19 SEPTEMBER 1934
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDE?s’.
Econom
–
i
–
* sch’Statistische
Beri*chten
• ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJ VERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE”CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
• UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
19E
JAARGANG
WOENSDAG 19 SEPTEMBER 1934
No. 977
NEDERLANDSCH ECONOMISCH . INSTITUUT.
Curatoren: Mr.
G.
Vissering, Voorzitter; ‘Ir. A. Plate,
Onder-Voorzitter; Mr. K. P. van der Mandela, Penning-
meester; Mr. P.
Hofstede
de Groot; Jhr: Mr. L. H. van
Lennep; L. H: Mansholt; Mr. R. Maas
;
E. D. van Walree;
Ch. J. I. M. Welter; C. J. P. Zaalberg.
ECONOMISCH-STATISTJSCHE BERICHTEN.
COMMISSIE
VAN ADVIES.-
Prof. Mr. D: van Blom; Jhr. Mr. L. H. van Linnep;
Mr. K. P. van der Mandela; Prof. Dr. N. J. Polak;
Mr. Dr. L. F H. Regout; Dr. E. van Welder4n $aron
Rangers; Jan Schilthus; Prof. Mr. F. da Vrieè.
Gedelegeerd lid:
Prof.
Mr. Dr. 0. M. Varrijn’ Stuait.
Redacteur-Secretaris: Dr. H. M. H. A. van der Volk.
Secretariaat: Pieter de lloochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408..
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en ‘adver-
tenties: Nijgh & van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam,
Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Pos tchqua- en giro-rekening No.
145192. .
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in’
Nederland f.20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Economisch-Statistisch
Kwartaalbericht f 1.—. Leden en donateurs ontvangen
het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie
op de verdere publicaties.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
INHOUD.
Blz.
DE BINNENSOHEEPVAART ONDER DE WET OP DE EVEN-
REDIGE VRACHTVERDEELING
door
ir.
4.
van Heyst
826
Betaalt de auto eigen wegkosten? door
Dr. J. van Staay
827
Rel latié
in België? door
Mr. K. P.
van der Mandela..
828
Gpudafgif te
.
voor
de
Vereenigde
Staten
door
C.
A.
,Klaasse
………………………………….
829
De Millioenennota ……………………………..
830
AANTEEKENINGEN:.
.
.
De financieele politiek van de Regeering
……..
836
Aintasting v
Gasbedrijven?
:.
.
.’
…:…………….
838
Vaisch.
geld
………………………………
838
De invloed van monetaire iactoren op de verschuivin-
geh in de wereldmetaalproductie …………….
839
Zichtbare suikervoorradeh in de wereld ……….
840
Koffievernietiging
in Brizilië………………..
840
ONTVANGEN BOEKEN …………………………..
840
STATISTIEKEN …………………………..84 1-844
– ,GeIdk’orsen.
– IisseIkoersen.
Bankstaten.
18
SEPTEMBER
1934.
Van de geidmarkt valt maar weinig nieuws te
yermelden. De geldruimte is nog wat toegenomen;
.bankaccepten zijn op
%,
püt. gedaan, terwijl drie-
rnaands schatkistpapier 7f pOt. noteert. Oall blijft op
pCt. aangeboden. Prolongatie, onveranderd 1 pOt.
– Op 20 September as. stelt de Minister van Finan-
ciëii wederom de gelegenheid
oi3en
om in te schrijven
en 6-maands, l, 3- en 5-jarig schatkistpapier
voor een totaal bedrag van
f
60 millioen. Hiertegen
vé’ivalt een gelijk bedrag, zoodat er geen geld uit de
niarkt zal voiden genomen. * –
Op de wisselmarkt bleef het rustig. De Ponden- en
de Dollarkoers veranderden hier bijna niet. In Londen
houdt men den Dollarkoers op ca. 5 â 5.01 vast, ter-
wijl het er voor het oogenblik ook niet naar uitziet,
dat men verder met den Dollar zal gaan experimen-
tenin. Dit heeft natuurlijk een behaalijker stem-
,
.
nnng.Qp.
1
de markt gebracht.
–
Ponden noteerden 7.31-
terwijl ‘Dollars van 1.46 op 1.45% kwamen.
De Fransche Franc is teruggeloopen:
9.73%-9.72%.
De Pondenkoers tegen Parijs wordt nog steeds rond
de 75 gehouden. Marken bleven gezocht en kwamen
van 58.60 op 58.85. Voor Oreditsperrmarken was nog
steeds veel vraag; Registermarken liepen daarentegen
verder terug. Indië lager: 100e/s. In Brazilië heeft
‘men thans den FranschefL Franc als basis voor den
Milreis genomen. Men schijnt er van plan te zijn de
wisselmarkt geleidelijk aan vrij te geven. ‘Thans be-
hoeven alleen – en dan nog maar voor een zekër
gèdeelte – de deviezen, die tegen koffie-exporten va-
lideeren, aan de Banco de Bresil te worden afgegeven.
Ook in Argentinië schijnt men maatregelen van een
dergelijke strekking te overwegen.
In de termijnmarkt is weinig, wijziging gekomen;
één- en drie-maands Londen noteerde tenslotte
/io
rsp. %! c. disagio, Dollars op termijn ‘onveranderd.
Fransche Francs op latere levering
‘zijn
weer onder
den kassa-prijs, ni. %’ en c.
De goudprijzen zijn teruggeloopen; gouden ‘baren
erden op
f
1650.50 gelaten, Eagles ca.
f
2.49, So-
vereigns
f
12.13. Er is viaag naar Duitsch bank-
apier op 53.75, terwijl ook Duitsch zilver tamelijk
gezoéht werd, waardoor de prijs kon verbeteren.
826
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 September 1934
DE BINNENSCHEEPVAART ONDER DE WET OP DE
EVENREDIGE VRACHTVERDEELING.
,
Nu de binnenscheepva’art sedert 7 September 1933
aan de Wet op de Evenredige vrachtverdeeling gebon-
den is en er dus ongeveer een :jaar ervaring tchter
ons ligt, verdient het wellicht aanbeveling na te gaan of deze wet gebracht heeft, wat van haar is verwacht
door diegenen, die haar hebben verdedigd.
Het is vooral van groot belang na te gaafl, of deze
wet op economisch gebied voor de scheepvaart heeft
gebracht vat is beoogd, te weten het verbeteren van
het lot van de wildevaart schippers uit de binnen-
scheepvaart.
De wet heeft de iets zonderlinge constructie, dat
elke vervoerder in de binnenvaart aan de wet ondet-
worpen is, tenzij hiervan vrijstelling wordt verleend.
Deze vrijgestelden nu zijn verschillende groepen van
schippers en wel de beurtvaarders, de schippers met z.g. vaste relaties, de eigenhandel schippers, de vet-
voerders van eigen goed, de tankvaarders en tenslotte
de campagnevaarders. Met opzet zijn dus slechts de wildevaart schippers overgebleven en dit is dan ook
de reden, waarom ik als doel van de wet stelde, het
verheteren.van het lot van de wildevaart schippers in
de binnenvaart.
In moreel opzicht is dunkt mij groote verbetering
te constateeren, want veel misstanden, welke in i de
binnenscheepvaart heerschten zijn meer of minder op-
geheve, waardoor de schippers zeker aan zelfrespeët
hebben kunnen winnen.
Of ook op economisch gebied dit onderdeel van de binnenscheepvaart vooruit is gegaan is een vraag, die
niet zoo zonder meer bevestigend is te beantwoorden.
Over het algemeen was men van meening, dat de
vrachten voor 7 September 1933 te laag waren en dt grootendeels hierdoor de groote armoede, welke den
laatsten tijd in de ‘binnenvaart heerschte, werd ver-
oorzaakt. Men hoorde dan ook ver v66r het in werking
treden van de wet vele stemmen aandringen op vracht-
verhoogingen, terwijl daartegenover natuurlijk andere
geluiden zich li.eten hooren, die al het’ kwaad vap
vrachtverhooging wisten te, vertellen, wat er mar
van te vertellen was. De eerste waren de stemmen va
de schippers en dit is min of meer vanzelf sprekend,
maar ik hen van meening, dat mn door aan deze stem
gehoor te geven de schipperij in het algemeen geen
dienst heeft bewezen; ik kom hierop nader terug.
Toen de wet goed en wel in werking was getreden
deelde de Voorzitter van de Bevr. Commissie te Rot-
terdam mede, dat het in de bedoeling lag aldaar de
vrachten met ongeveer 25 pCt. te verhoogen. Andere
Bevr. Commissies hadden zith weer iets anders geo-
riënteerd, doch toen deze uitspraak uit het voornaam-
ste bevrachtingscentrum. vali ons land bekend werd,
gingen de meeste B. C.’s zich hiernaar richten. Over
deze uitspraak van den Voorzitter van de B. 0. van Rot-
terdam is in den beginne veel te doen geweest, doch
ik acht het een gelukkige omstandigheid, dat daar-
door toen heel in het begin reed’s een richtsnoer ‘werd
gegeven, omdat
eigenlijk
niemand wist, hoe men met
het oog op de vrachten moest handelen.
De vrachtvasstelling is in het najaar van 1933 een onderwerp van veel gedachtenwisseling ‘geweest en
rumoerige vergt’deringen waxen hiervan het gevolg.
Hieruit is de Advies Commissie voor de Binnen-
scheepvaart geboren, welke Commissie in de eerste
plaats tot taak heeft de vrach’ten van de verschillende
B. C.’s met elkander in overeenstemming te ‘brén-
gen en vast te stellen.
De groote bevrachtingscentra Amsterdam en Rot-
terdam zijn tot overeenstemming gekomen en de mees-
te overige B. C.’s’hebben zich hierbij aangesloten. De
Adv. Comm. heeft zich ‘dus slechts ten deele van haar
taak kunnen kwijten, omdat niet alle commissies zich
aan een onderlinge afspraak willen onderwerpen en
dit is een der redenen waarom iets meer gebonden-
heid van de commissies wenschelijk zou zijn.
Het ware dan ook zeer te wenschen, dat de Minis-
ter, door wetswijziging, de ‘bevoegdheid kon worden
verleend ‘bv. het opvolgen van tarieven dwingend aan
de B. C.’s voor te schrijven. De Adv. Comm. kon
hierbij dan van advies dienen als ook de Kamers van
Koophandel, welke zich met de instelling van de Bevr.
Comm.’s hebben ‘belast.
Het is een groot geluk, dat Amsterdam en Rotter-
dam wel tot elkander zijn •gekomen, want anders had
er zeker een strj’d om de voorrang tusschen deze twee
centra ontstaan, die middels de tarieven op •de rug-
gen van de, binnenschippers zou
zijn
uitgevochten.
In het algemeen kan worden geconstateerd, dat de
tarieven thans op een niveau zijn gefixeerd, dat on-
geveer 25 tot 40 pCt. hooger ligt dan de tarieven v66r
7 September 1933, welke tarieven toen abnormaal
laag werden gevon’den. De vraag kan nu worden ge-
steld, of deze tariefsverhooging de schipperij veel ver-
lichting heeft gebracht. Ik ben tot de conclusie geko-
men, dat dit niet het geval is en dat de uitroep van
ve’e tegenstanders ,,verdeelde armoede” helaas maar
te zeer waar is gebleken. Dit resultaat ‘moet worden
betreurd, vooral wanneer men weet, dat schattender-
wijze kan worden gezegd, dat de verladers in 1934
ongeveer
f
3 millioen meer aan vracht zullen betalen,
dan het ‘geval zou zijn geweest wanneer men op
basis van de vrachten van v66r 7 September was blij-
ven varen. Volgens dezelfde gegevens is te consta-
eeren, dat de totale vracht voor de wildevaart van
de binnenscheepvaart in 1934 ongeveer
f
12,5 mil-
lioen, zal ‘bedragen. De meerdere k’osten aan de bin-
nenscheepvaart te geven zijn dus niet zoo gering en daarbij moet nog worden bijgeteld de meerdere op-‘hren.gst, welke door de beurtvaart en de vaste rela-
ties wordt ontvangen. Hiervan zijn echter nog geen
gegevens ‘beschikbaar.
Niettegenstaande •deze uitgaven wordt er in de
hinnenscheepvaart nog veel gebrek geleden, terwijl een
bepaalde groep van sebepen bovendien nog ‘het latht-
offer is van cle samenstelling van de tarieven. De
tarieven voor de kleinere schepen zijn ni. hooger ge-
ste1d dan die voor de grootere schepen om deze sche-
pen ‘da’ardoor toch nog aan een eenigszins redelijk
loon te helpen. Het gevolg van dezen maatregel is
echter, dat deze schepen tot ongeveer 150 ton wei-
nig worden hevracht en zoodoende ten doode zijn op-
geschreven. Het verschijnsel, dat vooral de kleinere
zeilschepen gingen verdwijnen, werd reeds veel eerder
geconstateerd. Het Rapport Warner doet het reeds
duidelijk zien, maar de boven geschetste tarievenpoli-
tiek heeft dit proces verhaas’t.
Dat de wet niet aan de groote bezwaren tegemoet
is kunnen komen, vindt zijn oorzaak in het feit, dat
zij de veel te ‘groote vloot niet •heeft kunnen doen
verkleinen, doch in tegendeel waar dit mogelijk was
heeft doen vergrooten. -Door ‘deze groote vloot zijn de
wachttijden veel te lang en worden de verdiensten
over het geheele jaar omgeslagen veel te gering. De
Wet spreekt van een
redelijke
helooning gedurende ‘de
vaart, doch ook wanneer niet wordt gevaren moet de
schipper leven en op ‘lange wachttijden met name
voor ‘bepaalde groepen van schepen, is niet gerekend.
Zooals ik reeds boven opmerkte heeft men ‘boven-
dien’ ‘dc ‘chipperj geen goeden dienst bewezen door
zonder meer de roepstem van de verhoogde tarieven
te volgen. Het is nl. een zeer ‘te betreuren verschijn-
sel gebleken, dat veel vracht van de ‘binnenschipperij
naar het vervoer te land wor’dt getrokken. Dit is voor
een groot deel ook wel weer een algemeene struc-
tuurveranderin’g van het verkeer, maar •de hoogere
tarieven hebben ook dit proces verha’ast. Wanneer •de
binnenscheepvaart niet nog meer vracht wil verliezen moeten de tarieven eeider worden verlaagd ‘dan ver-
hoogd, vooral wat het niet verlengde zeevervoer
betreft.
Er moet dus worden geconstateerd, dat de wet en
de tariefsverhooging de wilde vaart in de binnen-
1
19 September 1934
ECONOMISCH-STATISI
“
ISCHE BERICHTEN
827
scheepvaart niet uit de moeilijkheden hebben geholpen
en dat speciaal kleinere zeilschepen voorbestemd zijn
om te verdvijnen Daarbij komt nog, dat de verhoo-ging der tarieven, welke verhooging als middel on-
voldoende is gebleken, de structuurverandering van
het vervoer, welke vich ten ongunste van de’ binnen-
scheepvaart ontwikkelt, verhaast.
De vraag kan worden gesteld, of de tariefsverhoo-
ging werkelijk noodig is geweest en ook werkelijk
noodig is. Ik hen yan meening, dat •de oneconomische
benutting van de vloot de primaire oorzaak van alle
eliënde in ‘de hinnnscheepvaart is en wanneer men
tot een betere benutting van deze vloot zou kunnen
komen; de tarieven eerder zouden kunnen worden ver-.laagd’, dan dat ze moeten worden verhoogd.
Wanneer onder de tegenwoordige omstandigheden,
d.w.z. hij het tegenwoordige aan’bod van vracht, de
tarieven verlaagd worden, ‘dan moet daar tegenôver
een betere benutting van de varende schepen staan.
Bij veel ‘betere belasting en verlaagde tarieven moet
de schipper dan toch aan een behoorlijk jaarloon kun-
nen komen. Zelfs de tarieven van vôôr 7 September
1933 zouden bij een goede calculatie wel eens blijk
kunnen geven voor verlaging vatba’ar te zijn. Het is
mi. nog zeer de vraag, of die tarieven voor een goed
varend motorschip bv. wel te laag waren.
De consequentie van deze redeneering is dus, dat
een deel van de vloot en dan liefst het minst econo-
mische •deel wordt stil gelegd, voor zoover noodig om
volle belasting van de varende schepen te verkrijgen.
Wanneer men dan daarbij de tarieven handhaaft van v66r 7 Septeniber 1933 en de reeds bovengenoemde
f
3 millioen worden besteed om het stilliggen van
een klein deel der.vloot te bekostigen, dan is men nog even ver als op ‘het oogenblik, ‘doch men staat op een
gezonde basis, waarop men verder kan bouwen.
Wanneer daarna nog zou
blijken,
dat door aldus
verkregen sterke verlaging van vaste kosten sier een-
heid vervoerd goed, de tarieven van vôôr 7 September
1933 zouden kunnen worden verlaagd, of de bewuste
f
3 millioen niet noodig zouden
blijken
te zijn, dan
zou men door deze gang van zaken veel gewonnen
hebben.
Over de manier, waarop nien tot ‘het stileggen van
schepen moet geraken, heb ik wel
mijn
meening, doch
dit kan in het raam van dit artikel niet worden
behandeld.
Ir. H. VAN HEYST.
BETAALT DE AUTO EIGEN WEGKOSTEN?
Het antwoord op de boven dit artikel gestelde
vraag is hierom zoo ‘belangrijk, omdat ‘daarvan af-
hangt de rechtvaardigheid eener verdere verzwaring van den belastingdruk op het motorwegverkeer. Wij stellen ons voor, alvorens een concreet antwoord op
genoeidde vraag te geven, enkele opmerkingen van
meer theoretischen en algemeenen aard’ bij wijze van
inleiding vooraf te doen gaan.
Over het algemeen benadert men het in bovenge-
noemde vraag neergelegde vraagstuk wel op buiten-
gewoon simplistische wijze. Eenerzijds wordt met een
groote mate van zelfverzekerdheid beweerd, dat’ de
auto bij lange na niet ‘betaalt, wat aan haar ten koste
wordt gelegd. Bij gevolg ontmoet een belastingverhoo-
ging op het motor-wegverkeer,— in welken vorm dan
ook – van die zijde niet het geringste bezwaar. An-
derzijds zegt men – veelal met evenveel zelfverze-
kerdheid -, dat het motor-wegverkeer eigen kosten
wèl betaalt en meer dan dat.
Op eerstgenoemd standpünt stelde zich o.a. de Re-
geering bij haar verdediging van het wetsontwerp-Verkeersfonds bij de openbare beraadslaging in de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Zoowel Minister Oud als Minister Kalff waren
van meening, dat datgene,. waarvan het motôr-weg-
verkeer profiteert, veel en veel
belangrijker
•is dan
het bedrag, ‘dat. op het oogenblik aan wegenbelasting
,yord
,
il geheven.
Op de voor de hand liggende opmerking, dat ook
iekening moest worden gehoudeh met de benzine-be-
lasting, werd door Minister Oud geantwoord, dat,
toen in 1926 de wegenbelasting werd ingevoerd, een
liter benzine 20 á 22 cent kostte, terwijl tegenwoor-
dig met inbegrip van de benzine-belasting de prijs van 1 liter benzine ongeveer neerkomt op de helft
an dat bedrag.
Hoewel voor den gang van ons betoog niet van
overwegend belang, zij ons niettemin in dit verband
de vraag veroorloofd, of het door den Minister van
Financiën ingenomen standpunt tav. de hen zine-bo-
lasting wel ‘past in het kader van de financieele en
economische politiek der Regeering. Als eerste punt’
van haar beleid op economisch terrein heeft de Ne-
derlandsche Regeering
bij
herhaling de i rLtegrale
handhaving van den gouden standaard gesteld. Het
is in de kolommen van dit tijdschrift reeds merma-
len met den ‘grootsten nadruk naar voren ‘gebracht,
dat het gestelde doel het volgen eener rigoureuze
deflatie-poli’tiek noodzakelijk maakt, waardoor ons
relatief veel te hoog prijs- en kostenpeil zich zal moe-
ten aanpassen aan d’e waardevermindering van het
huitenlandsche ruilmiddel. Het is verblijdend te kun-
nen consta’teeren, dat op velerlei terrein de Regeering
doelbewust de consequenties trekt ui’t het door haar
ingenomen standpunt.
1-let is juist hierom des te verwoncierlijker, dat de
prijsdaling van een bepaald artikel wordt aangevoerd
als een argument voor belastingheffing. Instede van
de zich t.a.v. een gedeelte van het
prijspeil
reeds vol-
trokken hebbende aanpassing met ingenoineuheid te
begroeten, wordt de prijsdaling door belastingheffing
te niet gedaan. Wij zouden daar nog aan toe kunnen
voegen, dat de vervoerkosten behooren te vallen on-
der het begrip productiekosten in den ruimen zin.
Ieder is het er ov’er eens, dat de Nederlandsche volks-
elvaart slechts dan – zij het dan nog slechts ge-
deeltelijk – uit de stormen van de economische crisis
kan worden gered door met alle middelen te streven
naar bevordering van export. Hoe rationeel het ook
nioge zijn een grooter gedeelte van de binnenlandsche
markt dan vroeger voor de hinnenlandsche industrie
te reserveeren, dit mag de aandacht niet afleiden van
het primaire doel onzer economische politiek: hand-
having van den export op het hoogst mogelijke be-
reikbare peil.
Daartoe nu ‘is eerste vereischte, dat ons concur-
rentievermogen zoo groot mogelijk zij, opdat overal
waar niet een volstrekt prohibitieve handelspolitiek
in den weg treedt, een behoorlijk gedeelte van het
buitenlandsehe afzetgebied voor het Nederlandsche
bedrijfsleven kan worden behouden cci. veroverd.
Om dit concurrentievermogen zoo groot mogelijk
te doen zijn, dienen de productiekosten zoo laag mo-
gelijk te worden gehouden, geen enkel gedeelte ‘daar-
van uitgezonderd, ook niet de vervoerkosten. En nu
valt het toch wel niet te ontkennen, dat een verhoo-
ging van de belasting op motorrjtuigen een nieuwen last legt op het ‘bedrijfsleven. Wij wijzen slechts op
het havenbedrijf en de land- en tuinbouw, voor welke
bedrijfstakken, die langzamerhand en bloc tot de mar-
ginale zijn gaan behooren, iedere nieuwe belasting
diende te worden uitgesloten.
Daar het volstrekt onmogelijk is, dat tav. een-
zelfde vraagstuk het gelijk aan twee kanten tegelij-
kertijd kan zijn, dient te worden uitgemaakt, wie ten
deze het juiste standpunt inneemt.
Gegeven het feit, dat het’ stellen van meergenoemde
vraag de juist’heid ‘impliceert van de stelling, dat
ieder vervoermiddel eigen ‘kosten heeft te betalen, is
een summiere uiteenzettiiig van vermelde these ge-
wensch’t. ‘
.828
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19
September 1934
Wij staan in dit opzicht geheel aan de zijde van•
Prof. Mr. F. de Vries, die in zijn lezing op clen..’en
accountautsciag van de Vereeniging van Gemeente-
accountants, 21 October 1933 te Utrecht gehouden,
de stelling poneerde, dat – enkele uitzonderingsge-
vallen daargelaten, – ieder vervoerbedrijf ‘ moet wor-
den o])gezet als een onderneming, die naar volledige
dekking van alle kosten, door het vervoer veroorzaakt,
heeft te streven.
Wel wordt hiertegen aangevoerd, dat vanwege de
,,indi recte rentabiliteit” der verkeersmiddelen er geen
bezwaar behoeft te worden gemaakt om het vervoer
tegen niet loonende vrachtprijzen te bezorgen. De
toeneming der productie en ‘de vermeerdering i der
welvaart daaraan gepaard, zullen de verliezen, op het
vervoer geleden, ruimschoots goedmaken en aan de
Schatkist, die dan uiteraard die ‘tekorten zou hebben
aan te zuiveren, daartoe -ook’ cle middelen verschaffen.
