEX:

De praktijk van den

Wereld – Graan handel

DOOR

JAN SCHILTHUIS

Prijs
. . .
t 4,50

Verkrijgbaar in den Boekhandel en bij NIJGIL & VAN DITMAR’S UIT-
GEVERS-MAATSChAPPIJ, R’dam.

N. HAAS & CO
3

Reeders, Cargadoors en Expediteurs,

Assurantie=Agenten, Contractanten voor Bunkerkolen,

ROTTERDAM, BOOMPJES
8B

Telegramadres: STOOMHAAS Rotterdam.

AGENTEN DER:

N.V. Hollandsche Algemeene Atlantische Scheepvaartmaatschappij.

N.V. Rotterdamsche Scheepvaart Maatschappij.
N.V. Amerikaansch Vrachtbureau.

Kantoor te Amsterdam: SPLIETHOFF, HAAS & Co.

Telegramadres: SPLIETHOFF, Amsterdam.

WEISE

o

CO.

ROTTERDAM

OC AMSTERDAM

Import
van en
Handel
in

OVERZEESCHE PRODUCTEN

speciaal
RUBBER, GUTTA-PERCHA en BALATA

Nijgh & Van Ditmar’s

Uitgevers-Maatschappij

Wijnhaven 111-113

Rotterdam

Telefoon 7841-7842-7543-7861

Bijkantoren:

Amsterdam – ‘s-Cravenhage – Haarlem

Belast zich met ‘t verzorgen van uit-

gaven en tijdschriften op elk gebied

VAN DEN BERGHS, LIMITED

Margarine-Fabrikanten, Rotterdam

15 Januari 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

75

HOLLANDSCHE BANK VOOR ZUID-AMERIKA

AMSTERDAM

BUENOS AIRES

RIO DE JANEIRO

SANTOS

KAPITAAL
f
14.000.000,—

RESERVE
f
2.500.000,-

ALLE BANKZAKEN OP ZUID

AMERIKA

VERLEENT BEMIDDELING TOT HET AANKNOOPEN VAN HANDELSRELATIES IN

ARGENTINIË
EN
BRAZILIË

DE GRONINGER BANK

r

Nederlandsche 0ist

Groningen, Winschoten, Stadskanaal, Wildervank,
€fl
Sp Ir itusf abri e k
Veendam, Sappemeer, Deifzijl, Emmen, Hooge-

veen

en

Ter Apel
(Firma TIMMERMAN t SASSEN)
DELFT

Kapitaal! 6.000.000,— Geplaatst en gestort /4.440.000,—
ARTIKELEN,

Reserves
/
430.501,04
Gist

Brandspiritus

VERRICHT ALLE BANKZAKEN
Zuivere spiritus

Foezelolie

Belast
zich
met het incasseeren van wissels op binnen-
Amyl-alcohol
en buitenland

Aether Sulfuricus

0 N TVA N G-
EN
BETAAL IAS
Narcose aether

NIEUWE DOELENSTRAAT
20-22

AMSTERDAM
Kurken en

KAPITAAL EN RESERVEN
f5.500.000,—
Gedroogde Spoeling

DEPOSITO’S VOOR
1
JAAR FIXE
â
4
PCT.

GELDEN OP DEZEN TERMIJN GESTORT ZIJN NA AFLOOP VAN HET
JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
NIET OPGEVOIWERD ZIJNDE, WORDT DE POST STILZWIJGEND VOOR
GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.
4

(1

1,

.1
eSLer’I)U1flerF

auerij
DE
RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PER HALF JAAR
OF PER. JAAR ONTVANGEN WORDEN.

AMSTERDAM

GROOTSTE RAFFINADERIJ
IN NEDERLAND

GEBROEDERS
SCHE UAR

Assuradeurs en Auurantiebezorgers
Levert de mooiste Suiker,

Expediteurs en Cargadoors
omdat haar zulveringsver-

mogen het grootst is.

AMSTERDAMEN ROTTERDAM
Produceert behalve
alle soorten

Verzekering van Koopmansgoederen tegen
suiker
en
Basterds:

cristallen: groote

en

kleine,

Klontjes
transport, molest, brand en diefstal tegen
(Cubes), Theeki ont jes, Crushed (brokken)

concurreerende premlen.
Tabletten, Brooden, Poedersuiker, fijne
Suikers voor Vruchtengcbruik, enz. enz.

Pletterij,
voorheen
L. I.
Enthoven
& Cie –
Delft

Wissels, Veerwissels, Goederenwagons, Draaischijven,

Bruggen, Kappen en Gebouwen, Tanks, Aanlegsteigers.

ZWAAR EN LICHT
SMEEDWERK
EN
PERSWERK.

76

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Januari 1919

HEEMAF

HENGELO

HEE

Telegram-Adres: HEEMAF-HENGELO
Telefoon Nos. 54, 82 en 119

MAF
ELECTRISCHE

ELECTRO-

APPARATEN EN

MOTOREN EN

INSTRUMENTEN

GENERATOREN

COMPLETE ELECTRISCHE INSTALLATIES

N.V. VAN DER LELTS TOUWFABRIEKEN
MAATSCHAPPIJ

voor
ROTI’ERDAM,

AMSTERDAM,

GRONINGEN,

Sdheops-
011
Werktuigboaw
Boompjes 93.

Prins Hendrikkade
16/7.

Der–A–Brug.

Telefoon:
3277
en
3296.

Telefoon:
7415 N.

Telefoon:
1035.

Telegr.-adr.: Vanderlely.

Tel.-adr.: Vanderlely-touw.

Telegr.-adr.: Va.nderlely.

ROTTERDAM
FABRIEKEN TE MAASSLUIS.

Kruisers

Torpedobooten

Onderzeebooten
SCHEEPSTROSSEN in alle soorten en afmetingen.

VISSCHERIJTOUWWERK.
Mailstoomschepen

Vrachtstoomschepen
Geteerd en ongeteerd Manila-, Sisal-, Nieuw-Zeeland-,

Baggerrnateriaal
Bombay- en Russisch henneptouw.

Cocostouw.
Machine-installaties

tot
65000 P.K.
TRANSMISSIESNAREN met en zonder reguleerbare

koppelingen.

Scheeps-Zoelly-Turbines
STAALDRAADTOUW voor Scheepsgebruik, Liften,

Machines en apparaten voor
Mijnen-
en HiJschwerktuigen. IJzerwant en Hercules.

Suikerfabrieken. enz.
ALLE SOORTEN PAK- EN BINDTOUW

The Standard BanK

of South Africa,, Ltd

ROTTERDAM

15 COOLSINGEL

Telegr.-Adres: Africorum

(HOOFDKANTOOR:
10 CLEMENTS LANE, LONDON, E.C. 4)

F1.
12,—
= £
1.

MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL.

F1. 74.329.200,-

GESTOI.T KAPITAAL
……..

F1. 18.582.30J,-

RESERVEFONDS
………..
F1. 24.000.000,-

NIET GESTORT KAPITAAL….

F1. 55746.900,-

F1. 98.329.200,-

Meer dan 250 Kantoren

Behandeling van

Vertegenwoordigers en

in Zuid-Afrika

Correspondenten

en elders.

alle

Bankzaken.

over de geheele Wereld.

Auteur