Ga direct naar de content

Jrg. 10, editie 471

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 7 1925

7 J•ANUAi?I .102.5

AUTEURSRECHT VOO
1BEHOUDEN.

Economisch-Statistiséhe

Be

r’l
*c

hten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANÇIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

10E
JAARCANG

WOENSDAG 7 JANUARI 1925

No. 471

INHOUD

Blz.
DU DOELMATJGFIEID VAN 1)E AMSTERDAMSCHE MELK VOOR-
ZIENING
door
Dr. Ir. J. Goudriaan J……………..
2
Rede van den Voorzitter der Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor Amsterdam, E. Heidring …………
4
I3anken of Philanthropische Instellingen? door
Mr. i)r.
W
. M. Westerman ……………………………
7
Internationale Loonsvergelijking door
Jr.
B.
l3ölger ….
7
De Burgerlijke Réchter in de Vakactie door
Mr.
Ch.
J.
J
.
M. Petit

………………………………..
9
BUITENLANDSOHE MEDEWERKIN0 De nieuwe Overeenkomst tusschen den Staat en de
Bank van Frankrijk, en de Geldmarkt door
Prof.
Bertrasd Nogaro …………………………
10
Bankwetgeving en Staatstoezicht op het Bankwezen
in Zweden ………………………………
12
A
ANTEEKENING:
Indexcijfers van groothandeisprijzen ……………13
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN
………. …………
15
MAANDCIJFERS:
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen en Zoutmijnen
15
Handelsbeweging Över de maand October
1924 ……
16
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
……………….
17-24

WEEKBLAD

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
COMMISSIE VAN ADVIES.
J. van Hasseli; Jhr. Mr. L. H. van Lennep; Prof. Dr.

R. Moresco; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr.
E.
van

Welderen Baron R.engers; Mr. Q. J. Terpstra;.
Prof. Mr. F. de Vries.

Gedeleieerde leden:
Prof.
Mr. D.
van Blom;


Prof. Mr. H. R. Ribbius.

Redacteur-Secretaris: D. J. Wansink.

6
JANUARI
1925.

De geldv.raag bij cle jaarsw.issel.ing was zee,: belang-

rijk. Het overgroote deel ‘an cle ealigeicle:n werd op

ultino aan cle markt orit,trokken en voor cle rest ioest

con beroep op de Bank gedaan woiden. De prolonga-

tierente steeg dan-door voorbijgaand tot, 4% pct. en

de noteering voor particulier disconto, hoewel on-

veranderd, was vrijwel nominaal; slecht,s enlceie zeer

kleine postjes konden h 3% pOt, geplaatst worden.

Ook op cle eerste twee werkdagen van het nieuwe

jaar bleef het – aanbod van geld nog beperkt. Gisteren
kwam er echter meer geld viij, zoodat de prolongatie-

rente weder op 3% pOt. to.rugliep enfii,’,lce posten

wissels vooi’
31/s
en 3 pOt. ver] andelci werden,
* *
*

Op cle w’eekstaat, van De Nederlandsche Bank ver-

toont de posit.ievan het Rijk een belangrijke ve,-schui-

ving in
vergelijking
met de cijfers van de laatste

balans van het afgeloopen jaar. De voorschotten, op

die balans nog bedragende ruim
f11,8
mili:i.oen, heb-

ben thans plaats gemaakt voor een saldo in rekening-

courant van bijna
,f
11,3 millioen, terwijl bij deze
p0-

itie uiteraard ook thans geen schatldstpaprier recht-

stt-eeks bij de Bank is. onclergebraoht. Eenige toename

vertoonen de posten hinnenlandsohe wissels en belee-

ning&r en wel van i-esp. ruim
f
3 millioen en ruim

f 5
millioen; de ]aa’tste vnl. uit hoofde van de effec-

tenbeleemngen bij de Hoofclbaok. Ook de posten pa-
p:ier oji liet buitenland en de diverse rkeningen onder

het actief blijlcen eenigszins te zijn opgeloopen; het

papie.r op het buitenland nam toe van ruini
.f
112

millioen tot rui.m
f
113 n’ti,il ioen, de diverse relce-

iiingen van ruim
f 97
miljoen tpt, bijna
f.1 02
mii-

1 ioen,

:Een aanmerk-elijlce veri indei-ing ondergingen de

said.i in rekeningcourant van anderen, die van ruim
f 50 milI ioen tot ruim
f 29
mi 1 lioen, d t’s met bijna

1′
30 millioen afnamen.

l’Jit deze versohille,icle wijzigingen in cle positie der

centrale Bank laat zich een toename afieideu ‘van dc

biljettericirculatie, die dan ook met ruim
f
1,0 millioeu

blijkt te zij:n opgeloopen.

Het beschikbaa: metaalsaldo liep een weinig terug

van ruim
f
317,5 mi.11ioen tot bijna f 31.6,0 m,iiiioen.

Oolc ditmaal vertoont de post zilveren munt ee’nige

verlaging, thans van ‘ bijna
f 0,1.
niillioen. Het dek-

kingspercen tage, een weinig terugloopend, handhaaf-

cle zich niettemin
01)
bijna 52.
De wisselmarkt was nog vrij stil en de nieeste kder-

sen bleven vrijwel onveranderd. Bij den LanvnÈg van

het,nieuwe jaar zette ee] tei’ een, nieuwe hausse voor

stiing in, zoodat gisteren voor 11,76 verhandeld

werd. Omtrent de overige wissels ‘valt alleen op tq

merken een. voortdurende vaste stemming vooi Buenos

A:i:s en Ba’tavia. Buenos Aires steeg van
98%
tot,
99,

te%viji Batavia van
08%
opkwam tot ca. 00%.

LONDEN, 3 JAN.
1925.

Dank zij de gi-oote bedragen, v56.1.- Nieuwjaar door

de Regeering en -de markt opgenomen, was de voo,–

dien niet gemakkelijke gel dniarkt
nat
de jaarwisseling

ruim en begonnen.dii-ect de aflossinen bij de Bank,

– Voor begin Januar:i leeningen it tot 5 pOt, toe

bdtaald; later echte,- liep het percentage terug tot

3
%!4
pOt. 1-[ern,ieu.wei van zeven’claasche leeni ngen

kostte 3%-3% pOt.-

t
kDiscdnto’s aanvankelijk stijver, ten gevolge van te-

ingho’uden’cl.hekl van gehdgevers wegens liet vooruit-

zicht van groote belastirigbetalingen. Lale,- werdende

geideondities echter gemakkelijker.
2-mnds. prima ba’nkaccept
3/i5_3Ys
pOt.; 3-mnds.

idém
3iJ/6.L3%
pOt.; 4mn!ds. idem
33/_3131
pOt,;

(i-n,ncls. idem
315/,4
pOt.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1925

DE DOELMATIGHEID VAN DE AMSTER-

DAMSCHE MELKVOORZIENING.

Naar aanleiding van het nccoun’tantsrapport Klijn-

veld een objectieve beschouwing te geven over de
voordracht van B. en
T.
van
Amsterdam tot instel-

l.mg vati een gemeentelijk meikbedrijf, is aanlokkelijk
maar moei1ijk

De oorspronkelijke voordracht over dit onderwerp

is reeds meer dan vier jaar oud, de politieke strijd
heeft er een doorrienhaag van polemiek omheen ge-

weven en ondanks de langdurige en commissoriale

voorbereiding.— weliicht juist daard66r – is ook

in de laatst verschenen stukken nog op meer dan 65n

punt_onklaai’heid of tegenstrijdigheid blijven be-
staan.

Toch is de taak aanlokkelijk. 1-let voorstel van het

uitvoerend bewind van Amsterdam is een moedig

plan; het wordt niet verdedigd met een beroep op
huiteulandsehe ervaringen of abstracte theorieën,
maar wi.l zijn kracht alleen putten uit de speciale

eischen, di.e en doeimatige voorziening van de hoofd-
stad stelt. Zoo het daarin faalt, dan is heb niet het

minst in het belang van de voorstanders, dat ‘dit tijdig
wordt ingezien, v66rdat de practijk haar o.nverbidcle-

lijk vonnis spreekt; zoo het daarin slaagt, dan mogen
ook de tegenstanders bijtijds overwegen, hoe ccii vol-

gend geslacht zal oordeelen over hen, die een dan als
nuttig erkenden maatregel tot het laatst toe hebben

tegengehouden.

In het volgende wil ikafleen de bedrijfshuis.houd-

kundige zijde, van liet vraagtuk onderzoeken en laat,
dus het hygiënisch motief geheel buiten bespreking.

iii de voor.dr’acht van 8 October j.l. stellen Ten W.

voor liet Gemeentelijk Melkbeclrijf
0.1)
te richten op

de volgende grondslagen:
Gemeentelijk monopolie voor Inkoop, invoer en
bewerking; concessioneering van den verkoop; Inkoop op samenstelling;

.Pasteurisatie van alle melk in daarvoor door

het Gemeentelijk Melkbedrijf over te nemen of nieuw
te bouwen inrichtingen;
Aflevering van alle melk in flesschen (behou-

dens uitzonderingen voor grootverbruikes en voor

den verkoop per’ glas);
Vergunning aan slijters voor den verkoop in

liet klein onder door B. en W. vast te stellen voor-
waarden, w’at betreft indeei,ing in wijken, prijs en
hygiënische behandeling;
Instelling van een i?aad van Advies:
De technische uitrusting van het bedrijf zal be-
staan uit een viertal otitvan.gstatio.ns met een maxi-

male capaciteit van 40.000 L. per dag; 66n fabriek van,
zgn. ,,lossé melk” (af te leveren in bussen) ad 1:00.000
L. per dag en 4 fabrieken van flessohenmelk, ad 90.000

L. pci’ dag.
De 4 ontvangstarbions worden gebouwd in de win-gebieden en voorzien van een pasteurisatie-inrichting
speciaal voor den warmen zomertijd; van ‘de 5 melk-
fabrieken wil men voorloopig alleen bouwen de bus-
senmeikfabr.i.ek en é.Sn fabriek voor flesschenmelk; de taak
van
de overige drie zal tot nader örder woiden waargenomen’ door de daarvoor in aanmerking ko-
mende bestaand inrichtingen.

1-let rapport Klijnvel’d geeft voor dezen opet een
hegrooting van exploitatiekosten.
Het is geen violkomen nieuw onderzoek, gebaseerd
op het eigen inzicht van den accountant; het is in de
voornaamste punten ,,gebaseerd op het bestaande ma-
teriaal” i.c. op ht in April 1923 verschenen rapport
van de gemeentelijke Commissie van Onderzoek (Rap-
port C.
V.
0.). Hier en daar zijn door hem kleine
wijzigingen aangebracht, waarvan stellig de voôr-
naamste en vruchtbaa.rste is, dat in zijn prdject cle
positie der centrale direc’tie is versterkt tegenor
die der fabrieken, waarmee niêt alleen een verlaging
der kosten, maal’ ook een beter bedrjfsbeheer kui
worden bereikt.

Uitgaande van ccii aangenomen. inkoopprijs van . de

melk van U. ct. per L. komt hij tot een verkoopprijs

van de fiessche’nmelk thuisbezorgd, varieei’end van

16,2 cent (bij minimum productie en maximum loo-nen) tot 14,5 cent (bij maxinrüm productie cii mini-
mum bonen); ee:n marge dus, welke in ‘t ongunstig-

ste geval niet meer zou bedragen da.n rond 5,5 cent.
Thans is deze marge voor de gepasteuri’seerde melk

in flesschen bij ‘de groote inrichtingen 11,1 cent, Een
voordeelig verschil dus van 6,2 cent. De voordracht

van B. en W. bepleit de noodzak.eljklieid om den melk-
piijs de eerste 4 jaar met een halven cent per Liter
te verhoogen voör extr aflossing, zoodat liet voor-

deelig prjsberschii 5,1 zou worden. En men knoopt
daaraann vast de beschouwing dat dit, ,,indien men
uitgaat van cle onderstelliqig dat de geheele burgerij

ook thans gepasteuniseerde melk in flesschen gebruikt,
bij een verbruik van 300.000 L. per dag, voor de be-

‘volking een bezuiniging beteekent van zes millioen
twee honderd duizend gulden per jaar.”

Alvorens op de kostprijaberekening zelf in. te gaan,
moet hier onmiddellijk worden opgemerkt,, dat deze

veronderstelling, om zoo te zeggen, nietgeoor]oofd

is. Want zij is in strijd met de werkelijkheid, dat
,,drie vijfde der consuiptiemelk geleverd wordt door
slijters” (Rapport 0.
v.
0., bis. 107) en dus in den
regel als ,,losse melk” slechts met een marge van S
cent wordt verkocht (Rapport bis. 106).

Globaal gesproken zal mnste’ns drie vijfde deel, dci’
bevolking, van de prijsverlaging dus niets merken; ja,

ook bij de aangenomen berekening dreigt reeds het
gevaar, dat dit drie vijfde deel, een halven of een

heden cent per Liter méér zal moeten gaan betalen.

Hiei’tegenover staat patuurlijk het voordeel, dat

men een bete:r product ontvangt, gereed vooi’ het ge-
bruik. Maar het zal toch voor de populariteit van het
molkbednijf een levenskwestie blijken om deze prijs-
vei’hooging zoo klein mogelijk te houden.

Het rappo:rt Klijnveld geeft in cnn 40-tal bladzijden

net vele cijfers (wei de duidelijkheid niet ‘gebaat bij beknopter samenv’abting?) de exploitatierekeningen

over de centrale directie, de ontvangstations, de fa-

briek voor losse melk en de 4 fabrieken vooi’ flessohen-melk mèt en zonder distribimtiekosten.

Voor een algemeen overzicht zij hier volstaan met
nevenstaande korte samenvatting van de volledige be-

.drjsreken Ing dci’ flesschenmelkfabrieken, welke te
zamen 80 pOt. van de productie zullen verwerken dn
dus voor het
bedrijfsresultaat
den doorslag geven.
Aan de hand ‘daarvan willen wij nagaan hoe de ver-schillen cle omstandigheden in de kostprijsberekening
zijn verdisconteerd.
Inlcoopprijs van de melk.
Deze. is, blijkbaar alleen
pour fixer les idées,
aangenomen op 1.1 ct. per Liter,.
afgeleverd aan de fabrieken aan den rand van de stad. Een uitvoerige beschouwing over de vraag, welkeii invloed het inkoopmonopolie en het inkoopen op vet-

gehalte op de prijsvorming ‘zullefl uitoefenen,. treft
men iii de stukken niet aan. In sommige persarti keien is beweerd: een sterk prijsverhoogenden.
Naar mijn meening, althans voor wat den invloed
van het ‘monopolie betreft, ten onrechte. 1-let is el

hoogst waarschijnlijk, ‘dat ook op dit gebied, zooals op zoovele andere, het monopolie van den inkoop, de aan-
eensluiting der verkoopers, voorzoover ‘die niet reeds

bestaat, zal opwekken en versterken. Maar is dit vol-doende om een hooger prijsniveau te doen ontstaan?
Men kan deze vraag alleen dan toestemmend beant-
woorden, wanneer men uitsluitend let op de kleine
contracten en de kleine partijtjes melk, die nu en d’an
hij de teenwoordige verhdudingen wel eens goed-
koop op den kop worden getikt en waarvan liet twij-
felachtig is, of de goedkoopte aan den handelaat’ of
aan den consument ten goede komt. In het groot ge-
zien echter wordt de gemiddelde prijs, met of zonder
monopolie, bepaald door de zuiveiwaarde van de mclii
in het internationale ruilveu’keer. 0.1) de internationale

9.526
14261

1.191
1.088
149
197
61
79
394
591
263
394
100
100
100
100 459
.

459
400
1

400

1.382

ï.382

75

75

95

118

103

86

14.298

19.330

7
Januari
1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

Gecombineerde bedrijfsrekening van de
4
fabrieken van
flesschenmelk.

(Bedragen in duizenden guldeps).

A
B.
Minimum-
Maximum-
productie
productie
(87.600.000
L.
(131.400.000
pèr jaar)
L. per jaar)
Maximum-
Ninimum-
bonen
bonen

inkoop van de mei!

Bewerking
Salarissen en bonen
1)
…..

Brandstof en Electriciteit.
Materialen, Drukwerk euz…
Flesschenbreuk ………….
Capsules ………………
Onderhoud …………….
Onvoorzien …………….
Afschrijving ……………
Rente …………………

Distributie:
Loonen’) ………………
Afschrijving en rente ……
Aandeel ontvangstations ……
Aandeel directie en udministra-
tikosten ………………

Prijs
p. L.
zonder distributie-
kosten ………………..
..
14,5
cent

13,4 cent
Distributiekosten p• L ……..
.1,7

,, ,

1
1
1

Totaalprijs per Liter
………16,2
cent

14,5
cent

1)
‘Inclusief pensioenbijdragen en vacntietoes1agen.

markt, waar het surplus van ide Neclerlandsche zui-
velproductie zijn afzet vindt, vindt men ook de
,,g.rensconsamenten” die liet gevoeligst op prijsver-
anderinge.0 reaeeren. Het is niet aannemelijk cisc
hun houding door een zeer paiti’eei inkoopmonopolie

iii Nederland merkbaar wordt beïn vloed, in elk geval
iiiet in opwaartsehe richting.
Een ander ding is het koopee op vetgelcaltc. ‘ 01)

ziehze] f is dit een i
,
olstrekt rationeele maatregel, die

verbetering .in cle veehouderij slechts kan bevorderen.
Bij, den tegeiiwoordigen toestand koop’t men cle melk cii
betaalt het water. Wanneer mee echter de nieuwe
methode al te rigoureus zou hartteeren, dus een tame-
bijic hoogen eisch vrij snel wil doorvoeren, is het on-
ve.r.inijdbaar gevolg dat men lo. de ‘productiekostrc
van de melk verhoogt en 2o. een aantal producenten
uit de markt drijft. In de piactijk komt dat vor

Amsterdam hieroji

neer, dat mcii vooral een aantal

leveranciers uit de onmiddellijke omgeving van de
hoofdstad van zich afstoot en dus voor een grooter
of kleiner deel afhankelijk wordt van den aanvoer
uit Friesland, waar de veestapel zooveel hooger staat.
Men vervalt dan in extra transportkosten (van de orde
vaii grootte van 0,5 l 1 cent per Liter) die zonde.i:
twijfel stirnuleerend zullen werken op dcii prijs, waar-
tegen de toegelaten ‘boeren uit N. en
Z.
Holland wil-

ten ]eeren.
Bij doorvoeri:ng van deen maatregel
zal
de hygië-

n.ist dus steeds een ‘tegenwicht moeten vinden in den
koopman. Bewericing.
bijt de bedrijfsreke.uing der flesschen-
iieikfabrieken blijkt, dat de voornaamste factoren iii
den kostprijsop’bouw’ zijn ‘de arbeidsloorien en de kapi-
taalslasten.
‘Toor
het benoodigde kapitaal hou,dt het rapport
.t,(iijnveld zich strikt aan de gedetailleerde begrooting
van de zgn. Prijzencomniissie (bis. 192, 193 Rapport

0. v. 0.).
Indien, men deze begrooting niet enkele steekproe-
ven toetst, krijgt pen ‘den indruk, dat zij aan den
veiligen kant is. Ook de keuze der percentages is be-
hoorlijk solide (6 pOt. rente, 3 pOt. afschrijving .op
le gebouwen, 15 pOt. op de installaties).
Eeriigszins anders staat het met den post arbe’ids-

loon. Ook hierbij heeft de heer KlijveI’d den opzet der

Prijzencom,missie in beginsel geolgd en alleen de
door h,aar aangenomen salarissen en bonen’ i’erlaagcl

en verhoogd tot gemeentepeil; Maar ‘de commissie
heeft in haar begrooting wel de telefoonjuffrouw cii

den jongsten bediende afzonderlijk veran4woord, ‘maar

de eigenlijke arbeiders, ten getale van 80 per fabriek,

niet nader ingedeeld.
Of ‘dit aantal, dus ruim of krap genomen is, valt

moeilijk te beoordeelen. In vergelijking met bestaa:nde
fabrieken is het stellig niet aan den ruimen kant.

Men kan-echter grif toegeven,dat dezen wat transport

betreft, nog niet de hoogst mogelijke efficiency heb-
ben bereikt en bovendien te kampen hebben met een,
in. verhouding tot hun capaciteit, ‘te lage belasting.

Eigenaardig is, dat liet rapport Klijn’veld, in afwij-

king van de Prijzencom.missie, de bonen aanneemt
ats te zijn onafhankelijk van de grootte van den om-
zet. Dit is niet in’ overeenstemming met de werke-

lijkheid; er mag een belangrijk stuk ,,vaste bonen”

in zitten; een ander, eveneens belangrijk deel wordt

betaald aan transportai’boid, die recht evenredig toe-
neemt niet het verwerkte kwantum. Indien dus de
totale loonkosten. bij normale belasting goed zijn ge-

taxcerd, zijn zij bij de 50 pOt ..grootere maximum-

belasting wellicht 10 â 20 pOt. te laag.
Distributie.
Op dit punt bestaat een zonderlinge

incongruentie tusscheri het rapport Kljtiveld en ‘dc

vo’dracht van B. en W.
Terwijl het’ eerste gebaseerd is op een stelsel van
strikt genationaliseerde ‘tihuisbezorging en •dan, hij

minimum productie, komt tot een vracht van 400
Liter per karrjder per ‘dag, welke als uiterste grens
wellicht bereikbaar is, (bij maximum productie rekent,
het rapport met 600 Liter per karrijder per dag) –
stelt de voordracht van B. en W. dit wel wat erg
theoretische denkbeeld geheel ter zijde.
B. en W. willeij de distributie opdragen aan ‘slij-
ters, die aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen
om voor een distnibutievergu,nning in aanmerking te
komen. maar overigens geheel zelfstandig blijven. 01)
deze wijze verk:rijgt men een veel practischer opbos-
sing, die beter aanpast aan het eenmaal bestaande
en beter voldoet aan de eisehen van ht publie]c, dat
o,p elk oogenblik van den dag vlak in de huurt.melk

wil kunnen ,,bijhaleni”.
Men hoopt ook langs deren ,weg een zekere beper-
king van het aantal slijters te kunnen doorvoeren,
zooctat ieder verzekerd
is,
althans’ hij de noodige in-

spanning zich verzekeren
ican,
van den noodigen o-

zet. De voordracht van B. en W. bewaart over de
giootte ‘ va.n dit beperkte aantal, evenals over de aan den slijter toe te kennen winstmarge, liet stilzwijgen.
Dc zgn. Economische Oommissie meende de winst-marge op. 1,5 cent afgehaald en 2,5 cent ‘thuisbezorgd

te moeten stellen (bidz. 39, 143 t/m 145, Rapport 0.

V.
0.) en ‘op andere plaatsen ‘vnu dit rapport oordeelt
men een aantal van 600 slijters voldoende of wei ccii
dagomzet van 500 L., hetgeen op een aantal var,m 480

zou uitkomen. Thans bedraagt dit aantal rond 1200,
zoodat in’derdaad reeds een ki’asse’ beperking noodi’g

is om den overbljven.den bij de aangegeven winstimarge
een ,,hehoorlijk bestaan”. te verschaffen. De vraag is nu, welicen invloed •dit stelsel van dis-

tributie al uitoefenen op den prijs. In liet rapport
Klijnveld is gerekend met een marge van. ‘1,68 cent
per L. bij ffiinimu,m-productie en 1,1 cent per L. bij
maximum-productie (zie de bdrjfsrekening). Bij de
minimum-productie (waa1ee men gedurende de eer-
ste jaren rekenen moet) zal het stelsel van d
voord:racht van B. en W. den prijs van de melk ,,afge-
haald” dus 0,18 ct.
lager,
dien van de melk ,,thuisbe-
zorgd” daarentegen 0,82 ct. per Liter
hooger maken
dan in het rapport Klij’nveld berekend.

Bovendien zijn in den prijs van het accountantsrap-
port geen kosten opgenomen om hdt verlies te dekken
van de zgn. overmelk, d.i. ‘de melk die iederen aag
onverkocht overblijft. Juiste statistische gegevens

4

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1925

hierover zijn mij niet bekend, maar wanneer men af-

gaat op hetgeen bekend is van ciorgelijko verliezen

bij de broodproductie en rekening houdt met de mo-
gelijkheid van verw’erking (ier oude melk op’ botc

enz., dan mag men hot nettoverlies uit dozen hoofde
wellicht aannemen
op 1 â
2 pOt. van het totaal bedrag;
dit heteekent dus een prijsverhooging van rond 0,2
cei:it pet L. –

Overgan.gstoest and.
De wijze waarop gedurende de

eerste jaren van liet gemeentelijk rnelkbedrijf de over-

gangstoestand zal worden geregeld, vindt men in de

aitts’to voordracht meer concreet aangegeven. Gezien
de groote moeilijkheden, welke hier te overwinnen

zijn, mag uien zeggen, dat dc thans voorgestelde rege-
ling zeer gelukkig gekozen is.

Ten aanzien van ‘de bestaande fabrieken stelt men
zich een overname tegen taxat’ep,rijs voor met afzen-
der] ij ke berekerin g van den goodwill.

Men wi.l aanvankelijk onderzoeken of liet mogelijk
is ‘dcii bouw der drie andere flessohenmei.kfabrieken

achterwege te laten en gedurende dien tijd blijft dus

con groot deel van de thans bestaande pro’ductiecapa-
citeit in werking. Het overtollige wil men realisceren.