Prof. F. de Vries merkt te dien aanzien echter zeer
terecht op, dat lage vrachtprijzen zoodoende slechts
in schijn worden verkregen, daar de werkelijke kosten
van het vervoer niet geringer worden; men schrijft,
slechts een deel er van op eens anders ‘rekening over.
Men staat voor de keuze om ‘de kosten van het ver-
voer 6f om te slaan over verzenders en reizigers over-
eenkoinstig de diensten hun hij het vervoer bewezen
òf ze te verdeelen over de geheele
burgerij
overeen-‘
komstig de beginselen, volgens welke belastingen wQr-
den geheven; beginselen, die geen enkel verband ho’u-
den met de mate, waarin de voordeelen van bewezen
vervoercl’iensten door den een of ander worden ge-
noten. Daaruit volgt, dat het laatste alleen geoorloofd,
zou zijn, wanneer de voordeelen zich gelijkmatig over
de geheele samenleving zouden verdeelen en er geen
direct anwijsbaar verband zou bestaan tusschen een
vervoerdienst en het nut, dat er voor een bepaald
subject uit voortvloeit. Een dergelijk verband, is ech-
ter in den regel hier wel aanwezig. Het vervoer dient
toch allereerst de ‘belangen der afzonderlijke onder-
nemingen en het voordeelig resultaat vloeit allereerst
hun toe, die bij deze ondernemingen zijn betrokken.;
Men zou dus met evenveel recht ieder ander, deel d’er
product’iekosten ‘ten laste der gemeenschap kunnen
brengen om den schijn van goedkoope productiekos-ten te wekken.
Daar bovenstaande redeneering ons inziens moeilijk
voor tegenspraak vatbaar is, volgt daaruit de juist-heid van de stelling, dat ieder vervoermiddel eigen
kosten heeft te ‘dekken.
Bij beschouwingen over het vervoervraagstuk en
met name ‘betreffende ‘de kosten-dekking wordt veelal
t.a.v. de financiering van den wegenaanleg en het on-
derhoud der wegen een geheel verkeerd standpunt
ingenomen, het standpunt namelijk, dat de auto haar
weg reeds moet hebben betaald, als het ware voordat
zij er gebruik van maakt. Genoemd standpunt wordt
o.a. ingenomen door de Studiecommissie, door de Ne-
derlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel
ingesteld ter bestudeering van het vervoervraagstuk,
welker zeer belangwekken.d rapport onlangs is ver-
schenen. .
Deze opvatting moet echter o.i., onjuist worden ge-
noemd. Geëischt kan slechts w,orden, dat de auto haar
weg betaalt in den tijd, gec1wrende welken zij daarvan
gebruik maakt..
De betreffende kosten behooren –
wil men tot een juisté -rentabiliteitsb,erekeuing komen
– te worden verdeeld over een aantal jaren, waarin
– had men voor den wegenaanleg geleend – e’en
dergelijke leening had moeten zijn afgelost.
In dit verband dient nog de opmerking te worden
gemaakt, dat men zich moet voorstellen, dat de ‘in-
komsten van het Wegenfonds zullen blijven toenemen
terwijl de uitgaven voor wegenaanleg hieruit ten
slotte zullen afnemen. Immers verwacht mag worden, dat binnen afzienbaren tijd geen groote bedragen voor
den bouw van nieuwe wegen meer behoevén te wor-.
den beschikbaar gesteld en deze dus beschikbaar
komen voor afbetaling van vroeger gemaakte houw-
kosten, waarnaast clan nog bijna uitsluitend middelen
zullen behoeven te worden aangewend voor onderhoud
en vernieuwing der ‘bestaande wegen.
In het licht van dit alles moge als voorloopige con-
ci usie worden vastgesteld, dat het motor-wegverkeer
voldoende opbrengt om de kosten Van
Zijil
weg te
vergoeden.
DR. J. VAN STAAIJ,
REFLATIE IN BELGIË?
In het nummer van 29 Augustus der Economisch-
Statistische Berichten werd een artikel opgenomen
over ,,de nieuwe conjunctuurpolitiek in België” waar-
in gesteld werd: dat de tot dusverre in België ge-
voerde deflatiepolitiek was vastgeloopen en dat tot
reflatie met behoud van den gouden standaard was
overgegaan.
Dit laatste slaat op de maatregelen door de nieu-
we Belgische Regeering genomen ten aanzien van het
bankwezen.
Het wil ons nu voorkomen, dat de stelling: ,,’defla-
tie vastgeloopen en overgegaan tot refiatie” in haar
beide deelen onjuist is.
De reconstructie van het Kabinet De Broqueville
is toch immers juist geschied, omdat men de politiek
van deflatie – indien men het vasthouden aan den
gouden standaard zoo noemen wil – wenschte voort
te zetten. De strijd ging in en buiten het Ministerie
om het vraagstuk: devalueeren of niet, en het was
bekend dat er veel industriëelen waren ‘en ook ban-
kiers, met de industrie nauw verbonden, die o deva-
luatie aandrongen: ‘daaruit zou voor hen de redding
Icunnen komen en anders waren nijverheid en de hij
de
nijverheid
zwaar geïnteresseerde banken verloren.
Neen, was het antwoord van De Broqueville. Voor-
standers van devaluatie moesten zijn ministerie ver-
laten. Een machtigiugswet werd aangenomen, waar-
bij het Kabinet de maatregelen zou kunnen nemen,
noodwendig om de politiek van handhaving van den
‘gouden standaard te blijven volgen. Onder die maat-
‘regelen stond voorop: steun aan de industrie en aan
de banken die door haar belang bij de industrie dreig-den vast te loopen.
Niet de deflatie dreigde vast te loopen maar de
banken. Daar behoeft men de Belgische banken geen
bepaald verwijt van te maken: de steller van het
artikel heeft dit ter anderer plaatse zeer juist opge-
merkt. De structuur van het ‘bankwezen in België is
nu eenmaal door het in aanzienlijke mate belang
nemen hij de industrie z66, dat bij een hevige depres-
sie als de huidige het dreigend gevaar van vast-
raken
altijd
‘op kan treden.
Gelukkig daarom dat de groote Nederlandsche ban-
ken zich in de laatste jaren strikt gehouden hebben
‘aan het karakter van zuivere depositohanken, waar-
door zij ook in deze zware tijden een graad van liqui-
diteit hebben kunnen handhaven die vastraken vrij-
wel uitsluit.
De vraag zou gesteld mogen worden of devaluatie
van den franc de Belgische industrie zooclanig zou heb-
ben geholpen – niettegeustaande contingenteeringen
en ‘ihvoerverboden – dat de banken van haar bevro-
ren credieten zouden zijn bevrijd. De Belgische regee-
‘
r
i
ng
rh
ee
ft deze speculatieve politiek niet willen vol-
gen, maar heeft de outdooiing van die credieten zelf
tr’haid genoien en onder handhaving van den gou-
den standaard en onder continueering van hare defla-
tie-politiek de banken van haar overlast ‘bevrijd.
Doet zij dit nu ‘door middel van reflatie?
Hiervan is nog niets gebleken. Zij neemt de cre-
‘dieten over en verlaagt voor de indu’strie de interest.
Zij geeft den banken in plaats daarvan liquiditeiten
van de eerste örde, opdat zij een balanspositie zullen
verkrijgen zooals een goede depositobank die behoort
‘te hebben. –
19 September 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
829
En nu stelt de schrijver, die erkent dat hier van
nflatie voorioopig nog geen sprake is: ,,eèu verrui-
mink van de bankbiljetten-circulatie zal intreden, in-
cl ieu de banken, ondanks het terugvloeien van depo-
sito’s, hij de centrale bank komen voor beleening van
de obligaties van de Nationale Vennootschap. Men
kaii een dergelijke credietverruiming moeilijk iL1fla-
tio n sti’sch noem en, vooral zoolang het dekkingsper-
centage van de Nationale Bank nog boven het wette-Lijke blijft. Iiidien daarom de banken nieuwe credie-
ten verleenen, is een dergelijke credietexpansie in de
huidige omstandigheden als reflatie met behoud van
den gouden standaard te beschouwen.”
Er is ‘in het geheel gbeu’ waarschijnlijkheid van
groote nieuwe credieten of credietexpansie, althans
wij mogen hopen, dat de banken niet dadelijk haar
nieuw verworven liquiditeit weer gaan bederven door
crediètverleeuing op groote schaal; en dat de indus-
trië, die juist opluchting heeft gekregen doordat dure
schulden op korten termijn door goedkoopere schuld
op lang zicht zijn vervangen, zich niet •haa’stig in
nieuwe schulden gaat steken. Het is ook nie,t aan te
nemen, dat er aanleiding voor zou zijn: immers al
deze maatregelen zullen banken en industrie voor
ernstige ongelukken kunnen behoeden, maar toch niet eeti plotseling opleven van de nijverheid te voorschijn
kunnen tooveren.
Daarom: geen inflatie en ‘ook geen reflatie. Maar
stevigen steun aan hen, wien op den moeilijken weg
der deflat’ie de krachten dreigden te begeven. Het pkd.
tegen den berg op is nu eenmaal steil èn moeilijk.
K. P. VAN DER MANDIsLE.
GOUDAFGIFTE VOOR DE VEREENIGDE STATEN.
De mededeeling enkele dagen geleden door de Di-rectie van De Nederlandsche Bank ‘bekend gemaakt,
dat in de toekomst deze instelling goud zal afgeven
voor arbitrage naar de Vereenigde Staten, indien de
koers van den Dollar daartoe aanleiding geeft,
d.w.z.
het goudexportpunt heeft bereikt, is op het oogen’blik
allerminst van acute beteekenis. De Dollarkoers e-
weegt zich integendeel dicht in de nabijheid van hêt’
goudinvoerpunt, hetgeen dan ook kort gelden inder-
daad aanleiding heeft gegeven tot goudimporten uit
New-York, goud dat intusschen niet zijn weg naar
de kelders onzer centrale bank heeft gevonden, doch
werd behouden door de arbitrageerende banken. En toch kan men tot op zekere hoogte zeggen, dat deze
lage Dollarstand en de daaruit voortvloeiende goud-
invoer, de directe aanleiding zijn geweest tot het tref-
fen van de voreuvermelde voorziening voor het tegen-
overgestelde geval van hoogen Dollarkoers.
Immers was is het geval? Zooals bekend, berust in-
geval van negatieve betalingsbalans de pariteitshand-
having van onze munt sedert de wederinvoering van
den gouden standaard in 1925 op de verplichting,
die De Nederlandsche Bank toenmaals tegenover de
regeering op zich heeft genomen om goud voor export
te verkoopen, zoodra de wisselkoersen daartoe aan-
leiding geven. Die goudafgifte geschiedde echter
alleen voor die gevallen, waarin het betrof export met
bestemming naar landen, die op hun beurt, in geval
van wijziging der wisselkoersverhouding bij het be-
reiken van het goudexportpunt door den Gulden, ook
weer
vrijelijk
goud afgaven voor uitvoer hierheen.
Een ,,gold-biillion”-standaard dus op reciprociteits-
basis. De landen, die vroeger aan dien eisch voldeden,
hebben juist sedert 1931 voor een groot deel den
gouden standaard verlaten, terwijl verschillende lan-den, die wel hun muntpariteit handhaafden, toch niet
de absolute verplichting tot goudafgifte kenden. Dien-
tengevolge was sedert den val van den Dollar prac-tisch onze heele goudarbitrage in voorkomende ge-
vallen, d.w.z. wanneer internationaal de Gulden meer
aangeboden was dan gevraagd, georiënteerd op Parijs. De Banque de France voldeed volkomen aan den door
De Nederlandsche Bank gestelden eisch van reci.pro-
ue goudafgifte. Deze iilstelling was zelfs in haar
vfgiftepo1itiek buitengewoon vrijgevig; zij hond het
land van bestemming niet aan wederkeerigheid, doch
naakte Parijs tot een absolute vrije goudmarkt, zoo-
-als vroeger Londen die was geweest, door zelfs onaf,-
hankelijk van de wisselkoersen goud af te geven aan
ieder die hankpapier of saldo hij de Bauque cle France
zelve aanbood.
Wat nu het betalingsverkeer met de Ver. Staten
“betreft, ligt het geval ietwat eigenaardig. Op 31
J’anuari ji. werd mèt de overdracht van den goud-
voorraad, der reservebanken aan de schatkist de de-
jure-sta’bilisatie van den Dollar een feit. Op ‘basis
van ‘den nieuwen goudinhoud van den Dollar (15
5
/21
gram ‘met een gehalte van 0,9) verklaarde de schat-
‘kist, die op het punt van de pariteitshandhaving in
de plaats der reservehanken was getreden (al moet zij
‘clan ook voor de goudafgifte gebruik maken van het
interniediair dier
banken,
die immers de goudcerti-
ficaten bezitten), zich bereid tot aankoop en afgifte
van goud tot den prijs van $ 35,— per troy-ou,nce niet
‘een kostenaftrek van i’ pOt. voor aan- zoowel als
“verkoop. Deze bereidverklaring om goud tot vasten
prijs ook weer af te’ geven, waneer de wisselkoer-
-sen daartoe aanleiding geven was feitelijk de eisch,
welken De Nederlandsche Bank zooals bovenvermelci
stelt, en uit dien hoofde zou uien dan ook hebben
‘kunnen verwachten, dat toen reeds onze centrale bank
r
ou
d met bestemming voor New-York zou hebben
“j,rjsgegeven. Dit is echter niet het geval geweest, in-
,tegendeel toen bijna onmiddellijk na de Dollarstahi-
4isatie hier een omvangrijke vraag naar goud ontstond,
weigerde De Nederlandsche Bank afgifte voor Ame-
rika.
Destijds,
in de maand Februari, bleef de notee-
.ring van den Dollar zeer geruimen tijd meerdere pro-
centen ‘boven het theoretisch goudexportpunt geno-
teerd.
De eenige aanleiding tot de ‘genoemde weigerach-
tige houding van onze centrale bank kan geweest
zijn het gebrek aan vertrouwen in de ‘bonafi’de ten-
iiitvoerlegging door de Amerikaansche regeering van
Dd
e
toezegging inzake goudafgifte voor export. Dat
men niet onvoorwaardelijk daarin vertrouwde was
toen volkomen ‘begrijpelijk. De monetaire politiek van
de Ver. Staten was ‘getuige geweest van zulk een
frappante opeenvolging van frontveranderingen, van bede en halve toezeggingen, die niet gestand werden
gedaan, dat deze plotselinge stabilisatie nauwelijks au serieux werd genomen, vooral omdat de desbetreffen-
de verordening nog steeds de mogelijkheid overliet
‘voor een verdere depreciatie van den Dollar met rond
10 pCt. tot 50 pOt. van de oude goudwaarde. De
indruk, dien deze maatregel
destijds
algemeen vestigde,
‘was dat men wel definitief een stijging van den Dol-
‘larkoers boven 60 pOt. van de oude pariteit wilde uit-
schakelen, maar van een verdere daling geenszins af-
keerig was. Onder die omstandigheden hechtte men
aan de toezegging tot aankoop Van goud veel meer
• waarde dan aan die van verkoop. Er deden dan ‘ook
al dadelijk geruchten de ronde, dat de gestelde voor-
waarde voor goudafgif te, nl. ,,wanneer de wisselkoer-
sen daartoe aanleiding geven” (in feite volkomen de-
zelfde voorwaarde die bij ons de centrale bank stelt) als sabotagemiddel zou worden aangewend, dat men
• nl. bij de calculatie der goudexportpunten buitenge-• meen ruime marges in acht zou nemen. Hoe dit ook
zij, het is begrijpelijk dat onder die omstandigheden
IDe Nederlandsche Bank van de reciprociteit der Ver.
Staten bij de internationale goudbeweging vooralsnog
geen al te hoogen dunk had en de kat uit den boom
wilde kijken.
Intusschen is er in de wettelijke bepalingen noch
ten onzent, noch in de Ver. Staten eenige wijziging
gekomen, zoodat de plotseling gewijzigde houding van
De Nederlandsche Bank op het eerste gezicht ietwat
vreemd aandoet. Daarbij moet men echter bedenken,
dat deze heele kwestie, zooals uiteengezet, niet be-
830
ECON OMISCH-STAT1’STISCHE BERICHTEN
19 September 1934
rust op wettelijke mouetaire bepalingen, doch
uitslui-
tend
p
de feitelijke omstandigheid
van de reciIirioci
teit der tegenpartij. En ten aanzien van die feitelijke
omstandigheid nu zijn wij juist in de laatste weken
wat verder gekomen. Het feit van de goudafgifte
door de schatkist der Ver. Staten met bestemming
voor Nederland heeft zich voorgedaan! En aangezien
de eenige hinderpaal in het kader van onze goud-
afgiftepolitiek gelegen was in twijfel in die feitelijke
omstandigheid, was er gereede aanleiding om de houL
ding in deze te herzien. Wellicht heeft men het trou-
wens niet hij •dit empirische bewijs van de vrije af-
gifte door dé Amerikaansche schatkist gelaten en zich
door de schatkist de verzekering laten geven, dat ook
iii. de toekomst, behoudens natuurlijk wetswijzigingen,
deze politiek zal worden gevolgd.
De consequenties van de jongste toezegging van
De Nederlandsche Bank moet men inmiddels niet overschatten. inderdaad zal het gevolg zijn, dat er
weer een ,,rechtstreeksche pariteit” tusschen Dollar
en Gulden zal ontstaan, maar ook tot nu toe bestond
zulk een pariteit zij het dan indirect, in driehoeks-
arbitrage via Parijs. Immers het voorbeeld van de
goudheweging in Februari toen vrijwel onmiddellijk
na de Dollarstahilisatie ook hier te lande een goud-drainage ontstond, heeft duidelijk gedemonstreerd,
hoe toch goud, door De Nederlandsche Bank afg-
geven, in de Ver. Staten te land komt. Het moest
daartoe alleen een omweg over Parijs maken. Ws
in Amerika een surplus aanbod aan Guldens, dat niet
kon worden geabsorheerd door een tekort aan die
valuta elders, dan moest voorheen verkoop van het
surplussaldo in Parijs plaats vinden, opdat gond van
hier naar Parijs werd verscheept en vandaar naar
New-York. In de toekomst zal die omweg overbodig zijn. Van principiëele heteekenis kan dus deze maat-
regel pas worden, indien bv. door wijziging van de goudpolitiek der Banqi.ie de France de gbudafgifte
door onze centrale bank voor dat land wordt stop-
gezet, zoodat daarmee ook de indirecte arhitrae op
New-York zou komen te vervallen. Zoolang dat nog
niet is gebeurd; heeft de maatregel althans vooi den Dollarkoers hier te lande slechts gradueele beteeke-
nis, door het afsnijden van den omweg over
Parijs
is
het goudexportpunt een fractie lager komen te liggen.
Het goudexportpunt in directe arbitrage Amster-
dam—New-York beloopt, al naar het transportmiddel
wat men kiest, van tusscheu de
f
1,4751 en
f
1,4763.
C.A.K.
DE MILLIOENENNOTA.
De hij de Tweede Kamer ingediende ,,Nota, betref-
fende den toestand van ‘s Rijks financiön”, behelst
de volgende beschouwingen over den financiëelen toe-
stand van het land.
DIENSTJAAR
1931.
De definitieve cijfers van het dienstjaar 1931, zoo-
als deze -zijn opgenomen in de ingevolge artikel 86;
2de lid, der Comptahiliteitswet
(Staatsbiad
1927, No.
259) samengestelde en door •de Algemeene Reken-
kamer goedgekeurde algemeene rekening, zijn als
volgt:
Titel A
Titel B Gewone dienst Kapitaaldienst
Totaal
Onbvangst f 557.557.492,02e
f
144.496.986,71 f 702.054.478,74
Uitgaven
., 603.157.159.02,, 235.692.523,44 ,, 838.849.682,46e
Tekort
. . f 45.599.667,— f 91.195.536,72
5
f 136.795.203,72
J)ÏE.NSTJAAR
1932.
De cijfers, opgenomen in de ingevolge art. 86, 2de
lid, der Comptabiliteitswet
(Staatsbiad
1927 (No.
259) samengestelde en door de Alg. Rekenkamer goed-
gekeurde algemeene rekening van het d.ienstjaar 1932
zijn als volgt:
Titel A. Gewmie dienst.
f
591.216718,47
515 .168.16 5,355
Nadeelig saldo
. . . .
f
76.048.553,12
Titel B. Kapitaaldienst.
–
Uitgaven
……………
f
487.750.884,12
Middelen
……………
,, 660.061.597,23
Voordeelig saldo
…..
f
172.310.713,10
Het tekort
01)
den
gewonen
dienst werd in de vorige
Nota gesteld
OP
f
77.304.711,99.
Thans blijkt een tekort
.aaniwezig vail
f
76.048.553,12.
Dit gunstig verschil: is toe
te schrijven aan eene .w’ijzi.giiig zoowel in de cijfers der uit-
gaven, als in die der ontvangsten. Ten vorigen jare werd
voor de uitgaven van den •gewonen dienst een voorloopig totaalcijfer genoemd van
f
593.141.693,70.
Dit totaal is
thans nader vastgesteld op
f
591.216.718,47,
gevende eene
vermindering van
f
1.924.975,22,
voornamelijk toe te
schrijven aan lagere totalen voor le hoofdstukken Onder-
wijs, Kunsten en Wetenschappen, Defensie en Waterstaat.
De opbrengst der .gew’one middelen vertoont, in’erge-
lijking met het ‘bedrag, ten vorigen jare als voorloopige uitkemst vermeld, eene daling van
f
668.816,35e.
De ge-
wone middelen werden ten vorigen jare opgenomen met
een totaalcijfer van
f
515.836.981,71,
tegen thans
f
515.168.165,35.
Als voornaamste oorzaken kunnen ge-
noomd worden: een lagere opbrengst van de itikomstenbe-
lasting en van de rechten op dcii invoer.
DI:INsTJAAR
1933.
De voorloopige gegevens leveren de volgende uit-
komst op:
Titel A. Gewone dienst.
Uitgaven
…………….
f
574.104.437,-
Middelen
……………
.. 515.838.484,30
Nadeelig saldo
. . . . f.
58.265.952,70
Titel B. Kapitaaldienst.
Uitgaven
…………….
f
389.143.176,17
Middelen
…………….
,, 546.477.535,29
Voordeelig saldo
. . . . f
157.334.359,12
Becijferd tekort
OjI
den gewonen dienst 1933
ruim f 58 ?fliiliOeit.
Ellet voor het .jaar
1933
op den gewonen dienst becijferd
ii acleel ig saldo bedraagt, blijkens vorenstaa nd overzicht,
f
58.265.952,70.
Blijkens de aanvankelijk toegestane begrooti ngen werd
aan gewone uitgaven geraamd
f
572.643.737
en aan ge-
wone middelen
f518.223.483.
Aanvankelijk werd dus een
nadeelig saldo verwacht van
f54.420.254.
in de ontvangsten ii’aren o.a. geraamd
f
26.000.000
voor
opcenten op ‘alle invoerrechten en
01)
den accijns
01)
bier
en
f
10.000.000
voor de weeldeverteriisgsbelasting.
Gedurende de behandeling van het betreffende opcenteii.
ontwerp in cle Tweede Kamer dier Staten-Generaa.l werden
daari
t
belangrijke wijzigingen aangebracht. De opeen ten.
heffing
01)
de invoerrechten werd beperkt tot een deel der
tariefposten en clie op den accijns
01)
‘bier teruggebracht
tot de helft van het aanvankelijk voorgestelde aantal.
Daarentegen werd tot de heffing van een twintigtal op-
centen op den suikeraccijns overgegaan. Het resultaat van
een en ander was, dat de raming der ontvangsten met
f3.200.000
moest worden vermindert]. Waar voorts de
weeldeverteringsielasting niet tot stand kwam, moest de
raming opnieuw niet
f
10
ntillioen worden verlaagd. Het
oorspronkelijk geraamde bedrag moest derhalve ‘in totaal
met
f 13.200.000 worden verminderd en op
f
505.023.483
worden gebracht. Tn werkelijkheid hebben de Middelen
f 515.838.484,30
opgebracht, derhalve
f
10.815.001,30
niér.
De uitgaven waren, gelijk hierboven gezegd, op
f572.643.737
geraamd. Hiervan moet
f
11.500.000
worden
afgetrokken wegens een nader ingevoerde salari sverlagi ng,
zoodat het totaal zou dalen tot
f 561.143.737.
Uitgegeven
is
f 574.104.437,
derhalve
f
12.960.700 mdSr. Hiervan komt pIm.
f
2.000.000
voor steun aan noodlijdende gemeenten,
pl.ni.
f
7.000.000
voor rente van vlottende en gecoLnsoli-
deerde schuld en kosten van uitgifte van leeninge.n en
pl.ni
. f3.700.000
voor hoogere uitkee ring aan liet Gemeen-
tefouds, met ii’elke uitgaven bij het indienen van de be-
grooting nog geen rekening kon worden gehouden.
Uitgaven
Midr1c1,,r,
.-
r..,
19September 1934
Onderstaande staat geeft een overzicht van de thans
in de begrooting vermelde cijfers:
1933
Titel A. Aanvankelijk Voorloopig Verschil en oorzaak
Gewone
dienst toegestaan resultaat
Uitgaven …
f572.643.737 f574.104.437
f
1.460.700
meer uitgegeven
dan oorspronkelijk toegestaan
Ontvangsten
,,518.223.483 ,,515.838.484
2.354.999
lagere opbrengst
dan de raming
ongunstiger
uitkomst Nadeel.saldo
f
51.423.254
f
58.265.953
f
3.845.699
dan aanvank.verw.
Onder het bedrag van
f
518.223.483, waarop de gewone
middelen aanvankelijk waren geraamd, was begrepen eene
som ad f387.842.000 aan middelen, opgenomen in den
inaandeiijk.scheu iiiiddelenstaat, benevens
f
130.381.483 aan
niet tot deze groep behoorende ontvangsten.
Nu bij de wet van 14 December 1933
(S’taatsblecL
No.
692) tot wijziging van de Comptabiliteitswet een ander
systeem van nfboeking der rekeningssaldi is ingevoerd,
acht de ondergeteekende het aangewezen om de vermelding
iii cle Millioenen nota van de salci i der laatste jaren bij
dit systeem te doen aansluiten. Daarom heeft hij in plaats
van de tot dusver gebruikelijke opgave der saldi van de
laatste twintig jaar, thans opgenomen een opgave van
het saldo volgens de laatste afbonkingswet en van de daar-
opvolgende jaarsaldi.
Voor-
of
na-
Voor-
of
na-
Dienst- deelige saldi
deelige saldi
Opbrengst
jaren.
van den ge-
v.
d.
kapitaal-
van
wonen
dienst
dienst
geldleeningen
Nad.
TitelA
TiteiB
sa
ldi*
nihil
– 141.853.777,06
1929 + 58207904,82
– 158.773.136,57
42.000000,-
1930 + 27.942.986,41
5
– 43.556.316,54
–
1931 —45.599.667,—
– 131.288.888,22
6
40.093.351,50
1932-76.048.553,12
– 333.553.937,205
1
505.864.650,31
1933 —58.265.952,70
– 341.538.640,88
1
)
498.873.000,-
) Nadeelig saldo volgens de laatste afboekingswet (Wet
van 14 December 1933
(Btaatsblacl No. 692).
DIENSTJAAR 1934.
Wat het loopende dienstjaar 1934 betreft, zij, wat
den gewonen dienst betreft, het volgende medege-
deeld.
De uitgaven beloopen volgens de vastgestelde be-
grooting
f
731.051.364, de middelen bedragen (met
inbegrip van
f
76.398.000 wegens verlenging van in
1934 afloopende heffingen)
f
539.844.818, zoodat het
nadeelig saldo kan worden gesteld op
f
191.206.546.
Dit tekort zou op de volgende wijze worden gedekt:
lo. Nieuwe middelen …………..
f
106.519.000
5)
2o. Verminderini van uitgaven .. . . ,, 84.150.000
f190.669.000
Geraamd nadeelig saldo over 1984
f
80 millioen.
Wat aan nieuwe middelen en vermindering van
uitgaven tot heden is gerealiseerd, moge uit het na-
volgende overzicht blijken:
De ramirig der
uitgaven
kan thans als volgt worden
verminderd wegens:
lo. de salariskorting volgens het oor-
spronkelijk plan groot
f
15.750.000,
doch tengevolge van nader aangebrach-
te mitigatie te ramen op …………
f
10.017.613
2o. besparing tengevolge van de groo-
te conversie van Staatsschuld na aftrek van de kosten, en van de uitgaven voor
de 2de leening 1933, waarvoor op de
oorspronkelijke begrooting geen gelden
waren aangevraagd ……………..,, 14.843.578
i) Bij de in kolom 3 opgenomen nadèeli.ge saldi van den
kapitaaldienst dient .in aanmerking te worden .genoien,
dat ten laste van dien dienst in de jaren 1932 en 1933
voor versterkte aflossing wegens conversie van Staats-
schuld is uitgegeven resp.
f
299.472.000 en
f
184.327.000,
terw’ijl in dat laatste jaar eveneens
f
115.000.000 als geld-
leening aan Indië werd verstrekt.
2)
Hieronder varen niet begrepen de verhoogde heffin-
gen ten bate van het Verkeersfonds, daar deze budgetair
niet als een verhooging van middelen, maar als een in-
directe verlaging der verkeersui.tgaven waren gecon-
strueerd.
831
3o. de korting op de uitkeering aan
cie gemeenten uit het Gemeentefonds ad
f
7.216.667
4o. het vervallen der bijdrage aan het
Spoorwegpensioenfosids (Wet van 28
December 1933)
(Staatsblad
No. 744) . 9.140.000
5o. overbrenging van aflossing Staats-
schuld naar den Kapitaaldienst ……,, 27.500.000
Totaal vermifldering van uitgaven …
f
68.717.858
De Middelenraming
kan worden ver-
meerderd met:
Nieuwe heffingen …………………,,. 92.420.000
–
Tezamen ….
f
161.137.858
1
–
let oorspronkelijk geraamd .nadeelig
saldo beliep ………………….
f
191.206.546
r1
verminderen met ………………161.137.858
.f
30.068.688
Dit nadeelig saldo’ig te verklaren door:
b Het niet tot stand .komn van het Terkeersfonds;
waarvan een gunstige . uitkomst was verwacht
van ……………………………
f
32.500.000
Mindere salariskorting ……………..
.
5.732.387
Mindere totstandkoming van nieuwe hef-
fingen …………………… ….,, 14.099.000
Mindere opbrengst korting uitkeer ingen
gemeentefonds ………………….,, 1.183.333
liet bedrag, dat na totstandkoming van
, het voilledige dekkingsplan nog onge-
dekt zou zijn gebleven …………,. …. , .
537.546
f
54.052.266
Daarentegen kwain tot stand de conver-
sie, waarop in het dekkingsplan niet
was gerekend (zie boven)
f
14.843.578
terwijl in afwachting van
de totstandkoming van
het Verkeersfonds de uit-
keering aan het spoorweg-
, pensioenfonds
tijdelijk
, werd stopgezet ………….
9.140.000
23983.578
derhalve resteert, gelijk hierboven aan-
gegeven, nog een tekort ad ………
f
30.068.688
Intusschen mag niet obvermeld blijven, dat naar het zich laat aanzien, het werkelijk tekort voor het
dienstjaar 1934 grooter zal zijn, dan bovenstaand cij-
fer aangeeft, omdat de opbrengst der middelen –
• in het bijzonder doordat de omzetbelasting nog niet
tot haar volledige verki’ng is gekômen – bij de
• raming ten achter zal blijven.
DIENSTJAAR 1935.
Teneinde een duidelijk overzicht te geven van de raming der uitgaven en der middelen van genoemd
dienstjaar, in vergelijking met de bedragen, welke
aanvankelijk voor 1934 zijn toegestaan, en geraamd,
moge worden verwezen naar de bijlagen A en B dezer
nota (zie volgende pagina)… –
Titel A. Gewone dienst.
in uitgaven …………………….
f
724.357.807
in inkomsten ……………………,, 631.364.921
zoodat een nadeelig saldo is geraamd v.
f
92.992.886
Algemeene opmerking.
Aan de bespreking van de voornaamste wijzigingen
in de ramingen van ieder hoofdstuk afondèrljk mo-
gen eenige opmerkingen van algemeene beteekenis
voorafgaan.
Evenals zulks ten vorigen jare is geschied, is de
begrooting ontworpen overeenkomstig den toestand,
die – zou intreden, indien geen enkele wettelijke voor-
ziening zou worden getroffen. Voor zoover derhalve
in het verleden tijdelijke maatregelen zijn getroffen,
die, zonder de nadere tusschenkomst van den wet-
932
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19
September. 1934
Bijlage A
ALGEMEENE VERZAMELSTAAT DER RIJKSBEGROOTING VOOR HET DIENSTJAAR 1935.
TITEL A.
G,TONE
DIENST
–
Toegestane uit-
Verschil tusschen de rsming voor
1935
en de bedragen toegestaan (geraamd)
Vermoedelijk be- loop der uitgaven
OMSCHRIJVING.
Geraamd voor
1933.
gaven en geraamde
voor
1934
.
en vermoedelijke
Middel, voor
1934.
opbrengst der
________________
Meer.
‘.
Minder.
Middel, voor
1933.
UITGAVEN.
Totalen der titels
A
van
de
hoofdstukken
der begrooting van uitgaven.
Hfdst. T
Huis der Koningin ….
f
1.550.000,—
f
1.850.000,—
f
300.000,—
f
1.66
7
.540,2
7
II
HoogeCollegesvanStaat
en Kabinet 0. Koningin
,,
1.896.193,—
,,
1.931.280,—
35.087,—
,,
1.752.773,24
iii
Buitenlandsche Zaken
,,
3.608.000,—
,,
3.622.933,—
14.933,—
,,
3.425.235,01
IV
Justitie
…………..
25.990.624,—
,,
26.470.149,—
479.525,—
,,
25.985.652,10
V
Binnenlandsche Zaken
,,
17.027.106,—
,,
13.218.751,—
f
3.808.355,—
,,
10.745.494,-
VI
Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen
……
,,
148.132.800,—
,, 154.318.676,—
6.185.876,—
,,
155.144383,36
VIIA
Nationale Schuld ……
,,146.712.887,—
,,
97.372.201,—
,,
49.340.686,—
,,
85.361.736,54
VIIB
Financiën ………….
,, 143.075.705,—
62.357.702,—
,,
65.854.746,81
VIII
Defensie ………….. ,
87.712.505,—
,
87.887.213,—
174.708,—
,,
87.604.142,_
IX
Waterstaat
……….
60.100.482,—
,,
75.341.751,—
15.241.269,—
,,
62.780.334,51
X
Econ.
Zaken ……….
..,,
80.718.003,—
..
,,
12.770.831,—
,,
11.888.714,—
,,
882.117,—
,,
11.970.203,72
X.
Sociale Zaken
……..
,,
121.086857,—
..
,, 109.329.740,—
,,
11.757.117,—
,,
56.080.388,-
XI
Koloniën
…………
,,
17.021.519,—
,,
4.714.251,—
,,
12.307.268,—
5.725.041,-
Xli
OnvoorzieneUitgaven
,,
30.000,—
..
,,
30.000,—
6.766,44
f724.357.807,—
..
..
f’?
3
l.O
5
l.
364,
_
f
78.095.543,—
f
84.789.100,—
f5
7
4.iO4.43
7
,-
..
..
6.693.557,—
..
MIDDELEN.
Totaal
van den ramingstaat
(titel A).
f631.364.921,—
f
43.446.818,—
167.918.103,—
.
515.838.484,30
Voordeelig saldo ………………
Nadeelig saldo ………………..
.
f
92.992.886,—
f
267
.
6
O
4
.
546,
_
‘
‘
f
58.265.952,70
TITEL B. KPLPITAALDIENST.
Toegestane uit-
Verschil tusschen de raming voor
1933
en de bedragen, toegestaan (geraamd)
Vermoedelijk be-
loop der uitgaven
OMSCHRIJVING.
Geraamd voor
1935.
gaven en geraamde
voor
1931.
en vermoedelijke
Middel, voor
1931.
opbrengst der
Meer.
1
Minder.
Middel, voor
1933
UITGAVEN.
Totalen der titels B van de
hoofd-
stukken der begrooting
van uitgaven.
Hfdst. V.
Binneni. Zaken
……..
1
10.070.400,—
11455.700,—
1.385.300,—
9.987.514,_
f
f f
f
VIIA..
Nationale Schuld ……
,,
780.000
–
,,
780.000,—
,,
300.107.000,-
VIIB.
Financiën
…………
,,
35.732.826,—
13.159.470,—
56.888.561,22
Defensie
…………..
..
..
,,
287.000,—
,,
‘
163.000,—
f
124.000,—
327.839,-
Waterstaat …………
..,,
22.573.356,—
,,
24.567.430,—
,,
24.801.000,—
233.570,—
21.654.067,64
Econ.
Zaken
……….
..
350.000,—
,,
450.000,—
100.000,—
228.194,31
f
58.628.186,—
.. ..
f
73.382.526,—
f
124.000,—
f
14.878.340,—
f389.143.176,17
MIDDELEN
‘
.
,,
14.754.340,-
f
710.346,—
Totaal
van den ramingstaat
(titel B).
,,
21.765.276,—
,,
22.475.622,—
.
,, 546.477.535,29
.
fiS7.334.359,i2
Voordeelig saldo
Nadeelig saldo ………………..
.
f
36.862.910,—
f
50.906.904,-
GEHEELE DIENST.
S A L DI.
.
eraam
voor
G
d
193
Vastgestelde
begrooting
1934.
,
.
Vernioedelijkeuit-
komst dienst
1933.
.
Nadeelig
saldo
,,
A ……….
f
92.992.886,—
f
267.604.546,.-‘.
.
,
…………-.
.
f
58.265.952,70
Voordeelig saldo
,,
B
.
.
-..’:
n’.
.’
‘
‘
,,
157.334.359,12
Voordeelig
saldo
titel
A
………..
.
Nadeelig saldo
,.
B
……….
,,
36.862.910,—
..
,,
50.906.904,—
f
99.068.406,42
Voordeelig saldo
Geheele dienst
….
..
.
Nadeelig saldo
.
….’
f129.855.?96,—
1
f3lS.öil.45O,—
gever, hun invloed op het hegrootingsjaar 1935 niet
en cle tijdelijke vermindering der bijdragen aan het
of niet meer tn volle zullen doen gelden, is de be-
Invaliditeitsfonds en het Ouderdornsfonds.
grooting ingericht
alsof
deze
maatregelen
op
het
daarvoor thans bepaalde tijdstip zullen afloopen, ook
Analyseering van het geraamd tekort over 1935.
al ligt ‘het in het voornemen der Regeering ter zake
Een vergelijking der begrootingspositie van 1934
nadere voorzieningen voor te stellen. Van deze nadere
met die van 1935 leert, dat het bovengemeld tekort
voorzieningen wordt dan, evenals dit bij de indiening
van
f
93 millioen in zijn hoofdbestanddeelen als volgt der begrooting voor 1934 geschiedde, in het dekkings-
is te ontleden:
plan melding gemaakt. Tot deze maatregelen behoo-
Indien de omstandigheden gelijk gebleven waren,
ren de tijdelijke korting op de uitkeeringen uit het
zou het tekort voor 1935 gelijk moeten zijn aaii het
gemeentefonds, de
tijdelijke
heffing van opcenten op
bedrag, dat op de hegrooting 1934 ongedekt is ge-
de gemeentefondsbelasting en de vermogensbelasting
bleven.
19. September 1934
ECONOMISCHSTATISTISC
BERIChTEN
833
Blijkens boveiistaande uiteenzetting he-
ç1eMariii,
hetgeell
overeeukonit.met
60
•
draagt dit
.
.
f
30.068.688
PCt.
.
van
ht op
die
begrooti.ng
voor dit
•
Dit
cijfer
moet worden vermeerderd uit
‘
gpraanide bedrag.
.
.
hoofde van:
.
..
.
.
.
‘
.
Tötaal ….
f
100.310.022
Afloopen der tijdelijke korting op
de
aretgen wordt ht budget 1935
uitkeeringen uit het gemeentefonds.
fl:stig beïnvlied, omdat de conversie, 1)e invloed dezer korting op het budget
.
die na aftrek van de kosten voor 1934
.
1934 bedraagt
……..f
7.216.667
.
.
–
.
i
een
uitte
heeft
opgeleverd
van
bijna
op
het budget 193o
……
3.608.333
.f
15
millioeh,
in
1935
een
bate
zal
Verschil ……
3.608.334
geven van ongever
f
24 millioen, al-
.
Afloopen der tijdelijke heffing van op-
ZOO
meer
rond
…………………..
,
9.000.000
centen op de gemeentefondsbelasting
91.310.022
.f
en cle vermogensbelasting
J1et totaal.,.graamde. tekort voor 1935
De invloed van dee hef±irg lop het bud-
bedraagt
.
..
,
.•
.
………………..,,
92.992.880
get 1934 beloopt
……f23.393.000
. .
..
.,
:.
•
Verschil
. . .
.f
1.682.804
op
het budget 1935 …..„8.130.000
Laatstgemeld
verschil
is
het
resultaat
van
een
.
Verschil ……
15.263.000
groot aantal vermeerderingen en verminderingen in
.
Afloopen van een gedeelte der tijdelijke
. .
.
de rarnuig der afzonderlijke hoofdstukken der begroo-
.
.
.
.
..
.
.
..
.
.
.
.
vermincieri ng
bij drage
Invaliditeits-
.
ting en in deopbrengst der afzonderlijke middelen.
..
fonds en Ouderdoms±onds
.
11.870.000
.
Thans moge de gebruikelijke specificatie van de
– .
..
.
.
.
.
………,,
Niet overbrengen naar den Kapitaal-
wijmgingen
• de verschillende onderdeelen der he-
1
rn g
gen.
,°
.
dienst
…………………………
,,
27.500.000
iKTTTVc’T
‘T
zijnde
liet
beding
wegens
de
aflossing
.
.
.
.
0
ii.0
Staatsscliuld, dat ja het jaar
1934
ten
.
— Omtrent de raming der middelen moge het navol-
laste
van den kapitaaÂdienst js gebracht.
gende wo:rden medegedeeld. Het zou
niet verantwoord
zijii, deze
hall:
.
De middeleriraming 1934 is
thans geworden
als
delwijze
in
1935
te
herhalen,
omdat
zij
.
volgt:
haar rechtvaardiging vond in de omsta.n-
digheici
dat ni de achter ons lr gende jaren
iÇ.tiddelen volgens de ingediende begrooting vermeer-
.
op
onze
leeningen
uit
den
oorlogstijd
in
e1
•
met
f
60.138.000, wegens verlenging van hef-
zeer sterke mate was afgelost, een omstan-
ingen
………………………f
523.584.818
digheid,
die
thans echter
blij.rend. is
ver-
Nieuwe heffingen
………………,,
92.420.000
disconteerd, toen hij de laatste conversie de
IVlEddelen overgebracht van het Leeneng-
aflossiugsterniiju
van
deze
leeningen
de
.
fonds
……………………….,,
14.058.064
îacto. aanmerkelijk is verlengd..
,
.
Saldo van nog te verwerken verhoogin-
Bijdrige aan Nedrlaad
‘
scb4ndië …….
12.000.000
gen en verlagingen van verschillende
De
finaiiciëele
toestand
van
Neder-
iniddelenposten
……………….,
154.040
laudsch-Indië
maakt
liet
volstrekt
onver-
Totaal
….f
630.21.6.922
mijdeAijk,
dat
het
Moederland
directe
fi-
gewone middelen voor 1935, zooals
..l)e
naiiciëele
iiup
verleen.
Voor
deze
hulp-
verleeuing
is
de
vorlit
gekozen
van
een
deze zijn verwerkt in den ramingstaat
bijdrage in de kosten der vloot.
:
wijzen een totaal aan van ……. …
631.364.921
De
verdeeling
der
kosten
van
de
Ko-
‘
alzoo
. . . .
f
1.147.999
.nin.klij’ke
Marine
tusscheii
Nederland
en
ieer.
Nederlandsch-Indië
voldeed
toch
reeds
se-
dert
tijd
niet
aan
redelijke
geruinien
..
ok thans zijn, wat de niet-kohierbelastingen aan-
eischen.
Zoolang
cle
financiëele
toestand
gaat, de middelen als regel geraamd
naar
de
op- van
Nederlandsch-Tndië
zich
daartegen
brengst over het voorafgaande jaar, vermeerderd en
niet
verzette,
kon
daarin
worden berust,
verminderd met het
–
tot een jaarbedrag herleid —
al
kou
dit dei,i
toestand
zelf
niet
recht-
accres of decres van elk middel over de eerste helft
vaardigen.
‘Bij
de
bestaande
1
inanciëele
van het loopende jaar.
omstandigheden
mag
dit,
naar
het
oor-
Voor de verdere toelichting
der
middelenraming
deel der Regeering, niet Janger worden be-
stendigd.
Zij
is
voorts
van
meeulrig.
dat
mogewoîden yervezen naar de Memorie van Toe’
ecu
juiste
verhouding
budgetair
op
de
.
,
lichting op liet ontwerp der Middelenwet.
incest zuivere wijze
wordt uitgdrukt,
in-
.”.
Kapitaaldiensi.
dien
de kosten ‘van
de Marine
iii Neder-
.
0
Kapitvilcbenst wijst voor 1935 een tottal iii uit-
laiidscli-Ïudië
Op
de Ncderlandsch-Indische
begroobiiig
komen
en
die
aii
de
Iviaï’ine
:
.
.
gaven
aan
van
………………..f
58.628.180
in
het Moederland
01)
de begrooting van
en in ontvangstefl va
…………….,, 21.765.276
i)efeiisie.
01)
liet X.kle Hoofdstuk der Rijks-
.
.
oodat het nadeelig saldo bedraat……j 36.862.910
hegrooting zal dan een bedrag moeten wor-
.
,
Voor 1.934 {s ‘geraamd:
dcii
gebi icht als ietoeding vooi
de door cn
uitga
F 73.382.526
Nederlandsch Oost-indië voor •de Marine te
,
J
ontvan.gs.en
iiiaken kosten. Het ligt in de bedoeling d,e
.
grootte van dit bedrag jaarlijks te bepalen,
.
.
nadeelig saldo 1934
….f
50.900.904
rekeninv
houdende
met den
finnciëelen
,
Ter toelicht ing van de voornaamste verschillen zij
toestand der ibeide gebiedsdeelen, met dien
volgende aangeteekend: verstande echter, dat de.bijdrave van ‘liet
Moederland ten minste
50
pCt. zal bedra-
‘
‘
.
.
‘
OP
Hoofdstuk
V is
minder uitgetrokken voor
kapi-
‘Indisehe
gen van hetgeen trake
op
‘de
‘
taalverstrekking aan het Staatsbedrijf der Posterijen,
herooti.ng wordt uitgetrokken.
.
Telegrafie en Telefonie
f
1.390.500.
0
1)
grond van een en ander
is
een bedrag
Op
Hoofdstuk
VIIB is
minder uitgtrokken voor
van
f3.770.800
van Hoofdstuk
Viii
over-
,
aankoop
van
Staatsschuld
voor
het
Muntf ouds
gebracht
naar
de
indische
begrooting,
..
f
6.000.000, voor voorschotten ingevolge de Woning-
waartegenover de post onder de Middelen
.