Neem aan dat in liet uiterste geval alles gereali-
seerd wordt, dat de overneemprij s
gelijk
is aan 2,2 nijl-
hioen plus 0,9 milhoen voor goodwill (de waarden, die
in 1921 door de hoeren Terwen, Raaff en Van der

Veidt, adviseur dh directeuren der V. A. M. 1., werden

geschat in hun brochu:re over ,,De verbetering van. de
rnelkvoorzieni.ng van Amsterdam”), dat bij de reali.-

satic een, verlies wordt geleden van 40 pOt., dus in

totaal van 0,4 X 2,2 + 0,9 = 1,18 nijl hoei, dan word t

dit inderdaad door den toeslag van een lialven cent per
Liter, te heffen gedurende 4 jaar, ruimschoots ge-

amortiseerd.

Er is echter meer. De besparing in bedrijfskosten,
welke men voor het rationeele bedrijf hccijfert, vindt
haar l]atlLLuhiJkou tegenhanger in de talrijke arbeiders
en geëmployeerden, welke als overtolliger moeten

worden uitgedreven. Dit aantal is niet gering. Thans’

schat men liet aantal slijters op 1200, het, aantal

fab.rieksarbeiiders in dienst van de melkinriclit.i ngeii
OJ)
rond 500, het aantal moikbezorge.rs op 400, tom-
men 2100 man (Rapport C. v. 0. hlz. 30). In liet

ratiorieel bedrijf is slechts plaats voor 4 X 80 = 320
arbeiders iii de fiubriken voor flesschonrneli,5 as-
beicicrs in de fabriek voor losse melk, en 4 X 4 10

arbeiders in de 4 ontvarigstations. Tezamen dus ro:nd
400 man. Tel daarbij op de 5 a 600 slijten dan komt
men op een tdtaal van 900 â 1000, zoodat 1100
it
1200

man overtollig wiorden. Deze getallen stellen de zaak

te somber voor, omdat er vooral onder de slijte:rs

stellig een paar honderd zijn, die maar een klëin deel
‘an hun bestaan uit den eikhandel dekken en vol-

gens de laatst beschikbare gegevens ook het totaal aantal met een tweehonderd is verminderd; ander-
zijds is nog geen rekening gehouden met de geëm-
pioyecrden met hoogere salsissen.
Het is stellig niet •gewensohh al deze personen een
juridisch recht to geven op schadeloosstelling; men rnoel geen renten iers kweeken op gemeentokosten,
maar liet is evenmiii mogelijk, dat de gemeente zich

van deze menschen zou kunnen afkeeren met dezelfde
onaandoenlijkheid, waarmee een partiiculier ‘bednijf dif
in soortgelij]e gevallen kan doen. Op menschkundige,
maar loyale wijze zal men niet schadevergoedingen
over dle brug moeten komen of wel de rationalisatie
van het bedrijf zoo langvaam doorvoeren als de vrij-
willige heroepswi:ssehing vereischt.

-‘In dit laatste geval zal men echter ook’ de bespa-
ring slechts in hetzelfde langzame tempo kunnen
reahiseeren.

Wanneer men op grond van liet bovenstaande liet
totaalbedrag van eventueele schadeloosstelliiige.n of

(en) ‘van bonen van personeel, dat feitelijk overbodig
is geworden voor de eerste overgangsjaren taxeert op
0,6 il 1 mil].ioen per jaar, dan beteekent dit opnieuw
een prijsverhooging van circa 0,1 cent per Liter.
Vatten wij hot voorafgaande samen, dan komen wij

tot den volgenden prijs per Liter, gepasteuniseerde
flesschenmeik thuisbezorgd.

Prijs zonder dis’tnibutiekosten (Rapport
Khijnveld)

…………….. …. ……..14,5

cent
Kosten thuisbezorgen ………………2,5

Verlies overmelk ………………….0,2

Extra aflossing ……………………0,5
Kosten wachtgelden enz. …………….
0,1

18,4. echt
Bij een inkooppnijs van 11 ct. :is volgens deze bere-

kening de bruto marge dus thans gestegen tot 7,4

cent. Tegenover de op dit o.ogenbhik, geldende marge
van 11,7 cent voor flesschenmelk, geeft deze nog een

besparing va’t 4,3 cent; tegenover de marge van 5 cent

voor losse melk ‘dooi’ slijters thuisbezorgd, is ei ech-
ter een nadeelig verschil ‘van 2,4 cent. Voor de be-

volking in haar geheel wegen plus en minus vrijwel
tegen elkaar op.

• ‘ Het komt mij’ voor dat deze getallen çle:n vo.rmoede-

lijken uitslag v’nij dicht benaderen; er zijn stellig nog
enkele kwade. posten niet of niet voldoende in de

rekening opgenomen, anderzijds zijn er ook kosten
die wellicht zuilen meevallen (bouw van de-nieuwe

inrichtingen, flesschenbreuk e.a.). 1-let lijkt daarom niet geh’aagd den tegenwoordigen koopers van fles-
schenrne’lk reeds
01)
betrekkelijk korten tijd., d.w.z. in.

een tijd’svenioop van enkele jaren, een prijsverlaging

i n uitzicht te stellen (hij gelijkblijvende r,uiveipnijzeu
Cl)
zeer voorzichtige hariteening vén liet inkoopeu
01)
vetgehalte).

.l’l.icr , immers komen, dle voo’.rdeelen van een goed
georga nse’erd bedrijf met gunst:i go belasting ten volle
tot haar recht; hier is een gecent.raliseend overheids-

liedirjf van den ‘beginne af aan in ht voordeel tegen-
Over een vorspli.nterd particulier bedrijf, dat 7elfs in
zija beste vormen altijd een uitputtenden concurrentie-

strijd heeft te voeren met het idem- en dwong-bedrijf.

En zeker in Amsterdam, waan zoowol in liet melk-

bedrijf als :in de broodbakkerij liet g’rootbed’rijf ten
achte:r is gebleven hij andere plaatsen (Den. Haag

l;rijv.), zeker in Amsterdam is ]’iot niet te vorwachtén
dal: het pa,rti,cul ‘cie bedrijf uit eigen kracht ln afzien-

baren tijd tot deze betere organisatie konij.

A riders staat de positi.e va.n het gemeentelijk bedrijf
l;ogenover dle talrijke koopers van de zgn. ,,iosse
melk”. 1

let lijkt mij niet to vermijden; dat deze be-
langrijk meer voor ‘de gopasteuniaeërde melk
:irt
fles-
schen zullen hebben te betalen, (lan zij thans gewend
zijn. 1

let is waar, dat zij een beter pxodu.ch krijgen,
dat hun kosten om zelf de melk to koken – zoo zij
dit al doe.n – en de daaraan verbonden iompsiomnp
komen te vervallen, – toch mag men niet vergeten,
(lat tot deze afnemers ook groepen hehooren, die elke
meerdere uitgaaf, Ook de kleinste, moeilijk kunnen
velen. Daarom kan het nog wel verdodigbaar zijn hen
tot het gebruik van een u:it hygiënisch oogpunt beter
anti kel
op
te voeden.

Durft nien dit aan, dan kan het nieuwe bedrijf met
Open ‘viz:ier den strijd tegemoet gaan.

J.
GouDRiN
Jr.

REDE ‘VAN DEN VOORZITTER DER KAMER

VAN KOOPHANDÉL EN FABRIEKEN VOOR

AMSTERDAM, E. HELDRING.

Zin ‘de zitting van 2 J’annari 1925 de:r Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam heeft de
Voorzitter, ‘1e heen E.
Reid:ring,
een rede uitgespro-ken, waaraan het volgende is ontleend:

Teti aanzien vau den bi nnenlandsehen toestand valt over
het algemeen een belangrijke verbetering
in
vergelijking tot
vorige jareu te constateeret:i. De wederopleviiig van Duitsch-
huid is daarvau.t
in
overwegende iuiat de oorzaak. De groot-
handel is je bijkans alle stapelni’tikeleti levendig geweest;
hetielfde geldt voor den handel in ]andbouwartikelen en
voor dien in levende dieren. i)e waarde van dle!) geheelen
invoer, zonder goud en zilver, heeft over de eerste elf –

7
Januari
1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

maanden f2.144 millioen bedragen .tegen
f
1.834 millioen
iii het overeenkomstige tijdperk van 1923; die van den
uitvoer f1.524 millioen tegen fl.175 millioen in 1923.
De waarde van den invoer overtrof die van deit uitvoer
dus met
f
620 millioen, d.i. met f 39 mi]lioen ,minder clan iii 1923. De verhouding van de waarde vicn den uitvoer tot
(lie van den invoer bedroeg 71 pCt., verleden jaar 64 pCt.
Schatten wij de waarde van (le uit entrepôt uitgevoerde
artikelen op 200 millioen, laag geraamd, dan wordt dit cijfer
80 pCt. Men dient evenwel in aanmerking te nemen, dat
cle uitvoer zich in 1924 eerder ontwikkeld heeft dan de
invoer, namelijk van het oogenblik af, dat Duitschland int
zijn capitulatie in de Roerkwestie begon te koopen, terwijl cle invoeren, voor zoover deze strekten ter aanvulling, van
de daardoor verminderde voorraden hier te lande, eerst
later konden plaats hebben. Het is- clan ook niet zeker dat
het gunstige verhouclingscijfer, dat voor onze positie pAs
clebiteur en crediteur trouwens maar een betrekkelijke
waarde heeft, bestendigd zal worden.
De volgende cijfers geven een beeld van de waarde,- (iii
inillioenen gulden), van, onze handelsbeweging met cle zes
voornaamste landen, met welke wij in betrekking staan

Invoer

Uitvoer
Jan-November Jan..October
1)

1.924

1923

1924

1923

Duitschland

…………..408

427

963

137

Engeland

……………..277

276

314

284
Ver. Staten …………..251

206

45

56

België ………………..

,219

183

120

102
Frankrijk

…………….80

54

87

88
Neclerl. Indië …………..122

92

78

84

De uitvoeren van verschillende fabrikaten stegen; ik
noem de volgende: (in .milhioenen gulden)

1924

1923
Margariue

………………..
……….

51

39
Suiker……………………………60

57
Ledet……………………………23

1.3
Lijnolie

……………………………

24

20
Gepelde rijst

……………………..11

2,7
Çarwemeel

……………………….

10,7

7
1
25

Roggemeel

……………………….6,3

0
1
75
Kuustzijde en?.

……………………

16,7

11
1
5
Wollen weefsels ……………………•

10

7
1
8
Spiritus

…………………………4,2

2
1
2
)i’lesschen.

…………………………

3,3

2,4
Sigaren

………………………….2,8

2,4
Lederen schoeisel

………………….,

1,6

0,33
Gebreide en andere tricotgoederen. ……..

2,9

1,8
Linoleu

……… …………………

3,.

2,2

Achteruitgang in den uitvoer was voornamelijk waar te nemen ten aanzien van katoenen weefsels,
(f
58 milliocic
tegen f69 milhioen), waaraan de langdurige .loonstrijd in Twente, welks nijverheid thans weder vol werkt, vel niet
vreemd zal zijn. Ook de geringere invoer van katoen,
(f
24
millioen tegen
f
32 millioen) zal wel’ met dat conflict in verband staan. De uitvoer van producten van de metaal-
nijverheicL toont weinig verandering, die van dakpannen en
nietselsteenen daalde. Behalve cle, gedurende een deel van
het jaar, kunstmatig gestremdeu invoer van lederen schoen-werk, verminderde onder andere ook de invoer van boven-
kleeding, (f22 millioen tegen f28 millioen), meubelen,
(f7,4 millioen tegen f10,8 illioen), van motorrijwielen
(f1,6 millioen tegen f2,5 millioen), en van rijwielen, (f1,8
millioen tegén
f
4,3 millioen).
Aan grondstoffen en hulpmiddelen voor onze bedrijven
werden meer ingevoerd: verbrandingsmotoren, plaat- en
staafijzer, gezaagd hout, n]etselsteenen, palmolie, groadno-
ten, ruwe bietsuiker, talk, huiden, ongepelde rijst, lijnzaad,
zwavelzure ammoniak, zaairogge, veekoeken en zemelen.
Voorts
nam
om. cle invoer van volgende fabrikaten toe:

1)
Met betrekking tot de bandelsbeweging van Nederland
in het afgeloopen jaar, loopen cle beschikbare 6jfers voor
den uitvoer slechts tot Octohr, daar het Centraal- Bureau
voor de Statistiek, ten gevolge van een, iu dit geval ver-
keerde, bezuiniging, nog niet over latere cijfers beschikt;
naast de maatregelen, welke reeds werden genomen en die
de continuiteit en de volledigheid van zijn publicaties iii
gevaar brachten, hebben cle laatstelijk ingevoerde bezuini-
gingen thans dus cle waarde uit het oog verloren van het
kunnen beschikken over’ zoo recent mogelijk materiaal; ge-
hoopt moet worden, dat, zoowel ten aanzien van onze haic-
dels- als van cle algémeen economische statistiek, zuinig-
heid niet de wijsheid moge bedriegen en in meerdere mate
zal worden rekening gehouden met redelijke eischen van.
den handel.

garens, katoenen en wollen weefsehs, vensterglas en rubber.
schoeisel. Eveneens steeg, in verband met het opleven van
den handel, de invoer van koffie, tabak, sinaasappelen en
– voorts’ die van tarw’e, bevroren vleesch en automobielen.
Daarentegen liep de invoer van thee achteruit, vermoedelijk
na groote aanvoeren in 1923, ter vermijdiiig van het in
1924 ingesteldle verhoogde invoerrecht.

In cle nijverheid is cle toestana in den lande verschillend,
docl.i over het algemeen bepaald beter, hoewel nog in veel
gevallen moeilijk, o.a. in cle metaalindustrie.
De Duitsche concurrentie was reeds id de laatste dagen
der inflatie minder hinderlijk dan voorheen en na de invoe-
ring van den goudei.i standaard bij onze oostelijke nauren,
zijn dle eei

tijcls luide klachten tea onzent verstomd. Afge-
wacht moet worden, wat de invloed van de lage Duitsche
geldloorien, welke evenwel op den duur niet op grooten
afstand van ons loonpeil kunnen blijven staan, op de Duit–sche exportprijzen onder den gestabiliseerden toestand zal
zijn. Van de Fransche en Belgische valutaconcurrentie on-
dervincht onze nijverheid geen grooten hinder. Een faêtor
van niet geringe beteekenis voor haar is de daling der kolen-
prijzen, welke sedert 1 Januari 1924 ongeveer
f
4 per ton
voor de industrieele soorten bedraagt. Het verbruik in de
nijverheid op ongeveer 3.000.000 ton: stellencle, zou men een
besparing van f 1.2.000.000 voor 1925 mogen verwachten.
Het geheele nationale verbruik schijnt op ongeveer 9.000.000
ton geschat te mogen worden, aldus verdeeld: nijverheid 3
huisbrand 2,5, gasfabrieken 1, scheepvaart 1 millioen, spoor-
wgen 800.000 en electrische centrales 700.000 ton. De prij-ze» voor huisbrand zijli weinig veranderd. Onbevredigend, maar toch ook beter dan weleer, dank zij
de mogelijkheid met huiteulandéche werven te concurreeren,
is de toestand in den scheepsbouw, die echter, in cle eerste plaats voor de Rijnscheepswerven, hachelijk dreigt te wor-den, indien een Frausch-Duitsch ijzerkartel tot stand komt,
omdat dan de lage exp5rtprijzen voor Dtjitsch scheepsstaai,
welke onze scheepsbouwers in staat stelden voordeelig te
concurreeren, u’aarschijnlijk tot het verleden zullen be-
hooren.

Met cle scheepvaart is het nog slecht gesteld. De verbe-
‘teriflg der vrachten, welke in. het ‘laatst van 1923 plaats
vond, was voorbijgaand en cle duurzaamheid der rijzing,
welke zich in cle herfstmaanden van 1924 ontwikkelde, is
vooralsnog twijfelachtig. De eerste hield verband met de
plotselinge vraag naar ruimte voor Japan cle laatste met
dle slechte graanoogsten in Europa. Een blijvende verbe-
tering. van het vrachtenpeil op de
OCLl
markt moet op
den duur uit de verlevendiging van den handel voortkomen
welke zich nu reeds in het vervoer der vaste lijnen gevoe-
len laat, met een vasteren ondertoon voor cle vrachten in dat bedrijf als gevolg. Overigens zijn de uitkomsten voor
de geregelde lijnen, welke nieerendeels jarenlang een hard-
nekkigen strijd met buitenlandsche ondernemingen gevoerd
hebben, waarschijnlijk nog niet fraai, geweest. Men is er
et’euwel vechtensmoede geraakt en verschllencle van onze
lijnreéderijen zullen, voor zoover zij niet te veel scheeps-
ruimte buiten haar lijnen moeten onderbrengen, in 1925
baat van eene toetreding tot internationale conferences
ondervinden. De verhouding van beschikbare scheepsruimte
tot den omvang van het goederenvervoer blijft evenwel nog
altijd te ongunstig voor de reeclers, dan dat het gehoopte
effect op de algemeene vrachtenmarkt spoedig bereikt zal
kunnen worden. Het vracht-in’clexcijfer
1)
was:

131,18 in November 1924

280,14 in December 1920
‘144,01

Februari 1924

690,95

Februari 1920
i136,57

December 1922

116,34

1913
156,67

December 1921 –

De verhouding der exploitatiekosten tussehen nu en voor
den oorlog blijft veel ongunstiger dan die van bovenge-
noemde cijfers, en is in het algemeen slechter dan in 1923.
Een nacleelige omstaidigheid voor onze scheepvaart is,, dat
cle gages
01)
Duitsche schepen slechts cle helft bedragen van
de door Nedlerlaiidsche reeders betaalde bonen. Het ver-
wezenlijken van cle Duitsche plannen nopens vergrooting
van de koopvaar(lijvloot met staatssteun, zonde de alge-
meene situatie op scheepve.artgebied en die van de Neder-
landsche vloot in het bijzonder, ongunstig beïnvloeden.
Volgens opgave der Nederlandsche Reedersvereeniging bestoilci onze koopvaardijvloot op 1 December j.l. uit 748
eenheden, metende 2.445.599 bruto register.ton, tegen 810
eenheden; metende 2.471.469 ton in 1923. Van de vloot be-
hooren 309 bodems met 1.085.966 ton te Amsterdam thuis,
– (1923: 311 met 1.046.457 ton).
Hoezeer de Bijnvaart door de meer normale toestandeu

1)
fijfers van The Econnist”.

6

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 januari 1925

in ons achterland lierleefde, blijkt uit de inklaringen te
Lobith,- welke van Januari tot en met November b’edroegen:

1923 14.317 schepen met 9.135.189 ton
1924 35.958

,,

,, 21.653,700 toti

De verbeteriug van den algemeenen toestand heeft niet
verhinderd, dat in liet bankbedrijf onverteerde kwade pos.
ten een van onze gi’oote instellingen in opspraak en, on-
danks geruststellende verklaringen, voor haar reorganisatie
brachten. Overigens is 1924 voor de banken niet ongun-
stig geweest. De toestand in het groote bankbedrijf is ge-
zond en er bestaat geen aanleiding tot eenige ongerustheid.

Bij verschillende, louter in het binnenland werkende, in-
stelliigen is in het afgeloopen jaat weer gebrekkig beleid
aan den dag gekomen. Terwijl men destijds in sommige
kringen gemeend heeft, dat de prosperiteit van kleine han-
delsbedrijven niet met de algemeene regelen van eeia solied bankbedrijf vereenigbaar was, heeft de ondervindiug nu wel
geleerd, dat een practijk in overeenstemming met die op-
vatting, noodlottig voor de banken en cle van haar afhan-
kelijke zaken is geweest. De algemeene indruk, welken men
thans opdoet, is echter, dat het ergste geleden is en dat
men ook in de provincie door het oude zeer begint heen
te raken.

De verbetering van den algemeenen toestand spreekt ee],:
ter duidelijk uit de cijfers betreffende de arbeidsmarkt. Ter-
vi,jl in October 1922, volgens opgaaf van den Dienst der
Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, liet aan-
tal werkzoekenden in Nedeind 67.000 bedroeg, tegen’ in
October 1923: 80.000, was dit aantal een jaar later tot
56.000 gedaald. De getallen vaii dé door den genoemden
Dienst opgegeven werkloozeii zijn als volgt: 31 October
1923: 27.500; 1 januari 1924.: 49.600; 31 October 1924:
16.500; 29 November 1924°.. 24.500. Hierbij kan worden
opgemerkt, dat naast de vermeerderde werkgelegenheid,
verschillende maatregelen tot het beperken en verminderen
van de uit te keeren stennbeciragen het zoeken van loo-.
nenden arbeid in cle hand hebben gewerkt, terwijl deze maat-
regelen tot op zekere hoogte wellicht ook ertoe hebben
medegewerkt, dat het, aantal gevallen, iii hetwelk ten on-
rechte steun werd gQtrokken, is gedaald.
Het werkloosheidscijfer van verschillende vakken wotdt
nog ongunstig befnvloed door de omstandigheid, dat vele ongeschoolden zich als werklooze vakarbeiders laten in-schrijven, terwijl dae’rtegeuover . er in eenzelfde vak aan
geschoolden een bepaald tekort is. Dit geval doet zich onder
andere voor in de metaalnijverheid, terwijl steeds behoefte
bestaat aan goede kantoorbedienden doch zij, die ziel, als
zoodaitigaanbieden, zoo dikverf minder geschikt zijn.

,De vroeger voor vele Nederlandsche werkkrachten be-
staande gelegenheid tot emplooi in ‘Dnitscliland, bij hoog

oveus, bij bovengrondsch mijnwerk en in den landbouw als seizoenarbeid, is nog niet teruggekeerd en het laat zich niet verwachten, dat deze vraag zich spoedig opnieuw zal voor-
doen. ‘Werkloosheid ouder vrouwen is gering. Talrijke iii-
dustrieën, deels nieuwe, vragen meer’ meisjes dan beschik-
baar zijn; o.a. is dit het geval met de fabrieken van gloei-
lampen, chocolade, sigaretten, kuustzijde, confectie en ver-
pakki ng.

Voortgezette bezuiniging op onzen staatsdienst; vdor zoo-
ver vereemigbaar met de economische en cultureele belaji-
gen van ons land en niet leidende tot mindere efficiency
ve,, den dienst zelf, blijft noodlig om de noodzakelijke ver-
lichting in den belastingdruk mogelijk te maken. Een meer
doeltreffende zeggingschap van de
schatkist
over de andere
departementen dan thans bestaat, is daartoe gcwenscht.
Samenvoeging van sommige departementen of afcleelingen
van departementen zou tot versobering leiden. De same
voeging, vn Arbeid met Handel en Nijverheid heeft het
voordeel gebracht, dat de belangeu der nijverheid bij de
sociale wetgeving en die der arbeiders door deazelfden
bewindsman behartigd moesten worden en cie eerste dus.
beter begrepen vorclen clan toen Arbeid zelfstandig aan het
legisleeren was.
Naast bezuiniging is echter een constructieve politiek
nooclig. De bevolkingsdichtheici en -toeneming zijn zooda-ilig, dat, behalve de zeer noodige vermeerdering van bouw-
grond door de drooglegging der Zuiderzee, tal van maat-
regelen noodig zijn om de welvaartsbronnen van ons land
zoo intensief mogelijk te ontwikkelen en dit tevens be
woonbaar te doen zijn. Ten opzichte van verdere terrein
winning door indijkiug en ontginning, van verbetering van de verkeersmiddelen, (het rapport van de Staatscommissie
voor het Vei’voervraagstuk is een welkome leicidraad voor
een onderdeel van dit problem), van gewestelijke :bebou-

ving iii den wijden omtrek va,, de groote steden, en van
het sparen van open ruimte en tiattiurschoon, is initiatief
van de Begeeriug.tot het vaststellen val., een plan dringeridl
noodig. . .. –

Valt eenerzijds het doortasteticl beleid ynn dcii Minister
van Financiën te loven, ernstige bedeukiiig is anderzijds
in te brengen tegen zijn doordi’ijven – ongeacht de advie-
zen van voorname organen van handel en nijverheid –
der volgens het stelsel ,,elck wat wils” tot stand gekomen
Tariefw’et, welke ivet een belangrijke schrede op den weg
tot bescherming zet en naar mijn meeaing
01)
grondi van
de betere economische vooruitzichten, voor het directe schat-
kistbelang niet noodig was. De belangen dier nijverheid die-
nen niet alle met het algemeen belang strookende middleleii
bevorderd te worden, doch bescherming is, in het bijzonder
voor ons land, dat zoo overwegend op export is aangewezed, zeer bedenkelijk. Hoezeer de beteekenis der industrie zonder
of met een niet dan zeer geringe – bescherming is toe-
genomen, blijkt gil de beroepstelhing op 1 Januari 1921,
1)

al is dit tijdstip, de vooravond van de instorting van onzeii
gewaanclen bloei, al zeer ongelukkig gekozen. Het getal
der in de nijverheid werkenden was sedert 1900 met 58’pCt.
gestegen, dat der gelieele bevolking met 34 pCt. In 1900
werkte 12,8 pCI. der bevolking in de industrie, in 192
15 pOt In de andere bedrijven werkten onderscheidelijk
21,4 en 21 pCt. der bevolking. Deze cijfrs geven geen aan-
leiding de nijverheid boven andere takken van volksw’el-
vaart te bevoorrechten. Dat de Tariefvet zulks wOl doet, acht ik har zeër bedenkelijke schaduwzijde, welke, meer
niet het oog op latere gevolgen dan op haar onmiddellijke
uitwerking, van grooter beteekenis is dan le gevolgen, welke
er voor den verbruiker uit voortvloeien: zoolang liet Ne-
derlaudsehe volk naar ‘deskundige berekening, voor onge-
veer
f
140 millioen jaarlijks aan tabak in verschilhencleii
vorm, en voor ongeveer
f
240 niillioen aan geesti

ijke dran-
ken uitgeeft, zal aan die gevolgen geen overwegende be
teekenis kunnen worden toegekend. Doch het is de verder-
lelijke richting, waarin de Nvet ons stuwt, welke mij doet
wenschen, dat zij eerlang weder in vrijhandelsgeest herzien
zal w’ordleu. Als. een merkwaardig staaltje van de onbe-
kendheid met feiten op dit terrein in de tegenwooi’dige
Tweede Kamer vei’melcl ik, dat de héwering van een lid,
volgens betivelk in Engeland hooge invoerrechten op auto-
mobielen zouden bestaan, in dit college door niemand is
tegengesproken. Het feit is, dat de bedoelde rechten reeds
vOör eenige maanden, ondanks liet protest der belangheb-
bende industrieën, afgeschaft waren en de Engelsche auto-
mobieli ijverheid het desniettemin buitengewoon druk heeft.