M
T
wet
f
8.000.000 en voor voorschot aan het
ege n-
weoans ‘aandeel van Nederlandsch-Indië in
do kostpn van dcii
vlootbouw,
tea bedrage
fonds
f
3.000.000. Daartegenover
is
nieuw uitgetrok-
van
f2.105.000
is
komen te vervallen. In
‘
ken
f
5.000.000.voor voorschotten aan gemeenten, ten-
plaats daarvan
is
thans
01)
Hoofdstuk
XI
einde deze in staat te stellen aan particuliere bouwers
een bedrag gebracht van
f 12.000.000,
ive-
geldleeningen
te
verstrekken
onder
verband
van
gens bijdrage aan Indië in de kosten vah
tweede hypotheek.
Cl
10
1
.
1
I
II
III
II
tc
–
–
t)0
‘t.-
ce ce
o 0
o
.
t’
010)
1
1
t
1
000
“t
d’oc6ci’
t
-i’t
c’.d
”
Cl
001 o
ce Cl ce
0′) –
0
CCC’e
Cl
ce
ce
0101
0-1 0′) 0 to
to Cl
ce
’00
0)
to
–
t.,
t?
t)’
t-
,.-
to
ce
Cl
CICO
t)’ t-
– 0′)
ce
ce ce
00
00
ce -t”
ol
t)’ toO
ce
0
–
to
0
,
0
o It
.
–
-ce-
–
tot:o
t-z
0-1
t)’ ce ce t-
to
0
–
–
‘
Cl to
‘1)0’)
0-1
liIlllIIIIIlI
0
iN
834
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19
September 1934
Op
Hoofdstuk
IX
is minder aangevraagd
f 3.433.000
voor aanleg van het Julianakanaal,
f 1.200.000
voor scheepvaartkanalen naar Twente,
f 1.710.000
voor uitkeering aan de Staatsmijnen, daar-
entegen
f 4.300.000
méér voor de scheepvaartverbin-
ding Amsterdam.—Boven-Rijn en
f 2.612.000
voor de
verbetering van •de spoorwegtoestanden in A’dam.
Wat de .middelen betreft, is de lagere raming in
hoofdzaak het gevolg van minder ontvangst op Hoof d-
stuk IX (Waterstaat en afd. Spoor- en Tramwegen).
MAATREGELEN TOT DEKKING VAN HET
TEKORT VÂN BIJNA
f93
MILLIOEN.
Thans moge de aandacht worden verzocht voor de
verschillende dekkingsmaatregelen, waardoor naar het
oordeel der Regeering het tekort zal kunnen worden
opgeheven.
A.
Uitgaven.
to. Eene vermindering der op het Rijksbudget
cirukkende lasten ter zake van pensionneering van het
Overheidspersoneel ten bedrage van ..
f 3.000.000,–
Deze vermindering betreft in de eerste plaats eene ver
laging van de ingevolge art. 168a der Pe.nsioenwet aan het
Pensioenfonds verschuldigde .annuïteit, welke voor 1935
opnieuw wettelijk dient te worden vastgesteld. In afwach-
ting hiervan is zij voor 1935 uitgetrokken op een bedrag
van
f
28.400.000.
1 t).
lu de tweede plaats betreft deze vermindering een ‘ver
laging van de ‘ingevolge het le lid van art. 36, sub b, door
de cohtri’buabelen
t)
van het Pensioenfonds aan dit fonds
verschuldigde bijdrage voor, gezinspeusioen, waartegenover
tea bate van het Fonds door de gepensionneerden een bij-
drage voor gezinspensioen verschuldigd zal worden.
In de laatste jaren zijn de salarissen der ambtenaren
meermaleu verJ’akd. ‘Waar voor de peiisiôenen eene an-
nufteit eu eene doorloopende bijdrage zoowel voor het
gezins- als het eigen pensioen aan het Pensioenfonds moet
worden betaald, welke betaling’ een belangrijk bedrag vor-
dert, acht de Regeering ook verlaging van deze uitgaven
noodzakelijk.
De Regeering meent, dat het niet onredelijk is ook de
gepensionneerden eenigsains tot deze verlaging van uit:
gaven te doen bijdragen. Naar hate meening zou dat kun
nen geschieden door te bepalen, dat de bijdrage voor ‘ge’-
zinspensioen, waarvan zij na pensionneering thans zijn
vrijgesteld, blijft doorloopen.
Gevolg van dezen maatregel is, dat de door de contri-
buabelen van het fonds te betalen bijdrage voor het ge-
zinspensioen kan worden verlaagd, welke verlaging uit deü
aard der zaak ook op ‘het budget van de gemeenten, pro-
vinciën, enz. van invl’oed zal zijn.
Een wetsontwerp tot regeLing van de •beide boven aan-
gehaalde onderwerpen zal binnenkort worden ingediend.
2o.
Verschillende besparingen op Hoofdstuk
VI,
o.a. vermindering van uitgaven ter zake van wacht-
geld voor het O.L.O. en B.L.O., bezuiniging op de
onderwi.jsopleiding, verhooging van den toelatings-
leeftijd en concentratie van scholen voor bijzonder en
openbaar lager onderwijs ……
‘f 10.00.000,-
Deze besparingen, welke gedeeltelijk gevolg zullen zijn
van het ‘vervallen van wachtgelden en overigens van het geleidelijk doorwerken van maatregelen, welke haar uit-
werking nog niet ‘volledig ‘hebben ‘gehad of’ van maatrege-
len, welke binnen ceer korten tijd’ in ‘werking zullen tre-
den, moeten derhalve voor een deel als perspectief-bezui-
nigingen worden beschouwd.
‘Alles wat mogelijk is zal echter worden gedaan om de
wachtgelden zeer spoedig ‘te doen verdwijnen en het nut-
tig effect van de hierboven in het kort aangegeven maat-
regelen te bereiken.
In herinnering wordt gebracht, dat op pag. 19 der
Millioenennota voor het jaar 1934 ‘werd medegedeeld, .dat
op de begrooting ‘van Onderayijs alsnog een bedrag van
f
15,5′ inillioen zou wordeil bespaard, terwijl op pag. 23
werd vermeld, dat deze besparing niet reeds dadelijk mo-
gelijk zou zijn, doch eerst •in den loop van 1934 en van
‘-) Met contribuabelen wordt hier, bedoeld het Rijk en
de andere lichamen, die voor de in ‘hun dienst zijnde amb-
tenaren bijdragen in het Pensioenfonds moeten storten, die
zij ten deele weder op die ambtenaren verhalen.
.,
0
–
to
o
ce
0
0
0 0-)
000
– –
0
1
.0
10
Cl In
0cc)
C
OD
0
e
c
–
oito
Cl
–
t-ce
00
t)
til
,),
to
0′)
t)t
,_
to
t)’ce
n
1
1
III
Cd
c
ticgid’
o5
t-
)0 ‘.0
‘.0
0
z
II
1
1
I
I
1
1
o
t-
00
t)’t)’ce
ce
00 11) 0
ce
00-1 ce 0 t)’
ce
ie
ce
t)
0
ce
0 t)’
ce
ie
t-
t- 0 ie
ce
ie
ce
– 0-‘ 0 –
C11.
ce
ie’eC,c’)cet)IC_ce cie
to
0
0′)
ce
t’-
ce
0-1 Cl 0 –
ce
‘tIto t)’ 0 Cl Cl ce ‘
ce
‘
ie
ce
to
0′)
to
‘t-
4
00
ce
C). to-
ie
ce
– t)t 0 -10
t)’
0
ce ce
t)’ ie
t-
00-
ie
– i
ie
0
to
t’)
0_c’)0cecec’)iet-_ceco
–
iecec.lt—t-L–cecec1ce ‘
ie
ceol
cocer
0
=cetocet-cet-ieClt)’
iN=iealt)’cet–io
ce
– –
–
t-
–
‘t–
000-It)’
ceto
0′)C’)
t-to
t- ceo
–
to
0
ie
0
ce
0)01
t)’ –
ce
0 t-
t-
0
0′)
ce
0001
Ct-tt’
Cce
ceClce
OClt-
– cet- ceO
t)IIN
t)’cecece
t-
ceotoceot- cece
0Cl
liClitI
0.1000100
cOCl
– – 01 0
ce
ie
-0 t’) t- 0
to
t- iN
0′)
cecet- ceie
—
ceCl
–
–
ie
cli
ie
0 t)
ce
0
ce
IlIIIIIlIIlIi
0 t)’
ce
0-
ct – – ce
ie
ie
0t) 0 –
0
ce to
‘ t)’ 0Cl ‘.0 Cl t)’ 0-1
ce
t)’
‘0
0
iN
,,.st-‘tt.
,
ce00cec’)ot-oie
to – itI 0
to t- iN
ie
to
‘.0000
ce to
to
0to,Cf
ce
iece0Clt-cece
C’1
t)’ to
–
0000 ‘t’ to 0
t- ce ie iN
–
t-
.010
t’-
0000,100000 0)
ce
ie
-‘0
0
–
ootocece0iet)’cece’e0 t 00
t-ciccecioto,-to 1 t-
–
-0 t-
ce iN ce
‘t)
ie0)toClO,-tr-t–t—t–00
0
tIt-ceto0t-0-1=t-
0′)
—
–
t-
–
‘t…
—
c5
0
3
,Et)
t)
t)
cl
0
t?
0
t)
‘0
bi)
0
tS
t)
-0
0
–
bi)
o = = =
t)
‘0
o
t)
8
t)’
z
.
0
0
‘0
o
bi)
1
t)
–
‘0
‘0
.0
0
t)’
ce
t)
Cl
t)
o bi)
.0
bi)
‘0
0
0
8
t)
0
+1
t)
t)
cl
t)’
ce
Cl
0
t?
ce
Cl
–
t)
‘0
cl
z
t)
0
‘0
e
:0
0
t)
t)
‘0
0, o
0
t)
‘0
00)
t)
0
t)
bi)
–
0
cl
co
o
+1
0
0 0
.0
‘0
t)
Ce
o
1
.0
t?
‘t
t)
0
0
to
10
10
t)’
t-
ce
ci’
0 U
c’1
ce ce
–
tce
.10
t
.
•
t
.
19
September
1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
835
enkele daarop volgende jaren zou worden geëffectueerd.
In het loopencie jaar is van deze besparingen inderdaad
f
5,3 millioen tot stand gebracht, afgescheiden van de
salariskorting. Vandaar dat thans
f
15,5 millioen—f 5,3
mil.l’ioen =
f
10,2 milliobn aan besparingen is uitge-
trokken.
Aan den anderen kant moest de begrooting worden ver-
hoogcl met een bedrag van
f
1 millioen wegens wachtgel-
den van boventallige onderwijzers, die volgens de wet voor
tekening van ibet Rijk komeu, terwijl voorts de werking
werd ondervonden van de gewone bevolkiugstoeneming op
de onderwijsuitgaven. Het accres uit dezeti hoofde bedroeg
vroeger
f4
ti
f5
niillioen per jaar, doch is thans tot on-
geveer
f
2,5 millioen teruggedrongen Een en ander heeft
ertoe geleid, dat de onderwijsbegrooting per saldo met
rond
f
6 inillioen kan worden verminderd. Waien de zoo-
even vermelde oorzaken van verhooging niet aanwezig ge-
eest, dan had clie vermindering ruim
f
9.000.000 kunnen
bedragen.
3o.
Het ingediende wetsontwerp tot wijziging van
cle financieele verhouding tussehen het Rijk en de
gemeenten
zal
eene verlaging geven van het op de
Rijksbegrooting voor
1935
uitgetrokken bedrag ad
f 31.424.054,—
met …………….
f 0.270.18-
De maatregelen tot beperking van het tekort in het
Gemeentefonds, welke in 1933 zijn tot stand gekomen, had-
den alleen betrekking op het dienstjaar
1934f35.
De be-
grooting van het Gemeentefonds voor 1935/’36, zooals deze
thans wordt ingediend, wijst weder een zeer groot tekort
aan, nI. bijna
f
404I millioen.
0
1
)
Hoofdstuk VIIB der Rijksbegrooting is 2/3 van
laatstgemeld tekort ad rond
f
27 millioen en 113 van het
tekort over 1934/’35 ad rond
f
46! millioen (het totale
tekort beloopt over dat dieustjaar rond
f
134 millioeti)
uitgetrokken, zijnde tezamen rond
f
31>! millioen.
Indien geen maatregelen werden getroffen, zou bij de
eerstvolgende nieuwe berekening der uitkeeringen uit het
Gemeentefonds in 1936/’37 het tekort van dat Fonds
geheel verdwijnen, maar dit zou, zooals de Regeering het
vorige jaar reeds in de Millioenennota meledeelde, een
plotselinge daling in die uitkeeringen tengevolge hebben,
welke 1agenoeg alle gemeente-budgetten zou ontwrichten.
Het thans bij Koninklijke Boodschap van 13 Juli jl. in-
gediende wetsontwet-p tot wijziging der wet van 15 Juli
1929
(tbZ.
No. 388) (Gedr. Stukken Zitting 1933-1934—
479) beoogt om. de invoering van een
jaarlijksche
ver-
deeling der middelen van het Genieentefouds, waardoor
tekorten in dit Fonds met ingang van 1 Mei 1935. voort-
aan niet meer zullen voorkomen. Tengevolge van de bo-
vengeschetste regeling
ao
het voreugenoemde bedi-ag van
f
31.500.000,— slinken tot 113 van rond
f
13.500.000,—,
zijnde rond
f
4.500.000,—.
Daarnaast bevat dit ontwei-p evenwel een bepaling,
welke ten doel heeft door een afloopende garantieregeling
den overgang van den ouden naar den nieu.wen toestand
te voltrekken in 10 jaar. De kosten dezer garantieregeling,
in totaal bedrageude rond
f
120 nmillioen, zullen door
jaai-lijksche bijdi-agen ten beloope
van f
1.0 millioen (voor
1935 213 van
f
10 millioen, zijnde
f
6.667.000,—) ten
laste van de Rijksbegi-ooting aan het Fonds worden ver-
goed.
Het Rijk zal dus op de begrooting voor 1935 moeten
dekken van het tekort over 1934f35 een bedrag vait
en van de bijdi-age over 1.935/’36 een bedrag
van rond f6.067.000,—, samen
f
11.153.926,—, zoodat het
bovenbedoeld wetsontwerp leidt tot een vermindering van
uitgaven op het Rijksbudget van
f
20.270.128,—.
4o.
Maatregelen ter vermindering van het tekort
van het in te stellen Verkeersfonds:
Middelen: verhoogde heffing
op
de motorrij-
tuigen
……………………..
f 1.500.000,
Uitgaven: vermindering van het
spoorvegtekort …………………, 10.000.000,–
f 17.500.000,-
Zooals i-eeds tea vorigen jare uitvoerig is medegedeeld,
is het tekort op de exploitatie der Nederlandsehe Spoor-
wegen een voortduiende bron van zorg voor de Regeering.
De wetenschap dat spoorwegtekorten een internationaal verschijnsel zijn en dat in een klein land met betrekelijk
geringe afstanden en veel w’aterwegèu dergelijke tekorten
nog verklaarbaarder zijn dan in groote landen zonder
veel waterwegen, vermindert die zoig niet. Deze geweldige
tekorten verklaren, is echter gemakkelijker dan ze te
lekken.
— De instelling van het .,Verkeersfonds”, nadat het des-
betreffend wetsontwerp ook door de Eei-ste Kamer zal
zijn aangenomen, zal, zooals de Regeering blijft hopen,
door het bijeenbrengen van alle inkomsten en uitgaven
inzake .het verkeer, een veel, overzichtelijker beeld geven
van liet geheel en de coördinatie van het verkeer in de
hand w’et-ken, zoodat althans de factoren, die het boven-
genoemde tekomt zoo hardnekkig doen zijn, beter in het
oog gevat en zoover mogelijk, bestreden kunnen worden.
Tot nog toe is de bespat-ing, verkregen door de maatre-
gelen, die in het loopende jaar zijn genomen om op het
spoot-wegtekort, dat op het budget van 1935 zal komen te
drukken, een gunstigen invloed uit te oefenen belangrijk
ôvertroffen door den achteruitgang iii ontvangsten. Van
de in 1934 voorgenomen vermindering van uitgaven is
rond
f
9 millioen verkregen door cle voorloopige stopzet-
ting van de ‘bijibetaling in’ het tekort van het spoorweg-
pensioemifonds (Wet van 28 December 1933,
S’taatsblacL
no.
744). Deze had van den aanvang af de beteekenis van een
tijclelijken maatregel. Zij kan thans nog niet wot-den ge-
mist, nu vermindering van het tekort nog niet is be-
reikt. Dat deze uiteindelijk tot stand
moet
komen is dui-
delijk. Waai- i utussohen meerdere maatregelen, als afsnij-
den van vet-liesgevende bedrijfstakken en afvloeien van
1 ersoneel eet-st langzaam dooi-werken, wil de Regeeri ng
de noodige voorzichtigheid betrachten door hare vet-wach-
tingen te dien opzichte in een in verhouding tot’ liet tekort
beti-ekkelijk bescheiden bedrag, nI.
f 10
millioen, uit te
drukken. Zij is er zich volkomen van bewust, dat ook
indien die bedrag wordt verkregen, het spoorwegproblcem
nog slechts zeer tea dccle zal zijn opgelost, zoodat het
veNnoeclelijlk nog wel enkele jaren zal duren voordat ook
op dat gebied een behoorlijke aanpassing en een nieuw
evenwicht zal zijn veikiegen.
5o.
Vorstellen zullen binnenkort worden inge-
diend, welke een verlaging van de door het Rijk aan
het Invaliditeitsfonds en het Ouderdomsfonds te be-
talen annuïteit ten gevolge zullen hebben met
rond …………………… . …
f 14.000.000,-
Ter ,toelichting hiervan zij medegedeeld, dat een twee-
tal wetsontwerpen het betrokken Departement hebben
,vrlateu, welke de strekking hebben, de lasten, voor het
Rijk uit de. sociale verzekering voortvloeiende, gedurende
een reeks van jaren, zij het in afnemende mate, te ver-
iehten. Voor wat de Rijksbijdrage aan het Invaliditeits-
fondi betreft, ligt het in de bedoeling het stelsel van
kapitaaldekking van rente-aanspraken met ‘ingang van
1. Januari 1935 te vervangen door ihet stelsel van kapi-
taaldekking der toegekende renten, met dien verstande,
dat het Rijk, te beginnen met 1936 t/in 1963; een bijdrage
in liet Fonds zal storten, voor het eerst in 1936 groot
f 1
millioen en voor elk volgend jaar
f 1
millioen meer
dan het voorafgaand jaar is gestort. Voor het jaar 1935
beteekent dit een vermindering van uitgaven van rond
f 10
millioen.
Het tweede wetSontwerl) bedoelt den duur van de an-
nuïteit ex art. 4 der Ouderdomswet 1919 met 10 jaren,
derhalve tot 40 ,jaai, te verlengen. i)ientengevolge ml de
,annuïteit, waarvoor ingevolge de thans geldende bepalin-
gen voor 1935 f31,6 millioen ‘is uitgetrokken, tot
f
27.607.462 kunnen w’orden verlaagd. Het Rijkebudget
wordt dientengevolge met rond
f4
millioen verminderd.
Go. Uit in voorbereiding zijnde maatregelen tot in-
voering van het z.g. capitulantensteisel en tot aschaf-
fing van het vooroefeningsinstituut en van het ge-
bruik van burger-coryeeërs, wordt op Hoofdstuk
VIII
eene vermindering van uitgaven verwacht
van
–
…………………………
f 5.000.000,-
In de vorige Millioenennota deelde de Regeering als
haar voornemen mede, op de Rijksbegrooting een bedrag
van
f
12 millioen wegens defensie-uitgaven te besparen.
Aangezien ook voor Nederlandsch-Indië belangrijke be-sparingen noodzakelijk werden geacht, stelde de Regee-
ring in September 1934 de Comniissie-Idenburg in, welke
‘haar op korten termijn had te adviseerea over de vraag, op welke twijze met handhaving van de tegenwoordige doelstelling van de weermaeht te land en ter zee in Ne-
derland en in Nedei-lan’dsch-Indië, aanzienlijke bespaiin-
gen zouden kunnen worden verkregen.
Deze Commissie heeft inmiddels haar rapport uitge-
bracht.
836
ECONOMISCH-STATISTISCHE.BERICHTEN
19 September 1934
De hierboven aangekondigde besparingen op de land-
macht (ten deele in perspectief) zijn grootendeels aan
rapport ontleend. De Commissie berekende u’itei Lidelijk de
jaarlijksohe besparing door de invoering -van een capitu-
lantenstelsel
0
1) f 3.830.000
en die door dc afschaffing van
liet vooroefeningsinstituut
0
1
)
f
95
S.
000
.
• De voorstellen betreffende de Marine maken nog een
voorwerp van onderzoek uit. De adviezen uit Nederlandsch-
Indië zijn eerst vier dagen geleden hier te lande ont-
vangen. –
B. M-iddclen.
• lo. omzëtting van de tot nog toe ton bate van he’t
Gemeentefonds geheven crisisopcenten op de gemeen-
tefondsbelastiug en op de Vermogensbelasting in een
ten bate van het Rijksbudget komende heffing van
opcenten op cle Rijksinkomstenbelasting en op de
Vermogensbelasting …………….
f
19.260.000,
De Regeering heeft in de Memorie van Toeliiiting op
het wetsontwerp tot wijziging der wet van
15 Juli 1929
medegedeeld, dat het in haar bedoeling ligt om voor het
vervolg als middelen van het Gemeentefonds alleen te
laten fungeeren de twee oorspronkelijke, bij de wet
vh
15 Juli 1929
in het, leven geroepen belastingbronnen, nl.
de Gemeentefoudsbelasting en
50
opcenten op de Vermd-
gensbelasting. —
De crisisopcenten op de Gemeentefondabelasting en op,
de Vermogensbelasting, gedurende de jaren
1933f34
ei
1 934/’35
gaheven tot dekking der zeer omvangrijke f.e;,
korten van het Gemeentefonds over die jaren, -zullen
niet meer voor dit doel benoodigd zijn en derhalve ni’t
meer in den bestaanden vorm worden verlengd. ])e töë-
stand van ‘s Lands financiën maakt liet echter – mede
als gevolg van de op het Rijksbudget van
1935
drukkende
crisisuitgaven wegens verleeidrig van subsidiën aan ge-nieenten in de kosten van -steun aan wei;kloozen en die
van werkverschaffiug tot een bedrag van
f46
millioen en
van de bijdrage van
f 10
millioen, die lij totstandkoming
der gewijzigde regeling der financiëele verhouding tus
sc-hen het Rijk en de gemeenten gedurende een reeks van
jaren ten laste van de Rijksbegrooting aan het Gemeente-
fonds zal moeten worden gegeven – noodig, dat deze hef-
fingen ook voor de eerstvolgende jaren worden gehand-
haafd. Zij -zullen evenwel wat de Gemeentefondsbelasting
betreft, worden omgezet in opeenten
01)
de Rijksinkons-.
steubelasting. Daartoe wordt thans ingediend een wet
ontwerp tot wijziging van de Wet val:i
8
December
1933
(S’teatsblad
No. 663)
houdende tijdelijke voorziening tot
versterking van de middelen tot dekking van de uitgaven
des Rijks.
Dit wetsontwerp levert ten bate van
1935
een opbrengst
ian middelen van
f 19.260.000.
2o. Bij totstandkoming der wet tot heffing van een
belasting op het vermogen in de doode hand zal
de opbrengst der middelen worden verhoogd
met …………………………f 3.000.000,-
3o. De meerdere inkomsten, te verkrijgen bij tot-
standkoming der, wetten op de besloten Vennoot-
schappen en tot heffing van een crisisinkomstenbe-
lasting, worden gereserveerd voor het dekken van
nieuw opkomende uitgaven en van tegenvallers ten
aanzien van de raming der middelen, weshalve de op-
breiigst dezer heffingen te dezer plaatse wordt uitge-
trbkkèn ………………………..
pro memorie.
In totaal wordt door de bovenstaande maatregelen
het tekort op de Rijksbegrooting verminderd met een
bedrag van
……… . ….. . ……
f
92.230.123,-
zoodathierna nog te dekken valt . . .. ,,
162.758,-
– -. •
AANTEEKENINGEN.
De financieele politiek van de Regeering.
.
Aan het slot van de Millioenennota staat de Minis-
ter van Financiën uitvoerig stil bij de noodzakelijk-
heid tot een verlaging van de uitgaven. Wij laten
deze beschouwingen hieronder in haar geheel volgen.
,,Wanneer de ondergeteekende thans aan het voren-
staande eenige algemeene beschouwingen gaat vast knoopen omtrent den toestand van ‘s Rijks financiën
en. de vooruitzichten voor de naaste toekomst, dan
stelt hij voorop, dat hem zelf bij het opstellen dezer
Nota zeer gemengde gevoelens hebben beicropen. On-
getwijfeld is er sedert de indiening der vorige be-
grooting – niet in de laatste plaats dank zij de mede-
werking der Staten-Generaal – veel verbeterd. Het
begrootingstekort is tot heel wat geringer proporties
teruggebracht, dan die van het vorige jaar. Dat het
doel, dat de Regeering zich ten deze heeft gesteld
echter nog bij lange na niet is bereikt, daarvan geeft
de ondergeteekende zich ten volle rekenschap. Dat
dit doel niet in één jaar zou zijn te bereiken, heeft
hij in. de vorige Nota betreffende den toestand van
‘s Rijks financiën reeds te kennen gegeven, toen door
hem met betrekking tot het zooveel grnoter tekort,
voor het jaar 1934, liet volgende werd neergeschreven-
,,Het spreekt w’el vanzelf, dat het volstrelct onmo-,,gelijk zou zijn een zoo geweldig tekort in één enkel
,,jaar te overbruggen. De ondergeteekende is echter
,,van oordeel, dat een dergelijke eisch ook niet behoeft
,,te worden gesteld. Waar het in de tegenwoordige om-
,,standigheden op aankomt is, dat de middelen wor-
,,den aangewezen en aanvaard, waardoor het vast
,,komt te staan, dat binnen enkele jaren het hegroo-
,,tingsevenwicht zal
zijn
verzekerd. Is eenmaal die
,,zekerheid, menschelijkerwijs gesproken, aanwezig,
,,dan mogen voor het overbruggingstijdperk maatre-
,,gelen worden genomen, die op zich zelf geen vermin-
,,dering van uitgaven of vermeerdering van inkom-
,,sten beteelcenen, doch die wel den gewonen dienst
,,tijdelijk ontlasten. Het nemen van dergelijke maatre-
,,gelen maakt het evenwel volstrekt noodzakelijk voor-
,,zieningen te treffen om aan deze wijze van over-
,,brugging zoo snel mogelijk een einde te malcen.”
T
–
let bovenstaande is evenwel in- dit tweede Regee-
ringsjaar van liet huidige Kabinet in mindere mate
juist dan in het eerste. Er mogen derhalve in deze
begrooting niet meer zooveel maatregelen worden op-
genomen ,,die op zichzelf geen vermindering van uit-
gaven of vermeerdering van inkomsten beteekenen,
doch die wel den gewonen dienst
tijdelijk
ontlasten”.
Naar het oordeel van den ondergeteekende zijn maat-
regelen van deze soort in het bovengenoemde dek-
kingsplan echter toch nog te talrijk. Daardoor draagt
ook thans dit dekkingsplan nog te veel het karakter
van een ,,noodverband”. Op zichzelf is het niet moei-
lijk dit feit te verklaren. Sinds het oogenblik waarop
de begrooting voor 1934 werd ingediend, is de econo-
mische en politieke situatie in de heele wereld in
geen enkel opzicht verbeterd, daarentegen in velerlei
opzicht slechter geworden. In de
–
eerste plaats heeft
de zorgelijke toestand, waarin Nederlandsch-Indië
blijft verkeeren, er toe geleid, dat ondanks de aldaar
genomen budgetaire maatregelen, die op afbraak ge-
lijken, de steun van het Moederland, vooral finan-
ciëel, steeds onontbeerlijker werd. Men behoeft verder
slechts aan cle onrustbarende economische en vooral
ook monetaire situatie te denlcen, waarin een voor de
Nederlandsche volkshu i shouding zou uiterst gewich-
t.ig land als l)uitschland zich thans bevindt, aan de
enorme moeilijkheden, die de Vereenigde Staten van
Amerika door te maken hebben, aan de onzekerheden
van het verre Oosten, aan den nog chaotischer ge-
worden toestand der valuta, aan de steeds verminde-rende koopkracht der volksmassa in vele landen, om
te
begrijpen
hoezeer handel, uitvoer en scheepvaart
worden belemmerd. Hoewel de Regeering niets onge-
daan laat, dat baars inziens zou kunnen dienen om
het Nederlandtoh product – i – zijn – worsteling om af-
zetgebieden zooveel mogelijk te steunen, is het duide-
lijk, dat zij op dit gebied maar -zeer geringe macht
bezit. Tegenover verminderende koopkracht in vroeger
belangrijke afzetgebieden vermag zij niets; tegen on-
macht om betalingen in een – reëel betaalmiddel te
transfereeren staat zij dikwijls machteloos.
De ondergeteekende meent op deze bekende feiten
nogmaals te moeten
wijzen,
omdat niet ieder zich er
altijd van bewust is, in welke toenemende mate de
welvaart van het Nederlandsche volk door dit- alles
wordt geknot. Daardoor daalt de totale koopkracht
19 September 1934
ECQNOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
837
ook in ons eigen land steeds meer, met de funestege-
volgen, die zulks meebrengt voor nagenoeg alle groe-
pen der bevolking. Door de verminderende koopkracht
onzer bevolking wordt ook onze import verkleind en
de importhandel zoowel als de transportbedrijven ge-
troffen, hetgeen niet kan, nalaten weer invloed te
oefenen op onzen export..
Dat onder dergelijke omstandigheden ook de inner-
lijke kwaliteiten eener begrooting niet zoo snel kun-
nen worden verbeterd, als men zou willen, behoeft
geen verdere verklaring. De verklaring eener situatie
is een vraag van inzicht in haar oorzakelijke factoren.
Dit inzicht is ongetwijfeld in breede lagen van het
Nederlandsche volk aanwezig. Die situatie nog lan-
gen tijd te doorstaan, is echter geen kwestie van in-
zicht, maar van middelen en reserves. En deze zijo
in breede lagen van het Nederlandsche volk aiet meer
aanwezig. 1
–
liermede komt men automatisch voor een
vraagstuk te staan, dat van anderen aard is en veel
verdere strekking heeft dan de hoedanigheden van
het dekkingsplan, waarmede men een bepaalde be-
grooting sluitend maakt. Dat is het
niveau
waarop zij
sluitend wordt gemaakt. Men kan niet meer volstaan met aan het budget den eisch te stellen, dat ontvang-
sten en uitgaven met elkaar in evenwicht zijn. Het
peil
der Overheidsuitgaven is in den tegenwoordigeu
toestand onafscheidehijk aan den primairen .even-
wichtseisch verbonden.
In de budgetaire politiek sedert het opkomen van
de crisis kan men drie phasen onderscheiden:
lo. de periode 1930133, die men zou kunnen noe-
men de periode van de geleidelijke bewustwording. In
deze periode hebben velen geleefd in de hoop, dat de
crisis maar een tijdelijke inzinking zou zijn. Lang-
zamerhand is men van dit droombeeld genezen en
heeft men bespeurd, dat wij, al wachtende, de in de
voorafgaande voorspoedige jaren gemaakte reserves
hadden opgeteerd en bovendien voor een Rijksbegroo-
ting stonden, die een gat vertoonde van
f
190 mil-
lioen;
2o. het jaar 1934, het jaar van de onmiddellijk ver-
eischte noodvoorzieningen tot afwering van de drei-
gende gevaren, die uit zulk een begrootingstekort
voortsproten;
3o. thans, nu zeker is, dat het toekomstig levens-
niveau van ons volk gestabiliseerd zal worden op een
aanzienlijk lager vlak – hoeveel lager kan niemand
vooruitzien -, is het onafwijsbaar noodig de kosten
der publieke huishouding aanzienlijk verder in de
richting van dat lagere vlak te doen dalen.
Het beste bewijs daarvoor is, dat het huidige uit-
gaveuniveau slechts kan worden volgehouden door het
heffen van steeds talrijker en dikwijls zeer zwaar
drukkende belastingen. De ondergeteekende behoeft dii.
niet met cijfers aan te toonen, ieder contribuabel
staatsburger ondervindt het dagelijks aan den lijve.
Deze hooge lasten vormen een zeer ernstige belem-
mering voor het Nederlandsche volk in zijn thans
zoo moeilijken strijd om het bestaan. Alle takken van
het bedrijfsleven worden daardoor geschaad, de ex-
portbedrjven worden in hun concurrentiemogelijk-
heden op de buitenlandsche markten geknot, de be-
drijven, die voor de binnenlandsche markt werken,
voelen dezen schadeljken factor op twee
wijzen:
lo.
in hun te hooge productiekosten en 2o. in de vermin-
derde koopkracht hunner afnemers, die een te groot
deel van hun toch reeds verminderd inkomen aan den
fiscus moeten afstaan. Van deze situatie worden in
bijzonder sterke mate de arbeiders de dupe, daar zij
onmiddellijk tot vermeerdering der werkloosheid
voert.
Voorts wordt door te hooge belastingen de kapitaal-
vorming sterk benadeeld. De onciergeteekende heeft
geaarzeld het woord ,,kapitaalvorrning” hier neer te
schrijven, uit vrees, dat dit woord thans wellicht met
hooii zal worden ontvangen. Inderdaad kan van kapi-
taalvorming nauwelijks sprake zijn en zal vrijwel over de geheele lijn voor intering moeten worden gevreesd.
De te hooge belastingen versnellen echter deze inte-
ring en zullen toekomstige nieuwe vorming van kapi-
tâal, indien de toestanden iets mochten verbeteren,
langer tegenhouden dan gewenscht is. Men zij zich er
wel van bewust, dat de reserves, waarop een groot
deel van het Nederlandsche volk en vooral ook van
de nijverheid thans nog leeft en waarop ook het
Staatscrediet voor ccli zeer groot deel steunt, te dan-
ken, zijn aan vroegere kapitaalvorming.
Het zou een onverdedigbaar gebrek aan inzicht in
de eischen der toekomst zijn, indien de Regeering aan
dit punt geen aandacht besteedde. De door een te
hoog uitgavenniveau te hoog opgevoerde belasting-
druk brengt ook dit gevolg met zich, dat alle elastici
teit uit de Overheidshuishouding verdwijnt. Indien
onverwachte, doch onafwijsbare uitgaven zich voor-
doen, is het vrijwel onmogelijk daarvoor dekking te
vinden, zoodat de tekorten steeds onmiddellijk’ voor
de deur staan en bij het opmaken der rekening ge-
woonlijk dan ook blijken aanwezig te zijn. Dit leven
op,.den rand der financiëele mogelijkheden heeft niet
a1een een ongunstigen invloed op de schuldpositie,
doch maakt het dikwijls ondoenlijk, althans hoogst be-
denkelijk, sociale nooden te lenigen of tot groote ka-
‘p)taalsuitgaven te besluiten, hoewel deze noodzake-lijker kunnen zijn dan tal van uitgaven, die thans de
berooting bélasten en die, hoewel nuttig, toch niet
m
h vitale beteekenis zijn. Zoo staat de Regeering
tlns weder voor de noodzakelijkheid om’ de buitenge-
wone moeilijkheden, waarin de Nederlandsche scheep-
vaart, dit bij uitstek nationaal bedrijf, reeds geruimen
tijd verkeert, in zoodanige mate te verlichten, dat
vobr den ondergang wordt behoed wat behoort te blij-
ven bestaan. De Regeering vertrouwt de daarvoor
noodige gelden binnenkort te kunnen aanvragen, doch
zij zal daartoe vooraf nieuwe bezuinigingen moeten
aanbrengen, anders toch zouden deze uitgaven leiden
tot verhooging van het budgetaire niveau, dat wil
zeggen tot zwaarderen belastingdruk of tot een reke-
ningstekort; dit laatste is reeds daarom onaanvaard-
1
b’aar omdat stijging van de Staatsschuld voorloopig
binen de engst mogelijke grenzen moet worden be-
drkt.
Het is van algemeene bekendheid, dat een publieke
huishouding, die op te grooten voet geschoeid is, aan-
passing aan gewijzigde levensomstandigheden der na-
tie op elk gebied remt en tegenhoudt. Dit is reeds
zoovele malen aangetoond,, dat de ondergeteekende
hierop niet nog eens behoeft in te gaan. Dat deze
aanpassing voor het Nederlandsche volk thans echter
een quaestie van zijn of niet zijn is geworden, staat
voor de Regeering eveneens als een paal boven water.
Er is dus geefl ander middel meer dan verminde-
ring van uitgaven. De Regeering zal toch wel niet behoeven te herhalen, dat aan het nog steeds door
sommigen aanbevolen middel – het verlaten van den
i gouden standaard – dooi haar niet wordt gedacht.
Nu de vereischte noodvoorzi.eningen getroffen zijn,
heeft de Regeering derhalve al haar aandacht te
geven aan een verdere ingrijpende vermindering der
uitgaven. Voorstellen daartoe, die op de basis van het
hierboven uiteengezette standpunt verdedigbaar zijn.
zijn in voorbereiding.
.Dat daarbij veel zal moeten vallen, wat nuttig is,
behoeft geen betoog. 1
–
let gaat er thans om, zeer groote
algemeene volksbelangen te redden en niet om aller-
lei. op zichzelf zeer nuttige en gevenschte, onderdeelen
der Overheidsbemoeiing tot elken prijs in stand te
houden. Het spreekt vanzelf, dat in de eerste plaats
clie uitgaven in oogenschouw zullen moeten worden genomen, die sedert den oorlog het meeste zijn ver-
hoogd, in het bijzonder als zij onevenredig zijn uit-
gezet. Men zal er echter niet komen zonder tegelijker-
tijd maatregeièn te nemen om de kosten van het
levensonderhoud, die thans ten dccle een zekere stij-
ging vertoone.n, verder te doen dalen, al zal daarbij
de bestaansmogelijkheid der producenten in het oog
nioeten worden gehouden. Tot deze maatregelen be-
838
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
19 September1934
hoort mede het weder op gang brengen van den bouw
van goedkoope arbeiderswoningen.
Vervolgens zal de regel moeten worden gesteld, dat
overal waar in eenigen vorm door de Overheid steun
of hulp wordt verleend
)
die steunverleening steeds
zal moeten geschieden in zoodanigen vorm, dat de
aanpassing aan een lager niveau daardoor wordt be-vorderd. Alleen op deze wijze zal de vereischte ver-
laging der productiekosten kunnen worden verkre-
gen, die noodzakelijk is voor de versterking der po-
sitie van het bedrijfsleven en de vermindering der
werkloosheid.
De Regeering stelt zich voor de maatregelen tot
verdere verlaging van het budget, voor zoover zij (le
goedkeuring der wetgevende macht behoeven, zoo mo-
gelijk in één wetsontwerp samengevoegd, aan de Sta-
ten-Generaal •voor te leggen, vier medewerking zij
bij een zoo bij uitstek nationaal werk stellig verwacht.
De afdoening van deze aangelegenheid zou dan zoo
tijdig moeten geschieden, dat de uitwerking in het
budget voor 1936 zonder moei.te kan plaats v.inde,
teneinde daardoor te bereiken, dat de te treffen maat-
regelen hun invloed op dat budget aanstonds zullen
kunnen doen gevoelen.”
Aantasting van het monopolie van de Gemeente-
lijke Gasbedrijven?
In zijn rectoraatsrede ,,Oude Waarheden”, heeft
Prof. Dr. N. J. Polak in 1931 met verschillende
voorbeelden gewezen op het bekende verschijnsel, dat
de geschiedenis zich, zij het in andere vormen, steeds
herhaalt. En een van de bekende waarheden in de
economische wetenschap is, dat de prijs van een be-
paald artikel zich, tenzij in exceptioneele gevallen,
niet blijvend kan bewegen boven een hiveau, dat
kunstmatig te hoog gehouden wordt. De voorbeelden
van mislukkingen om het prjsmechanisme kunstmatig
te beïnvloeden liggen in den laatsten tijd wel voor
het grijpen.
1-let was dan ook niet zonder reden, dat de redic-
tie ruim twee jaar geleden in deze kolommen er
1
de
aandacht op heeft gevestigd, dat de tarievenpolitiek
van de Gemeentelijke Overheid, mede met het og
op de geweldige winsten van de bedrijven onjuist en
een verlaging dringend noodzakelijk was. Op het
oogenblik zal wel iedereen – in tegenstelling met
toen
1)
– het met deze uitspraak eens zijn. De groote
vraag is thans, hoe kunnen de tarieven, gezien de
hoogst ongunstige financiëele positie van de meeste
gemeenten, verlaagd worden. Dit is inderdaad een
vraag, maar de fout schuilt niet in het heden, maar
in het verleden. De tarieven van de Overheid hadden reeds veel eerder verlaagd moeten worden, nl. in een
tijd, toen het financiëel zeer goed mogelijk was.
Doch in de naaste toekomst zal de verlaging van
gastarieven, ondanks de begrootingszorgen, noodzaké-
lijk zijn. Niet om het deflatieproces harmonischer te
laten loopen, daaraan heeft de overheid zich in de
laatste jaren weinig gestoord. Doch omdat de vijand
van elk monopolie voor de deur staat, t.w. het surro-
gaat-artikel. In een goed gedocumenteerd artikel in ,,De Gemeente” van 23 Aug. ji. heeft de heer A. A.
Liihrs daarop gewezen naar aanleiding van de sterke
daling van het verbruik van gas in Rotterdam. Wij
citeeren uit zijn beschouwingen de volgende passages: ,,De nood maakte ook hier vindingrijk. Op zoek naar
een vervangingsmiddel, ter ontiwijking van de hooge tarie-
ven, is men geslaagd. De kleinverbruiker verzet zich tegen
de hooge tarieven voor ‘gas (te Rotterdam ii. ets., behou-
dens een weinig tegemoetkomend vastrechttaaief) ; hij pro.
duceert zijn gas zelf! De Piinius-, Neon-, Demon- of hoe andere merken bran-
de rs, gewoonlijk onder den verzanielnaam ,,blauwbranders”
aiingeduid, verder mogeil heeten, oefenen, bij een petro-
1)
Men zie de beschouwingen van de ‘heeren J. Rensen
en E. J. Abrahams in’ E.-S.B. van resp. 27 Juli en 1.7
Aug. 1932.
leurnprijs van 7)4 ets., ‘hunconcurreerenden invloed uit.
In buurt- en wijk.blaadjes kan men de advertenties vin-
den voor deze branders, met de venleidelijke voorspiegeling,
dat daarmee een maandelijksche besparing van
f
3 tot
f 5
0
1
)
de ‘gasrekening is te bereiken.
Moet dus aangenomen worden, dat bij de daling der
gasafgifte te Rotterdam niet alleen de algeiiieene crisis-
oorzaken, maar ook cle petroleum-gasbranders voor ver-
warmingsdoeleinden een krachtige rol spelen, wie kan zeg.
gen, wat de techniek in de .allernaaste toekomst op dit
gebied nog brengen kan, wanneer niet zeer spoedig in
grij pende maatregelen door de betrokken gemeentehestu ren
getroffen worden?”
Volgens de heer Lührs staan de gemeentebesturen
dan ook voor de volgende moeilijke beslissingen:
ôf de tarieven ongei,ijigd te laten met als gevolg
cle voortgaande daling der gas- en electriciteitsleve-
rantie, de voortgaande daling van het omzet- en
winstcijfer, met de mogelijke funeste gevolgen voor
deze bedrijven;
ôf bij al hun financiëelen nood over te gaan ‘tot
een belangrijke verlaging der tar.ievei, daarmede af-
stand doende van een groot deel der winsten, welke
voor dekking van de tekorten op de begrooting zoo
onvermijdelijk noodzakelijk eijn.
De heer Lührs ‘pleit voor het inslaan van den laat-sten weg; dit zijn wij volkomen met hem eens. Hier-
aan valt onder de huidige ‘omstandigheden niet te
ontkomen. Zal een verlaging van de tarieven echter
niet gepaard gaan met een belastingverhooging? De
inkomsten zullen, ook uit andere hoofde, waarschijn-
lijk zoo sterk dalen, dat de uitgaven daarbij niet
kunnen worden aan’gepast. En hetgeen voor de gas-
tarieven geldt, is ook op dè overige tarieven van toe-
passing. Ook deze
moeten
zkh aan het sterk gedaalde
prijspeil aanpassen. Doch dit zal zonder twijfel voors-
hands tot de vrome wensehen blijven hehooren. De
moeilijkheden rzulleii dan ook in de naaste toekomst
eerder toe- dan afnemen.
Vaisch geld.
Onder den titel ,,Forged Money” is een belang-
wekkend betoog over de tegenwoordige crisis van de
hand van den heer J. B. A. Kessier verschenen in
,,The Times”, waaraan wij het volgende ontieenen:
Terwijl de economische crisis alle landen zonder
uitzondering teistert, zijn de middelen, die elk dier
landen meenen te moeten aanwenden om uit de criiis
te komen, vrijwel diametraal tegenovergesteld. Een.
land als Frankrijk b.v. zet er alles op om de goud-
waarde van den Franc te handhaven ter vermijding
van verdere rijkdomsvernietiging, de Vereenigde
Staten daarentegen verminderen opzettelijk de goud-
waarde van den Dollar met niet minder dan 40 pOt.
met hetzelfde doel voor oogen. Slechts een juist be-
grip van oorzaak en gevolg zal leiden tot uniforme
maatregelen voor economisch herstel.
De wereld lijdt gebrek te midden van overvloed.
Wat belet producent en consument samen te komen?
De groei van den internationalen handel ontwik-
kelde als noodzakelijke schakel tusschen producent en
consument een geld- en credietsysteem. Dit systeem
nu is geheel mishandeld geworden. Het recht (in ie
economische ‘beteeken’is van het woord) om te consu-
meeren ontleent een individu niet aan het feit, dat
hij
wenscht
te consumeeren, maar slechts aan het feit
van voorafgaande productie (zij het van hemzelf of
van zijn erflater). Slechts productie maakt consumptie
mogelijk. Er is dus noodig een eerlijk bewijsmiddel, dat de houder in het verleden geproduceerd heeft en
ergo gerechtigd is tot consumptie. Dit gold in de dagen
van ruil in natura, dit geldt nog zoo. Goud en zilver
kwamen alras op den voorgrond. Later zag men, dat
papiergeld door eerlijke en vertrouwde circulatieban-
ken in omloop gebracht dezelfde taitk kon vervullen
en nog later werd het giraal geld ontwikkeld. Deze
technische vooruitgang verandert echter niets aan de
economische noodzakelijkheid, dat de functie van geld
19 September 1934
ECONOMISCH- STATISTISCHE BERICHTEN
839
is het aantoonen van economisch recht tot consumee-
ren. Economisch recht om te consumeeren en koop-
kracht zijn daarohi synoniem.
Men kan zijn koopkracht aanwenden tot onmiddel-
lijke hehoeften-hevrediging, maar ook kan men die
koopkracht tijdelijk ter beschikking stellen van ande-
rén, m.a.w. crediet verleenen. Voor het economisch
recht om crediet te verleenen geldt dus eveneens,
dat men moet geproduceerd hebben.