De onderhandelingen met Rusls.ndl mislukten. Wij heb-
ben ons vooi’loopig in den verdragsloozen toestand te schik-
ken, welke ons, gegeven de geringere hanclelsometten van
dat land en de aldaar zeer extremistisch geworden methode,
voorshands geen bijzonder groot nadeel oplevert. Met een aantal andere landen zijn handelsverdlragen
01)
den voet
van meestbegunstiging, of daarmede practisch gelijkstaande,
afgesloten; ik noem in dit verband: Polen en Dantzig,
Letland,- Canada en Hongarije; een voorloopig verdrag verdl
voorts gesloten met Estland en voorloopige regelingen ‘ver-
déji getroffen met Portugal en met Griekenland. Het be-
staande handelsverdrag niet Zwitserland werd uitgebreid
tot het. vorstendoni Liechtenstein, met Lithauen werd een
nota gewisseld en met Turkije werd een verdrag van vriendl-
schap afgesloten.
Met Oostenrijk, de Vereenigdle Staten van Amerika; Zuid-
Afrika, Guatemala en Haïti wordt omtrent het afsluiten
van een handelsverdrag onderhcndeld;, binnenkort zullen
onderhandelingen aanvangen over het sluiten vnu èen.d,ei-
nitief tractâat met Griekenland, terwijl een rege1ig ‘rnet
Joego-Slavië in het voornemen ligt.
Over het algemeen blijkt van een neiging tot verhöogen-
van invoerrechten in het buitenland, van welke echteipnze_
uitvoerhandel, althans tot op dit oogenblik, nog geen aan-
wijsbare
schade
heeft ondervonden. Een politiek van retos’-
sie, door sommigen aanbevolen, zon ons meer schade dan
baat brengen. Zij zou ten behoeve van den uitvoer van,
zekere artikelen den invoer van andere artikelen belem-
nieren, en aldus verschillende groepen van belanhebben-.
dcii, (importeurs, ondernemers, verbruikers en vervoerders),
treffen ten–bate van een deel der export-bedrijven’ en dat
nog wel,met een, voor hen twijfelachtig succes. Ztlk een
onbilljk en onlogisch stelsel zou bovendien voor de ondler-
handelaren meer een blok aan het been dan een, overigens
nog gevaarlijk, w’apen in ,de hand zijn.

i) [Zie p. 1123 in het No. van 24 Dec. 11. – Red.]

jari 1925


EO
HE BERICHTEN

.

BANKEN OF PHILANTHROPLSÜHE

INSTELLINGEN?

De October-aflevering van het Amerikaansche Ban-
kers Magazine bevat een beschouwing over een moei-

lijkheid, waarmede men in’ het bankbedrijf daar te

lande te kampen heeft, doch waarvoor in den laa,tsten
tijd een bevredigênde regeling is gevonden. Ik meen,

dat de bewuste kwestie niet alleen in de Vereenigde

Staten, maar ook in andere landen op een oplossing

wacht en dat met name in ons land een uiteenzetting

op dit pun.t haar nut kan hebben. – –
Het betreft hier de rentabiliteit der kleine bank-

rekeningen. Ieder, die met het bankbedrijf eeniger-
mate’ vertrouwd is, weet welke teere snaar in de gestie

van het bedrijf hiermede wordt aangeroerd. En men
overdrijft zeker niet, indien men constateert, dat vrij,-
wel iedere bank ,een gioot aantal rekeninghouders
telt, wier rekeningen niet alleen voor de bank gee-
nerlei winst opleveren, doch waarbij een positief ver-

lies na afsluiting kan worden. vastgesteld. De popu-

lariteit van het chèquowezen is hand in hand gegaan
met een uitbreiding van het bankbedrijf; het logische
gevolg is geweest, dat vele personen, voor wie d&e

uoonlzakeljld’ieid vroeger ontbrak: kleine zakenlieden, winkeliers, ambtenaren enz., uit hoofde van het gemak

daaraan verbonden, ojergingen tot het onderhouden

eener bankrekening. Bij deze lieden zat uiteraard niet
de bedoeling voor, om aanzienlijke saldi bij de banken

te laten staan, doch beperkte zich het contact met
deze instellingen tot het gebruik maken van de vele
diensten, die hetzij kosteloos, hetzij tegen een zeer

gc:i.’inge vergoeding ten behoeve der cliënten werden
verricht. Een opsomming van deze diensten kan hier
gevoegelijk achterwege blijven; wie geen volkonen
vreemde in onze moderne maatschappij is, kent ze uit
eigen ervaring. Maar voor de banken is deze e’volutie
la]:lgzarnerhand tot een voorwerp van, zorg geworden.

Meniieft zich tot dusverre veelal op het standpunt
gesteld, dat de rekeningen met de lilliput-saldi be-
trekkelijk onschtildi.g zijn, dat zij weliswaar geen

winst afwerpen, maar ‘dat men toch altoos de kans
heeft, dat zij zich in de toekdms’t tot waarlijk begee-
renswaardige rekeningen zullen ontwikkelen. Daarbij
heeft men getracht zich wijs te maken, dtt deze
kleine rekeningen, ook al staan de omzetten in van-
verhouding tet het gemiddelde saldo, een voortreffe-
lijke reclame beteeken.en voor de bank, zoodat men dus
eigenlijk bezig is spieringen uit te gooien om kabel-
jauwen te vangen.’ 1-Jet behoeft nauwelijks vermelding,
dat deze argumenten , zich als ..drogredenen hebben
ontpopt. Natuurlijk zal wel eens een onbedui’den’d saldo

tot een belangrijke rekening
zijn
uitgegroeid en zal
men ook door middel van een kleinen cliënt een enkele

maal een groote zaak aan zich hebben getrokken, maar
dit verhindert niet, dat de zeer kleinq saldi, voor zoo-
ver, zij dan niet als zuivere deposito- of spaarbank-
rekeningen worden gevoerd (uitsluitend stortingen en
uitbetalingen. door en aan den rekeninghouder zelf),
eeii blijven den d:ruk op de winst- en verliesrekening

uitodenen. .
Men heeft, zooals ik hierboven vermeldde, in de.
Vereenige Staten precies hetzelfde verschijnsel waar:
genomen.. Onderlinge rlaijver van de banken en een
verkeerde :zakenpolitiek hebben ook daar de oplossing
van het in den ‘grond der zaak toch uiterst eenvou-
dige probleem vele jaren lang tegengehouden. Tot
men ten.’ slotte inzag, dat de banken op deze wijze het
slachtoffer werden van cliënten, die scherpzinnig ge
noeg geweest waren om uit te rekenen., dat men door
het.onderhouden van een minimhnl saldo bij een bank

zich het ‘onbetwistbare recht kon verwerven om Vrij-
wel zijn geheele admiiiistratie door deze te lated voe-

ren en tevens het uitgebreide financieele apparaat
der instel]ing zon volledig mogelijk te exploiteeren..
Zo,odoende is men er dan nu toe overgegaan om bij verschillende’ banken voor rekeningen, waarvan het
gemiddelde saldo gedurende een zeker
tijdvak
‘(ii

IT
Amerika ‘meestens een maand)
zich
niet boven $ 50 of

$ 100 verheft, een vast administratieloon – (servie

charge) in te voei’en, dat varieerit ‘tussehen 50 cents

en
$
1 per maand. – –
Het resultaat van dezen maatregel heeft, naar een

aantal .bankiers uit verschillende staten der Unie aan
het Bankers Magazine mededeelen, in ieder -opzicht

aan de verwachtingen beantwoord; weliswaar heeft

men hier en daar cliënten zien .heengaan, doch een
nader onderzoek naar het gehalte ‘dier cli6nteii toonde

in den regel aan, .dat dit personen waren, op wier

relatie geen enkele bank prijs.behoefde te stellen. Wat
de wijze van berekening van het administratieloon
betreft, kan uiteraard niet worden ontkend, dat,, de
hierboven medegedeelde geenszins ideaal is. Aan ‘den

anderen kant moet worden toegegevbn, dat het moei-lijk is, om, waniieer geen z.g. ozetproviiie wordt be-

rekend – iets waartegen bij bloote chèquerekeningen
veelal bezwaar bestaat – een betere methode aan te

wijzen. – –
De hoofdzaak is echter, dat men het in beginsel er

over eens geworden is, .dat een bank geen rekeningen

kan toelaten, die als zoodanig verliesgevend zijn. Nu

rijst onwillekeurig de vraag, hoe het ‘mogelijk is, dat
een dergelijke toestand zoovele jaren bestendigd lon
blijven in de meeste landen, zonder dat in de betrokken

kringen een ‘krachtig veiet rees. Het antwoord is

eenvoudiger dan men ‘denkt. In hoofdzaak komt het
voort uit het feit, dat men eerst in den jongsten tijd
,er toe is overgegaan om de rentabiliteit van iedere
bankrekening afzonderlijk te analyseeren. Stelde men
zich vroeger in -het algemeen tevreden met een een-

oi’dige splitsing der bedrijfsresultaten naar den aard
der transacties, thans zidt men in, ‘dat het belang der
i:entabiliteit in het ganshe bedrijf ook ten nauwste
samenhangt mt een juiste visie op de rentabiliteit
an de diverse cellen, waaruit het banklicliaam is op-
gebouwd. Het is deze nauwkeurige analyse van het
winstgevend karakter van iedere rekening, tegdn den.
achtergrond van-de per post berekende bednijfsonkos-
ten, welke de ocgen geopend heeft voor de geweldige
hoeveelheid Sisyphusarbeid, ‘die de banken om de.r
wille van een fictief succes bezig zijn te verrichten.
Gelukkig is de erkenning vaneen gemaakte fout ‘door-
gaans het ‘begin van beterschap, zoodat men op grond
van deze overweging de verwachting mag uitspre-

lin, dat een juistere en gezondere bedrijfspolitiek in
dit opzicht zich binnen niet te langen tijd baan zal

breken.
“Laat
mij
nog hieraan toevoegen, ‘dat het mij bekend
i, dat ook hier te lande hij enkele bankinstellin gen

rel eens een schuchtere poging wordt gewaagd om

in gevallen, dat het nadeelig karakter eener’ chèque
rekening aan geen twijfel onderhevig is een gering ad-

ministratieloon in rekening te brengen. Omtrent het

effect is mij ni’et voldoende ter oore gekomen, maar ik
ben er van overtuïgd, dat dit behoudens de onvermij

delijke protesten,’van de en-kelen, die altijd alles voor

niets wenschen, gunstig moet zijn. Wellicht dat dit
stukje do aanleiding is voor onze bankiers, om hun
shuchterheid in dezen eenigermate te laten varen

in hun bedrijf aan een kleine revisie te onderwerpen.
Het bankbedrijf zoowel al-s de economische samenle-
ving, die door dergelijke ,,praestaties om ni’et” uit haar
verband gerukt wordt, zullen er slechtsvel
bij
vren.

Mr. Dr. W. M. WESTERMAN.’

INTERNATI ON4LE LO ONSVERGELIJ’KING.’

– Het vraagstuk der internationale loonsvergelijking
heeft, vooral in laatste jaren verschillende statistici
bezig gehouden. Er zijn echt-er zulke bezwaren han ver-
bonden en de
mogelijkheid
tot het trekken van on-
jüiste conclusies uit de te geven
cijfers
met al de

consequenties daaraan verbonden is zoo , groot, dat
hoezeer men ook steeds weer trachtte een juiste me-thode ervoor te vinden, de waarde er van nog steeds
problematisch bleef en men o.i. tot nog toe een en

8

ECONOMISCH-STATÎSTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1925
1

ander als het ware kon beschouwen als goed bedoelde

,,studies”, zooals een schilder •dat doet, wanneer hij

een groot doek ontwerpt. Het vraagstuk is echter
thans in een ander s4dium gekomen, door een publi-

catie van het B. I. T. te Genève in de,,Revue Inter-

nationale du Travail” van October 1924 en wij mee-

nen dan ook goed te doen de aandacht voor deze pu-

blicatie ‘to vragen. Wij zullen daarbij in. dit artikel

slechts een objectief verslag geven van de gevolgde

methode en de verkregen resultaten, zonder dat wij
critisch op een en ander verder ingaan. Zeer zeker

bevat de gevolgde methode wel enkele elementen, die

tot critiek aanleiding zouden kunnen geven, doch zij

bevat aan den anderen kant o.i. zooveel .goeds dat men

ze voor een algemeenen indruk kan aanvaarden.

Men kan het loon van cle verschillende werklieden
verg’hlijken als deel van de productiekosten, als deel

van het totale volksinkomen en als maat van den le-


vensstandaard, dien de verschillende groepen kunnen

voeren. Do hierboven genoemde publicatie handelt
slechts over dit laatste punt.
Wij zullen hier niet in het bijzonder ingaan op de
verschillende moeilijkheden, die zich bij een interna-

tionale vergelijking van deze materie voordoen; ge-

noeg zij to vermelden, dat na rijp beraad besloten

werd te
vergelijken:
de koopkracht van het arbeids-

loon, in verhouding tot de relatieve welvaart, d.w.z.

in verhouding tot de norm, die in een ibepaald land
aan de behoeftenbevrediging der arbeidende klasse

kan worden gesteld. Wat deze laatste factor wil zeg-

gen
begrijpt
men het best, wanneer men bi. de loo-

nen van een werkman te Amsterdam en die van een

Inlander op J’ara zou willen vergelijken.

Ook zullen wij hier niet i}igaan op do vroegere po-

gingen, die ten aanzien vai de internationale loons-
vergelijking zijn gedaan. Het thans door het B. I. T.
‘ingestelde onderzoek vindt
zijn
ooisprong in het be-

sluit van de Internationale Conferentie van Arbeids-
statistici, welke van 29 October-2 November 1923

te Genève werd gehouden.
1)
Het Ministerie van Ar-

beid in Engeland, dat reeds verschillende pogingen

tot internationale loonsvergeljking had gedaan, ver-
leende aan het B. 1. T. alle gewenschte hulp, zoodat

het
mogelijk
was een methode te vinden, waarbij, het

gewensehte resultaat zoo goed mogelijk werd verkre-
gen. Als grondslag is dan ook aangenomen de methode,

die sinds eenigen tijd door het Ministerie van Arbeid
in Engeland is ingevoerd en die berust op het prin-cipe, dat men vaststelt, hoeveel uur een arbeider in
een bepaald land moet arbeiden om een zekere hoe-

veelheid van een gebruiksartikel te verdienen. Op die
wijze kan men ‘dan verder berekenen, hoeveel uur ge-
werkt moet wetden om een bepaald budget te verdie-
nen -en het is zonder meer duidelijk, dat het goede-renloon dan omgekeerd evenredig is met het aantal
uren dat men op deze
wijze
heeft gevonden. De
methode heeft het niet te onderschatten voordeel, dat
zij voor iedereen begrijpelijk is.
Een groot bezwaar, dat tegen

deze méthode bio
worden aangevoerd, is echter, dat alles op een bepaald
budget is teruggebracht en niet rekening is gehouden

met het verschil in do hoeveelheden van elk ver-
bruiksartikel, waaruit het normale budget in de ver-
schillende landen is samengesteld. Zoo is de thee in
Engeland een voornaam gebruiksartikel, aardappelen
zijn dat weer in de landen van Centraal Europa etc. In de thans door het B. I. T. gevolgde methode is
dit verschil in verbruik wel in aanmerking genomen.
Het B. I. T. heeft daartoe de’ landen in verschil,-
lende groepen ingedeeld n.l.:
Scandinavische landen: Zweden, Noorwegen,

Denemarken, waarbij dan ook Nederland en Zwitser-
land gerekend zijn.

Centraal Europeesche landen: Duitschland, Oos-
tenrijk, Tsjecho-Slowakije en Polen.

1)
[Verg. het art, op
p. 154 in
het
No.
van
13
Februari
1924. –
Red.]

Frankrijk en België.
Engeland.

Zuid-Europeesche landen: Italië, Spanje, Por-
tugal..

Ver. Staten van N.-Amerika en Canada.

Het heeft nu uit de verschillende budget-statistie-

ken tlezer landen een zeker budget -samengesteld, dat
als typeeren.d voor de groep kan gelden en dat in
onderstaand
lijstje
nader is gespecificeerd: (wij gaan

op de bronnen waaraan .een en ander is ontleend, niet
verder
in).

1
Hoeveelheden (K.G. behalve
1 eieren (eenheden) en melk (liter)
per verbruikseenheid en p. week).

Artikelen.

.

I,

131,

1

1
1

‘-

1 ••-”..

IN

In.-l>’
n

uij
3

1
,Q
U
LQ
1

Brood -. …………… ….
2.10

4.50 2.50 3.50 1.84 1.50
Meel

………………..
1.25

0.25 1.00 0.30 1.43 1.00
Boter ………………
0.17

0.24 0.10 0.08 0.22 0.20
Margarine …………….
0.05 0.08 0.05 0.12 0.15 0.06
Rundvleesch …………..
0.0 0.50 0.40 0.22 0.2t 10.70

Schapenvieesch …………
0.20

– 0.10

0.02
5
0.11e
Spek

……………….
0.12

0.20 0.12 0.11 0.21 0.20 Aardappelen …………..
1.50 3.00 0.75 5.20 2.30 2.00
Suiker

…………….
0
..60 0.35 0.18 0.25 0.63 0.40
Koffie ……………….
0.01

0.20 0.06 0.20 0.13 0.10e

Thee ……………….
0.10

– 0.03
Kaas ………………..
0.08

0.10 0.10 0.13 0.10 0.10
Eieren ….
……………
2.75 3.00 3.00 0.75 3.30 4.50
M.lk …………………20

1.70 1.50 2.10 6.40 1.16
………….
Rijst ……
.
0.13e 0.06 0.50 0.40 0.23 0.09

Van deze budgets is vooi’ cle verschillende hoofd-

steden een prijs berekend, bijv. in Londen kostte het
Engelsche budget begin 1924: 86,5 pence, het Scandi-
navische 123,6 pence, het Zuid-Europeesche, 91,4
pence etc.

De methode van het Ministerie van Arbeid in En-

geland is nu vrijwel hoofdzakelijk gevolgd met die
toevoeging, dat de -verhouding tusschen de budgets

op zoodanige wijze in aanmerking is genomen, dat als.
deze bjv. voor twee landen als 100: 120 is, de respec-
tievelijke verhoudingscijfers daarmede nog wordou

vermenig.vuldigd. Staan de bonen in Engeland en
Duitschland, berekend volgens de Engelsche methode,
dus tot elkaar als, 100:
15,
dan wordt dit volgens de

nieuwe methode 100:_

is 1’OQ: 62,5. Er is ten

slbtte door het B. 1′. T. iiog een correctie in de En-gelsche cijfers aangebracht, doordat in aanmerking
is genomen het feit, dat de woniughuren in verschil-
lende landen, vooral ten gevolge van Overheidsmaat-
regelen, groote verschillen in het totale budget te
zien geven.

Begin 1924 was bijv. te Rome de huur 5 pCt.; in Engeland en Nederland gemiddeld 13 pCt. van he
totale budget. Wij gaan hierop echter niet verder in. Bij de cijfers -is de 48-urige werkweek als basis ge-
nomen. Do mogeljkheid om een langeren werktijd tot
uitdrukking te brengen is gegeven. Immers men zal
in dit geval de cijfers overeenkomstig de verhouding
kunnen vermeerderen of verminderen. Hetzelfde geldt
als men het pCt. •det werkloosheid in aanmerking
zou willen nemen, iets wat in deze
cijfers
niet is
ge-

schied, doch door verschillende statistici als wensche-
lijk wordt beschouwd.

Thans overgaande ‘tot de resultaten van het onder-
zoek meenen we te kunnen volstaan met de eind-
cijfers, die voor de vergelijking kunnen wprden ge-bruikt. In de nevenstaande tabel zijn deze van ver-
schillende hoofdsteden gegeven.

Ter toe1ichtingvan deze tabel diene het volgende:
Als loon geldt in de verschillende steden het, ge-
rniddèlde van de weekloonen, die, volgens O.A.O. of anderszins gelden voor: geschoolde en ongeschoolde

7 Januari 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

lndexcijfers van het relatieve peil der goedei’enloonen
in

verschillende hoofdsteden op
1 Juli 1924.

Tndexcijfers berekend naar
de

hoeveelheden van

de
voedingsmiddelen in de ver-

E
schillende

groepen

van
landen gebruikt.

Steden
E
.o
b)
3
‘._

🙂
iO
Cd

g
0
Ck
1)….

bO

rO
0
-.
.
<

,
.

1.
2.
3.
4. 5. 6.
7.
8.
9.
10.

Amsterdam
87
93 82
87 97 86
89
88
97
Brussel
59
64 52
56 63
57
59
64
59
Cbristiania
72 79 66
70
78
66
72 72
72
Lissabon
34 35 30
31
32
29
32

31
Londen
100
100 100 100 100 100
100
100
IOÖ

Madrid
59
58
52
58 59 56
57

58
Milaan
46 48 43
44 50
46
46 49
44
Ottawa
167 169
171
168
185
179
173 155
179
Parijs
74 75 67 72
81 71 73

74
Philadelphia
208
207
211
202
242
214
214
213
214

Praag
58
81
49
57 57
52 56
61
61
Rome
44
48 42 47
47
45
46 50
47
Stockholm
78
St
76 79 92
82
81 79
92
Warschau
80
96 66
80
85
89
83

96 Weenen

. 47 49 46 47 50
45
47
51
49

houwvakarbeid ers, metaalbewerkers, meubelmakers en
typog.rafen.
[Jiteiaard is daardoor nog niet het geheele loon-
peil van een bepaalde plaats vastgelegd, doch men
beschikte niet over meerdere statistieken en aange-
zien men bedrijfstakken van verschilleuden aard ge-nomen heeft, heeft men aangenomen, het werkelijke
loonpeil in ruwe trekken wel zo ongeveer benaderd
te hebben. Men heeft nu op de in dit artikel ge-
noemde wijze de verhouding van de bonen berekend
tot het loonpeil in Londen, waarbij men dus Londen
op 100 heeft gesteld. In kolom 2 heeft men nu voor
het te veidjenen budget steeds genomen heb normale
budget in Frankrijk en België en dus m.a.w. bere-
kend, hoeveel uur in de gegeven plaatsen moet wor-
den gewerkt om dat budget te verdieneii en daaruit
als omgekeerd evenredige het indexeijfer der goede-
renloonen in de tabel neergeschreven.
In de andere kolommen heeft men dat voor het
normale budget in de andere groepen van landen ge-
daan,’ terwijl in kolom S een algemeen gemiddeld bud-
get is aangenomen en men in kolom 9 hetzelfde heeft
gegeven als in kolom 8, doch daarbij rekening heeft
gehouden met den invloed van de verschillende
Wo-
ninghuren.

Na het voorgaande is het duidelijk, dat men ten
slotte, wil men vergelijken, voor elke hoofdstad dat
budget moet nemen dat als het normale geldt van de
groep waarin deze stdd is gelegen. Wij hebben zelf
dan ook nog een tiende kolom tdegevoegd, waarin dit
cijfer is weergegeven, èn ët dus als het vergeljkings-
cijfer kan gelden.
Als wij tot slot een tweetal opmerkingen aan deze
uiteenzettiflg mogen toevoegen dan is het dat men bij
het gebruikeiï van de gevônden cijférs vooral steeds
zal moeten bedeniren dat zij slechts bedoelen een alge-
meen en indruk te geven en dat men ze dus nöoit op
een procent na nauwkeurig tegen elkaar zal mogen

afwegen en verder dat blijkt dat Amsterdam na Lon-
den in Europa de stad is waar relatief de hoogste
bonen gelden.
Het B. 1. T. is voornemens elke drie maanden deze cijfers te publiceeren en het zal voor hen, die richting
moeten geven aan het sociaal-economische leven, van belang zijn geregeld kennis ervan te nemen.

Ir.
B. BÖLOEn.
Haarlem.