Gedurende den oorlog was de consumptie enorm,
terwijl de productie van nuttige economische goede-
ren zeer klein was, m.a.w. een groot deel der wereld
consumeerde zonder dat het produceerde. Het
nemen
van de credieten was dus, economisch gesproken, on-
verantwoord, maar het
verleenen
van de credieten
evenzeer. Deze credieten waren immers gebaseerd op
productie, die onmiddellijk na haar creatie weer ver-nietigd werd wnder eenig economisch nuttig effect te
hebben gehad. Practisch kwam het geven van deze
credieten dus neer op credietverleening zonder pro-
ductie. Wat de herstelbetaiingen betreft, deze schiepen
een debiteuren-crediteuren verhouding, die al even-
min gebaseerd was op productie van nuttige goederen. Aannemende dat deze ecohomisch ongezonde credie-
ten, waar geen productie achter stond, zouden wor-
den afgelost, gingen de crediteuren op groote schaal
consunieeren of verdere credieten haseeren op deze
economisch ongezonde oorlogscredieten en herstelhe-
talingen.
Het gevolg was dan ook, dat het geld en het
crediet hun functie van zesde zintuig, d.w.z. dat het
aan kon geven, dat de houde.r tot consumptie gerecI-
tigd was, verloren. De primitiefste vorm van valsch
geld zijn valsche bankbiljetten. Deze bankbiljetten
zullen (natuurlijk aan nemende, dat zij niet van de
echte te onderscheiden zijn) dezelfde diensten verrich-
ten als de echte bankbiljetten. Worden zij echter op
groote schaal uitgegeven en dringt het tot het pu-
bliek door, dat een groot deel der in omloop zijnde
bankbiljetten valsch is, dan
0
zal het weigeren deze
biljetten te aanvaarden en zal terugvallen op geld,
dat niet te vervalschen is: goud. Goud wordt dan het
eeuige betaalmiddel, dat men in het internationale
verkeer nog aanvaarden wil en zoowel centrale banken
als publiek potten het op. De ineenstorting van het
monetaire e.n crediet-systeem maakt zaken doen dan
steeds moeilijker en elk land tracht zich tegen werk-
loosheid cii verdere ilieenstortitig van het geld- en
credietsysteem door invoerrechten, importcontingen-
teering, deviezencontrôle etc. te beschermen. Deze
handelsbelemmeringen zijn echter geen oorzaak van de crisis, maar gevolg van liet feit van de mishande-
ling van het monetaire en crediet-systeem van de
wereld.
Ee’ste eisch is dus de saneering van he.t crediet- en
monetaire stelsel, en gerealiseerd moet worden, dat
koopkracht slechts geschapen kan worden door nut-
tige productie. Productiebeperking (welke moet lei-
den tot verhooging van kostprijs) en verhooging van
bonen, kunnën niet tot het gewenschte doel voeren,
doch slechts de verwarring vergrooten. Geringer pro-ductie heteekent geringer koopkracht; hoogere bonen
beteekenen geenszins een stijging der koopkracht,
doch slechts een andere verdeeling daarvan tusschen
de productiefactoren. Indien. een der productie-ficto-
ren te weinig krijgt, doordat een der andere factoren
te veel krijgt, zal de productie, en daarmede dus de
koopkracht, ophouden.
Natuurlijk kan de remedie niet op een dogmatische
wijze worden toegepast, ook sociale problemen als
werkloosheid vragen aandacht. Indien men het mone-
taire systeem zou trachten te verbeteren op een tè
theoretische wijze, dan zou dit orgaan van het eco-
nomisch leven gered kunnen worden, maar in-
middels zou de patiënt wel eens overlêden kunnen
zijn aan een zijner vele andere kwalen. Dit zou we-
reldrevolutie heteekenen. De werkloozen moeten dus
op de meest economische wijze aan het werk gezet
worden om nuttige waarden te scheppen.
Daar goud op zoo enorme schaal is opgepot, is
h?t relatief zeer duur geworden en dit heeft in
landen, die nog steeds op den gouden standaard zijn,
het evenwicht verbroken tusschen de verschillende
factoren, hetgeen menige onderneming ten val ge-
bkacht heeft. Moge al goud een goede standaard van waarde geweest zijn v66r het opgepot werd, zoo kan
hét die functie
thans
zeker niet meer vervullen. Dit
leidt noodzakelijk tot de conclusie, dat het goudge-
halte der standaardmunt verminderd moet worden.
Anders zal de genezingsmethode zoo drastisch moeten
zijn, dat zij gevaarlijke sociale spanningen oproept.
Het feit; dat zilver nog steeds door ongeveer een
derde van de wereld als standaard van waarde wordt
aangenomen, maakt het noodzakelijk om het als zoo-
dknig te handhaven en maatregelen te treffen, dat
het hand in hand met goud zijn plaats in het nieuwe
geldT- en crediet-stelsel zal innemen. De tijd om goud
e zilver als grondslag voor ons monetaire en crediet-
stelsel af te schaffen kan nog niet gekomen zijn, daar
wij een basis noodig hebben waar niet mee geknoeid
kan worden, zooals zulks met papier is gebeurd. In
elk geval zou het huidige moment wel het slechtst
denkbare zijn om de afschaffing door te voeren. Het
vertrouwen in ons geld moet hersteld worden en niet
verder ondermijnd.
De
invloed van monetaire factoren op de ver-
schuivingen in de wereidmetaalproductie.
In het jongste jaarverslag van de ,,Metallgesell-
schaft A.G.” wordt een interessant overzicht gegeven
van de gebeurtenissen, die in 1933 voor de metaal-
niirkten van heteekenis zijn geweest. Ook op dit ge-
bied hebben de bescherming en. de depreciatie tot ver-
schuivingen geleid, die het beeld van de wereldpro-
ductie van metalen sterk hebben gewijzigd. Wat de
depreciatie betreft, deze heteekende voor de afzon-
drljke landen cii groepen van producenten een zeer
aanzienlijke verhooging van de opbrengst van de pro-
düctie. Hoewel nauwkeurige gegevens niet ten dienste
staan, is het in eik geval zeker, dat indien men reke-
ning houdt met de ontwikkeling van de kosten van
levensonderhoud en de loonverhoudingen in de ver-
schillende landen, de rentabiliteit voor alle niet-
goudlanden zeer aanzienlijk is verbeterd. En niet uit-
sluitend door den export, doch ook hij den afzet in
het binnenland, omdat de depreciatie in alle landen
ook min of meer van invloed was op •den binnenland-
schen prijs der verschillende metalen, niettegenstaan-
de een weinig veranderd, ten dccle zelfs gedaald in-dexcijfer voor de kosten van levensonderhoud. Daar’
de productiekosten in de landen met een gedepre-
ciëerde valuta, in vergelijking met de periode v66r
de waardevermindering, nominaal ongeveer gelijk zijn
gebleven, heeft zich ten opzichte van de goudlanden
een effectieve daling van de kosten ongeveer gelijk
aan de waardevermindering voorgedaan. Door dezen
gang van zaken is een structureele verschuiving in
de productiekosten in een nog nauwelijks te over-
ziene mate van de met elkaar concurreerende produc-
tiege’bieden ingetreden.
Om slechts een beeld te geven van den omvang
van deze wijzigingen, worden in de volgende tabel
de goudprijzen en de werkelijke opbrengsten voor
koper, lood en zink met elkaar vergeleken. Ten aan-
zien van de Ver. Staten werd daarbij ook rekening
gehouden met de gevolgen van •de invoerrechten op
metalen voor den binnenlandschen prijs. Ter wille
van de vergelijkbaarheid werden de effectieve op-
brengsten voor de verschillende landen resp. groepen
van producenten in Ponden Sterling per long ton en in procenten van de goudprjzen uitgedrukt.
840
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19 September 4934
Gemiddelde effectieve opbrengsten op grond van de depre-
De zichtbare suikervoorraden in de wereld.
in vpr hiIl’îrr1,
lflflfl’fl
in
De zichtbare voorraden per 1 Aug. zijn volgens Czarnikow:
Lood
Koper
j
Zink
in
in in
in in
P. long
p. long
p. long
ton
°
ton
ton
Goudlanden (Goud_t)
……8,04
.
100,0
25,00
100,0
10,72
100,0
Canada ………1.00
136.8
34,11
136,4
14,63
136,5
Groot-Brittannië
1.1,80
146,8 36,71 146,8
15,75
146,9
Britsch-Indië
11,80
146,8
36,7E
146,8
15,75
146,9
Rhodesia …….
–
–
36,71
146,8
15,75
146,0
Australië ……
14
183,5
45,00
183,6 19,76
183,8
Ver. Staten’)
20,54
…
255,5 37,30
149.2
21,40
199,6
.,75
–
–
50,10 200,4
–
-.
Chil
i
………….
Mexico
………
17 ,53
218,0 54,50
218,0 23,40
218,3
1)
Met de invoerrcc’hteii
is
rekening
gehouden.
Uit de tabel blijkt, dat cle producenten in landen
met geclepreciëerde valuta, ten deele meer dan 100
pCt. meer voor hun metalen hebben gekregen dan cbe
groepen van producenten, die in gou’dlanden werken.
In enkele gevallen, zooals vooral in Chili en op kei-
nere schaal ook in de Ver. Staten, zijn de kosten
van levensonderhoud gestegen.
De producenten in de landen met gedepreciëerde
valuta beschouwen de huidige metaalprijzen reds
weder als voldoende en toereikend en wenschen bm
redenen van handhaving van het evenwicht tusschen
productie en verbruik zelfs geen prjsverhoogiig.
De huidige metaalprijzen zijii voor de goudianden ge-
heel onvoldoende. Voor een groot deel is een hand-
having van de metaalproductie in deze gebieden nog
slechts ‘door financiëelen steun van de overheid (sub-
sidies, invoerrechten of andere beschermingsmaat-
regelen) mogelijk.
Dit verschil in de begrippen omtrent de prijsvor-
ming is, aldus het verslag van de Metaligeseilschaft,
ook buitengewoon hinderlijk met het oog op de maat-
regelen van het bedrijfsleven ter regeling van de me-
taalmark’ten door middel van internationale kartIs
en synd ikaten. Juist omdat de producenten er in 1e
verschillende landen vaak zeer afwijkende meeningen
omtrent het noodzakelijk prijsniveau op na houden,
is het zeer
moeilijk
een uniforme politiek ten aanzien
van ‘de regeling •der productie te voeren. Men heeft
den indruk, dat een saneering van de metaalmarkten
pa’s kan plaats vinden, wanneer de huidige valuta-
chaos overwonnen is en men weder tot stabiele valuta-
verhoudingen in de wereld is teruggekeerd. Doch ook
dan zal het nog geruimen tijd duren, alvorens de ‘door
de depreciatie ontstane economische verschuivingen
zich weder zullen hebben geconsolideerd.
Bijgevolg zal in de naaste toekomst rekening moe-
ten worden gehouden, eenerzijds met een verdere af-
braak van ‘de internationale economische betrekkin-
gen en anderzijds met een toenemende bescherming
der nationale productie van de landen, welke zondes’
een dergelijke bescherming als gevolg van de huidige
eco:nomische toestanden zouden ten onder gaan.
1934
1933 1932
Duitschiand ……………
384.000
481.000 895.000
Tsjeclmo-Slowakije
……..
145.000
196.000
292.000
Frankrijk…………….
258.000
292.000 286.000
Nederland
…………..
223.000
161.000 157.000
België
………………
72.000 87.000
75.000
Hongarije …………….
41.000 50.000
38.000
Polen ………………..
129.000
207.000
210.000
U.K.
Geimnp. suiker
……
260.000 287.000
191.000
Binneni.
,…….
62.000 38.000
1.574.000
1.799.000
2.144.000
V.S.
Alle havens
……..
752.000 584.000 512.000
Cubaansche havens
788.000
761.000
1.060.000
Cuba binnenland
……..
1.420.000
1.525.000
1.645.000
Java
………………..
2.376.000
2.777.000
2.398.000
Totaal. . . . . .
6.910.000 7.446.000 7.759.000
waarvan geblokkeerd
351.000
2.100.000 3.247.000
Koffievernietiging in Brazilië
Volgens officieele opgave van den Nationalen Kof-
fieraad in Brazilië werden vanaf het begin in Januari
1931 tot 31 Augustus 1934 vernietigd 31.082.000
halen. Op 31 Juli bedroeg dit cijfer 29.935.000 balen,
waaruit blijkt, dat gedurende de maand Augustus
1.147.000 ‘balen werden vernietigd.
ONTVANGEN BOEKEN.
Problemen der clernoicratie
door Prof. Mr.
w:
A. Bon-
ger. (Groningen, Batavia 1934; P. Noordhoff
N.V. Prijs
f
2,50, geb.
f
3,25).
De schrijver wijst er op, dat dit geen gelegenheidspu-
blicatie is, daar het reeds jaren geleden in zijn voornemen
lag over dit onderwerp te schrijven. Achtereenvolgens wor-
den ‘behandeld: de begrippen demokratie en autokratie, de
l)sychologie der demokratie en autokratie, de sociologie
der demokratie, de kritiek op de demokratie en de demo-
kratie in het staatsleven, in de anbeidersbew’eging en in
het bedrijfsleven.
Le problme n’nondial du blé
door Paul de Hevesy.
(Parijs 1934; Librairie Félix Alcan. Prijs Frs.
30).
Het eerste gedeelte geeft een algemeen overzicht van de
graansituatie. Het tweede gedeelte behandelt de bespre-
kingen
01)
de Wereldconferentie en de wetgevingeu in
verschillende landen (1)uitsehland, Frankrijk, Italië, En-
geland, enz.).
De ontwilciceling van het Nederlandsche Zeerecht on-
der den invloed van wetenschap en hondelsprak-
ti7/c, met bijzondere inachtneming van de Rot-
terdamsche invloeden
door Mr. W. F. Lich-
tenauer. (Den Haag 1934; Boekh. v.h. Gebr. Be-
linfante).
Overdruk uit ,,Them’is”
1934.
.
Sammiung deutscher Gesetze
156,
Genossenschaftsge-
setz mit Nebengesetzen. (Mannheim, Berlijn,
Leipzig 1934; Deutsches Druck- und Verlags-
haus G.m.b.H. Prijs R.M. 1,80).
Inleiding tot een tekst van de nieuwe wet op de coöpe-
raties van
20
Dec.
1933.
AANVOEREN
in tona
van 1000 EG.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
9.15
Sept.
Sedert
Overeenk.
9-I5
Sept.
Sedert
Overeenk.
1934
1933
1934
1Jan.
1934
tijdvak
1933
1934
IJan.
1934
tijdvak
1933
35.835
961.464
1.038.165
–
28.355 20.381 989.819
1.058.546
9.280
304.778 277.789
–
15.257
5.569
320.035
283.358
Tarwe
……………..
Rogge
………………
449 16.379
14.955
–
–
25
16.379
14.980
Boekweit ………………
Maïs ……………….
28. 466
671.271
792.530
1.695 158.201
142.881
829.472
935.411
7.315
277.113 271.540
918
38.181
24.554
315.294
296.094
17
90.023
105.266
,
200
3.195
3.306
93.218
108.572
Lijnzaad
…………..
156.302
158.636 5.042 171.603
189.974
327.905 348.610
Gerst
………………
Haver
………………….
Lijnkoek
…………..
55.449
77.259
.
2
,.
‘
200
55.474
77.459
3.3
.89
479
..
1.724 14.613 13.118
.
128
2.056
‘
5.251
16.669
‘
18.369
Tarwemeel
……………
m
Andere
eelsoorten
.
..
–
41.862
35.189
‘
213
5.352
.
‘
7.444
47.214
42.633
19 September 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
841
STATISTIEKEN.
BANKDISCONTO’S.
ed (Disc Wis8els.
24195ept.’33
Lissabon
….
54
8Dec.’33
Bk
‘
Bel. Birsn. Eif. 3
19Sept.’33
Vrsch. in R.C. 3
19Sept.’33
Londen ……2 30
Juni’32
Madrid ……6
26 Oct.’32
Athene ……….
7
14Oct.’33
N..YorkF.R.B. 11
1 Feb.’34
l3atavia ……….
4
1Juli’34
Oslo
……..3422Mei’33
Belgrado
……..
6416Juli’34
Parijs
…… 2431Mei’34
Berlijn
……….
4 22Sept.’32
Praag
……
3425 Jan.’33
Boekarest……..
6
5Apr.’33
Pretoria
….
3415 Mei
’33
Brussel ……….
24 28Au9.’34
Rome……..3
11Dec.’33
Budapest ……..
44
17Oct.
’32
Stockholm
..
24
1 Dec.’33
Calcutta
……..
34
16Feb.’33
Tokio
….
3.65
2Juli’33
Dantzig
……..
3
6
Mei
’33
Weenen ……
4427Juni’3J,
Helsingfors ……
4
20 Dec.’33
Warschau…. 5
26 Oct. ’33
Kopenhagen
….
24
1 Dec.’33
Zwits. Nat. Bk. 2
22Jan.’31
OPEN MARKT.
1934
–
1933
19l4
l5Se
t
P
.
10/15
3
1
8
27Aug.!
11/16
H
l~
20/24
Sept..
Sept.
1 Sept.
Sept.
Juli
A,n,terdam
Partic.dlsc.
s
f14
i1612
26
9
1W
11
/38.
3
14
114.113
3’18-118
Prolong.
1
I
1
1
1
1
2
1
1414
Londen
Daggeid.
. .
‘/,
–
1
1
/21
/-I
3
/4-1
1/
4
1
I41
1
3
/4
–
2
Partic.dlsc.
/s”/,s
6/
3
31
4
3
4.
8
/16
3
14.
13
/16
,87116
51
3
_31
4
411
4
_51
4
Berlijn
Daggeld…
–
4.5
1
12
2
)
4_5
112
41_551
4
3
18.5
612
5515-614
–
Maandgeld
–
4
1
;
2
-6)
4
1
1
3-6
4’j
26
4
1
12
-6
56’/,
–
Part, disc.
–
31I
2)
3′
3.J/
3718
4
1
12
–
2
1
13
1
11
Warenw.
. .
–
4.
1
12 2)
4_112
4..1/
4_11
5_11
–
We,,,
York
Daggeld
1)
1
1
1
1
51
4
2-1
14
I31
4
_211
2
Partic.disc.
5
1,6
110j16
116
1
116
1
12
71
–
Koers
van
14 Sept. en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.
Koers van
10
1
14 Sept.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
o
a a
New
Londen
1
Rerlijn
Parijs
Brussel
Batavla
York ‘.1
)
•.)
.)
)
1)
II].
Sept. 1934
1.461,
7.30k
58.674 9.734
34.664
100’1
12
1934
1.45
7
18
7.30k
58.75 9.734
34.66
1007/,
13
1934
1.45l8/
7.3011
8
58.77
9.734
34.66
1003/
8
14
1934
1.45
1
s
1
,
7.30k
58.
8
3
9.7
2
*
34.654
100h,,
15
1934
1.453%
7.30k
58.95
9.721
34.65
100
3
1
8
17
1934
1.45
7
18
7.29k
58.85
9.724
34.64
1003/
8
Laagste d.wl)
1.4534
7.29
58.50
9.724
34.60
100
Hoogste d.w
1
)1
1.46′,,
.7.313%
59.-
9.734
34.70
l00
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100
Data
se
Z
r
!
nd
Weenen
Praa5
Boeka-
Milaan
Madrid
11 Sept. 1934
48.16
–
6.14
1.48
12.674 20.18
12
1934
48.173%
–
6.14
1.48
12.7
20.17k
13
1934
48.18
–
6.14
1.48 12.67
20.18
14
1934
48.15)4
–
6.14
1.48
12.67
20.174
15
1934
48.14
–
6.14
1.48
–
–
17
1934
48.14
–
6.14
1.48
12.674
20.174
Laagste d.wl)
48.10
–
6.10
1.45
12.624 20.10
Hoogste d.w
1
)
48.20
28.-
6.16 1.50
12.70
20.30
Muutpariteit
48.003
35.007
7.371
1.488
13.094
48.52
Data
Stock-
holm *)
Kopen.
hagen*)
Oslo8)
Ilel-
for!’)
Buenos-
Aires’)
Mon-
(real’)
11 Sept. 1934
37.70
32.674
36.724
3.23
39
1.50h
12
,,
1934
37.674
32.62
36.724
3.23
39
1.503%
13
,,
1934
37.674
32.621 36.724
3.23
39g
1.503%
14
,,
1934
37.674
32.624 36.724
3.23
39)4
1.50
15
,,
1934
37.674
32.624
36.70
3.23
‘/8
1.50
17
,,
1934
37.65
32.60
36.65
3.23
39)4
1.5034
Laagste d.w’)
37.35
32.30
36.35 3.20
38
1.493%
Hoogste d.w
1
)1
37.95 32.90
37.-
3.25 40
1.51
Muntpariteit 1
66.671
66.671
66.671
6.266
953%
2.4878
•) Noteerina te
Amsterdam.
**)
Not, te
Rotterdam.
11
Part.
oosave.
In ‘t lste of 2de No. van iedere maand kom-t een ovzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERS’iN TE NEW YORK. (Cable).
D
a
a
Londen
($
per £)
Parijs
( p.
iOOfr.)
Berlijn
($
p. 100 Mk.)
Amsterdam
(8 p. 100 ‘ld.;
ii
Sept.
1934
5,013,
6,67
7
18
40,34
68,64
12
1934
5,00
7
18
6,68
40,36
68,63
13
1934
5,01
6,673%
40,35
68,62.
14
1934
5,0111
6,67
40,42
68,65
15
1934
5,00
6,67
40,54
68,61
17:
1934
5,007/
8
6,67%
40,46
68,66
18 Sept.
19334,771
36,65 61,85
Muntpariteit..
4,86.
.
‘3,90.’
……
23.81k
..
4031
–
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
1Sept.
1934
8
Sept.
1934
1
10115
Sept.
’34
Laagsle1-Ioogsle
15Sept.
1934
Alexandrië..
Piast.
p.
97W
97
M
9
7
a
ls
9751
97
Athene
….
Dr. p.
515
515
515 516
516
Bangkok.
.
. .
Sh. p. tical
1110
‘/8
1110
11b
1110
h/
1110
11,
111011
Budapest
..
Pen. p. £
163%
1634
163%
165,4
16
BuenosAires’
d. p.$
293%
2934
283%
Calcutta
….
Sh. p. rup.
116l1
1
116i1
1161133 116
3
1
32
116
1
/is
Constantin..
Piast.p..c
605
610
610
610 610
hongkong
. .
Sh. p.
$
11671
8
1613,
11611
2
117’1
16131,
6
Sh. p. yen
11211
8
1/231
6
1/251,
11271,
11231
8
Kobe
…….
Lissabon….
Escu. p. £
11011
11011
1093%
1103%
1101/
8
Mexico
….
$per
18
18
173%
1834 18
Montevideo
2)
d. perC
193%
1934 19
20
193%
Montreal
..
$
per £
4.883%
4.8571
8
4.842%
4.863%
4.86
Riod.Janeiro3
d. per Mil.
331,
0
331,
9
3’i
37/1
318
Shanghai
..
Sh. p. tael
11511
8
1151/
8
1/43%
1/53%
115
Singapore
..
id. p.
$
2
1
45
1
32
21451
214i1
1
21434
214
5
1
33
Valparaiso
4).
$
per £
1271
1
125.35 125.25
125.35
125.25
Warschau
..
Zi.
p. £
261
1
26tij
e
.
257/
3
263%
2681,
Vorderingen.
1
30Aug. 1934
1
7Sept.1934
Saldo van’s kijks Scuatkist bij De Ne-
f
21.091.422,32
f
32.756.390,29
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
5.755,79
748.916,94
Voorschotten op ultimo Juli 1934 aan
derlandsche
Bank……………….
de gem. verstrekt op aan haar uit te
keerenhoofds.derpers.bei., aand. in
de hoofds. der grondbei.endergem.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
–
–
Voorschotten aan Ned.-lndië ………
268.406.472,33
,,285.5l0.745,20
ld
aan
Suriname …………………
…12.439.238,70
12.752.945,87
,,
2.292.214,88
Kasvord.
weg.
credietverst. alh. bultenl
,,
11
..2.850.378,7I
.,
113.657.087,32
Daggeldleenlngen tegen onderpand
,,
1.000.000,-
,,
3.000.000,-
Id. aan
Curaçao
…………………
…2.185.473,42
Saldo der postrek. v. l4ijkscomptabelen
Vord. op het Alg.Burg. Pensio4nfonds’)
….