1
DE BuRGERLIJKE RECHTER IN DE

VAKACTIE.

Mr. Oh. J. J. M. Petit t” Rotterdm shrijft ons:

In. zijn artikel in dit blad (No. 424) ,,De burgerlijke

rechter in de vakactie” weet Mr. W. H. Drucker

omtrent den uitslag van het hoofdgeding in de door

hem bedoelde ,,bo*cotzaken”, waari dePresident der
Rechtbank een bevel tot – staking der van arbeiders

zijde ondernomen dwan gmaatregelen heeft uitgevaar-
digd, slechts van eene zaak te vermelden, dat de door

den President bij voorraad verboden handelingen

door Kantonrechter en Rechtbank niet onrechtmatig zijn geacht. In liet vonnis der Rechtbank, te Amster-

dam, 30 Maart 1923 W. 11064, wordt overwogen, dat’
de inhoud der strooi- en aanplakbiljetten, waarin een

beroep op het publiek ii gedaan, niet oplevert een
onrechtmatige daaçl; uit het vonnis blijkt verder nog,

dat de Rechtbank wei onrechtmatig zou hebben ge-

vonden, dat de verspreiding van de strooibiljetten

voor eischers perceel relletjes zou hebben teweegge-

bracht, tengevolge waarvan het publiek eischers in-, richting niet zou hebben bezocht, ware het niet .dat
naar het oordeel der Rechtbank te dezen opzichte te

weinig feiten zijn gesteld om een oorzakelijk verband
te kunnen aannemen.

In de naar tijdsorde tweede boycotzaak, die van den
Rotterdamschen fotograaf Bleuzé even eens tegen den
Ned. Lito-, Foto- en Ohemigrafenbond, is nu, uit
hoofde van liet vaststaan van ernstiger feiten, be-
slist, dat hetgeen van arbeiderszijde den patroon is
aangedaan, onrechtmatig is.
In aansluiting op het artikel van Mr. Drucker, die met dit vonnis destijds nog niet bekend kon zijn, i.s
het dienstig de rèchtsovrwegingen korteljks te ver-

melden.
– De .Amsterdamsche Rechtbank overwoog in dat von-
nis van 4 December 1.923 (W. 11172) dat de boycol: van een patroon door de werknemers of hun vakver-
eeniging, waarbij onder boycot is te verstaan dat de
werknemers of hun vereeniging een beroep doen op
het publiek om hen tegenover den patroon in een
bepaald conflict te steunen en derhalve geen gebruik
tc maken van het bedrijf van dien patroon, en hem
de klandizie te ontzeggen, op zichzelf geoorloofd moet
vorden geacht, terwijl de vraag, welke de aanleiding is’ tot het gerezen conflict, daarbij niet ter zake doet.
Het beroep op het publiek, zoo gaat evenwel het von-
nis voort, behoort ui.t den aard der zaak op zoodanige

wijze te geschieden, dat het publiek in de gelegenheid wôrdt gesteld
vrijelijk
te beslissen over de houding,

di
:
e
het
bij
het conflict wil aannemen. e Rechtbank
ademt nu als tusschen partijen vaststaande aan:

dat gedaagde gedurende verscheidene dagen, met
f
name op de Zondagen 12 en 19 Februari 1023
.enige mannen niet borden over de 3onker Frans-

straat vooral voor eischers zaak heeft doen para-
deeren, waarop met grdote letters het publiêk verd
ontraden zich bij eischer te doen fotografeeren;
dat deze boiendragèrswren.omringd .dbor leden
‘dn den gedaagden bond en andere hiedetm, die allen,
neestentijds opgêhoopf voor eischers zaak, den.vöor-
hjga gers en nieuwsgierigen vliegende bi aadjes in
– de handen duiden, waarin hèt publiek werd ver-
kocht gedaagde te steuen in haren
strijd
tegen
pogingen tot loonsverlagingen en willekeurig out-
slag;

. .
• dat ook, nadat de politie de borden, althans voor
eischers. zaak, had verwijderd, gedaagde is voortg-
gaan en tot heden (21 Maart 1922) dagelijks
v
oort:

gaat, genoemde strooibiljetten in de Jonker Frans-
straat en vooral voor eischers zaak in giooten. ge-tale te verspreiden, zulks door eene talrijke bende
van wei twintig personen, meest leden van den ge-
daagden bond en zelfs af en tde leden van gedaag-
des bestuur, die zij daarbij met tal van: andere
haar gehoorzamende lieden, omstuwd door. voorbij-
gangers en nieuwsgierigen, voor en nabij de zaak

10

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEI4

7- Januari i92

van eischer doet saenscholen, vai

aar .herÇ de

politie bij schaarsche tusschenpoozen onder op-

schudding verjaagt;
dat gedaagde daarbij met name bezoekers van
eischers atelier met voormelde strooibiljetten en

oploopjes voor eischers deur doet lastig vallen;

en overweegt dan:

dat de hier gestelde handelingen
allen tezamen

beschouwd
1)
moeten geacht worden de grens van

het geoorloofde te overschrijden;
dat toch een
straatactie
als hier heeft plaats ge-

had
in de onnriddellijke omgeving van eischers be-

drijfscentrum
1)
noodzakelijk tengevolge heeft, dat

de vooropg’estelde vrijheid van het publiek om te

oordeelen en te handelen wordt onderdrukt; –
dat immers ngenoeg ieder, die den patroon ge-

lijk wil geven, althans geen aanleiding vindt om

deel te nemen aan den boycot en voornemens zou

zijn zich door hem te laten fotografeèren, daarvan

zal worden afgeschiikt, als voor diens atelier een
dergelijke straatactie gevoerd wordt, omdat hij zich

aan de kans op onaangenaamheden niet wil bloot-

stellen;
dat het wel mogelijk is, dat dit juist de bedoeling
is der strijdende werknemers, maar dat dit te ver

gaat, omdat zoodanige handelwijze inbreuk maakt

op gedaagdes bedrijfsvrjhèid en indruischt tegen
de zorgvuldigheid welke in het maatschappelijk ver-

keer betaamt ten aanzien van anderen, zelfs van

economische tegënstanders, en dus een onrechtma-

tig karakter draagt;
dat voor die onrechtmatigheid geenszins noodig

is, dat de bond ,,relletjes’,” heeft gewild of veroor-
zaakt, omdat reeds door eé optreden als hier heeft
plaats gevonden, onafhankelijk van ,,relietjes”, de
vrijheid die eiken burger ook volgens gedaagde (zie
conclusie van antwoord bi. 3) toekomt, wordt be-

dreigd en teniet gedaan.
Ofschoon in de opvatting der Rechtbank, dat een

beroep op het publiek; mits dit in de gelegenheid

wordt- gesteld vrijelijk
te beslissen over de houding,

die het bij het conflict wil aannemen, op zichzelf

geoorloofd is, het voorbehoud wordt gemist dat zoo-
danig openlijk betrekken van het publiek in eene
inwendige bedrjfsaangelegenheid, waar het niet mee
van noode heeft, door openbaar belang of noodzake-

lijk zelfverdediging moet
zijn
gerechtvaardigd – men
zie het vonnis der Rechtbank te Maastricht van 16
Oct. 1919 Ned. Jur. 1920 blz. 49 en de Fransche
rechtspraak, te vinden in Mr. Drucker’s proefschrift
over onrechtmatige daad -, stemt het toch tot ver-

heuging dat thans de beschermende arm des rechters
althans ten aanzien van excessen aan de willekeur van
de terroriseerende arbeiders paal en perk heeft ge-

steld.
2)
Mr.
CH. PETIT.


BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE NIEUWE OVEREENKOMST T’tJSSCHEN DEN

STAAT EN D.E BANK VAN FRANKRIJK, EN DE
r
GELDMARKT.

Prof. Bertrand Nogaro te Parijs schrijft ons:

,.

Ik heb in mijn vorigen brief
3)
reeds de voornaam-

ste bepalingen van de Morgan-leening, die door het
Fransche Parlement is goedgekeurd, uiteengezet.

Aanvankelijk lag het in de bedoeling van den Minis-
ter van Financiën, terzelfder tijd een bij eenvoudige

briefwisseling tussehen de Regeering en de Bank ‘tot
stand gekomen overeenkomst, betreffende de aflossing
van schuld aan de Bank en de wijze van aanwending
dezer leening, te doen goedkeuren. De voorwaarden
dezer regeling werden echter door de Commissie voor
de Financiën duister en dubbelzinnig geacht en der

halve beperkte de Regeering zich ertoe, door het Par-

Cursiveering van de Rechtbank.
Van het vonnis is hooger beroep ingesteld.
[In het No. van 17 December ji. – Red.]’

lment alleen de lèening t doen goedkeurén, ,,ntar-

van de öpbrengst moest worden gestort bij de Bank

van Frankrijk”; later zou een overeenkomst geteekend

en door de Kamer bekrachtigd moeten worden, waar-
in de voorwaarden van deze storting nader zouden

worden omschreven.

Deze overeenkomst is in de zitting van Zaterdag
27 December ii. door de Kamer behandeld. Haar tekst

– vQigt hieronder:

Art. 1. De Staat z’al de’ opbrengst der leerling van
100 millioen dollar, op cle -Amerikaansche markt aange-
gaan op rekening van de Bank van Frankrijk te New
York doen overschrijven.. –

Art.
2.
De Bank van Frankrijk zal dcii. Staat in ,frarics
crecliteeren voor een met (leze overboeking correspon-
deerend bedrag, op den voet van 5,18
frs.
per dollar.

Art. 3. De Staat zal dit trams-tegoed aanwenden voor
de vermindering der voorschotten van de Bank van
Frankrijk, in mindering op het af te lossen bedrag, dat
31 I)ecember as. vervalt en• dat voor
1924,
in afwijking
van de overeenkomst van
29
December
1920, op 1.200
inillioen 1 rancs zal worden vastgesteld.
Art.
4.
De Bank zal door den Minister van Financiën
kunnen worden gemachtigd, op de wisselmarkt achter-
eenvolgens gedeelten van de op haar rekening overge-
boekte dollars te realiseeren en deze geheel of ten deele,
cl
naar den toestand van de markt, terug te koopen.
De operaties met betrekking tot deze realisaties cii
terugkoopen zullen worden geadministreerd op een spe-
ciale rekening in de boeken van de Bank, waarvan ccii gedetailleerd iiittreksel ieder kwartaal aan de Schatkist
zal worden overgelegd, met de stukken, waaruit de plaats
gevonden hebbende realisaties en terugkoopen blijken.
Zij zal voor iederen definitief ‘vervreemden dollar, op
de door den Minister van Finauciën vastgestelde tijd-
stippen, in de Schatkist het verschil storten tussehen
den prijs van 5,18 frs. en den verkoopsprijs, zooals deze
voortvloeit uit de uitgevoerde realisaties en terugkoopen.
Art. 5. De Staat behoudt zich het recht voor, op ieder
oogeablik de van de oorspronkelijke overboeking nog be-
schikbaar zijnde dollars van de Bank op te eischen. Deze
• dollars zullen haar weder worden ‘afgestaan op den voet
van 5,18 frs. per stuk.
Art. 6. De Bank van Frankrijk zal op de beste voor-waarden de tijdelijke uitzetting op de Anierikaansche
geldmarkt van de op haar rekening geboekte dollars ver-
zekeren. Zij zal denMinister van Financiën voortdurend
van de te dezen opzichte genomen beschikkingen op de
hoogte moeten houden. De renten van deze uitzettingen zullen het voorwerp zijn van een jaarlijksche afrekening
in dol]ars, onder overleggiug der bewijsstukken en zullen
tegoed geschreven worden op rekening van de Schatkist
te New York.

De tekst van dit contract heeft het voorwerpsuit-
gemaakt van een leerzaam debat, gedurende hetweik
verscheiden sprekers hebben googd zijn juiste be-
teekenis vast te stellen. Oppositie was er niet en het
is ten slotté met eenparigheid van stemmen aange-

nomen.
Deze overeenkomst is ontegenzeggelijk veel duide-
lijker dan die, welke eerst aan de Commissie voor de
Financiën was’ voorgelegd en zij leidt tot veel logi-

scher regelingen. Niet, ‘dat het zoo bijzonder gemak-
kelijk is, haar juridisch karakter vast te stellen. De
combinatie, die zij bevat, correspondeert met geen der

in, het , privaatrecht bekende contracten dn het zou
veel meer ongerief dan voordeelen opleveren, indien
men haar in den vorm van één dezer contracten wilde
gieten. Overigens dient te worden erkend, dat deze.
juridische moeilijkheid voortvloeit uit de wijze, .waar-
op het economische probleem is gesteld. Het ging er
bij het afloopen van de met Morgan gesloten overeen-

komst nl. om, een dubbele operatie te doen plaats
vinden: eenerzijds stelde men Frankrijk een blijvend
crediet (looptijd 25 jaar) in dollars, dat wil thans
practisch zeggen in goud, ter beschikking, doch an-

derzijds ging het erom, tegelijkertijd de schuld bij de
Bank te. verminderen, zoodat, indien men deze wilde. aflossen ,uit de opbrengst ‘der leening, de Staat logi-

scherwijze tot het beloop van het aan de Bank terug-
betaalde bedrag van alle aanspraken op ,de’ leenigs-
opbrengst zou moeten afzien. Deze methode had ech-

7. Januari 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

ter inconv’eniënteiï: zij lëid’dë’.er in zekeren zifr toe,
de nieuwe besôhikbare middelen -te doen opgaan in

den goudvoorraad van de Bank, inplaats van hen

daarnaast afzonderlijk te houden; deze methode zou
bovendien aanstoot geven, aangezien de Fransche

Staat de Bank siecht,s in papieren. franken behoeft

af te lossen en het billijk schijnt, dat hij een goud-

tegoed, dat hij zich heeft ïersclinf.t, op eigen kosten

en risico aanhoudt.

De overeenkomst lost deze moeilijkheid op een Vrij
vernuftige wijze op. Overeenkomstig de vroeger aan-

genomen wet lost de Staat het crediet bij de Bank

wel. ten deele af met de opbrengst ‘der leening, doch

de dollar wordt tegen den parikoers berekend het-

geen dus zeggen wil, dat niet 100 millioen dollars de

Staat geacht wordt slechts 518 millioen Francs af te
lossen – inplaats van de ongeveer 2 milliard, welke

op het oogenblik de tegenwaarde vormen van 100 mil-

lioen dollars —; daarentegen behoudt hij zich ‘de be-

voegdheid voor, gelijk men hierboven heeft kunnen zien, tegen denzelfden koers van 5,18 frs. per dollar

de beschikking te hernemen over de bedragen, die van

de 100 millioen dollars beschikbaar zouden blijven,

zoodat hij
vrijwel
de beschikking behoudt over het te-

goed, dat hij zich heeft weten te scheppen. Ten slotte
zij hieraan nog toegevoegd, ‘dat in ieder geval de tot

518 millioen Francs bepérkte aflossing niet fictief is,
want indien de Staat de beschikking over zijn dollars
herneemt, betaalt hij frs. 5,18 per dollar en bijgevoig
zou zelfs, wanneer hij aldus bij gedeelten over het ge-
heele tegoed van 100 millioen dollars beschikte, de

Bank niettemin ditzelfde bedrag van 518 millioen

Francs hebben terugontvangen, dat op haar rekening
is tegoed geschreven.

Men kan zich dus het mechanisme der overeen-
komst als volgt voorstellen: de Fransche ‘Staat, die
100 millioen dollars te New York geleend heeft, doet

deze ‘tegoed schrijven op rekening van de Bank van
Frankrijk. Deze zal zich van dit tegoed ‘bedienen om

eventueel op de wisselmarkt in te grijpen, d.w.z. dat
zij zoo noodig een ‘deel dezer dollars zal verkoopen,
doch zij behoudt zich eveneens – het recht voor, het

tegoed in zijn ‘oorspronkelijken omvang te herstellen
door het terugkoopen van dollars,
terwijl
de Staat
steeds over het ongebruikte restant van’ het oorspron-

kelijke of weder aangevulde tegoed de beschikking zal
kunnen hernemen. Deze interpretatie althans is in
d’e Kâmer gegeven, zonder dat dooi’ den Minister van
Financiën bezwaren werden geopperd.

Hieraan client te worden toegevoegd, dat krachtens

een overeenkomst, in 1920 tusschen den Franschen

Staat en de Bank gesloten, de aflossing van liet voor-

schot gedeeltelijk door een soort automatische amor-
tisatie plaats vindt; de Staat ‘betaalt nl. aan de Bank
een zekere rente, vermeerderd met een opslag voor
amortisatie, hetgeen op het oogenblik in staat stelt

800 millioen per jaar af te lossen. Bovendien heeft de

Staat zich echter in 1920 verpliclt, ieder jaar twee
milhard
in itotaal
af te lossen. Nu heeft hij het niet
vol ‘kunnen houden, ieder jaar 2 milliard af te lossen,
doch e.rkend moet worden, dat dit
cijfer
is vastgesteld
op een tijdstip, waarop men de Duitsche betalingen

zeer veel hooger schatte dan zij zijn en hijgevoig
nit voorzag, •dat de binnenlanclsche Fransche schuld
zich zou ontwikkelen op do wijze, waarop zij’ zulks
sinds ‘den oorlog heeft moeten doen. Ook dit jaar

heeft de Minister van Financiën, gegeven de zoo
juist hierboven uiteengezette wijze, waarop het Ame-
rikaaiische crediet is gewaardeerd, een overeenkomst
met de Ba:nk aangegaan, haar 1.200 millioen af te be-
talen; d.i. dus 400 rnillioen meer dan de automatische
aflossing.

Deze kwestie van de aflossing der voorschotten i
eveneens in den loop’ der discussie in de Kamer onder-

zocht en er zijn sprekers geweest, die vooral gepoogd
hebben aan te toonen, dat deze aflossing niet die be-

teekenis heeft, welke daaraan gewoonlijk door de

openbare meening wordt gehecht. Het is n]. duidelijk,
dat het
cijfer
van 2 mi.iliard is vastgesteld onder

druk van de Bank op een tijdstip, waarop men niet

kon of wilde rekening houden met den financieeleri

toestand en vooral niet met den stand van de Fran-

sche staataschuld. .Het is van zeer weinig belang voor

het openbare crediet en dat van •de Bank, de aflos-

iingen te zeer te verhaasten: waat’ het op aankomt

is, henop zoodariige wijze vast te stellen, dat hun be-

drag overeenkomt met de beschikbare middelen. Wat

het crediet van den Franschen Staat en, van den

weeromstuit, van de Bank heeft schade gedaan is niet

het feit, dat de Stsat ieder jaar geen 2 milliard heeft

afgelost, maar dat hij de toestemming van de Bank

heeft moeten vragen om zich niet letterlijk aan de
OJ)
zich genomen verplichtingen behoeven te houden.

Voorts beteekent iedere aflossing door den Staat een
vermindering van het maximum der voorschotten,

welke de Bank hem heeft toegestaan. Het ‘bedrag zal

tot ’22 milliard francs worden teruggebracht; nu

schijnt het, indien het al noodzakelijk is dit crediet af

te lossen, niet, dat deze schuld van 22 milliard het

meest belangrijke of het meest gevaarlijke deel van

de v]ottende schuld is. Deze laatste kan nl., als ge-
volg van welke omstandigheden dan oo’k, niet ver-
nieuwd worden, terwijl het voorschot ‘van de Bank

steeds gehandhaafd kan blijven, ‘zoolang zulks noodza-
kelijk zal zijn.

De beteekenis, welke men tot dusverre aan de af-

lossing na een oorlogsperiode van het bij de centrale
credietinstelling opgenomen credi.et hechtte, werd
overigens gerechtvaardigd door de overweging, dat
een dergelijke aflossing
eertijds
de’ essentieele voor-
waarde voor het herstel van het geldwezen was. Aldus

heeft na 1870 de delging van de schuld bij de bank

een normale verhouding tusschen den metaalvoorraad

en de fiduciaire circulatie hersteld en tot het afschaf-
fen van den gedwongen koers in staat gesteld. De

omstandigheden zijn echter wel zeer veranderd; thans

is de aflossing van de voorschotten voor een herstel
van het geldwezen noch voldoende, noch noodzake-

lijk: schulddelging om eenvoudigweg tot de ‘af-
schaffing van den gedwongen koers te komen zou
onmogelijk zijn, want deze afschaffing van den kooi’s
zou, doordat zij het aan iederen particulier mogelijk

zou maken zijn biljetten tegen pari in te lossen, het
dubbele inconvenient ‘hebben, den Franschen wissel-

koers plotseling tot ‘de oude pariteit op-te voeren en vervolgens het grootste gedeelte van den goudvoor-

raad in de binnenlandsche circulatie tbi dQen verciwij-
nen. Dit ‘zou in de eerste plaats een economische ramp
heteekenen als gevolg van de
onmogelijkheid,
waarin
zich alle exportindustrieën zouden bevinden, weer-

stand te bieden aan een dergelijke verlaging van den

koers ‘der buitenlandsche wissels en voorts zou het
herstel van den franc waarschijnlijk kortstondig zijn,
als gevolg van het verdwijnen van den metaalvoor-

raad in de binnenlandsche circulatie. Onder deze oni-
standigheden is het ‘duidelijk, dat men door een der-
gelijke methode noch aan Frankrijk, noch aan eenig
ander land, dat een dergelijke depreciatie als die van den Franschen franc heeft doorgemaakt, een gezond

geidwezen teruggeeft. Inderdaad moet men op het
oogenblik den gedwongen koers afschaffen
in zoo-
verre dit
VOO?’
de buitenlandsche betaUn gen noodza-
leelijic
is,
echter door een nieuwe pariteit, zeer in de
buurt van den koers, op het oogenblik der stabilisatie

geldende, vast ‘te stellen. Dan zal blijken, dat de fidu-

ciaire circulatie ïn een land als Frankrijk niet be-
hoeft verminderd te worden: een veertigtal milliar-‘ den beloopendè bedraagt zij ongeveer het viervoud
van de totale circulatie (papier- en hard geld) van
v66r den oorlog, en, daar de prijzen meer dan ver-

viervoudigd zijn, is er geen ,,inflatie”, doch eerder een
geringe geldschaarschte.

12

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1925

Deze overweging leidt er ongetwijfeld echter niet

toe, den Staat te ontslaan van den plicht, zijn schuld

bij de bank af te lossen, doch zij vo.roorlooft hem het

geschikte oogenhlik waar te nemeh, daar het herstel

van het geldwczen niet direct verband houdt met de
aflossing.

Een zeker aantal personen in parlementaire en

zakenkringen begint zich rekenschap te geven van

den werkeljken aard van het vraagstuk van het her-

stel van het gelciwezen in Frankrijk; er zijn er zelfs,

die den franc definitief zouden willen clevaloriseeren

en een definitie van den goudfranc aanvaarden, die

zou overeenkomen met den stahilisatiekoers, welke
definitief zou worden aanvaard.

Deze stelling kwetst echter nog het gevoelen der
meerderheid, die daarin de erkenning van het in ge-
breke blijven
van den Staat t.o.v. houders van staats-

fondsen zou zien. Schrijver dezes gelooft niet in de

noodzaak dezer officieele devalorisatie, daar de sta-

bilisatie even goed kan plaats vinden zonder haar uit

te spreken. Zij zou echter waarschijnlijk dit voordeel
hebben, dat
zij
het Fransche geldstelsel een nieuwen
grondslag zou geven en veroorloven zou, aan de fidu-
ciaire circulatie, die op het oogenblik onvoldoende is,
een zekere elasticitei.t te geven, zonder dat er sprake

kan zijn van inflatie. Erkend moet nl. worden, dat

op het oogenbiik in Frankrijk niet alleen de Staat
wat zijn schulden aangaat in
zijn
bewegingsvrijheid
is belemmerd, doch ook een zekere credietspanning,

verklaard door de recente verhooging van het disconto

der Bank van Frankrijk, bestaat, die het gevaar in

zich bergt, de industrie te verlammen en een crisis
uit te lokken. Inflatie-vrees is meestal heilzaam, doch

wanneer zij blind en absoluut is,1gelijk in het bijzon-der vaak voorkomt

de Angelsaksische landen, kan zij ook schadelijk zijn, doordat zij er van afhoudt, aan

de circulatie het onmisbare minimum van elasticiteit
te geven. Nu moet men niet vergeten, dat Frankrijk

in financieel opzicht de ooriogsperiode nog niet ach-

ter zich heeft; het moet tegelijk voorzien in de kapi

taalbehoeften van zijn industrie en aanzienlijke staats-
leeningen opnemen, want buiten de consolidatielee-
ningen, welke weldra noodzakelijk zullen zijn, zullen
nog één of twee tientallen milliarden nieuwe leenin-
gen voor het herstel der bevrijde gebieden moeten
worden uitgegeven. Voorts mag niet vergeten wor
den, dat het gedurende den oorlog de biljetten-emis-

sie is geweest, -die het vermogen, op de leeningen in
te schrijven, heeft ontwikkeld, en, dat zonder deze uit-
gifte het financieren van den oorlog onmogelijk zou
zijn geweest.
Het vraagstuk, dat ik hier aanroer, is waarschijn-

lijk in econômisch en financieel opzicht een der be-
langrijkste, waarvoor
Frankrijk zich op het oogenblik
ziet gesteld. Het is ook een der thans moeiljkst op-

losbare, gegeven een onvold-oend voorgelichte open-
bare meening, die voortdurend formules herhaalt,
zonder daarvan de juiste beteekenis te kennen en zon-
der te kinnen onderscheiden, in welken omvang deze
kunnen en moeten. worden toegepast. De Minister
van Financiën houdt er zich voorts op het oogeublik zeer mee bezig, aan de fiduciaire circulatie op indi-
recte wijze de elasticiteit te verleenen, welke zij noo-
dig heeft, zon-der de grens van de bankbiljetten-emis-
sie te overschrijden. Hij poogt nl. te komen tot een
ontwikkeling van het chèquestelsël, hetgeen naar men
weet heeft niogljk gemaakt, dat in de Angelsaksi-
sche landen zonder dat men het zelf vermoedde, een
zeer groote inflatie intrad!
BEaTRAND NOGARO.

BANKWETGEVING EN STAATSTOEZICHT OP HET BANKWEZEN IN ZWEDEN.

I.

Een medewerker te- Stockholm schrijft ons:

Het ineenstorten van een groot aantal banken in
verschillende Europeesche landen gedurende de na-
oorlogscrisis heeft de vraag van overheidstoezicht en

wetgeving op het bankwezen tot een onderwerp van

openbare gedachtenwisseling gemaakt. In landen met
bankwetten en ban

kiospectie zijn de regeeringen ten
deele verantwoordelijk gesteld voor de verliezen van

deposanten en aandeelhouders. In deze landen, zoowel

als elders, heeft de eisch, de bestaande wetten te

herzien of nieuwe uit te vaardigen, ten einde herhaling

van de gebeurtenissen der laatste jaren te voorkomen,

aanleiding gegeven tot parlementaire onderzoekingen.
In Zweden is onlangs een commissie benoemd om

een onderzoek in te stellen naar de oorzaken der

bankcrisis en voorstellen uit te werken in zake een
eventueele herziening van d& Bankwet. –

Wettelijke regeling van het bankwezen en de bank-
zaken maken regeeringstoezicht noodzakelijk. Deze

contrôle kan zich beperken tot een formeel toezicht

op het nakomen van zekere bepalingen der wet,

doch zij kan ook een critisch onderzoek .der bank-

politiek omvatten. Het ligt in den aard der zaak, dat

indien eenmaal een wet bestaat, er een streven zal
zijn, haar steeds gedetailleerder te maken en krachtiger

op – contrôle van de tweede soort zal worden aan-

gedrongen, met het resultaat dat de taak der lank-

inspecteurs naar evenredigheid groeit. Dit is het geval

geweest in Zweden, waar de bankwetgeving en het
toezicht op de banken even oud
zijn
als het particu-
liere bankwezen. Reeds in 1824 moesten de banken,

toen als particuliere firma’s georganiseerd, konink-

lijke goedkeuring verkrijgen, alvorens hun bedrijf te

kunnen aanvangen. Aanvankelijk hing de verleening der goedkeuring uitsluitend af van de vervulling van

enkele formaliteiten, doch later, in 1846, -werd be-

sloten, dat de regeering zou overwegen of het land met de nieuwe bank al dan niet gebaat zou zijn.

Deze bepaling werd in 1911 uitgestrekt tot de
banken in N. V.-vorm en is een voornaam kenmerk
van de Zweedsehe bankwetgeving. De regeering moet

niet alleen het oprichten van een nieuwe bank goed-

keuren, doch sédert 1918 ook het openen van nieuwe
filialen en sedert 1919 de fusie van twee banken en
is in al deze gevallen verplicht, rekening te houden

met het mogelijke voordeel; daarin voor het land of

de desbetreffende plaats of streek gelegen. Deze
voorschriften maken de ontwikkeling van het Zweed-
sche bankwezen in grooten omvang afhankelijk van

het welgevallen der overheid, hetgeen een gevaar kan
worden, indien de wet wdrdt aangewend om den be-
staanden banken een soort van monopolie te geven. Het
valt zeer moeilijk te beoordeelen, in hoeverre deze voor-
schriften de werkelijke ontwikkeling hebben beïnvloed.
Uit verschillende verklaringen van de autoriteiten en

den wetgever mag worden besloten, dat de bepalingen
van 1911 bedoelen te voorkomen, dat kleine- banken, die
vaak zeer moeilijk beslag kunnen leggen op competente
leiders, onbeperkt uit den grond schieten en dat dit
doel waarschijnlijk is bereikt. Doch het is niet moge-
lijk geweest den groei te voorkomen van een
zeker aantal middengroote banken, die in korten
tijd hebben bewezen van zeer weinig nut te
zijn
en
later meestal zijn verdwenen, doordat zij zijn opgegaan
in grootere instellingen.

Doordat de banken door het openen van filialen
bovenvermelde bepaling illuso-ir konden maken, vloeide
regeling van overheidswege an het aantal filialen
consequent uit de bestaande wet voort. De snelle uit-

breiding gedurende den oorlogs-,,bôom” van het filia-
len-net ôver het geheele land, in vele gevallen een
uiting van ongezonde concurrentie tusschen de ban-
ken, en welke de effectenspeculatie verbreidde onder
wijde kringen der bevolking, verhaastte de indiening
van een wet, die de regeering de bevoegdheid geeft,

het openen van nieuwe filialen te weigeren. Van 1918
tot het einde van 1923
zijn
niet min-der dan 230 van
de 540 verzoeken afgewezen. De bepaling, dat slechts
de fusies zouden worden goedgekeurd, die geenerlei
schade aan het openbaar belang toebrachten, werd in
1919 van kracht. –

7 Januari 1925

– ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13

Sinds dien tijd zijn de abnormale omstandigheden

gedurende de jaren 1921—’23 oorzaak geweest, dat
enkele zwakkere banken hulp hebben gevraagd en deze

verleend is, doordat zij in een sterkere bank zijn opge-
nomen. De regeering is derhalve door de omstandig-

heden gedwongen geweest, haar goedkeuring aan deze

fusies te verleenen en het is derhalve niet iogelijlc
te zeggen, in welken omvang zij in normale tijden
van haar recht, een fusie-aanvrage af te wijzen, ge-

bruik zal maken.

TTet voornaamste doel van de Zweedsche wet is de
doposanten te beschermen en het recht, deposito’s aan
te nemen, is dientengevolge beperkt tot de banken, die
onder rogeeringstoezicht staan. De wet van 1911 be-

vat ook zekere voorschriften met betrekking tot de
kasmiddelen, de verhouding der. deposito’s tot het ka-
pitaal van de bank en beperking van het recht, aan-
deelen en vaste goederen voor eigen rekening te koo-
pen, ten einde tot op zekere hoogte de gevolgen van

een ongezonde biuikpolitiek te vermijden. Doch in
andere opzichten, met betrekking tot de crediet-ver-
leening, de disconteering van wissels, enz. grijpt de

wet niet in en zijn de banken dus vrij. Vaak wordt
gezegd, dat de beste contrôle de door het publiek uit-
geoefende is’ en dat dienovereenkomstig de banken

regelmatig hun. balansen en winst- en verliesrekenin-

gen behooren te publiceeren. Nu zijn de Zweedsche
banken steeds verplicht geweest, maandelijks een rap-
port aan de het toezicht uitoefenende autoriteit t

zenden, die dit heeft gepubliceerd.

Gelijk hierbovhn uiteengezet maakt hed bestaan van

een bankwet regeeringstoezicht noodzakelijk. Geduren-
de do 19e eeuw was dit gelegd in handen van den.

Minister van Financiën, wien een bankinspecteur als
hoofd van een speciaal bureau van het Departement

van Financiën ter zijde stond,
terwijl
het tot op zekere

hoogte ook berustte ‘bij de plaatselijke autoriteiten.
Als resultaat van een onderzoek, .dat ,eu commissie
van deskundigen in 1905 instelde, werd de geheele

contrôle opgedragen aan een speciaal regeerings-

bureau.’ De vermeerdering der werkzaamheden van dit
bureau gedurende de laatste twintig jaar is ten deele
door de’snelle expan’sie van het Zweedsche bankwezen,
ten deele door de meerdere detailleering der wetgeving

in deze periode veroorzaakt. De taak der bankinspec-teurs is voornamelijk
toe te zien,
dat de bepalingen

der . wet worden nageleefd en dat de verplichte maan-
deljksche en jaarljksche rapporten geen onjuist beeld

geven van de positi.e der banken. Een bank, die 10 pOt.
van haar kapitaal heeft verloren, is vorplicht, èf om

hét kapitaal weer op het oude bedrag te brengen ôf te
liquideeren. Deze voorschriften geven den bankinspec-

teur gelegenheid tijdig in ite
grijpen,
indien
het hem
mogelijk is, het verlies vast te stellen.. Binnen de per-

ken van de wet zijn de directies van de banken zelf

verantwoordelijk voor hun beheer, zoodat de bevoegd-
heid van den bankinspecteur hierin haar begrenzing

viidt. Indien
hij
van oordeel is, dat de leiding van
een bank niet plaats vindt volgens gezonde beginselen,

of dat de inwendige contrôle niet zoo goed mogelijk
is georganiseerd, mag hij commissarissen opmerkzaam

maken op het verkeerde beheer, doch hij heeft geen
wettelijke bevoegdheid, zijn opvatting tegen den wil
van commissarissen door te zetten. Desniettegen-
staande kan zijn invloed in
werkelijkheid
zeer groot

zijn en, al i.s de wet gedurende dé laatste jaren niet
veranderd, toch heeft de opvatting van de taak van

den bankinspecteur in de
practijk een groote wijziging
ondergaan. Hoe dit heeft plaats gevonden zal ik in

een volgend artikel uiteenzetten. *

Van de Scandinavische landen is Zweden het eenige,

dat reeds langen
tijd
toezicht op het bankwezen kent.

Noorwegen heeft zijn eerste bankwet in dit jaar ge-

kregen. In Denemarken was de crisis van 1908, waarin
verscheidene banken bleven, oorzaak van een roep om
‘een wet op het bankwezen. Verschillende voorstellen
werden bij het parlement ingediend, doch eerst in 1919

wei
!Je
en
regeeringsontwerp aangenomen. De et werd

in October 1920 van kracht, juist voordat de crisis
inzette. Het voornaamste doel der wet is hetzelfde
als in Zweden, n.l. bescherming der deposanten, doch,

indien dit doel niet is béreikt, mag zulks worden toe-

geschreven aan het feit, dat de wet gedurende de
,,boom”-periode nog niet werkte. Een nieuw ontwerp,

dat een
wijziging
van de wet van 1919 inhoudt, is on-

langs bij het parlement ingediend. 1)e ervaring in

Zweden in het bijzonder gedurende de jaren 1921-23 opgedaan, kan echter eenig licht werpen op de vraag,
of het ,,überhaupt” wel mogelijk is door het maken

van wetten en overheidstoezicht bankfaiilissementen
te vooikomen. Hierop -zal ik ii, een tweede artikel

nader ingaan. K. K.

(Slot volgt).

AANTEEKENING.

indcxcijfers van grootliandelsprij-

z e n.
– Een stijging van 22 punten in December in

het indexcijfer der groothandelsprjzen brengt het

totaalcijfer op 4855, den hoogsten stand van het geheele

jaar 19,24 en ook sedert September 1921. In verge-

lijking met December 1923 valt er een
stijging
waar

te nemen van 215 punten en vergeleken met einde

Mei, toen het laagste
cijfer
van 1924 werd bereikt,

een rjzing van 328 punten. In 1923 lagen de uiterste

standen nog iets wijder s
uit elkaar;

het verschil tu
schen den laagsten stand in Juli 1923 en den hoog-
sten in December 1923 bedroeg toen 393 punten: Het

laagste
cijfer
van 1924 – ni. 4521 in Mei – bedraagt

slechts 53 punten beneden het hoogste van 1923 en

het geniiddelde van 1924 is 4684 of 319 punten boven

dat van .1923. De
stijging
in 1923 is voor meer dan de

helft oorzaak van de verandering in opwaartsche rich-

ting in de katoenprjzen, doch deze zijn gedurende
het afgeloopen jarr gedaald, echter niet genoeg om de
stijging der prijzen van wql en andere weefstoffen te
niet te doen. De stijging in 1924 werd voor een ‘be-

langrijk deel veroorzaakt doôr het oploopen der graan-
prijzen gedurende het tweede halfjaar. Uit .de hier-

edder, ‘ aan ,,The Economist” ontleende, tabel volgt,
dat alle groepen, met uitzondering van die der andere
voedings- en genotmiddelen, tot de stijging hebben

bijgedragen.
Data
Granen
en
vleesch

Andere
voe.
ding,-
en ge-
noim.

Wee!.
stoffen
Ddf-
stoffen

Dive,.

ollEn,
houl
rubber,
enz

Totaal

meen
Index.
cijfer

Basis gemidd.
1901-5) …
500 300
500
400
500
2200
100,0
EindeJu1i1914
579
352
6164 4644
553
2565
116,6
Nov.1918
1289
7824
1848 903
13894
6212
282,6
Dec.1921
9214
636 1106
762
9314
4357
198,0
Dec.1922
861 706
11844
705
8074 4264
193,8
Dec.1923
853
8154
13824
774 755
4580
208,2
Jan.1924
9094
8454
1349
789 769
4662
211,9
Febr.
899
859
1308
819
783
4668
212,2
Mrt.

8974
8434
13134
805
7804
4640 210,9
Apr.
904
8024
1364
788
7784 4637
210,8
Mei
912
7304
13574
753
774
4527
205,8
Juni

;,
914 7364
1347
764
7694
4531
205,9
,

Juli
9514
732
14234
777 773
4657 211,7
Aug.

,,
941
7444 13855
781
774
4626 210,3
Sept.
1003
7774 13954 7624
7904
4729 214,9 Oct.
10274
7864 14424 7824
808
4847 220,3
Nov.
1009
8014
1424
797
8014
4833 219,7
Dec.

,,
:992
789JI 1452
815JI
806
14855 220,7

De daling in de tweede groep is geheel toe te schrij-
ven aan een sterke daling der suikerprj’zen, die het
gevolg was deels ‘van verlaging van den accijns in
Engeland en deels van een overvlo’edigen oogst.
In de afgeloopen maand waren er geen ingrjpendë

veranderingen,. Stijgingen in buitenlandsche tarwe en
meel werden meer- dan ‘te niet gedaan door dalingen
van de inlandsche graansoorten en rijst. Suiker en
thee liepen terug, maar de weefstoffen bewogen zicht

meestal in een opwaartsche richting, in aanzienlijke

14

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 -Januarf 1925

mate deEgyptische katoen. Bij de delfstoffen waren

de niet ijzerhoudende metalen alle hooger, terwijl er

bij lood een scherpe rijzing plaats’ had.

De volgende tabel geeft de wijzigingen voor de

verschillende artikelen aan in’ vergelijking met einde

November, waarbij de gemiddelde prijs gedurende

1901-05 gelijk 50 is gesteld.

.scJ +

.
0
+

.0
+

Tarwe (btl.)
121 +43
Katoen(Am.)
124 -69
Koper

56 + 55
MeI (Eng.)

,,(EgYPt.)
206 +386 Delfstoff.

Gerst

112
6
+32
Laken

138
6
-225
Hout
Haver

76 + 3 Wol
(Eng.)
190 +44
(Baltisch)
1015 – 2
Aardapp.

119 +41

,, (Austr.)
159 +29
Hout Rijst

1135 – 56
Zijde

100

455
(Amerik.)
80 – 9
Rundvi.

76 – 7
Vlas

173 +48
Leder

61 -1- 2
Schapenvl.
956
+
6
Hennep

80 +30
Petroleum
108 +16
Varkensvi.

79 -21
jute

ii
r
4o
rl
Oliën

81 + 6

Gran.
en W.

j79
Weefstoffen -Ï-

Oliezaden
956 ±125

Thee

162 ±206
Ruw-Ijzer

816 -20
Indigo

90 + 3
Koffie

156 +64
Stalen rails
75
Soda

85
5

Rietsuiker
1145 -118
lJz. staven

926 – 36
Rubber

20
5
+ 75
Bietsuiker
176 – 45
Kolen(st.)

132 – 45 Diversen 806
TT
Boter

113 +12 , (
huisbr.)
88 – 1 6

– –
Tabak

116
6

Lood

180 +52

Totaal 4855 +275

And. voed.

Tin

1045 +13
6

en genotm. 789 -26

Deze
cijfers
doen zien, dat -de graansoorten, wol,
vlas, hennep, jute en lood het meest tot stijging bij-
dragen. De meeste van de artikelen uit de diversen-

groep zijn ook gestegen, waarbij petroleum, oliën en

‘oliezaden den toon aangeven. Vele van de prjsverhoo-

gingen, die de eerste groep vertoont, zijn toe te schrij-

ven aan kleinere oogsten. Het meest is dit het geval

bij geïmporteerde tarwe. Het ongunstige weder is van

invloed geweest op ‘de grootte van de aardappelop-

brengst, maar
rijst
en vleesch ,hebben de
stijging
ge-

deeltelijk te niet gedaan. Vermeld werd reeds de aan-

zienlijke daling in de suiker, maar deze wordt eeniger-mate gecompenseerd door een aanzienlijke rjzing in de

koffie, die het gevolg is van een achterblijven van de

productie -bij de consimtie. Schommelingen in de

weefstoffengroep loopen eenigszins uiteen. Pe Ame-
rikaansche katoen vertoont, dank zij een overvloecli-

gen oogst, een groote daling over het jaar en garen-
en doekprijzen zijn ook aanzienlijk lager. Zijde is ook

aanmerkelijk gedaald, maar zoowel inlandsche als

koloniale wol zijn beduidend hooger, hoofdzakelijk ten

gevolge van de toenemende vraag van het vasteland.
De kolenprijren toonen weinig verandering, maar
ruw-ijzer is zeer gedaald ,door den invloed van stagna-
tie in den handel en buitenlandsche concurrentie.

Zoowel tin als lood zijn zeer aan schommelingen on-
derhevig geweest, maar het laatste vertoont per saldo

de grootste toeneming. Opmerkelijk bij de diversen-

groep is de
stijging
van den rubberprjs, die nu bijna
het dubbele is van het laagste cijfer, dat in Mei be-

reikt werd. De prijsschom’meiingen in de vorige maand hebben

Dato
Granen
en
vleesc h

Andere
voe-
ding s-
en ge-
nolm.

Wee!-
stoffen
Dcl!-
stoffen

3tfl
ollên,
hout.
ruhl,eF.
enz.

Totaal
-,

Juli

1914..
100
100
100
100
100
100
December

1918
226 222 293
188
241
236
December

1921
159
180 180 164
168
170
December

1922..
149
200
193
152
146
166,2
December

1923
148
231
225
167 136
178,6
Januari

1924
157
241
219
170
139
181,8 Februari

,.

….
155
244
212
176 142
182,0 Maart

155
240
213
173
141
181,0
April

,…..
156
228
221
170
141
180,8
Mei

157

..

208 220
162
140
176,5
Juni


158

..

210 219
164
139
176,6
164
208
231
167
140
181,6
Augustus

.. .
162
21l
225
168
140
180,4
173
221
226
164 143
184,4

Juli

,……

October

,,
177
224
234
169 146
189,0
September

,…….

November’


174
228
231
172
145
l88,’
December

,……
171
224
235
175 146
189,3

de
stijging
bovn het voorooriogsche niveau doen ‘toe-

nemen-van 88,4tot .89,3 pOt., zooals volgt uit de aan

den voet van de vorige kolom geplaatste tabel, waarin

het cijfer voor Juli 1014 gelijk 100 is gesteld.

W’eefstoffen, delfstoffen en diversen sluiten op

het hoogste cijfer van het jaar, doch de voedingsmid-

delen zijn iets -beneden het hoogste punt. Het eind-
cijfer van 189,3 staat tegenover 163,3 in September

1922, het laagste punt na de sterke stijging van na den

oorlog, en tegenover 176,5, het laagste punt van 1924.

Algemeen – Gem. pon-

Herleid
,. +

index-cijfer

denkoers

algemeen
a um

van
»
the

over de

index- Economist”

af g. maand

cijfer
Januari

1914
……
119,2

12,11%

119,6
December
1918
……
277,0

11,19

256,6
December
1921
……
198,0

11,42 –

187,2
December
1922
……
193,8

11,55w

185,3
December
1923
……
208,2

11,47

197,7
Januari

1924
……
211,9

11,39

199,8
Februari

,. ……

212,2

11,51

202,2
Maart

,. ……

210,9

11,58k

202,3
April

‘ ,. ……

210,8

11,69

204,0
Mei

,. ……

205,8-

11,67

198,8
Juni

,……..
205,9

11,55

196,9
Juli

,. ……

211,7

11,52

201,9
Augustus

,……..
210,3

11,59

201,8
September

,. ……

214,9

11,61

206,5
October

,. ……

220,3

11,50

209,7
November

, .
219,7

11,50

209,2
December

,. ……

220,7

11,59

211,7

Hieronder diukken wiJ’nog af een overzicht der
indexcijfe’s in eenige der voortaamste landen:


Q

N

1913

100

100
5

100

1005) 100
6
)

100

100

100
Noyemb.
1918 206

358

438

367

392

214
J
272

591 ‘ 679

325

366

297

322
oogs e

Mei) (Apr.) (Apr.)

Uan.) (Juni) (Juli) (Mrt.)
Decemb.
1921

147

326

594

176

172

16

209 Decemb.
1922 156

362

580


175

163

155 . 183
Novemb.
1923 152

443

571

165

183

160

153

210
December
»

151

458

577

140

183

160

154

211
Januari
1924

151

495

571

137

183

161

. 156

211
Februari

152

544

573

141

i180

162

158

208
Maart

»

150

499

579

145

181

162

155

206
April

»

148

450

579

146

180

161

154

207
Mei

147

458

571

138

178

160

153

205
Juni

»

145

465

566

130

173

158

151

200
Juli

,

147

481

567

131

171

157

151

195
Augustus
»

150

477

572

132

170

160

151

200
September
»

149

486

580

138

169

163

158

207
October ,,

152

497

602

138

169

167

161

213
November,,

..;

503

621

141

161
Bureau of Labour.
2)
‘Frankfurter Zeitung. Sedert Januari
1924
ge-
baseerd op
100
artikelen in plaats van op
98.
Sedert
1922
gebaseerd op
48
artikelen in plaats van op
53.
4)
Sedert October
1923:
Juli
1914 = 100.
6)
Midden
1914.

De aandacht der lezers zij, voor zoover nog noodig,
gevestigd ‘op enkele wijzigingen, in den laatsten tijd
in -de rubrieken ,,S t a t i s t i e k e n” en ,,O v er-

z i c h t en” aangebracht. De laatste werd met een

thee- en een koffiebericht’ uitgebreid en zal in den
vervolge eveneens wekelijks een overzicht van de

vrachten

markt bevatten. Onder de statistieken wor-
den thans ook de goudprjs te Londen en het particu-

lier disconto te

New York opgenomen, terwijl het
overzicht van de wisselkoersen in Nederland met een

zestal werd uitgebreid. Tenslotte is in -een aantal sta-
tistieken in zooverr e wijziging gebracht, als de laatste
gegevens thans van meer recenten datum zijn dan tot

dusverre.

ONTVANGEN:

The Canada Year Book 1922-1923.
Official Sta-

tistical Annual of the Resources, History, In-
stitutions and Social and Economic Oonditions

of the DQminiôu. Ottawa, 1924.
Een aantrekkelijkheid van dit; ruim duizend dichtbe-
drukte bladzijden tellende boek is, dat de meer belangrijke statistieken voorzien zijn van beknopte inleidingen, ‘die de
beteekenis van en de problemen, verbonden met de in de
tabellen onder cijfers gebrachte verschijnselen ,kortelijks
toelichten. Daarnaast komen meer uitgebreide beschouwin.-

7 januari 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15

gen voor, zoo van den Directeur van den Meteorologischeli Dienst over cle factoren, die de weersgesteldheid in Canada
bepalen en over de ontwikkeling van deii Canadeeschen
I leteorologischen Dienst.
Het overgroote deel van cle ruimte wordt uiteraard in
beslag genomen door de sociaal-economische gegevens. Steeds blijkt hieruit een snelle en zeer vaak progressieve groei. Zoo steeg b.v. het totale bebouwde oppervlak van
1.95
millioen acres in
1901
tot
892
millioen in
1923.
De

tarweoogst beliep in
1900 56
millioen, in
1923 474
millioen

bushêls. Voor haver waren deze cijfers resp. 151 en
538
millioen bushels. De waarde van den veestapel steeg in
genoemde. jaren van
269
tot
613
millioen dollar, waarbij weliswaar de geldswaardedaling in aanmerking moet wor-
den genomen. De handelsbeweging, waarvoor dezelfde
restrictie geldt, liep van
355
millioen dollar in
1901
om-

hoog tot
1734
miflioen in
1923.
Bij
1913
vergeleken steeg

Canada in
1923,
wat den uitvoer aangaat, van cle tiende
plaats onder cle landen meti den grootsten buitenlanclschcn
handel, tot de vijfde, direct achter de Vereenigde Staten,
Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitschland; wat de» in-
voer betreft bleef het onveranderd op de achtste plaats.
Van overwegende beteekenis is, gelijk bekend, het bevol-
kingsvraagstuk. Niet minder dan
26
rassen en nationali-
teiten, behalve de Britsche, somt de bevolkingsstatistiek
op, waaronder de Nederlanders in
1921
met bijna
118.000
op de vijfde plaats komen. Het kan tot voldoening stem-
mcu, hen met de Scandinaviërs na de inwoners van de
V. S. en het Vereenigcl Koninkrijk als meest gewenschte
hmigranten vermeld te vinden.
Het boek bevat aan het slot een opsomming van den
– men mag wel zeggen – zondvioed van statistisch en ander
materiaal, door de verschillende autoriteiten over Canada
gepubliceerd, benevens een uitgezochte bibliografie van cle
geschiedenis van het land.
Besloten mag deze korte aankondiging niet worden, zon-
der van de overzichtelijkheid der tabellen, waarin het zeer omvangrijke materiaal is gerangschikt, melding te hebben
gemaakt. Het schijnt wol, dat men aan de overzijde van
den Oceaan een bizondere flair heeft, om gemakkelijk lees-
bare statistieken te vervaardigen.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN..