29.651.032,90
–
34.479.742,03
–
17.987.410,63
Vord. op andere Staatsbedrijven
1
)….
18.095.224,95
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld- leeningen aan gemeenten (saldo)
,,
43.082.536,77
,.
43.056.536,77
V e r p1 i c h t i n ge n.
Vôorschot door De Ned. Bank ingev.
art. 16 van haar octrooi
verstrekt
–
– –
Schatkistbiljetten In Omloop ………
f453.459.060,- f443.533.000,-
Schatkistpromessen in omloop …….
97.540.000,-
,,
120.490.000.-
Zilverbons in
omloop …………….
1.319.421,-
,,
1.316.709,50
Schuld
op
ultimo Juli
1934
aan
de
gem.weg. a. h. uit te keeren hooI da. d.
…
pers. bel., aand. i. d. hoofds. d. grondb
–
….
e. d. gem. fondgb. alsin. opc. op die
236.680,39
236.680,39
Schuld aan het Alg. Burg. Pensloenf.’)
,,
13.714.568,81
14.342.499,92
Id. a. h. Staatsbedr. der P.T. en T.’)
..,,
104.236.697,76
,,112.507.376,98
bel,
en
op de verrn. bel………………..
Id. aan andere Staatsbedrijven’)
61.869,63
62.558,10
53.280.397,80
,,
60.311.746,9
Id. aan diverse instellingen’) ……….
1)
In
rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH
–
INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
Vorderingen:
f
1.682.000,-
f
875.000,-
Betaalmlddelen in ‘s Lands kas
– –
waaronder Muntbiljetten ………..
– –
Saldo Javasche
Bank………………
Verplichtingen:
Voorschot ‘s Rijks kas e. a. Rijkslnstell.
277.lI9.000,-
,,
285.511.000,
–
. 1.370.000,-
1.750.000,-
Schatkistbiljetten ………………..
……
,,
11.370.000,-
Muntbiljetten in omloop ………….
–
–
Schatkistpromessen ………………..1.750.000,-
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.
1.74
6.000,-
..
,,
1.750.000.-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
……
1.346.000,-
1.376.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
–
–
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste
posten
in duizenden guldens.
Data
Metaal
Circu-
latle
Andere
opeischb.
schulden
1
Discont.
D
rek
,
e
,
–
ntngenl)
18 Aug.
1934..
735
1.009
613
575 1.718
11
1934..)
726
1.050
623
576
1.690
4
,,
1934..
725
1.203
620
575
1.705
28 Juli
1934..
734
1.113
590
576
1.683
21
,,
1934..
715
1.041
588 578 1.682
5 Juli
1914..
645
1.100 560
735
1
–
396
1 Sluilp. Oer activa.
1)
Officiëele noteering 36
1
12 laten, geniidd. noteering, welke importeurs
hebben te betalen, 3125/,,.
2)
Id. vanaf
31 Aug. 39
8,
4Sept.
39
1
1
2,
5Sept.
1
39
3
‘.
3)
Id. 4
1
14.
4)
90 dg.
5)
Vanaf 28 Aug. laatste ,,export” noteering.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8)
Londen’)
N.York’)
Londe,,
11 Sept. 1934..
213%
49y
,
11
Sept. 1934 ….
.140/34
12
,,
1934..
211’/,
493%
12
,,
1934….
140154
13
,,
1934..
21’1/,
493%
13
,,
1934….
140,64
14
,,
1934..
21ti,
49%
14
,,
1934….
140,64
1
,,
1934..
211s,
6
49
31
8
15
,,
1934….
14015
1934..
213%
49s1
17
,,
1934….
140/54
1
Sept. 1933.
.
lSij,
4011
8
18 Sept. 1933….
13119
27′ Juli
1914..
241’1,
59
27 Juli
1914….
841103%’
1)
in pence p.oz.stand.
3)
Forelgn silver in $c. p.oz. fine. 3)ln sh. p.oz.fine
STAND VAN ‘s
RIJKS KAS
842
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
.
19 September 1934
.
STATISTISCH OVERZICW
GRANEN EN ZADEN
TIJINBOUWARTIKELEN
VLEESCH
ROGGE
MAIS
OERST
LIJNZAAD
DRUIVEN
TOMATEN
BLOEM-
KOOL
VH
Plata loco
7
;•a
ahia
Lalata
La Plata
a
Alicante
A per K.G.
Ie soort
(versch)
(versch)
R’damam
Wesfiand
‘i;;tj;,
Per
!w!
Westiand
1925
17,20
100,0
1307
5
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
– –
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
–
–
1927
14,75
85,8
12,47
5
95,4
176,00
76,0
237,00
100
4
362,50
784
–
–
1928
13,47
5
78,3
13,15
100.6
22600
97,7
228,50
96,8
363,00
78,5
0,80
100,0
20,
100,0 14,80 100,0
93,
100,-
77,50
100,-
1929
12,25
71,2
1
0,
8
7
5
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
4
1
925
90,6 0,64 80,0
16,
80,0
17,23
116,4
96,40
103,7
93,12
6
120,2
1930
9,67
5
56,3
6,22
5
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
•
356,00
770
0,62
77,5
20,
100,0
14,22
96,1 108,
116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3
4.55 34,8
84,50
36,5
107.25
45,4
187,00
40,4
0,49
61,3
14,50
72,5
7,54 50,9 88,
94,6
61,9
1932
5,22
5
30,4
4,62
5
35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
0,41
51,3
11,50
57,5 9,92 67,0
61,
65,6
37,50
48,4
1933
5,02
5
29,2
3,55
27,2
.
68,50
29,6
70,00
30,0 148,00
32,0
0,31
38,8
8,21
41,1
–
52,
55,9 49,50
63,9
Jan.
1933
4,95
28,8
3,75 28,7
73,00
31,5
75.25
31,9
136,50
29,5
—
50,50
54,3
44,75
57,7
Pebr
.
.,,
4,776 27,8
3,70
28,3
71,00
30,7
74,75
31,7 130,25
28,2 49,25
53,0
45,-
58,1
Maart
5,05
29,4
3,82
5
29,3 73,50 31,7
76,25
32,3
130$
28,2
46,50
50,0
•
46,
594
April
,,
•
5,15
29,9
3,75 28,7
72,75
31,4
71,25
30,2
129,50
28,0
•
49,50
53,2
48,25
62,3
Mei
,,
5,40
31,4
3,776
28,9
70,50
30,5
73,25
31,0
146,75
31,7 52,25
56,2
63,2
Juni
5,25
30,5
3,55
27,2
66,00
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3
–
•
51,25
55,1
48.-
61,9
)uIi
5,82
5
33,9
3,85
29,4
64,25
27,8
78,00
33,1
176,25
38,1 13,55
67,8
—————————
49,25
53,0
48,50
62,6
Aug.
5,30
30,8
3,55
27,2
61,25
26,5
67,75
28,7
161,50
34,9
0,41
51,3
8,
40,0.
————————— —————————
49,-
52,7
49,25
63,5
Sept.
4,95
28,8
3,476
26,6
61,00
26,3
65,25
27,6 159,00
34,4
0,25
31,3
2,70
13,5
9,28
62,7
50,25
54,0
54,-
69,7
Oct.
4,40
25,6
3,-
22,9
60,25
26,0
63,50
27,0
141,25
30,5
0,27
33,8
8,60
43,0
4,30
29,1
56,25
60,5
54,25
70,0
Nov.
4,55
26,5
2,95
22,6
74,50 32,2
60,00
25,4
147,25
31,8
6,50
41,2
59,50
64,0
54,375
70,2
.
Dec.
4,57
26,6
3,30
25,3
73,50
31,7
59,25
25,1
154,50
33,4
——————
–
–
—
—
–
–
—
—
–
–
—
–
–
–
60,75
65,3 53,50
69.0
Jan.
1934
4,75
27,6
3,10
23,7
65,25
28,2
58,00
•
24,6
144,25
31,2
–
—
–
—
–
—
–
—
–
—
–
–
–
–
—
—
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
—
–
–
–
—-
—
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
—
–
–
–
62,50
67,2 53,75
69,4
Febr
.
.
3,40
19,8
2,776
21,2
65,25
.
28,2
58,50
24,8
133,00′
28,8
63,-
67,7
53,50
69,0
Maart
3,25
18,9
2,72
5
20,8
70,75
30,6
58,75
24,9
132,00
28,5 61,75
66,4 50,50
65,2
April
,,
3,20
18,6
2,70
5
20,7
70,50
30,5
56,75
24,0
136,50
29,5 63,50
68,3
49,125
63,4
Mei
3,32
5
19,2
2,8fl
21,9
62,00
26,8
63,00
26,7 154,50
33,4
—-
–
—-
–
–
–
–
–
—
—
–
–
65,75
70,7
47,50
61,3
Juni
)uli
3,6fl
3.80
21,4
22,1
3,17
5
3,30
2,4,3
25,3
65,00
71,50
28,1
30,9
74,75
31,7
78,75
33,4
156,50 151,25
33,8
32,7
–
–
8,28
—-
–
—-
–
–
–
–
–
—
—
–
–
—-
–
—-
–
–
–
–
–
—
—
–
–
—-
–
—-
–
–
–
–
–
—
—
–
–
41,4
63,25
68,0
63,-
67,7
43,75 44,62
5
56,5 57,6
Aug.
4,37
6
25,4
4,27
5
32,7
83,25
36,0
93,50
39,6
159,25
34,4
0,35
43,8
5,89
—-
–
—-
–
–
–
–
–
—
—
–
–
—-
–
—-
–
–
–
–
–
—
—
–
–
—-
–
—-
–
–
–
–
–
—
—
–
–
29,5
63,95
68,8
43,30.
55,9
3 Sept.
4,10
23,8 4,35
33,3
79,00
34,1
92,00
.
39,0
149,00
32,2
0,29
36,3
2,07
10,4 14,42
5
97,4
64,50
6
)
69,1
43.506)
56,1 10
,,
,.
4,10
23,8 4,20
32,1
80,00
34,6
96,00
40,7 149,00
32,2
0,23
28,8
2,-
10,0 8, 54,1
63,70
7
)
68,5
42,56
7
)
54,8
17
,,
,,
3,95
23,0 4,15
31,7
76,00
32,8
93,00
39,4
143,00
30,9
1)
Men zIe voor
de toelichting op dezen
staat
de nos.
van
8, 15 Aug.
1928,
25 Febr.
1931
en 15
Febr.
1933.
)
Tot Jan.
1931
Hard
Winter No.2.
van Jan. 1931
to
16 Dec.
1929
tot 26 Mei
1930
74j5 K.G.
Hongaarsche vanaf
26
Mei
1930
tot
23 Mei 1932 74 K.G.
Zuid-Russische
;
van 23
Mei 1932
tot 2
Oct.
1933
No.
2 Canada.
4)
To
Canada.Van
19 Sept.’32
tot
24 Juli ’33
62163
K
.
G.
Z.-Russ.
5)
De jaren 1928
en 1929 Broek
op
Langendijk.
p
8 Sept.
7)
IS
Sept.
8)
6 Sept.
9)
13 Sept.
10)
7 Sept.
.
Vervolg STATISTISCH
OVERZICH
MINERALEN
TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN
.
STEENKOLEN
Westfaalsche!
PETROLEUM
BENZINE
,
KATOEN
.
WOL WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Holtandsche
Mid. Contin.
Cr’ide
Gulf exp
_______
ge arn e
ustra,c
Australisehe,
HUIDEN
SALPETER
Midd’ling
locoprijzen
F.0. F.
Sakella-
100KO
R
No. 1
bunkerkolen,
onezeefd f.o.b.
33
tinl
33.9
0
64166°
Sets, per
M e
,,,
.
Crossbred Colo-
nial Carded,
Gaaf, open
kop
Old. per
damjA’dam
0
5. g.
per
barrel
U.S. galloij
New-York
rides
omra
~
óF-
iverpool oco
erib
or
P
.
50’s
Av. loco
57-61 pnd.
netto
per
i000
1<0.
per Ib.
Liverpool
Bradford per Ib.
II.
01
$
01
$cts.
%
$
ets.
0
1
0
pence
01
pence
010
pence
°jo
pence
01
f1.
°lo
11.
U0
1925
10,80
100,0
1.68
100,0
14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9.35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90
165,7
1.89 112,5
13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30
67,4
47,25 85,9 24,75
83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25 104,2
1.30
77,4
14,86
1
00
,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8
‘48,50 88,2 26,50
89,8
40,43
116,5
11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98 67,2
20,00
86,0
19,21
65;6
7,51
80,4
51,50
93,6 30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40 105,6 1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59 70,5
39,-
70,9 25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7 8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92
41,9 26,75 48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84 82,0
1931
10,05
93,1
0.58 34,5
5,04 33,9 8,60 37,0 7,33 25,0
3,08 33,0 21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1 0.81
48,2
4,50
30,3 6,45 27,7
5,21
17,8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50 28,8
11,15 32,1
6.15
51,3
1933
7,00 64,8
0.45
26,8
3,61
24,3 6,75
29,0
5,13
17,5
2,78 29,7
19,25
35,0
9,50
32,2
13,26
38,2
6,18
51,5
Jan.
1932
8,25
76,3
0.71
42,3
5,25
35,3
6,65
28,6
5,09
17,4
3,38 36,2
16,50
30,0
9,00 30,5
11,63
33,5
7,10
59,2
Febr.,,
8,25
76,3
0.71
42,3
4,920
33,1
6,90 z
29,7
5,31
18,1
3,51
37,6
16,25
29,5
9,00 30,5
11,75
33,9 7,25
60,4
Maart
,,
8,35
77,3
0.71
42,3
4,620
31,1
6,90
29,7
5,37
18,3
3,30 35,3
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5
7,40
61,7
April
,,
8,65
80,1
0.86
51,2 4,34 29,2
6,25
26,9
5,08
17,4
3,08 33,0
16,50
30,0
9,00 30,5
9,25
26,7
7,40
61,7
Mei
8,30
76,9
0.86
51,2
4,25
28,6
5,80
24,9 4,57
15,6
2,76 29,5
15,75
28,6
8,25 28,0
8,88 25,6
7,40
61,7
‘uni
8,25
76,3
0.86
51,2
4,25 28,6 5,25
22,6
4,44
15,2
2.55 27,3
15,25
27,7
7,75
26,3
9,-
25,9
7,40
61,7
j uli
8,10
75,0
0.86
51,2
4,25
28,6
5,80
24,9
4,97
17,0
2,77
29,6
16,00
29,1
8,50 28,8
9,75
28,1
–
–
Aug.,,
7,80 72,2
0.86
51,2
4,30
28,9 7,35
31,6
5,71
19,5
3,33
35,6
15,75
28,6
8,25
28,0
34,6
5,70
47,5
Sept.
7,75 71,8
0.86
51,2
4,370
29,4
7,75
33,3 6,37
21,8
3,64 38,9
16,75
30,5
8,75
29,7
13,75
39,6
5,90
49,2
Oct.
Nov.
7,65 70,8
68,5
0.86 0.86
51,2 4,45
29,9
6,50 6,15
28,0
5,68
5,16
19,4
17,6
3,16 ‘33,8
32,1
15,75
28,6
8,50
28,8
40,3 34,6
6,-
6,10 50,0
50,8
Dec.
7,40 7,25
67,1
0.740
51,2 44,3
4,60
4,430
31,0 29,8
5,95
26,5
25,6
4,73
16,2
3,-
2,80
30,0
15,25 15,25
27,7 27,7
8,25
8,00 28,0
27,1
11,50
33,1
6,20
51,7
O
n
1933
7,05
65,3
0.53 31,5
4,16
28,0
6,15
26,5
5,13
17,5
2,95
31,6
15,75
28,6
8,25 28,0
11,50
33,1
6,30
52,6
,,
7,20
66,7
0.38 22,6
3,97 26,7
6,10
26,2
4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2
8,25
28,0
10,38
29,9
6,40
53,3
Maart
,,
7,25
67,1
0.38 22,6
3,876
26,1
6,40
27,5
4,97
17,0
2,77
29,6
15,25
27,7
7,75 26,3
10,75
31,0
6,40
53,3
April
,,
7,25
67,1
0.37
22,0
3,67
24,7
6,65
28,6
5,18
17,7
2,68
28,7
15,75
28,6
7,75
26,3
11,25
32,4
6,40 53,3
Mei Juni
7,15
66,2
66,2
0.23
5
0.25
6
14,0 15,2
2,95
19,9
20,3
7,30 7,85
31,4 33,8
5,60
5,85
19,1
20,0
3,07
3,25
32,8 34,8
17,00
30,9 33,6 8,25
28,0
12,25
15,75
35,3 45,4
6,40
6,40
53,3
53,3
juli
,.
7,15
7,05
65,3
0.41
24,4
3,02 3,33
22,4
7,60
32,7
5,76
19,7
3,20
34,2
18,50
20,75
37,7 9,00 9,75
30,5
33,1
16,-
46,1
6,40
53,3
Aug.
6,95 64,4
0.37
22,0
3,37
22,7
6,90
29,7
5,39
18,4 2,91 31,1
20,75
37,7
9,75
33,1
14,75
42,5
5,80
48.3
Sept.
6,85 63,4
0.52
31,0
3,50
25,6
6,60
28,4
4,70
16,1
2,54
27,2
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13 44,1
5,85
48,8
Oct.
6,60
61,1
0.66
39,3
4,04
27,2
6,40
27,5
4,55
15,5
2,48
26,5
20,75
37,7
10,75
36,4
14,50
41,8
5,90
49,2
Nov.
6,75
62,5
0.66
39,3
3,72 25,0
6,25
26,9 4,63
15,8
2,39 25,6
23,75
43,2
12,00
40,7
13,38
38,6
5,95
49,6
Dec.
,,
6,95
64,4
0.67
39,9
3,75 25,2
6,50
28,0
4,89
16,7
2,38
25,5
25,00
45,5
13,25
44,9
13,50
38,9
6,-
50,0
Jan.
1934
6,65
61,6
0.66
39,3 3,74
25,
2
7,10
30,5
5,47
18,7
‘2,59
27,7
27,00
49,1
14,75
50,0
37,5
6,15
51,3
Febr.,,
6,30 58,3
0.64
38,1
3,25
21,9
7,50
32,3
5,64
19,3
2,68
28,7
23,75
43,2
12,75
43,2
37.5
6,20
51,7
Maart
6,25
57,9
0.63 37,5
3,05
20,5
7,40
31,8 5,50
18,8
2,76 29,5
.
23,25
42,3
11,75
39,8
12,50
36,0
6,25
52,1
April
6,30
58,3
0.62 36,9 2,79
5
18,8
6,95
29,9
5,37
18,3
2,50
26,7 23,00
‘
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6
6,30 52,6
Mei
6,25
57,9
0.62
36,9 2,88
19,4
6,80
29,2
5,20
17,8
2,48 26,5
21,00
382
10,50
35,6
11,88
34,2
6,30
52,6
Juni
• 6.15
56,9
0.62
36,9 2,83
19,0
7,15
30,8
5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5
9,50
32,2
11,50
33,1
6,30
52,6
juli
6,15
56,9 0.62
36,9
2,68
18,0
7,55
32,5
5,22
17,8
2,83
30,3
17,00
.30,9
9,00 30,5
11,50
33,1
6,30
52.6
Aug.
6,15
56,9 0.62
36,9
2,68
18,0
‘7,85
34,0
5,32
18.2
2,85
30,5
16,00
29,1
8,50 28,8
11,75
33,9 5,80
48,3
3 Sept.
6,00
55,6 0.62
2
)
36,9
2,69
2
)
18,2
7,755)
33,3
5,20 5) 17,8
2,722)
29,1
15,757)
28,6
8,50
7
)
28,8
11,75
9
)
33,9 5,85
48,8
10
6,00
55,6 0.62
36,9
2,69
2
)
18,2
7,80
33,5
5,116)
17,5
2,75
6
)
29,4
15,259)
27,7
8,50
8
)
28,8
5,85
48.8
17
,,
6,05 56,0 0.62
36,9
2,80
4
)
18,8
7,70
1
33,
1
1
1
5,85
48,8
1)
Jaar- en
maandgem.
afger.
op
‘ie pence.
9
)1 Sept.
0)
7Sept.
4
)
14 Sept.
8)5
Sept.
6)12
Sept.
7)
6
Sept.
8
)
13 Sept.
9)
4
Sept.
19
September 1934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
843
AN
GROOTHANDELSPRIJZEN.
ZUIVEL EN EIEREN
METALEN
BOTER
01R
KAAS
Edammer
EIEREN
KOPER
LOOD
TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
ZINK
GOUD ZILVER
per
Leeuar-
Ijg
Alkmaar
Fabrieks-
Gem. not. Eiermijn
Standaard
Locoprijzen
Locoprijzen locoprijzen
Foundry
IJZER
(Lux III) p.
Locoprijzen Londen
cash Londen
cash
Londen per
derCornm.
Zuivel-
kaas Roermond Londen Londen
per Eng. ton Londen per
Eng. ton No. 3 f.o.b.
Middlesb.
Eng. t. f.o.b.
per per ounce
Standard
Noteering
Centr.
ki. mlmerk
p. 100 ot.
per Eng, ton
perEng.ton
Antwerpen
Eng.ton
fine Ounce
per5OK.G.
IE
-”
fl.
1E
1
14
fi.
1
0
10
ï010
£
0/
Sh.
Olo
oh.
‘i
1
£
0
(0
oh.
1
°/o
oence
1925
2,31
100,0
–
56,-
100,0
9,18
100,0
62.116
100,0
36.816
100,0
261.17
1
–
100,0
731-
100,0
67f-
100,-
36.316
100,-
8516
100,-
21Js
100,0
1926
1,98
85,7
–
43,15
77,1
8,15
88,8
58.11-
93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
8616
118,5
6818
102,5
34.216
94,3
851-
99,5
28fl!16
89,3
1927
2,03
87,9
–
43,30
77,3
7,96
86,7 55.141-
89,7
24.41-
66,4
290.41-
110,8
73/-
100,0
6416
96,3
28.10/-
78,8
85/-
99,5,
26
3
/4
83,3
1928
2,11
91,3
–
48,05
85,8
7,99
87,0
63.161-
102,8
21.11-
57,8
227.51-
86,8
66!-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
85/-
99,5
26
1
1is
81,1
1929
2,05
88,7
–
45,40
81,1 8,11
88,3 75.141-
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6 24.1716
68,8
85/-
99,5
24
7
11
76,2
1930
1,66
71,9
–
38,45
68,7
6,72
73,2
54.131-
88,0
18.116
49,6
142.51-
54,3
67/-
91,8
5916
88,8
16.171-
46,6
85/-
99,5
1710/
55,4
1931
1,34
58,0
–
31,30 56,9
5,35
58,3 36.51-
58,4
12.11-
33,1
110.1!-
42,0
55/-
75,3
4716
70,9 11.10/6
31,9
9216
108,2
13
3
(
41,6
1932
0,94 40,7
–
22,70 40,5
4,14
45,1
22.171-
36,8
8.121-
23,6
97.2/-
37,1
42/-
57,5
37/-
55,2
9.16!-
27,1
118/-
138,0
12
7
(
40,1
1933
0,61
26,4
0,96
20,20
36,1 3,71
40,4
22216
35,6
7.1716
21,6
131.181-
50,1
411-
56,2
35/-
52,2
10.1216
29,4
124(7
3
14
145,8
12
3
(
38,5
lan.
’33
0,73
31,6
0,89 21,75
38,8 4,27
46,7
19171-
32,0
7.81-
20,3
100.116 38,1 4016
55,5
3416
51,5 9.191-
27,5
12218
143,5
1I”(j
36,4
1ebr. ,
0,65
28,1
0,91
20:60
36,8
4,35
47,4
20.31-
32,5 7.71-
20,2
104.7)6
39,9
43/-
58,9
34/-
50,7
9.151
27,0
12015
140,8
11
16
/16
37,2
Mrt.