D e E c o n o m i s t.— ‘s-Gravenhage, October 1924.
Mr. R. v. Genechten,
Een en ander over de wet
der verminderde meeropbrengsten naar aanleiding
van nieuwe n atuurwetenschappelijke beschouwingen;

1)r. G. H. Bousquet,
Les origines de l’économie poli-

tique.

Archiv für ‘Sozialwissenschaft uncl
Sozialpolitik. – Tübingen, Augustus 1924.

Dr. A. Hahn,
Zur Prage des sog. ,,Vertrauens in

die Whrung”;
Prof. Dr. L. Thal,
Begriff und Wesen

der gerneinwirtschaftlichen Rechtsordnung;
Dr. J.

Marschak,
Die Verkehrsgleichung;
Dr. W. G. Waf-

fonschrnidt,
Studie» zu einer quantitativen Geld-

theorie;
Dr. J. Mühlen,f old,
Zur
ökonomischen Theo-

iie der Gewerksehaft;
Dr. B. Thurnwald,
Zur Kritik

der Geseilschaftsbiologie.

Political Science Quart•erly. – New
York, September 1924.

H. Feis,
The attempt to establish the eight-hour

day by international action. 1;
J. Warm.i’r&g,
The taxa-

t,ion of real property in Denmark;
J. H. Park,
The

English workingmen and the American Civil War;

S. C.
Gil F’illan.,
European political boundaries;
W.

G. H. Cook,
Electoral reform and organized Chris-

l;ianity in England. L.

Revue d’Economie Politique. – Parijs,
,Juli—Augustus 1924.

G.
E. Bonnet,
Un système de stabilisation mond-
taire: le régiiiie égyptien;
L. Eaudin,
La bi dcono-

mique;
H. See,
Peut-on évaluer la population de l’an-
cienne France?
M. Boun.iatian,
Ma théorie des crises

etles critiques de M. Aftalion;
G. de Francisci Ger-

bino,
La situation financidre de la Fra’nce et nu nou-
veau projetd’amortissement des dettes publiques.

.Jhe Economic Journ al. – LQnden, Sep-
tember. 1924. –
J. M. Keynes,
Alfred Marshall, 1842-1924;
J.
H.

.Richardson,
1he .lamily allowance systeni;
Prof. D.

Copland,
Sorne problems of taxation in Australia;
J.
A. Ven.n,
The report of the agricul.tural tribunal;

F. Bickerdike,
Individual and social interests in

relation to saving;
W. E. Arnsstrong,
Rossel islnnd

money: a unique monetai

y system.

Journal des Economistes. – Parijs, 15

October 1924.

Yves-Guyot,
L’augmentation du pouvoir
1
d’achat paz

la baisse des prix;
W. M. J. Williams,
Le ,,British

annual finance act”, 1924; X., Ohronique de l’infla-

tion;
J. Lef ort,
Revue de l’Académie des sciences

morales. et
politiques (du 16 mai au 15 septembre

1924);
H. ,S’o’adois,
Difficultés monétaires du début

da dix-huitième siècle;
G. de Nouvion.,
La pa.rticipa-

tion aux bénéfices et le Conseil supérieur du travail;

N. Mondet,
Le projet de budget de 1925;
B. L. L. E.,
La Ligue da libre-échange (octobre 1924).

Jahrbüchei für Nationalökonomie

u n d Statistik. – Jena, Sept./Oct. 1924.

W.
Heller,
Das Fundament der Volkswirtschafts-

lehre;
A. ‘von Mühlenfels,
Spezielle und allgemeine
Konjunktur. Zur Kritik des Konjunkturbegriffs;

Fr. Buchwald,
Zum Problem der Steuerüberwiilzung.

Weltwirtschaftiiches Archiv. – iena,

October 1924.

Dr. B. Hai-ms,
Weltwirtschaftsrecht. Ein Beitrag

zur sozialökonomisch-völkerrecht]ichen Begriffsbil-
dung; Dr. Sven Helander,
Zur Theorie der Transfe-
rierung;
Dr. J. C. Kielstra.,
Die Niederlande und Nie-
der1ndisch-Ostindien in ihrer gegenseitigen Bedeu-

tung;
Dr. H. A. L. Lv
,
fft,
Das Einwanderungspro-

1)1cm in den Vereinigten Staaten von Amerika.

MAANDCIJFERS.

PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN –

KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.

(Gegevens verstrekt, door den Hoofdingenieur der mijnen.)
1. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.

1 Oct..

1 Nov.

1 Nov.
1924
1

1924
1

1923

Aant.arbeidersbovengronds. ‘
8.099

8.037

7.754

ondergronds.
21.524

21.606

21.169

Totaal …………..
29.623
1
29.643

28.923

Sept.

Oct.

Oct.
1924
1

1924
1

1923
Netto productie in tonnen
van 1000 KG. over de

maand ……………….
518.392

558.607

534.524

waarvan kolenslik ……..
.’
22.728

20.894

30.758
Aantal normale werkdagen *

26

27

27

II. Gezamenlijke Bruinkolenmijnen.

1 Oct.

1 Nov.

1 Nov.
1924

1924

1923

Aantal arbeiders……….1

183

1

155

1

227

Sept.
19241
Oct.
1924
1
Oct.
1923

Netto-productie in tonnen.
.1
17.226 .

18.258
1

8.749

Aantal normale werkdagenj

26

27

27

III. Zoutmijnen.
(Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)

1 Oct.

1 Nov.

1 Nov. 1924
1

1924
1

1923

Aantal arbeiders ………. ..
91

1

91

1

98

Sept.
19241
Oct.
1924
1 Oct.
1923
Afgeleverd:

Geraff. zout…….(ton)

2.755

3220

2.946

Industriezout ……
. ( ,, )

38

15

40
Afvalzout ……….(

)

216

110

222

Aantal normale werkdagen

26

25 ‘

27
1)
Alleen Bruinkoolmijn Carisborg, daar vanaf eind Sep-
tember
1924
de N. V. Maatschappij Bergerode wegens .uit-
putting harer velden de ontginning van bruinkolen heeft
gestaakt.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1925

HANDELSBEWEGING OVER DE
MAAND
OCTOBER 1924

(volgens de groepen der naamlijst van goederen, opgesteld dor het ‘Centraal Bureau voor de Statistiek.)

Invoer Uitvoer
Saldo Invoer Saldo Uitvoer
Groepen
Gewicht
I
.
Waarde
Gewicht
I

Waarde
Gewicht
Waarde
Gewicht
1

Waarde

1 Dieren en dierlijke
K.G.
Gulden
K.G.
Gilden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden

21.453.021
13.210.067 81:945.253 51.973.661


60.492.232 38.763.594
II Plantaard.. voort-
brengselen …….
352.985.310
63.189.360 353.291.246 27.852.607

35.316.753
305.936

Illa Mineralen,metalen
.
.
en niet in andere
groepen

opgeno-

producten ………….

men fabrik. daarv.

1.343.746.841

….

33.895.706
542619.698′
12.139.851
1

801.127.143
21.755.55


Ilib Gouden én zilveren

munt en muntmat
1.623
427.901 51.370
41.448.849


49.747
41.020.948
IV Meel en meelfabri-
24.980.305
4.470.301
43.274.327 8.091.439


18.294.022
.

3.621.138
V Chemische produc- ten,

geneesmidde-
len, verfwaren en

kleurstoffen
32.543.757 5.520.009
11.830.041
5.133.317
20.713.716
386.692

VI Olie,.hars,was,pek,

‘katen …………….

teer en distillatie-

producten van teer;.
fabrikatenvan deze
64.678.283 10.048.374 36.859.518
2

14.366.772
2

27.818.765


4.318.398.
VII Houten fabrikaten
stoffen, n.a.g……….

van hout en derge.
lijke stéffen; meu-

belen v.a.s… … .
203.929.599
13.799.586 7.431.643
1.039.854
196.497.956 12.759.712


VIII Eluiden, vellen, le-
der, lederwerk en
schoenwerk
3.327.378
5.836.130 2.947.854
4.918.935 379.524 917.195
– –
IX Gareus,

touw en
touwwerk,weefsels
en stoffen, kleede-
ren en modewaren
8.116.712
26.022.050
6.277.075
17.058.932
1.839.637
8.963.118


X Aardewerk, porse-

lejn,

pottenbak-
kerswerk,

gebak-
.
.
ken steen en andere
82.860.680
1.818.573
10.725.896 915.576
72.134.784
902.997
.-

1.370.235
2.789.299
710.175
3.455.290
660.060


2.878.398 24.737.114
3.717.765
– –
16.771.296
839.367
XlllVoedings-

en ge.

kunststeen …….

notmiddelen,

niet

XII

Papier …………..7.965.818

genoemd in degroe-

XI

Glas

……………6.244.589

pen 1, II, IV en VI
41.240.215
16.979.527
35.895.472
16.384.118
5.344.743 595.40
9


XIV ‘Rijtuigen, voertui-
gen, vaartuigen en
luchtvaartuigen
. –
7.815.354 3.736.462
1.123.608
1.494.515
6.691.746
2.241.947
– –
XV
.
Andere

goederen
dan gebrachtonder
de gréepen

1 tot
en met XIV
15.003.847 15.267.636 10.831.348
7.688.991
4.172.499
7.578.645


2.216.893.332 218.450.295
1172630.762
214.935.357
1.044.262.5701
3.514.938
1
1

Totaal
……..

Handelsbew. zond. goud.
en zilv. munten munt-
mat. (groep Ilib)
2.216.891.709
218
7
022.394
1172579.392 173.486.508
1.044.312.317
44.535.886
– –

OVERZICHT
van de
waarde van
den In-
en Uitvoer
voor elke
maand van
het loopénde
jaar en de drie
daaraan. voorafgaande
jaren, met
uitzondering van gouden
en zilveren
munt
en mintmateriaa1,
in guldens.

Maanden

Invoer

.
.

Uitvoer’)
,
1921
1

1922
1

1923
1924
1921
.1
1922 1923
1924

214.136.278
152.495.668 173.045.849 177.506.065
115.835.310 86.106.447 91.487.819
116.522.007 170.369.270
.
213.830.220
152.353.594 162.189.535 185.223.674 120.956.498
84.204.248 94.601.855 125.465.290

Januari

……..
Februari ……..
1’1 art
………
180.328.763 165.440.620 186.545.160 107.204.662 112.879.875 106.977.347 131.906.705 195.772.602
.
167.451.702
169.639.064
189.679.735 108.819.697
92.729.841 97.005.415
136.430.618
168.114.951
194.080.257
160.129.701
218.738.134 93.818.710
108.423.679 104.128.702
135.517.501

April

……..

188.559.719 150.899.735 159.533.444 188.746.940
120.815.908
100.680.880 97.860.255
110.783.833
Juli

……….
170.674.007 163.863.700
157.464.022
198.162.017 105.420.129 104.572.575
95.693.9f9
134.417.411

Juni

………..

186.640.179 178.807.927 150.975.066 174.416.738 142.544.083
99.442.892
107.933.082
137.772.584
Seiitember

‘. ..
197.271.439 164.616.506 166.474.283
189.686.167
135.749.765
115.612.131
127720.569
162.791.232

Augustus …….
..

179.043J71
186.643.442 192.923.258
218.022.394
114.694.641 112.003.008 125.848.400 173.486.508

Tôt. Jan./Oct.
1.884.4) 1.836
1.691.541.294
1.657.81.4.842
1.926.727.02 1.165.859.403 1.016.655.576
1.049.257.363 1.365.093.689

Dct’ober ………

175.806.364
172.295.111
176.660.045 106.623.879 104.350.396 126.123.548

ovémber …….
December
…..-
180.000.903 163:762.355 174.750.818
.
97.115.318
100.225.239 127.839.691
Totaal

..
0.219.103
2.O27.596
2.009.225.705
1.369.598.600
1.221.23111
1.303.220.602

1) Hieronder zijn niet begrepen de bunkerkolen en bunkerolie voor Ned. schepen.

7 Ianuari 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

PA

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. *** heteekent: Cijfer’s nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

Ned (Disc. Wissels.
4113 Dec.’24
Zwits. Nat. Bk. 4
16Juli ’23

Bk. Bel.Binn.Eff. 5
13Dec.
1
24
N.Bk.v.Denem. 7
17 Jan. ’24

‘lVr8ch. inR.C. 6
13 Dec.’24
ZweedscheRbk 5j
8Nov.’23

Javasche Bank. 4120
Oct. ’24
Bank v.Noorw. 6 26Nov.
1
23

Bank van Engeland
4
5Juli’23
Bk. v. Tsjecho-

Duitsche Rijksbk. 10
29Dec.’23
slöwakijë. 6
27Mei ’24

Bank v. Frankrijk 7
llDec. ’24
N. Bk.v.O’rijk. 13
6Nov. ’24
Belgisçhe ITat.Bnk. 6
14Feb.
’24
N. Bk.v. Hong. 12
18Sept.’24

Fed. Res. Bank N.Y. 3
8Aug.
1
24
Bank v. Italië. 5j
11Juli’22

Bank van Spanje. 5
33Mrt. ’23
Z.-Afr.Res.bnk 6

OPEN MARKT.

Amsterdam
Londen
Berlijn
New Vork
1
Data
Part.
disconto
Part.
disc.

Pa rt.
Cali-
money1)
Part.
Prolon-
disconto
gatie
(3 mnd.)
3mnd)

3 Jan.

’25
3%
334
3%

’18
4_%

29D._3J.’25
3%
3%_43.
311/4

3i
4_584

22727
D. ’24
3%-%
3%-%
318/14

3_
1
18
4_5%

15-20 ,, ’24
313j
3% _3%
11/’s-1

3
2% _3%

31 D.-5 J.’24
41
1
s

4% _5%



4% _551
4

1-6 J.
1
23
3% _7f
3_%
23/8
1
/9


35%

20_24.Jli’14
3’j-‘j
2%_3% 2%_%
21/,_%

lq(_2%

1)
Koers v. 2 jan. en daaraan vooratgaanae wegen tm. vrijaag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Da a
New
Londen
York)

Berlijn
Parijs
Brussel
Batai’ia’)

30 Dec. 1924
2.4613/
11.681

58.75

1
3
.371
12.321 98
5
%
31

,,

1924


– –

1Jan.1925




– –
2

1925
2.46s/
11.711

58.75

13.
4
11
12.371 99%
3

»

1925

11.711 58.75
13.39
13.35

99%
5

,,

1925
2.48%
11.741
58.70
13
.
26
1
1
2
.
27
1
9934
Laagste d.w1)
2.463
11.87
58.60
13.23
12.23

9834
Hoogste d.wl)
2.47%
11.761

58.80
13.44
12
.
40
.1
99
%
29 Dec.

1924
2.46151
16

11.
6
71
58.771
13.35
12.321
98%
22

,,

1924
2.47%
11.651

58.90
13.33
12.35

987/
Muntpariteit
2.48
12.10
59.26
48.-
48.- 1100
5)
Noteering te Amsterdam. ‘) Noteering te k(otteraam.
1)
Particuliere opgave.

Data
se2Jrd
Weenen
Praag
B::ka-I
Milaan
I
Madrid

30 Dec.

1924
48-
0.00341
7.46
1.25
10.39
34.56

31

,,

1924


7.45
1.25


1

1925


– –


2

1925
48.10
0.00341

7.45
1.25
10.35
34.50
3

,,

1925
48.10
0.00341

7.44
1.25


5

1925
48.10
0.00341

7.43
1.25
10.41
34.50
Laagste d.w
1
)
47.95
0.00341
7.42
1.20
10.321

34.40
Hoogste d.w
1
)
48.20 0.003-“j
7.48
1.30
10.50
134.60
29 Dec. 1924
47.9734
0.00341
7.48 1.25
10.49
134.55
22

,,

1924
47.95
0.00341

7.50
1.25
10.64ji
34.55
Muntpariteit
48.-
50.41
50.41
48.-
48.-
48.-

‘) Noteering te Am’terdam.
*5)
Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.

Da
0
t
Stork-
holm’)
Kopen-
hagen)
Chrls-
tiania’) fo

Buenos-
Aires
1)
Mon
treali)

30 Dec.

1924
66.60
43.621
37.30
6.22
‘98%
2.46
31

1924



6.22
98%
2.46
1

1925


– –

2

,,

1925
66.60
43.621

37.30 6.22
98% 2.457/
s

3

1925
66.50 43.60
37.30 6.20
99
2.46
5

1925
66.45 43.60 37.40 6.20
99
2.453/
4

Laagste d.w’)
6″.35
43.45
37.15
6.18
9834
2.45%
Hoogste d.wl)
66.65
43.75 37.45 6.26
99%
2.46%
29 Dec. 1924
66.50 43.70 37.30
6.22
98% 2.45%
22

,,

1924
66.80
43.40
37.30 6.22
97%
2.4634
Muntpariteit
86.67
66.67
66.67
48.-
105
2.48
5)
Noteering te Amsterdam.

) Noteering te k(Otterdam
1)
Particuliere opgave.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cabie).

a a
D t
Lo
($perg)
Par
ij
s
($p.lOOfr.)($p.iOOMk.)($p
Berlijn
Amsterdam
100 gid.)

30 Dec.

1924
4,3762
5,41
23,81
.40,50
31

,,

1924
4,7337 5,43 23,81
40,52

1Jan.

1925
– – –
.

2

,,

1925
4,7475
5,42
23,81
40,52

3

,,

1925
4,7537 5,42
23,81
40,54
4

,,

1925
4,7662
5,39
23,81
40,55

23 Dec.

1924
4,6975
5,38
23,81 40,38
Muntpariteit ..
4,8667
19,30 23,81%
401/

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN

Plaatsen en

INoteerings
Landen

eenhe den
20Dec.
1924
27Dec.
29
D.
’24
/3Jan.’25’
1924

Laagste/Hoogste
3Jon.
1

1925

A.lexandrië

Piast.
p. £
97151
97151
97′,,
99
i
‘Bangkok

.
Sh.
p.
tical
1/10
ij,
1/10 i1
1110/,
1110
Lj

11101/
B. Airesl)
.
d.
p. $
45%
4525/32

4513/
16

46%
4611,
Calcutta

..
Sh.
p.
rup.
L/61i,
1167/32

116
1
/
1
6y,
1
.6
5
/
32

Constantin.
.
Piast.p…€
870
883
8r0
880
875
Hongkong

Sh.
p. $
214
9
/
2149/32

2 3%
A
45
1is
Lissabon
1) …
d. per Mii.
2sj
2′,,
.
2″
27/,
2181
12
Mexico
…….
d. per
$
26
26 25 27
26
Montevideo’)
d. per
$
49s,,
50
1
4
50%
51
50%
Montreal


$
per
£
4.72+
r
,

4.721/,
4.71% 4.77 4.76s/
R.d.Janeiro
1)

d. per Mii.
57/
8

571,
5271
61/32
529/32

Shanghai

Sh.
.p.
tael
3,2sf
8

3125;,
311%
325
8

311%
Singapore….
id.
p. $
210i
2148/
2 41
8

2I471
112
2143
/
VaiparaisoS).
peso
p. £
40.30 40.20 40.20 40.70 40.70
Yokohama
..
5h. p.yen
1,75,
17
8
1,
‘17%
1
734


Koersen oer vooratgaanae aagen.
‘) l
eiegranscn Translert.

,W ug.

ZILVERPRIJS 1)
GOUDPRIJS
8
j
Londen
N.York2)
Londen
29Dec.
1924.. 31%
68%
29Dec.
1924..
8811
30
1924..

319/
6634
30
1924.:
880
31

,,
1924..

31181
16

665/
4

31

»
1924..
8812
1
Jan.
1925.. 31%

1

Jan.

1925.. 879
2
1925.. 31%
67
2
1925..
87/9
3
‘.1925..

32
67%
.

3

.
1925..

5
1924..

34i

64%
4

,,
1
1924..
96/2

20 Juli 1914..

2411,,,
54
1
j8
20Juli
1914…
84110
1) p. oz. stand.
2)
Foreign siiver.
3)
p. oz. line.
r

STAND VAN ‘.RIJKS KAS.
51e Minister van Financiën maakt bekend:

Vorderingen

1
29
December
1924
1
5
Tjc

Saldo bij Nederi. Bank..
f


f
10.30 I.9i2,91

Saldo bij betaalmeesters..
,,

6.073.599,37
,,

7.141.966,70
Voorschotop uit. Nov. 1924
aan de gemeenten
op
voor haar door Rijk te
heffen gem. ink.bel. en
opcenten
op
Rijksi nk.bel.
,,
79.537.424,-
,,
79.537.424.-
Voorsch.’ aan de

koloniën
,,

13.429.190,90
,,

6.525.802:07

Voorsch. a. h. buitenland
,,217.211.755,77 ,,216.770.409,73
Daggeldleeningen

tegen
onderp.
v.
scbatk.papier

Voorsch. door deNed.Bank
f
11.494.753,03

f


Schatkistbilj. in omloop’)
,,1
91.601.000,-
,,1
79.493.000,-
Schatkistprom. in omloop
,,
89.740.000,- ,,117.720.000,-
Waarv. direct bij Ned. Bk.

Zilverbons(met inbegripv.
de bedragen bij de betaal.
meesters in kas) …….
,,
23.075.019,-
,,
22.887,327,-
Door den Postch.- en Giro-
.
.
dienst in
‘s
Rijks Schat-
kist

gestort
………..,,
27.935.055,93
,,
39.504.070,75
1)
Waarvan
f
37.056.000 verval en
op of
na
1
April
1927.

NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Koloniën maakt bekend:
27
December
1924
1
3
Januari1925

Voorschot uit
‘s
Rijks
kas aan N.-I.
… .

._-
f

3.032.000,-

f


md. Schatk.prom. in oml.
,,
80.000.000,
,,
80.000.000,-
Muntbiljetten in omloop.
39.117.000,- 39.063.000,-
Ten voordeeie
v.
N.-I. ge- boekt beleggingsgeid
v.
h. N.-I..muntfonds….
6.140.000,-
,,

6.140.000,-

Totaal
f
128
.
289
.
000,
_
I
f
125
.
203
.
000,
_
Tegoed v.N.-I. bij Jav.Bnk. ,, 9.808.000,- ,, 7.454.000,-
Idem bij ‘sRijks kas…. ,,

,, 6.095.000,_

18

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN .

7 Januari 1925.11

NEDERLANDSCHEBANK:

Verkorte Balans o6Januari 1925

Aetiva..

Binnenl.Wis-fflfdbk.
f

53.302.366,99

ls,P
ro
m., Bijbnk.

26.415.240,23
enz.indiscAg.sch.

43.567.467,12-
f
123.285.074,34
Papier o.h. Buiteni. in disconto

… ….
.


Idem eigen portef.
.
f
113.108.741,-.-


Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet afgel.

,
113.108.741,-
Beleeningen
nc1. vrsch.
Bfdbk.
f

83.068 599,81

in rek.-:rt.
Bijbnk’.

16.39384,44
Agch.

7.7.712.437,80

f

177.174.522,05

-Op Effecten.

.. …
f
175.006.022,05
OpGoederen en Spec. ,,

2.168.500,_
177.174.522,05
Voorschotten a. h. Rijk

-.. ,,

Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud

.. ..
f

56.273.845Ç-
Muntmat., Goud

,, 448.303.853,66

f
504.577.698,66
Munt, Zilver, enz..

12.520.160,96
Muntmat., Zilver…

Effecten

,,
517.097.859,62

BeleggingRes.fonds.
f

5.627.261,91
id. van ij v.
ii.
kapit.,,

3.985.960,68
9.613.222,59
Gebouwen en Meub. der Bank

…. …… ,,
5.212.500,-

Diverse
rekeningen

,,
101.938.708,66

f
1.047.430.628,26
Passiva.
Kapitaal

f
20.000.000,-
Reservefonds

,,
5.655.237,53
Bijzondere reserve

,,
8.235.000,-.
Bankbiljetten in omloop

,,
954.979.075,-
Bankassignatiën in omloop…….._… ,,
2.923.648,90
Rek.-Cour.
j
Het Rijk
f
11.259.502,33
saldo’s:

‘, Anderen,, 29.566.963,06
40.826.465,39
Diverse
rekeningeü

,,
14.811.201,44

f
1.047.430.628,26

Beschikbaar metaalsaldo
.

f
3
1
6.880.9
1
8,
2
8′
Op
de
ba8ia van
‘/, metaaldekking…..
1
17
.134.
1
80,4
2

Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. ,, 1.584.400.090,-
Voornaamste posten’ in diiizenden guldens.

Data

Goud Zilver Circulatle
1
opeischbi
Metaal- Ikings
schuldent saldo I perc.

5 Jan.
1
25504.578 12.520

954.979 43.750 316.880 52
29 Dec. ‘241504.613 12.619

935.446 60.745 315.518 52
22

‘241504.621 12.991

925.171 71.804 317.734 52
15 ,,

’24 504.632 12.736

935.256 74.635 314.899 51
8

’24 505.250 12.056

945.782 67.086 314.238 51
1

’24 505.222 12.042

964.007 58.109 312.339 50

7 Jan. ’24 581.776 7.704 1.052.469 34.133 371.512 54

25 Juli ’14 162.114 8.228

310.437

6.198 43.51
1
) 54

Hiervan
1.

Papier
1
Dlvse

Totaal
1
Schatkist-
1
Belee

ophef
Data

bedrag promessen
1
nin gen

bulten- t reke-
______________ dlSCOfltOS!re
c
htsfreeksl

land

ningen
2)

5 Jan 1925 123.285

177.175 113.109 101.939

29 Dec. 1924 119.683

171.775 112.036 97.068
22

1924 123.377

162.971 112.626 101.153
15 ,,- 1924 134.386

7.000 163.335 90.046 126.115
8 ,, ‘ 1924 141.610

10.000

159.833 63.271 150.349
1

1924 143.089

6.000 194.178 55.377 144.506

7 Jan. 1923 254.424

46.000 162.039 25.958 77.566

25 Juli 1914 67.947

14.300

61.686 20.188

509
1)
Op de basis van
2/5
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.

SURINAAMSCHEBANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Metaal


Andere
opeischb. Discont. IDlv. reke-
Data

schulden

ningen’)

29,Nov. 1924.. 1.096

1.659

1.907

1.046

512
22

,,

1924.. 1.097

1.502

1.051

1.031

534
15

1924… 1.092

1.515

1.004,

1.037

526
8

,

1924…. 1.091

1.657

629

1.028

471
1

1924.. 1.120

1.681

674

1.029.

313

f Dec. 1923…1.150

1.636

835

1.191

628

5Juli 1914…

645 j 1.100

560.

735

396
1)
,Sluitpost der activa.


JAVASCHE BANK

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

1
Goud
1
Zilver
1
Circulatie

3Jan.1925

186.500

280.500

88.000 112.800
27 Dec. 1924

187.000

276.500 100.000 111.700
20 ,, 1924

187.000 •

278.000 102.000. 111.000

6Dec. 1924 ‘133.637

54.444 281.401 114.906 109.616
29Nov.1924 134.037

54.671 276.701 113.471 111.357
22

1924 159.079

54.816 277.971 109.708 137.048
15

1924 158.954

55.429 280.592 113.202 136.205

5Jan.1924 151.899

62.083 263.407 103.615 141.382
6 ,, 1923 156.613 . 56.967 266.025 106.211 139.809
25Juli1914 22.057

31.907 110.172

12.634

4.842
2

Wissels,

Dek-
D

Dis-

buiten

-Belee-

iv
:
rse

kings-,
a a

conto’s

N.-Ind.

ningen

r n

percen-


betaalb.

n
1

tage

3Jan.1925

138120

– 56
27 Dec 1924

137 540

.50
20

1924

141.160

49

6Dec. 1924 35.059

15.664

92.230

74.349

47
29 Nov.1924 34.859 17.056

95.768

63.085

48 22

1924 34.749 17.454

94.065

36.818

55
15 ,, 1924 34.584 17.820 100.274

3,6.240 , 54
5Jan.1924 35.611 25.364

86.224 – 26.723

58
6 Jan. 1923 35.386 29.207

84.722

23.879

57

25 ,:kili 1914

7.259

6.395

47.934

2.228

44
)
Sluitpost activa.
)
Basis
21
metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notee, in duizenden nonden sterlinn

Data
Metaal
‘Circulatlel’
II

Currency_Notes

Bedrag

Goudd.

Gov. Sec.

31 Dec.

1924
128.560 128.296
295.025 27.000
248.111
24

,,

1924
128.524 129.752
302.095
27.000
255.127
17

1924
128:512
125.504
296.642
27.000
251.432
10

1924
128.504 124.445
290.879
27.000
245.588
3

1924
128.495 123.796
288.098
27.000
243.776
26 Nov. 1924
128.491
123.066
285.378 27.000 240.922

2 Jan. 1924
128.058 127.521
292.692 27.000
248.688

22 Juli

1914
40.164
29.317

– –

.

Data

1

00v.
1

Other
1
Public
Other
ReserveIk1ngs_
1

Dek

Sec.
Sec.
Depos.
1
Depos.
1
Derc.’)

31 Dec.’24
68.580 103.600
8.511 165.779
20.014
11,5
24

,,

’24
41.920 83.590
14.852
111.280
18.522
14,61
17

,,

’24
42.040
72.398
10.557
108.751
22.758
19 10

,,

’24
57.042
72.740
10:039
‘125.697
23.809
17
1

5
3

’24
84.152
72.852 10.400
133.270
24.449
17,07
26 Nov.’24
41.198

82.391 18.743 112.275
25.175
19,21

2 Jan.’24
52.262 108.966
13.434
150.193
20.287
12,40

22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
525/,
1)
Verhouding
tusschen Reserve en Deposits.

BANK
VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in millioenen francs.

Waarv.
Te goed
Bult
gew.
Schat-
Wis-
Data
.
Goud
in het

Zilver
In het
voorsch.
kistbil-
.,
sets
buifenl. bulten
1. ajd. Staal
jetten
1)

1Jan.’25’
5.545
1.864

306
569
21.800
4.877
‘5.914
25Dec.
1
24
5.545
1.864

306 570
22.600
4.872′
‘5.241
18

,,

’24
5.545 1.864

305 570
22.400 4.867
4.900
11

,,

’24
5.545
1.864

305 569
22.700 4.864
4.612
4

,,

’24
5.545
1.864

305 569

23.600
4.857
5.595

3Jan.’24
5.540
1.864

297
574
23.100
4.590
4.264

23 Juli’14
4.104

639




1.541

Waarvan
Uitge-
Belee-


Rekg. Courant
Dal,,
op het
stelde
nin en
Circalatle
Parti-
Staat
buitenl.
Wissels
cuueren

1Jan.’25
24
9
2.939

.
40.885
2.814
12
25Dec.’24
21
9
2.930
40.604
1.959
14
18

;,.

’24
26
9
2.922

.
40.518
1.970
17
ii

,,

’24
31
9
2.933
40.568
1.847
27
4

,,

’24
31
9

‘2.783
40.701
2.018
15

3Jan.’24
22
13
2.405
39.114
2.569
’16

23 Juli’l41
24

718 5.911 943
400

1) In disc, genomen’ wegens voorsch. v. d. ‘Staat a. biiitenl. regeeringen

14

7Januari1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

Data

Goud

Daarvan
bij bui-
tenl. circ.
banken
1)

Jieviezen
als uoud-
del’king
geldende
Andere
wissels
en
cheques

Belee-
nlngen

23 Dec.

1924
717,6
218,5
2311,2
1.959,8 24,2

15

1924
696,2 230,6 232,1
2.079,0
17,2

6

1924 696,1
235,3 232,0 2.169,6
8,1

29 Nov. 1924
695,5
240,0
231,8
2.290,2
18,6
22

1924
694,8
240,0
231,6
2.171,2
18,5

15

1924
694,6
240,0 231,5
2.154,8
17,1

23 Juli. 1914
1.358,9
._
750,9 50,2

1 Shuld

Data
Effec-
1
Diverse Circu-
Rekg.-
Diverse
aan
ten Activa
3
.)1
lolie
Crt.
Passiva
enten-
bank

23 Dec.

1924

78,3

1.782,8

1.765,0

985,8

1.565,7
488,3
15

1924

78,7

1.838,0

1.723,2

1.131,7

1.555,2 513,8
6

1924

77,9

1.757,0

1.804,0

970,7

1.524,3
684,7
29 Nov. 1924

77,8

1.655,4 1.863,2

703,9

1.682,9
787,8
22

‘1924

77,5

1.781,3

1.550,1

904,4

1.702,8
800
15

1924

77,3

1.748,0

1.633,2

749,5

1.705,7
800

23 Juli

1914

330,821

2,00,4 1.890,91

944,-1

40,0
1)
Onbelast.
2)
W.o. schatk.papier.
3
)
Wo. Rentenbankscheine:
23, 15,6
Dec.,
29, 22, 15Nov.
resp.
272,1; 342; 322,5; 302,8; 532.6; 495,3
miii.

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in mil.lioenen francs.

Data

j1

24Dec. 24
359
85
480
1.479
349 5.250
7.590
435
18

1
24
358
85
480 1.434
281
5.250
7.530
376
ii

’24
357
85
.
480
1.395
359
5.250
7.613
338
4

’24
357 85
480
1.283
465
5.250
7.619
238
27Nov.’24
358
85
480
1.312
395
5.250
7.603
293
20

’24
,,
358
85
480 1.262 437
5.250
.7.599
256

27 Dec.’23
364
85
480
1.210
310
5.300
7.345
284

VEREEN.IGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamte posten in. millioenen dollars.

Goudvoorraad
Weltig
Wissels

Data betaal-
middel,
.
Totaal

Dekking
In
her-
d’ c. v. d.
in
de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc. ember
markt
tanks
gekocht

17Dec.’24
2.954,1
1.869,5 94,5
283,8
336,8
10

,,

2
24
2.997,5 1.868,4
95,2
254,3

.
352,8
3

,,

’24
3.027,9
1.951,5
90,0
248,9
354,6
26Nov.’24
3.04,3
1.968,4
87,7
221,4 281,0
19

’24
3.050,8 1.972,6
92,4
233,8
275,2
12

,

’24
3.047,9
1.997,1
90,1
224,2
248,2

19 Dec.’231
3.091,1
1

2.201,5
72,3
1

750,2
322,4

Belegd
Notes
i
Totaal
Gestort
(ioud-
Dek-
Algem.
Dek-
Data
in
u. s.
Gov. Sec.
in circu-
1

1
e
1
P
0
?
Kapitaal
.
kings-
kings-
lutie
1
perc.’
perc.
2
)

17Dec.’24

564,2

1.871,5

2.256,3

112,0

71,5

.73,9
10.,,

’24

551,9

1.8538

2.259,3

112,1

72,8

75,2
3

,,

’24

574,9

1.849,0

2.305,4

112,2

72,8
,

75,1
26 Nov.’24

582,2

1.845,3

2.202,7

112,2

75,2

77,4
19

’24

587,1

1.823,5

2.270,4

112,2

74,5

76,8
12

’24 ‘588,4

1.829,2

2.235,4

112,2

74,9

77,2

19 Dec.
123

81,3

2.296,4

1.882,9
1

110,2

74,0

75,7
1)
.Verhou ing totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden:
F. R. Notes en netto deposito.

2)
Verhouding tolalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN
BIJ HET
FED. flES. STELSEL. Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data Aantal
Dis-

1
conto’s

t
Beleg-
IReserve
bij de
Totaal
depo-
i
Waarvan
time
1 banken
en

1
beleen.
gingen
F. R.
banks

1.669

sito’s
t
deposits

10 Dec.’24
739
12.972
5.604
18.125
1

4.826

3

,,

’24
739
12.915
5.611
1.724
18.170

4.826
26Nov.’24
741
12.870
5.817
1.625
18.061

4.857

19

’24
743
12.824 5.618
1.697 18.045

4.862-.
12

,,

’24
743
12.872
5.560
1.645
18.177

4.823

12Dec.’23
766
11.918
4.472
1.424 15.345

4.059
Aan het
eind van

ieder
kwartaal
wordt
een overzicht gegeven van
enkele
niet
wekelijks
opgenomen
bankstaten.

EFFECTENEURZEN.

Amsterdam, 5 Januari 1925.

De eerste dagen vati het nieuwe jaar hebben voor de
internationale beurzen een voortzettiirg gebracht van de
opgewekte stemming, we’ke reeds aan het einde van 1924
te constateeren is geweest. Vooral te B e r 1 ij n zijn de
omzetten vrij sterk gegroeid, hetgeen des te merkwaardiger
is, waar zoowel de regeeringscrisis, als de niet-ontruiming
der Keulsche zOne en de gebeurtenissen hij de Seehancilung
en de Barmat-ondernemingen toch factoren ivaren, welke
in staat waren een druk op het koerspeil uit teoefenen.
Hier stotid echter tegenover, dat uit industrieele kringen
herha1delijk berichten binnenkwamen omtrent een goe-
den gang van zaken, waarvan de desbetreffeiide aandeelen
dan ook hebben kunnen profiteeren. Tegelijkertijd werd cie
markt gestimuleerd door een ruime geidmarkt. Men heeft
hiervan ook gebruik gemaakt door aankoopen te onder-
nemen van aandeelen in ondernemingen, wier goud-balans
reeds gepubliceerd is en die desniettemin nog onder pan
noteerden. Over het algemeen heeft in den laatsten tijd (ie
meening ingang gevonden, dat er geen reden is voor een
noteering onder pan, wanneer de goud-balans reeds met
alle eventueele ongunstige factoren rekening had gehou-
den. Deze opvatting heeft tiit den aard der zaak ruilingen
van foudsen in het leven geroepen, waardoor de aandeelen-
markt mcde een zeer opgewekt voorkomen heeft verkregen.

Ook t6 L o ii d e n is de stemming vast gebleven, met
uitzondering vn beleggingsfondsen. Vooral in de obliga-
ties der 3 pCt. Conversieleening
,
heeft zich eeb scherpe
reactie voorgedaan, als gevolg van de aanbieding der re-
geering van 3.4 pCt. Conversieleening k
771%
pCt. mini-
mum, waarvoor inschrijvingen worden iugew’acht. Ook bui-tenl a dsc’he beleggingspapieren hadden geen opgewekt ver:
loop; zoowel de Gnieksehe vluchtelingen-leening als de ])uit-
sehe herstelleening moesten zich een geringe reactie ge.
troosten. Daarentegen bestond op sommige afdeelingen van
cle aandeelenmarkt een zeer optimistische tendens. Spe-
ciaal gold dit vooi rubberwaarden, we’ke, in overeenstem-
mning met de vrij groote prijsverhooging voor het ruwe pro-
duct, iii omvangrijke posten uit de markt
,
werc1en gedomen.
Ook de rijzing van den sterlingkoers htsft de beurs gun-
stig beïnvloed. Die invloed is nog krachtiger geworden,
uia.ulnt bekend werd, dat de gouverneur van de Bank of
fngland, tezamen met n der’ directeuren, in alle stilte
naar New York ii’aren vertrokken, naar men algemeen
aanneemt ter bespreking van maatregelen tot herstel -en
behoud van de gouclpariteit voor het pond sterling.

• Ook te P a rij s heeft een herstel zijn intrede kunnen
doen. Voor een deel ‘was dit liet gevolg van dekkingec val,
contramine-posities en deze vloeiden weder voort, uit gun-
stige opvattingen omtrent de financieele gestie der regee-
ring. Wel heeft het een eenigseins onaangenamen indruk
gemaakt, toen door ecu rapport van den heer Jldienger
bekend werd, dat de op p. 10 van dit No. besproken
Amerikaansche leening netto niet meer clan 89 ucillioeui dollar heeft opgeleverd, waaruit dus een hankiersprovisie
van 5 pCt. te coricludeeren valt. Aan den anderen kant is liet publiek in Frankrijk lclanrblijkelijk van meening, dat
cle kwestie der intergeall icerde schulden langzamerhand in
liet stadium van een voor Frankrijk bevredigende oplos-
sing is gekomen.

Te New Y o r k is nog geen keerpunt in de stemming
ter beuirze ingetredeui. De omzetten bleven zeer groot en
in liet bijzonder voor spoorwegiiande&en viel een stijgende
belangstelling waar te nemen/Doch ook industrieelen heb-
ben in vele gevallen een aanmerlcelijken vooruitgang kun-
iièn aantoouen, in verband met de toeneming van cle orders
op velerlei gebied. Voorts heeft liet regeeringsra.pport om-
trent dec katoenoogst een gunstige uitwerking gehad. De opbrengst wordt op 700.000 halen meer geschat, dan een
maand geleden nog liet geval was. Dientengevolge is ook
grootere levendigheid ontstaan in de texti&fabrieken van
Nieuw-Engeland; de meeste fabrieken werken .daar thans
op ongeveer 70 pCt. huiuer capaciteit.

‘I’eru onzent heeft cle beurs een uiterst opgewekt verloop
gehad, waarbij alleen op den laatsten dag der herichts-
periode een ige stagnatie is ingetreden. Ook de heleggings-
inarlct heeft fra ctioneel e koersverbeteringen kud nen beha-
len; ondanks de grootere belangstelling, welke de aandee-
lenmarkt heeft getrokken. 6 pOt. Ned. Werk. Schuld 1922:
102, 1 O25/; 4% pOt. Ned.’ Werk. Schuld 1017:
87%,
88¼;
7 pOt. Indië: 1021%, 10215/
18
; 8 pOt. Sao Paulo 1921: 95%,

96%, 95%.
Opvallend is cle verbetering voor ruubberaandeelen ge-
weest. De verbetering van den

prijs voor het product, welke

N

20

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1925

te Londen tot een .willige tendens aanleiding heeft gegeven,
heeft ook hier haar uitwerking niet gemist. Toch konden in de meeste gevallen de hoogste koersen niet behouden
blijven. Eet koersherstel scheen in een te snel tempo te
hebben plaats gevônden, waardoor de technische markt.
positie zwak was geworden en niet bestand tegen den
stroom van winstnemingen, welke ten slotte, als een na-
twirlijke reactie, is opgekomen. Toch kon de ondergrond
(Ier afdee’ing nog vast blijven. Amsterdam Rubber C. Mij.:
1677/, 172; ilessa Rubber: 17034, 190,
18234;
Indische
11 ubber Coanp.: 241 34, 260 34, 2523/2; Kendeng Lembon:
204, 211%, 20834; Majang Landen (Mij. tot •Expl. der
Verg.) : 3,5, 345, 350; Ned. Indische Rubber en Koffie Cult.
Mij.: 24234, 246, 251; ‘Oost Java Rubber Mij.: 257
e
267,
263%; R dam Tapanoeli Cult. Mij.: 13%, 12%, 16; 3cr-
badjadi 215,
2
2234, 223; Wai Sumatra
1.3434.
146, 1.41%. ‘Jahaksaan deelen waren eveneens gunstig geci isponeerci,
(toch zonder (le groote omzetten, w’elke voor de rubbermarkt
kenmerkend zijn geweest. Hier was clan ook geen bijzon-
dere aanleiding welke tot opwaartsche bewegingen heeft moeten voeren. Arenclshurg Tabak Mij. 41934, 427; Be-
soeki Tabak Mij.: 279; Deli Batavia Mij.: 3714, 380; Dcli
Mij.: 386, 398, 398%;
Soekowono:
294%,
267 (ex div.) 272.
De suikermarkt was beter van stemming, dan sinds
eenige weken het geval is geweëst. Voor aandeelen H.V.A.
en J avosche Cultuur Mij. bestond zooveel vraag, dat het
percentage van.het in de achter ons liggende week gedéta-
eheerde dividend voor een goed deel kon worden ingehaald.
Ook voor de overige, minder courante soorten was de ten-
(lens doorgaans opgewekt. Cultuur Mij. der Vorstenlanden:
161,
16534;
Handels Mij. Amsterdam: 452%, 337% (ex
(Iiv.) 443; Javasche Cultuur Mij.: 360%, 347% (ex div.)
352; Moorman & Co.: 3.50
1
/2,
358
1
/2,
357; Wattatoelis Pop-
poh: 650, 660. •
Petroleiimaandeelen hebben, wat het hoofdfonds betrelt, de aanduidingen der huitenlandsehe beurzen gevolgd. Ook
cle bijsoorten hebben echter koersverbeteringen kunnen be-
halen, zij heh in . veel geringer mate. Naarmate de koers-stijging voor aandeelen Koninklijke Petroleum voortgang
heeft gehad, werden de verkooplimites, welke geleidelijk in
de markt waren gekomen, uitgevoerd, zoodat cle stijging
tegen het einde der berichtsperiocle sneller kon plaats viii-
den dan in het begin. Niettemin trad ook hier ten slotte
een lichte reactie in. Geconsolideerde HolI. Petroleum Mij.:
175,
181%,
180; Dordtsche Petroleum Mij.: 359%, 37234,
376; Koninklijke Petroleum: 378%, 395%, 399.
Van inclustrieele aancieelen hebben. verschillende soorteii
sterk de aandacht getrokken. Het varen voornamelijk aan-
deden in kunstzijdefabrieken en aandeeleu Jurgens, welke
tot stijgende prijzen int de markt werden genomen. Iii den
aanvang was dit ook met Phil ips-Gloeil ampen het geval,
tot hier op den laatsten beursdag een zeer scherpe reactie
is ingetreden. Eenige oorzaak voor deze beweging is niet
inn te geven, geweest. Du Croo & Brauns: 1734, 15/;
CenLra]e Suiker: 112
34,
117, 116; Hollandsdhe Kunstzijcle:
145
5
y
s
,J52%, 157%, 162; Jurgens: 7034, 7334, 75%; HolI.
Mij. t. h. maken v.
w.
in Gew. Beton: 119, 120; Necler-
iain:scl:e Kuustzijde: 327, 333%, 339%, 346%;. Philips
Gloeilampen: 319, 327%, 323%, 308%; Rotterdam Droog-
lok Nij.:. 163%, 167, 16934.
De scheepvaartmarkt heel t de opgaande lijn van de ge-
Iièele nirlct ten deele mede’gemaakt. Waar de stijging hier
echter niet
01)
een bepaald aanwijsbaren grond plaats heeft
gevonden, daalde de belangstelling reeds spoedig en heeft
het koerspeil zich dientengevolge ook niet kunnen hand-
haven. Holland-Amerika Lijn: 67, 71%; Kon. Ned.
Stoomboot Mij.: 78%, 81%,
82%;
,,Maas” Stoomv. Mij.:
1,07%, 110%, 112; Stoomv. Mij. Nederland: 151, 155%.,
Bankaandeelen waren stil, doch als regel vast. Amstei’-
danische Bank: 128%, 129%, 129%; Incasso Bank: 98,
99%; Ned. Handel Mij.: 121, 122
34,
123
5
/8;
Ned. md. Han-
dels ]3nk.: 135
34,
137; 133%; Rotterdamsche Bankverg.:
07, 66% ; Twentsehe Bank: 108 34, 106 (ex div.), 107.
Op de mijnmarkt hebben aandeelen in tinmaatschappijen
de leiding. gehad; doch ook aandeelen Redjang Lebong ble-
ken goed gevraagd te zijn. Billitou Mij. lste Rubr.: 477,
500; Redjang. Lebong: 334, 336; Siloengkaag: 78%, 95,
97%; Singkcp:.211, 226, 224%.
Dé Amerikaansche markt was kalm, doch zeer vast. Ame-
riean Water Works: 19734, 192, 191; Anaconda Copper:
94%, 94%; Studebaker:, 1110, 1130, 1132.50; United. Sta-
tes Steel: 119%, 120, 122h; Peruvian: 425%, 42%; Unjdn
Pacific: 1493/
4
, 150, 1493;
4
‘; Wabash Railway:
2
1
7
I,
22,
2234; Missonri, Kansas en Texas: 722, 730. J)e geldmarkt is, na een enkelen dag van stroefheid, ruim
geworden; prolongatie gold ten slotte 3% pCI.

GOEDERENHANDEL

GRANEN.