,,
0,53
22,9
0,99
19,40
34,6 2,80
30,5
20.-/6
32,3
7.101- 20,6
104.1813
40,1
431-
58,9
3417
51,6
10.7(-
28,6
12015
140,8
12
7
/16.
38,7
Apr.
0,54 23,4
1,-
18,55
33,1
2,075
22,6
20.1116
33,1
7.1216
20,9
109.171- 42,0
43/-
58,9
3516
53,0
10.816
28,8
12011
140,4
12
13
1
39,9
MeI
,
0,52 22,5
1,-
21,80 38,9
2,49
27,1
23.6/6
37.6
8.61-
22,9
128.1716
49,2
4116
56,8
3616
54,5
10.131-
29,4
12316
144,4
1311
4
41,2
Juni
,,
0,52 22,5
1,-
23,50 42,0
2,50
27,2
25.71- 40,8
941-
25,3
151.101-
57,9
42f-
57,5
371-
55,2
11.1216
32,1
122134
143,0
1314
41,2
Juli
,.
0,55
23.8
1,-
18,50
33,0
2,60
28,3
25.161-
41,6
9.21-
25,0 148.1(6 56,5
4116
56,8
35/-
52,2
12.1/-
33,3
1231104
144,9
12/1
38,7
Aug. ,
0,63 27,3
1,-
18,90
33,8
3,575
38,9
24.51-
39,1
8.416
22,6
145.31-
55,4
411-
56,2
35/-
52,2
11.7(- 31,4
125110
147,2
12
37,4
Sept. ,
0,66 28,6
0,95
18,40
32,9
3,91
42,6
22.1616
36,8
7.16/-
21,4
140.1716
53,8
39(6
54,1
3416
51,5
10.1816
30,2
130111
153,1
11151
16
37,2
Oct.
0,68
29,4
0,90
19,45
34,7
4,68
51,0
22.1j-
35,5
7.14/-
21,1
145.51-
55,5
39(6
54,1
3416
51,5
10.131-
29,4
13111
153,3
117/
37,0
Nov.
0,65
28,1
0,90 20,80
37,1
5,80
63,2
20.616
32,7
7.1316
21,1
150.916
57,5
401-
54,8
3416
51,5
9.19/6
27,6
128154
150,1
12
1
14
38,1
Dec.
,
0,60
26,0
1,-
20,40
36,4
5,475
59,6
21.11-
33,9
7.121-
20,9
153.81-
58,6
4016
55,5
361-
53,7
9.19J-
27,5
126124
147,6
12/56
39,1
Jan.’34
0,50
21,6
1,-
20,40
36,4
5,05
55,0 21.71- 34,4
7.71-
20,2
148,31-
56,8
39(6
54,1
36/-
53,7
9.121-
26,5
12916
151,5
12
3
14
39,7
Feb.,
0,47 20,3
1,-
21,55
38,5
3,68
40,1
20.916
33,0
7.41-
19,8
140.131-
53,7
3916
54,1
3615
54,4 9.-16
24,9
13711
160,3
1212
38,9
Mrt.,,
0,44
19,0
1,
19,90
35,5
2,71
29,5
20.31-
32,5
7.316
19,7
144.1516
55,3
4016
55,5
3513
52,6 9.21-
25,2
13618
159,8
12
5
/
39,3
Apr.,,
0,42
18,2
1,-
17,20
30,7
2,72
29,6
20.14/6
33,4
7.4/6
19,8
150.10(6
57,5
41/6 56,8
3412
51,0
9.716
25,9
135114
158,0
12
7
156
38,7
Mei,,
0,41 17,7
1,-
16,05
28,7
2,54
27,7
20.4!-
32,5
6.1616
18,7
144.19/6
55,4
4016
55,5
3219
48,9
9.21-
25,2
13613
159,4
1211
1
6
37,5
Juni,
0,41
17,7
t,-
19,40
34,6
2,74′
29,9 19.18/6
32,1
6.141-
184
140.11-
53,5
4016
55,5
3119
47,4
8.161-
24,3
137184 161,1
12
5
1
4
38,1
luti •
0,40
17,3
1,-
21,50
38,4
2,81
30,6
18.111-
29,9
6.1416
18,5
142.91-
54,0
4016
55,5
3214
48,2
8.61-
22,9
137111
161,4
1231
39,7
Aug.,
0,43
18,6
1,-
20,90 37,3
3,32
5
36,2
17.61-
27,9
6.14/
18,4 139.716
53,2
40/ 54,8
32’6
48,5
8.716
23,2
3816
162,0
13
40,5
3 Sept.,
o,43)
18,61
1,-
19,-lol
33,9 13,35 36,5
16.1416
26,9
6.61-
17,3
1137.18/6
52,71
3916
54,1
3216
1
48,5
8.116
22,3114117
165,6
113
1
(1
40,7
10
,,
0,43°)
18,61
t,-
1
/3,25
35,4
16.816
26,5
6.4!-
17,0 1137.8!-
52,51
3916
54,1
32/6
/
48,5
7.613
20,3 1140111
164,9
1
13
5
1
40,7
17
,,
,
t
t
13,25
35,4
16.7/-
26,3
6.4!-
17,0
1137.2/-
52,4/
39(6
54,1
32(6
t
48,5
7.10/-
20,7
1140154
164,3
13
5
/16
40,7
5Sept. 193279 K.G. La Plata; van 26 Sept. 1932 tot 5 Febr. 1934 Manitoba No. 2
3)
Tot Jan. 1928 Western ;.vanat Jan. 1928 tot 16 Dec. 1929 American No. 2, van
on. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Me 1932 6415 K.G. Zuid-Russische. Van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3
‘AN GROOTHANDELSPRIJZEN’)
BOUWMATERIALEN
‘
‘
KOLONIALE PRODUCTEN
VURENIIOUT
STEENEN
CACAO
COPRA
KOFFIE
RUBBER’)
SUIKER
THEE
INDEXCJJFER
Kolom
basis 7″ f.o.b.
Zweden/
binnenmuur
buitenmuur
G.F. Accra Ned.-lnd.
Robusta
Standaard
Ribbed Smoked
Witte kristal-
Afi. N.-I. theev.
Finland per
f.m.s.
Locoprilzen
Sheets
suiker loco
A’dam gem.’pr.
Grond-
nlale per standaard per
per
so
K.G. c.l.f.,
per 100 K.G.
Rotterdadi’
loco Londen
R’dam(A’dam
Java- en Suma-
stoffen pro-
van 4.672 M
3
.
per 1000 stuks per 1000 stuks
Nederland
Amsterdam
per
‘l
K.G.
per Ib:
per 100 K.G.
KG
trathee p.’J
,
ducten
T
010
f
0
10
f
01
Bh.
01
0
f
0
10
cts.
0
10
Sh.
0
10
–
Ir
–
010
cts.
0
10
1925
159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,87′
100,0
61,375
100,0 2111,625
100,0
18,75 100,0
84,5
100,0
100.0
100.0
1926 153,50
96,1
15,75 101,6
19,50
102,6
49/-
115,3
34,-
94,8
55,375 90,2
2(-
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5
98.0 102.6
1927
160,50
100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
68/-
160,0
32,62′
90,9
46,875 76,4
116,375
51,6
19,12′
102,0
82,75
97,9
81.5
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
5
88,9
49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6
97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3 21,25
111,8
45110
107,9
27,375
76,3 50,75
82,7
-110,25
28,8
13,-
69,3
69,25
82,0
81.9
85.5
1930 141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
82,2
22,62′
63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60 51,2
60,75
71,8
68.0
84.8
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,376
42,9
25
40,7
-13
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
46.8
.46.0
1932
69,00
43,2 9,25
59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-11,75
4,9
6,32′
33,7
28,25
33,4
36.1
38.0
1933
73,50
46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
1514
36,0
9,30
25,9
21,10
34,2
-12,25
6,3
5,52
5
29,5
32,75
38,7
‘35.2
34.7
Jan.
’32
‘
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1719
‘41,8
13,12
5
36,6
23
37,5 -12,125
6,0
7,35 39,2
32
37,9
38.5
39.1
Febr.
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
18/1
42,6
14,50
40,4
23
137,5
-12
.
5,6
7,05
37,6
30
35,5
38.3
38.3
Mii.
•
70,00
43,8
9,75
62,6
18,-
94,7
2119
51,2
14,75
41,1
23
37;5
-1
1
,6
2
5
4,6
6,25 33,3
31
36,7
37.0
39.7
Apr.
,,
70,00
43,8
9,75
62,6
18,-
94,7
2016
48,2
14,-
39,0
23
37,5
-11,5
4,2 5,90
31,5
29,25
34,6
36.2
36.0
Mei
,,
70,00
43,8
8,50
54,8
15,-
78,9
2016
48,2
13,25
36,9
23,50
38,3
-11,5
4,2
5,625
30,0
30,25
35,7
,
352
38.1
Juni
,,
70,00
43,8
8,50
54,8
IS,-
78,9
2016
48,2
12,375
34,5 24
39,1
-/1,375
3,9
6,30
33,6
28,50
33,7
34.2
38.7
Juli
67,50
42,3
8,50
54,8
15,- ‘
78,9
20/1
47,3
12,375
34,5
24
39,1
-11,375
3,9
6,70.
35,7
23,75
28,1
34.3
37.6
Aug.
63,00
39,4 8,50
54,8
15,-
78,9
2017
48,4
12,37
5
34,5
24
.
39,1
-(1,75
4,9
6,57
5
35,1
22,75
26,9
35.9
.
37.4
Sept. ,
60,00
37,6 8,75
56,5
15,-
78,9
2112
49,8
12,75
35,5
25,25
41,1
-12,125
6,0
6,52
5
34,8
23,75
28,1
31.8
38.5
Oct.
,
63,50
39,7
58,1
14,50
76,3
1818
43,9
12,37
5
34,5
26,50 43,2
-/1,75 .
4,9 6,32
5
33,7
28,50
33,7
36.2
38.1
Nov. ,
63,50
39,7
9,50
613
14,25
75,0
1716
41,2
12,12
6
33,8
24,50
39,9
-/1,75
4,9
5,87′
31,3
30,75
36,4
35.3 37.2
Dec.
,
65,00
40,7
64,5
13,75
72,4′
1714
40,8
11,75
32,8
24
39,1
-J1,75
4,9
5,50
29,3
28,25
33,4
34.0
35.1
Jan.
’33
70,00
43,8 9,25
59,7
13,50′
711
16(6
38,8
11,50
32,1
24
39,1
-/1,625
4,6
5,376
28,7
25
‘
29,6
33.2
34.1
Febr. ,
70,00
43,8 9,25
59,7
13,-
684
1519
37,1
10,625
29,6
23,75
38,7 -11,5
4,2
5,60
29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt.
,
70,00
43,8 9,50
61,3
12,25
64,5
16/3
38,2
10,37
5
28,9
23,50
38,3
-11,5
4,2
6.-
32,0
26,25 ‘
31,1
32.4 34.9
Apr.
,
70,00
43,8 9,75
62,6
12,75
67,1
1515
36,3 9,50 26,5
23,50
38,3 -11,625
4,6
6,07
5
32,4
27,50
32,5
32.8 34.9
Mei
,
70,00
43,8 9,50
61,3
12,50
65,8
1616
38,8 9,50
26,5
23
37,5
-12
5,6
6,02
5
32,1
26,50 31,4
34.2
350
l
uni
72,50
45,4
10,-
‘64,5
13,-
68,4
18
1
1
42,6
10,-
27,9
22,50 36,6
–
1
2,375
6,7
6,35
33,9
31
36,7
31.2
37.5
uli
75,00
46,9
10,25 66,1
13,-
68,4
1718
41,6
9,475
26,4
22,50
36,6 -12,625
7,4
5,92
5
31,6
33,50
39,6.
38.2 37.4
Aug.
75,00
46,9
10,50 67,7
13,-
68,4
16/5
38,6
8,75
24,4
20,75 33,8
-/2,625
7,4
5,27
5
28,1
35,25
41,7
36.5
,
35.6
Sept.
,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
14/5
33,9
8,25 23,0
19,75
32,2
–
-12,5
7,0
5,375
28,7
36,75 43.5 36.7
34.6
Oct.
,,
80,00
50,1
10.50
67,7
12,50
65,8
1217
29,6
7,62
5
21,3
17,75
28,8
-12,625
7,4
4,90
26,1
42,25 50,0
36.5 33.4
Nov.
75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
1216
29,4
8,-
22,3
16,25
26,5
-12,75
7,7
4,65
24,8
40,50 47,9
36.4 32.1
Dec.
,,
75,00
46,9
10,75
69,4
12,50
65,8
11/5
26,9
7,975
22,2
16
26,1
-12,875
8,1′ 4,75
25,3
41
…
48,5
37.1
31.3
lan.’34
75,00
46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12
1
10
30,2 7,45
‘
20,8
16,50
26,9
–
1
2,875
8,1
4,95 26,4
45,50
53,8
36.9
33.8
‘Feb.,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9 7,25 20,2
17,25 28.1
-13
8,4
4,975
26,5
46,75
55,3
35.9
35.9
Mrt.,
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1411
33,1
7,-
19,5
17,75
28,9
-13,25
9,1
4,525
24,1
45,50
53,8
35.7
35.2
Apr.,
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
14
1
4
33,7
6,55
18,3
17,75
28,9
–
1
3,625
10,2
425
22,7
44,25
52,4
35.6
34.5
Mei
,,
80,00
50,1
9,25
59,7 11,25
59,2
1512
35,7
6,725
18,7
17
27,7
-14
11,2
4,15
22,1
42,75 50,6
35.1
34.3 77,50
48,5
8,-
51,6
10,-
52,6
1514
36,1
7,-
19,5
17
27,7
-j4
11,2
4,20
22,4
41,-
48,5
34.5
33.8
fli
.
77,50
48,5
7,50
48,4
10,-
52,6
13(11
32,7
6,92
5
19,3
16,75
27,3
-/4,375
12,3
3,975
21,2
40,50
47,9
34.1
32.2
7550
473,
7,25
46,8
9,50 50,0
12/10 30,2 6,87
5
19,2
16,50
26,9
-/4,5
12,6
3,975
21,2
39,75
47,0 33.9
.
31.4
3
.
7350
46:0
1216
29,4
6,50
18,1
16,50
‘26,9
-14,5625
.
12,8
3,75
20,0 35,25
7
)
.41,7
33.4 30.8
to
,
,
[7
,,
,,
73,50 73,50
46,0 46,0
‘
12/10
‘
30,2
6,62
5
6,625
18,5
18,5
16,50
16,50
26,9
26,9
-14,5625
-14,4375
12,8 12,5
3,75 3,75
.
20,0 20,0
33.1
32.9
29.1
29.7
I.B. Alle Pondennoteeringon vanaf 21 Sept.
1
31 zijn op goudbasis omgerekend; de Dollarnoteeringan vanaf 20April
1
33 zijn in verhoudIng van de degradatie en den Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.
–
844
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19
September
1934
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 17 September 1934
Activa.
Binnen!. Wis.f Hfdbk.
f
22.143.835,14
sela, Prom., Bijbnk.
,,
168.171,99
enz.in
disc.I Ag.scn. ,,
25.711.592,87
Papier o. h. Buiten!. in disconto
……
Idem eigen portef.
f
866.250,-
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet afgel.
–
866.250,-.
Beleeningen
mci. vrscls.
Hfdbk.
101.462.881 99′)
..
1
in rek.-crt.
Bijbnk.
4.249.089 41
op onderp.
Ag.sch.
39.689.323,66
f
145.401.295,06
Op Effecten
……
f
140.010.457,37
1
)
OpGoederenenSpec. ,,
5.390.837,69
145.401.295,061)
Voorschotten a. h. Rijk …………….
Munt, Goud ……
f
102.176.300,- Muntmat., Goud
.. ,,
761.965.067,43
f
864.141.367,43
Munt, Zilver, enz.
22.455.150,67
Muntmat., Zilver..
–
886.596.518,10
2
)
belegging
1
1
6
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
……………………,,
37.796.698,94
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
4.970.000,-
Diverse
rekeningen ………………,,
5.272.641,28
Staat d. Nederi. (Wetv. 27/51’32, S. No. 221) ,,
16.996.491,37
f
1.123.611.487,62
Pateiva.
Kapitaal
……………………….f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
3.807.914,92.
Bijzondere
reserve
………………,,
5.000.000,–
Pensioenfonds
………………….,,
9.298.175,74
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
886.783.300,-
Bankassignatiën in omloop ……….,,
39.030,28
Rek..Cour.
j
Het Rijk
f
43.859.117,49
saldo’s:
‘, Anderen
,,152.780.926,80
,,
196.640.044,29
Diverse rekeningen ………………,,
2.043.022,39
f
1.123.611.487,62
Beschikbaar metaalsaldo
…………f
453.025.181,56
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is ,,
1.132.562.955,-‘
Waarvan aan Nederlandsch-lndit
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsbiad No. 99) ……..
/
73.789.100,-.
Waarvan
in
het buitenland
………………..
…….
32.341.466,47
Voornaaniste posten in duizenden guldens.
Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
L.)uia
Circulatie
opelschb.
Metaal-
kings
Munt
1
Munt mat,
schulden
saldo
perc.
17 Sept.’34
102176
761.965 886.783
196.679
453.025
82
10
,,
’34
102176
761.233
898.532
184.647
452.154
82
25 Juli
’14
65.703
96.410
310.437
6.198
43.521
54
Totaal
Schat ,dst-
P 1
ee-
“7-‘apier
Diverse
Data
bedrag
promessen
nt g
op het
reke-
disconto’s_
rechtstreeks
______
buitent.
ningen
1
)
17 Sèpt: 1934
25.712
–
145.401
866
5.273
10
,,
1934
26.541
–
145.324
1.154 4.903.
25 Juli
.
1914
67.947
–
61.686
20.188
509
‘)unaer ae activa.
JAVASCHE BANK.
Andere Beschikl
Data
Goud
Ztiver
Circulatie opeischb. metaal-
schulden
saldo
15Sept.’34
1
)
141.490
184.190
35.410 53.650
8 ,,
1
34
5
)
141.950
185.870
32.520
54.594
18Aug.1934 113.479
27.492 184.407
30.889 54.853
11 ,, 1934 113.479
27.578
186.997
32.619
53.210
25 Juli 1914 22.057
31.907
110.172
12.634
4.842
Data
_______________
bulten
N.-ind.
bef aalb.
Dis-
conto’s
1
Belee-
ningen
Diverse
reke-
ningen’)
kings-
percen-
tage
15Sept.’34)’
1.670
75.280
12.810
64
8
,,
134
)
1.230
75.650
11.150
65
18Aug.1934
1.144
9.401
65
9.80553.905
11
,,
1934 940
9.900
1
57.268
13.056
64
25 Juli 1914
6.395
7.259
75.541
2.228
44
1)
Sluitpoat activa.
2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.
BANK VAN ENGELAND.
1
____
Ban kbltJ.
1
OtherSecurities
Data
Metaal.
1
In
nBankingl
Disc,
andSrtttes
1
circulatie
Departm.
1
Advnnces
12 Sept. 1934
192.438
379.046172.776
1
6.263
10.224
5
,,
1934
1192.328
1
381.284
70.479
1
6.935
10.764
22 Juli
1914
40.164
1
29.317 33.633
00v.
1 1
Public
1
OtherDeposits
1 1
Dek-
Data
Sec.
Depos.
Bankers
Other
Reserve
1
kin ga-
1
Accounts
1
i’erc.’)
12 Sept.’34
84.884
1
16.524
1103.170
1
36.810
7 3.3 9
46,8
5
,,
’34
1
85.029 29.635
88.947
36.930
1
71.045
45,6
22 Juli ’14
j
11.005 14.736
1
42.185
29
.
2
971
52
‘,vcIlI wuullig tueetlici, acac. VS CII UCPUSIIS.
BANK VAN FRANKRIJK.
Data
Goud
1
Zilverl
Te goed
in he
1
Wis-
Waarv.
op
het
Belee-
1
–
1
Renteloos
voorschot
buitenl.
sels
buit enl.
ningen
lv.d.
Staat
7Sept.’34182.099
1
688
1
10 1
4.352
1.067
4.630
3.200
31 Aug.’
34
18
2
.
0
37
1
6901
13
1
4.185
1.069
4.649 3.200
23
Juli’141
4
.
104
1
64
01
–
1.541
8
769
–
Bons
v.
d)
1
Diver-
1
Rekg.Courant
Data
zei/st.
amort.k.
1
sen’)
rcu
Cilatie
1
Zet/st.
1
Part
Staat
1
lamort.k.lculieren
7Sept.’34
5.898
1
2.370
81.017
689
1
3.012 17.274
31Aug.’34
5.913
1
3.170 81.732
850
1
3.034
16
.880
23 Juli’14
–
1
–
5.912
401
1
–
1
943
1 OIUILUSI itCtIVd.
DUITSCI-IE RIJKSBANK.
Daarvan
Deviezen
Andere
Data
Goud
bij bui-
1
als goud-
wissels
Belee-
tent. circ.
dekking
en
ningen
banken
2
)
geldende
cheques
7 Sept. 1934
74,9
20,9
1
3,8
3.434,7
96,1
31 Aug. 1934
74,9
14,4
1
3,6
3.539,6
128,2
30 Juli
1914
1.356,9
–
1
–
750,9 50,2
Data
Effec-
Diverse
1
Circu-
1
Pekg.-
1
Diverse
ten
Activa’)
j
lat ie
j
Crt.
Passiva
7 Sept. 1934
416,0
1
604,3
1
3.708,9
667,5 193,4
31 Aug. 1934
413,0
1
649,5
1
3.823,9
716,6
190,7
30 Juli
1914
330,8
1
200,4
1
1.890,9
944,-
40,0
•) tJIILICI4VI. -, W .1… flCIILCIIUdIIKSCIICIIIC t aSpi, ai flU5. W3’ê, (Cip. HiJ, 10V
milf.
NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Data
Goud
…
.
‘
‘
Rekg.Crt.
1934
a
nn
13 Sept.
2.650
68
1
669
45
344
1
40
1
3.540
44
225
6
,,
2
68
673
58
344
40
3.558
45
221
Ooudvoorraad
Wissels
Data Other
1
Goud-
In her-
1
In de Totaal
certifi-
‘ash”
2)
disc.
v.
d.
1
open
bedrag
caten’)
member
1
markt
banks
1
gekocht
29Aug.’34
5.003,8
1
4.979,5
235,9 21,0
1
5,2
22,,’34
4.987,4
_4.963,4
228,7
19,81
5,1
Belegd
1
F.
R.
Notes
1 1
Totaal
1
Gestort
1
Goud-
1
Dek-
1
Algem. Dek-
Data in
u.
.s.
Gov.Sec.
in circu-I
1
Kapitaal
1
kings-
1
kings-
latie
1
1
perc.’)
1
perc.
4
)
___________
29Aug.’341
2.431,8
1
3.103,3
1
4.360,8
146,5
1
70,2
1
–
22
,,
‘1
2.431,5
3.105,0
4.327,4
146,5
70,2
–
‘) UCLC CCILIIILUICIt wcrucn uour ue oenatsisi aan ue rçcserve naitneil
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan.’34 van
1000959.06 cents werd gedevalueerd.
..Other Cash” does not inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
Verhouding totalan goudvoorraad tegenover opetschbare
schulden: F. R. Notes en netto deposito.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntmatorlaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Dis-
1 1
Totaal
1
Waarvan
Data
1
Aantal
conto’s
en
Beleg-
de
1
g
in
g
depo-
time
leenin
g
.
I
__
beleen.
_
_
i
banks
sito’s
1
deposits
22Aug.’341
5
1
7.814
1
9.911
3.064
1
18.567
1
4.513
15
,,
‘341
7.825
1
9.907
3.046
1
18.587
4.505
u puewlu ver. U nec. cent, ce uavascne cen, en ce OH,., 0i tng.
land zijn
in duizenden, alle overige posten In millioen envan de be-
treffende valuta.