6 Januari 1925.

Deze week kwamen aan de graanmarkt, vooral voor
broodgraan in Noord-Amerika, sterke prijssehommelingen
voor, doch de vaste grondtoon blijft bestaan. De sterke
prijsverhooging voor, broodgraan, die in den loop van De-
cember vooral aan de Noord-Amerikaansche markten is
tot stand gekomen, weet zich dan ook goed té handhaven.
ivlei-tarwe is te Chicago sedert 1 December tot 5 Januari
en te Winnipeg 19
5
/8
dollarcent per 60 lbs. gestegen.
Hoezeer de toestand aan de tarwemarkt sedert den zomer
veranderd is, blijkt uit het feit, dat in het hegin van Juni
de December-termijn beneden de $1,10 per bushel stond,
terwijl die op den ]aatsten dag van het jaar te Chicago’
op $ 1,75% en te Winnipeg op $ 1,83
5
/s sloot. Aan de ter-
niijnniarkteu in Argentinië kostte tarwe in de eerste dagen van Juni 11 Pesos en op 31 December stond nieuwe tarwe
per Februari te -Buenos Aires op 15,80 Pesos en te Rosario
op 15,25 per 100 KG. Het ziet er niet naar uit, dat voor
broocigraan in liet loopende seizoen nog een blijvende prijs-
daling van beteekenis, zal plaats vinden en naar veler mee-
ning zal op nog hoogere prijzen moeten worden gerekend
In Noord-Amerika is er reeds sprake van, dat de prijs te
Winnipeg en Chicago spoedig de .$ 2 zal bereiken en clie verwachting werkt mede tot de beperking van de aanvoe-
ren aan cle Westelijke markten der Vereenigde Staten iii
Canada. De voornaamste reden van de kleine aanvôeren
der laatste weken zal echter wel liggen in het zeer koude
weder, dat overal in Canada en in het Noord-Westender
Unie heerscht. Nu en dan viel het ook deze week weder
moeilijk de prijzen aan de Nood-Amerikatuische markten
to handhaven, maar op scherpe prijsverhooging volgde dan
weder onmiddellijk een herstel. De laatste dag der hier
beschouwde week, 5 Januari, was echter weder zeer’ flauw
met sterke prijsdaling voor tarwe en rogge en de markt
sloot voor tarwe te Chicago 4%, te Winnipeg 24 dollar-
cent per 60 lbs. lager dan een week tevoren. Rogge te
Chicago was cent lager. Het ligt echter in de lijn van
de prijsbeiveging der laatste weken, dat nu weder prijs-
herstel volgt. Tot deze onzekefe houding der markt wordt
zeker bijgedragen door de omstandigheid, dat in verschil-
lenide Europeesche invoerlanden Noord-Amerikaansche
tarwe nog steeds door wederverkoopers. goedkooper wordt
aangeboden, dan zij in het uitvoerland te krijgen is, zoodat
naar die landen geen nieuwe zaken in Noord-Amerikaan-
sehe tarwe worden gedaan en dus in Noord-Amerika de
vraag voor export beperkt blijft. Hetzelfde geldt reeds lan-
gen tijd voor rogge met betrekking tot Duitschland en
Nederland. Slechts in Scandinavië werd Vrij geregeld rogge uit de Vereenigde Staten gekocht. Met dat al zijn de Noord-
Anuerika,:cnsche roggeverschepingen reeds eenigen tijd zder
Icleini en ofschoon de voorraden in Nederland en Duitsch-
land wel iets afnemen, blijft de vraag daar onbevredigend.
Lang zal liet echter waarschijnlijk niet meer duren, vÔÖr
nieuwe geregelde inkoopen uit Amerika noodig ziju’ oin de
voorraden aan te vullen. Reeds werden op een enkelen dag
dezer weelc, nadat op 30 December rogge te Chicago zeer
flauw was geweest, met een prijsverlaging voor den Mei-
termijn van 5 dollarcent per 56 lbs. w’eder directe zaken naar Dciitsehland gedaan op verlading in Januari en Fe-
bruari. Den volgenden dag werd te Chicago de erlaging
echter reeds weder geheel ingehaald en tot eén verderen geregelden handel kwam het nog niet. Misschien. zal de
flauwe markt van 5 Januari weder tot zaken leiden. Tarwe – werd vooral in Engeland deze week sterk gekocht. Aan de
ladingmarkt werd vooral Australische tarwe verhandeld en
J3ritsch-Inclische, die tegenwoordig de goedkoopste soort is
cii in verband met de hooge tarweprijzen en de gunstige
vooruitzichten voor den nieuwen oogst ruim wordt aange-boden. Van Caandeesche tarwe is liet aanbod niet groot en
zeer liooge prijzen werden in Engeland voor No. 1 Mani-
toba betaald. Op 2 Januari werd Januari/Februari afla-
ding voor 72/3 en Februari/Maairt voor 73/3 per 480 lb.
cif Londen gekocht, terwijl op 2 Januari 1924 de prijs voor
Januari/Februari 44/4% bedroeg. Het Europeesche vaste-
land koopt eveneens geregeld tarwe cii nergens kan men
zich, veroorloven om geregelde aanvulling van voorraden
iichterivege’ te laten. De omzét was aan verschillende vas-
telandsche markten niet groot, doch de telkens wederkee-
nende vraag houdt toch onder de tegenwoordige omstan-
uligheden telkens sterke prijsdaling tegen, vooral ook nu
(le wereldverschepingen reeds cenige weken klein zijn door
af name der Noord-Amerikaansche hoeveelheid. Tot de op
sommige dagen der week sterk op den voorgrond tredende
aste stemming in Noord-Amerika werd in sterke mate
bijgédragen door de klachten over de nieuwe wintertarwe,

7.
Januari
1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

21

Noteeringen.
LocoprijzenteRotterdam/Amsterdam.

7 Jan.
Chicago

l
Buenos
Aires
Soorten
5 Jan.
29Dec.

Data
Lijnzaad

1925
1924 -1924
Tarwe
Mars
Haver
1
Tarwe Maïs

i

T
arwe
*

…………..
1

Rogge (No.
2 Western) ..
18,25
15,90 18,50 16,10

Mei
Mei
Mei
Febr.
Febr. Febr.
12,50
9,75
3Jan.’25
177.(

1277/

62
1
/
8

15,80

11,_
2
)

23,75
Mais (La

Plata) ………
2

256,- 253,-
212,-
27Dec.’24
1771/,
1)

1267/
8
1
)

61

1)

15,75

11,15
2
)

23,75
Gerst
(48
ib. malting)

.
2
261,-
261,-
208,-
3Jan.’24
1074

748/,

4581,
11,20
2
)

9,702)

19,702)
Haver
(38 ib. ‘ihite clipp.)
1

14,_
4
)
13,75
4
)
10,35
3

,,

’23
1292/
2

7111
2

44 11,45

8,30
2)

17,-
Lijukoeken
(Noord-Amen-
3

,,

’22
108

52

37.(
fl,20

7,15

17,_

.
kavan La Plata-zaad)
1
14.75
14,80
13,65
20Juli’14
82

568/
8

3634
9,40

5,38

13,70
. Lijnzaad (La Plata)

..
.
.
3
1
504,-. 501,_
463,-

1)
Per
December.

2)
per Januari.
‘)
per
100 KG.

2)
per 2000
KG.

3)
per
1960 KG.
‘No.2Hard/Red Winter Wheat
4
)
Canada
No. 3.

AANVOEREN
in tons
van 1000 KG.

Artikelen

Rotterdam

Amsterdam
Totaal

28 Dec./I
Jan.
.

Sedert
Overeenk. 28Dec.1I Ja,:.
Sedert
Overeenk.
1925 1924

1924125
1 Jan. 1925 tijdvak 1924
19241’25

.
1Jan. 1925 tijdvak 1924

Tarwé


6.131
1.133
.-



1.133
511.
185
3.167
– –

185
3.167
Boekweit

.

… .-……..

.


1.654




1.654
Mais .
…… .. ..

. .
13.577
6.702
8.010



6.702
8.010
Gerst.
.. .. …. .. ..
.
600
300
397



.

300
397

Rogge

..

……………….

300

3.202
– –


3.202 3.367
250
L99


– .
250
199
Haver
………………….

Lijnkoek
………….
2.350 2.250
54
– –

2.250
54
Lijnzaad

…………..

Tarwemeel …………..

5.093
1.113
565

663
332
– –
1.445 565
Andere
meelsoorten
.165
50
101



50
101

welke

te

lijden

heeft

gehad

van

strctigc

koucle

zonder
loopig te ki:ti:ieii

rekenen

uit Bulgarije e,i,

tot de Donau
sllcoiuwbellekkiilg.

Volgens

1:ct

&ffj(-iecic

Washi:.:gtorische
door ijs gesloten

z’al
zijn,

ook van

Roemenië.

Het maïs-
,vcerhericltt

zijI:1

(Iie

]dï:clitcit

echter

overdreven

cii

is

er
,aubod ‘ali

LIlisliWil heeft zich nog niet weder herhaald.
vcl degelijk nog veel sneeuw gcvallei:, die de knus op be –
Uit Australid, Zuid-Afrika en l3ritsch.Indi6 wordt geregeld
Intigrujke schade heeft voorko:iien. Het valt :iiet te outkci::-
rnaïs naar Engeland verkocht,’doch
01)
het vasteland trek-
Ie,], (lat een ongunstig resultaat valt dcii oogst der Noord-
kei deze soorten weinig belangstelling. Iii Noord-Amerika
::ieiikaai:sclie

viiiteitarvo

groote

gevolgeti

zou

kunnen
kon de nlaïsprijs zich niet handhaven, omdat de aanvoeren
lieIbeii

voo’

de toekomstige t:rwevoor’.ieting Valt Europa,
17U
en dan nogal groot zijn, doch prijsdaling vail beteekenis
oind;it

iii

(lit

scizoeii

de ljescliikbare

tl.r,vevoorradlcl1

(ie

be-
schijtit niet te verwachten te zijn.
Il()CftCIl

,Iei

.ifl’oelIaUdCiI

slechts

zoo

weinig

overtreffeti,
,,

Gerst was vast uict uitzouclericig van een enkelen fIl.u-
,litt

CITL

liet

einde

van

liet

seizoen

veel

ininder

ta]8’C

ZII
dag na een sterke prijsdaling te Widlnipeg, die dade-
zijn overgeble’c:i dan iii andere jaren. Uit iigentlnlë Nvordt
1
lijk

weder

werd

ingehaald.

Amerikaaiische

gerst

werd
-ei

bericht,

dat

cle

kldtellten

over

slechte

opbrengst

o’er:
veder

in

1)eperktc

heveclheid

verhandeld

naar

Duitseh-
li-evcii

zijn

geveest,

lll1Iar

het

st .a.t

VaSt,

chit

iie

oogst
land

en Nederland.

In

I:Ige1:iinI narn de vraag toe en mcdi
‘eeI

kleiner

is

ch)ii

liet vorige jaar.

..Aiistralië

zal

niet

zijii
deed daar behil’e in Noordl-1liIerikaaiiscl8e soorten, vooral
zeer

groote

tarw’e.opbrengst

wel

veel

kun tien

goedinukeit,
geregeld

zaketi

in

Britsçh-Indiscbe

gerst.

Over

het

alge-
maar in

ieder geval

zal Europa toch flink iiioeten

blijven
meen

is

0

het Europeesche

vasteland

iie

kooplust voor
putten

tilt de Noord-Ainerikaansche voorraden en cle hou-
gerst onbevredigend, terwijl

liet gerstaanbod van

Rusland
ders daarvait zijn

daarom niet hun

aanbod

niet scheutig.
eii Roemenië gering blijft.

Het weder

in

Noord-Afrika, is
In Argentinië is dc tariveprijs geleidelijk wat gestegen, doch – hij voortduring gunstig.
de laatste clageit Was ook Argentinië flanwer en de termijn-
In

haver blijven

cle voorradeit

in de

invoeilanden

lang-
iii:irkten sloten op 5 Januari tegenover den 29 December
ziiani afnemen, doch de vraag is bij voortduring slecht en
onveranderd tot 15 centavos per 100 XC. lager.
ondanks cle ongunstige berichten over den – Argentijuschen
Voor maïs konden cle prijzen zich deze week goed hand-
oogst zijn cle zaken in haver kleih. Nu en dan valt eenige
haven, vooral door verdere vermindering van de Argentijn-
verbetering te bespeuren in Engeland, doch van veel botee- –

selic

vei-schepingen,

terwijl

bovendien

de

voorraad

in

de
:kenis zijn ook daar de zaken niet.
Ai’gentijiis(Ihe havens nog wat afnam.

Ja

sommige Engel-

sche havens, vooral Liverpool, zijn de maïsvoori’aden -echter
SUIKER
Zc’er groot,

wat daar

tot teleurstellende vraag leidde.

De
riris voor l’lata-in:iis

na icnrrelancl

is

clan ook niet veidei
..

.


lii

1 in
t
i i k a

o is

de

in ikt

cdiii uide

cle

ifgeloopcn

ucsteiren.

01)

liet

vasteland was

dit

hier

en

daar

id

liet

week prijshoudend gestemd en oudergiiigen cle noteermgen
t

.

.


.
cval als verdere Stal) naar geheel herstel

wii cie

pariteit
01) cie termijnmarkt nagenoe” geen verandering, terwijl cle

0


-.


met den Aroentijtischen prijs. Aai

cle Argentijnsche mais-

prijs voor Spot Centr. wat aantrok. Een en ander blijkt
.


markt

kwaien

zeér

weinig

fluc-tuaties

voor.

:0e

laatste uit ondervolgende cijfers:

la’reii

brokkelciet

de

prijzeii er

een

kleiniglicid

af

en

het
Sp. C.

Jan.

Mrt.
Mei

.Juli

slot was op

5 Januari

onveraiderci tot

10 ceutavos per
,Slot voorafgaande week …….

4.59

2.78

2.82

2.92

3.03

100 XC. laovr clan op. den 29sten Deceiii,ber. De berichten
Opening verslagwek

……..4.52

2.80

2.82

2.92

3.04

over de nieuwe mals zijn nu goed en de staiicl is normaal.
Slot verslagweek

…………4.65

2.85

2.87

2.98

3.09

Het laagst bleef in Europa cle prijs nog te Autwerpen, dat
:0e ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. ho-

dan ook herhaaldelijk spoedige Platamaïs naar Nederland
droegen deze week 14.000 tons, de versmeltingen 22.000 tons

verkocht. Daar blijft de vraag naar maïs goed en ioorraclen
(tegen 33.000 tons verleden jaar)

en de voorraden

23.000

woi-den nauwelijks gevormd. Een, lading Platamaïs, aange-
tons.

.

konien te Falmouth, vond dan ook in Nederland plaatsing
in Cnba. ivaren op
3
.J an.uari 96 fabrieken aan liet malen

en

werd

naar

Rotteidain

gedirigeerd.

Voor

den

eersten
tegen

112 vej-leden jaar op dat tijdstip.

Afdoeningen in

keet- werden deze week de Argeiitijnsclie verschepingen, die
Proi11Pt’ Cubasuiker vonden plaats tot prijzen varieerend

139.000 qrs. bedroegen, overtroffen door cle afladlingen van
ttisschen – 2,81

en

2,84

cle.

(met

als

laagste

prijs

daurtus-

liuslaiid

en den Balkan van tezamen

188.000 qrs.

Reeds
– schen 2,75 dc.)

c. & fr. New York.

hedingt Platamaïs een premiebovea oost-:iiuropeesehe soor-
Je laatste Cuba,statistiek is als volgt:

ien. en hiermede giiig een uitbreiding gepaard van de zaken

1924

1923

1922

iii deze maïssoorten haar Engeland,, dat zich daarvoor tot
Tons

Tons

Tons –

no

toe weinig had geïnteresseerd. Na eenige prijsverhoo-
.

Weekontvangsten Nieuwe Oogst

45.979

18.529

29.900
Lly
in

het be’iu der week wrorclt mais uit Roemenië en
Tot, sedert 1Dec. ’23_27 Dec.’24.

64.774

25.876

76.878

ulgarje op liet nu bereikte niveau wedej- meer aangebo-
Aantal werkende fabrieken …..77

75

51

den

en

schi

jnt een

rustpu.nt

in

cle

prijsbeweging te

zijn
Weekexport 27 Dec. 1924 . . . .

35.833

3.714,

21.948

bereikt.
01)
vei-dei-e flinke verschepingen schijnt men voor-
Totaal

………………….42.333

3.714

40.907

22

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

.
7
Januari
1925

Totale voorraad op 27 Dec:’24

23:850

22.162

45.349

Consumptie ………………91

75

In Duitschiand verleende de Regeering vergunning
tot den uitvoer van verdere 100.000 tons ruwsujker.
De Zichtbare Voorraden zijn volgens Czarnikow:

1924

1923

1922

Tons

Tons

Tons
Duitschiand 1 Nov. ’24 ……345.000 256.000 298.000
Tsjechoslowakije 1 Dec. ’24 ..’ 706.000 593.000 470.000

Frankrijk, 1 Dec. ’24 ……..305.000 208.000

176.000
Nederland 1 Nov. ’24 ….. …

115.000

53.000

91.000

België 1 NQV. ’24 ……….61.000

51.000

51.000

Engeland 1 Dec.
1
24 ……..154.000

164.000

334.000

Totaal (Europa).. 1:686.000 1.325.000 1.420.000
V.S. Atlant. havens 31Dec.’24

16.000

27.000

12.000
Cuba alle havens 27 Dec.’24. .

24.000

22.000

45.000
binnenl. 13 Dec. ’24….

33.000

4.000

Totaal .. 1.759.000 1.378.000 1.477.000

01) J zc v a ging er deze week zeer weinig om. De V. J. P.
verkocht witte suiker uit oogst 1925 tot
f
11 voor JuIi/
Augustus levering, terwijl de tweede hand Juli levering tot

f
II. i% verkocht.

JIj er te lande was de markt deze week aanvankelijk
flauw gestemd, doch herleef de de kooplust plotseling in
het midden der week, waardoor prijzen ongeveer
f Y.,
oplie-
pen. flet slot was prjshoudend met afdoeningen tot
f20
voor Mei en Augustus. De omzet bedroeg deze wek 2800
tolis. –

KATOEN.

Noteering voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands.)

2
Jan.
1925
26
Dec.
1924
19
Dec.
1924
I

2
Jan.
1924
1

2
Jan.
1923

New York voor
Middling
.
..
24,20 c
24,30e
24,_ c
35,40 e
26,45 c
New Orleans
.
.
voor Middling
23,80e
23,90e
23,90 c
35,_ c
26,50 c
Liverpool vöor
Middling
.

13,57 d


d
13,28 d
21.06 d*1
15.40d*)
•) Voor fully middling ouden Standaard.

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).

*
1
Aug.’24
Overeenkomstige
periode

tot
——

26Dec.’24
1923-24 1922-23

Ontvangsten Gulf-Havens.
1
Py
Atlant.Ravens
j
4798
4035

Uitvoer naar Gr. Brittannië
1383
1121
867
,,’tVasteland etc.
2243
1722 1581
Japan

…..
463 339
296

Voorraden.
(In duizendtallen balen).

Overeenkomstig tijdstip
26Dec.’24
1923 1922

Amerik

havens ……..
1575
1096
1063
1627
1109
1382
212
164.
71
Binnenland ……………
New York

…………….
459 296 267
New Orleans

…………….
Liverpool ………………
487
340
497

KOFFIE.

De markt bevond zich deze week geheel onder cleii iii-
vloed -van den. jaarovergang, (lat wil zeggen dat zij, . voor
zoover zij niet gesloten was, in eene rustige stemming ver-
keerde. Ook cle terinijnmarkten vertoonden geen giootc
opgewektheid en de. prijzen schommelden van den eenen dag op den atideien met kleine verschillen heen en weder. Zij Nvareil aan de ochtend-cali te: –

Rotterdam (Santos.contract)

Amsterd. (Gemengd con-
– basis Good

tract) basis Santos Good

Mrt. Mei
1
Sept. Dec. Mrt. Mei
1
Sept. Dec.

6 Jan. 60
1
/8 59

567/
8
55

59′

7
/8 55
1
j,
53
30 Dec. 60

60

57/8 55% 59

57% 55% 5334
23

567/
8
547/s
531
i

563/

5534 5234

50
16 ,,

5634 55i

1
51%
54/8
1
5 27/, 50% 48

De slot-noteeringen te New.York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

Mrt. 19251 Mei 1925 sept. 19251Dec. 1925

5 Jan……….$ 20,u(7

$ 19,78

$ 18,20

$ 17,60
29 Dec………,, 21,75

-20,55

19,22-
22

,………..19,97-

19,15

17,95
15

,………,, 19,05

,; 18,28

17,05
in den loco-handel bleef hij beperkten omzet cle betere
toon, clie reeds cle vorige week merkbaar

was, aanhouden
en de officieele noteeringcn alhier werden verhoogd van 74 e. op 75 c. voor Superior Santos en van 63 c. op 64 c.
voor 11obnsta, alles per 4 NO.

Dat de prijzen
Op
het oogeciblik werkelijk buitengewoon
hoog genoemd kunnen woi-den blijkt wel zeer duidelijk uit
de jaarcijfers, op 31 Dec. I.I. gepubliceerd door cle firma
Leonard Jacobson & Zonen alhier. Oniler deze cijfers is
ook opgenomen de loop der prijzen (in cents per 3. KG.)
van Java koffie van af 1811 en van Superior Santos koffie
van af 1835. Bij beschouwing van tien prijsloop van laatst-
bedoelde soort (wat hoeveelheid betreft de hoofdsoort van
de goheele wereldepbrengst), blijkt dat in de laatste 90
jaren de prijs slechts Unmaal hooger is geweest clan thans, namelijk in 1916, toen ten gevolge van den oorlog de pi-ij-
zen van alles, ook van koffie, door verschillende oorzaken
tot eene abnormale hoogte warea
.
gestegen. De hoogste en
laagste prijzen van Superior Santos gedureude de perioden
van rijzing en daling van af 1835 tot einde 1924 worden
gevonden in de ondcsrtaandc jaren in cents:

1835 29
35

1887
37
k
551
483l
1837 28
22
25 ‘

1899 20 .1818k
17
20
k
1839 27
29k

1900 _2Pj
28k
24125 20
1848 18
15

1903 .18 15k
21
1
20k
22
1863 40
41
40

1916 53
92

51 44
46
11

N.O.T..
1868 26
23
25JI

1921 40
32
3%
1874 64
69f
50 55 52 1924 43 59
1
58 73 72
75
1883 224
21
28j 25 33

De belangrijkheid van de Nederlandsclie koffiemarkt (Bot.
terdani en Amsterdam tezamen) spreekt uit onderstaande
gegevens, ontleend aan de maandcijfers der makelaars G.

Duuring & Zoon, Kolf 1 & Witkanip, Leonard Jacobson &
Zonen en 0. Bijdecidijk, alhier, en Cnn dc bekende statis-
tek van dc firma G. Dnurig & Zoon. alhier:

Invoeren.

Nederland.
Geheel Europa en

Ver. St.v. N. Amerika
1924
2.542.000 bn.
20.772.000 l)n.
1923

……..
1.703.000
18.745.000
1922

……
2.035.000
17.696.000
1921

……..
2.121.000

,,
17.800.000

Afleveringen.

Nederland.

Geheel Europa en
Ver. St. v. N. Amerika
1924 ……..2.494 000 bn.

20.690.000 bn.
1923 ……..1.916.000

19.825.000
1922 ……..2.012.000

17.892.000 »
1921 ………2.179.000

18.052.000
Van Bruzilië valt heden te vermelden, dat op 1 dezer
liet uitvoerrecht van koffiè aldaar verhoogd is van 1 Mii-
reis per 10 KG. op 3 Milreis.
Hetzelfde exporthuis te Sautos, dat einde November
schreef, dat de Braziliaaus-he planters den, volgenden
(1925/26r) Santös-oogst op 9 ii 10 millioen balen raa.mdeu,
(zie het bericht in het vorige Nununer), seinde nu, dat de
l)lantel

s hunne raming verlagen op S millioen balen, en
dat de aanvoeren uit dcii loopenden oogst te Rio sterk zul-
len afnemen. –
Rotterdam, 6 Ja nuari 1925.

(Ifededeeling van

cle Vereeniging voOr den Goederenhanclel
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.

te Rio
1
• te San tos

1
Wisselkoers
Data

I

1

1

te Rio
Voorraad

Voorraad
Jj1
bp
Londen

5 Jan. 1925

372.000

40.175 1.807.000

43.500
559154

61/
iG

29 Dec.

1924

427.000

40.725 1.869.000

43.500
22

,,

1924

428.000

38.950 1.908.000

43.000
5591
4

5 Jan. 1924

331.000

20.65

592.000

26.000
5251

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië.

te Rio
te
Santos

Data
Afgeloopen
Sedert
I
Sedert
week
1Juli
week
I

1Juli

3 Jan.

1925.. …
31.000

1

2.441.000
1
138.000
5.620.000
3 Jan. 1924…

.
74.000
2.216.000
177.000
5.135.000

N.V. Ha’idel en Cultuur Mij.
v/h. Smidt & Amesz q.q.
Edgar & Co’s Handel
Mij. Soerabaja ……..
Hand.-Verg. v/h. Reiss&Co.
Int. Hand. & Cred.Mij. IHEC
Jacobson v. d. Berg & Co…
Koning, Teves & Co…….
Landb. Mij. ,,Ge.boegan”…
Maintz’ Productenhandel..
Mirandolle, Voûte & Ce…
Wm. H. Müller & Co…..
Ned. Kolon. Handelsvereen.
Tiedeman & van Kerchem.
Weise &Co …………..
Order ……………….

115

4694
4668
141

995 995

1192
1192

5416 5416

884
884

171
171

2420
2336
:

84
311

9118
9508
.121

1896
1846
50

1946 1946

– –

3453 3453

33

2402
2156
279

14408
13078
1328

459 58972.

57428

2003

ki

7 Januari 1925

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

23

Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.

Zichtbare voorraad op 31 December 1924 i duhzenden balen.

1924 1923 1922 1921 1920

Voorraad in Europa.. 1.594 1.429 2.254 1.749 2.068
Stoomena ÇBrazilië ..

438

723

564

611

520
n. Europa Oost.Indië.

66

76

21

39

2.098 2.228 2.839 2.399 2.588
Voorraad Ver. Staten 629 712 967 1.668 1.601
Stoomend ‘
naar

,Brazilië

417

637

418

388

841
Ver.Statenj
3.144 3.577 4.224 4.455 5.030

Voörraad in Rio …..379

.318

1.463

1.825

521

Santos

1.831

531 2.271 3.077 3.180
Bahia . .

30

41

22

46

34

Totaal …..5.384

4.467

7.980

9.403

8.765

Op 1 December …..5.631

4.872 8.257 9.112 8.449

Op 1, Juli ……….5.071

5.340

8.639

8.700

6.750

THEE.

in de achterliggende week was Londen als theemarkt
nog gesloten, terwijl hier vrijwel geen.afdoeniugen tot stand
kwamen. Men wanht op cle veiling van

8 Januari, waarin
en. 14.000 kisten Ned.-I[nd. thee aangeboden zullen worden.
‘ciwaclit wordt een goede vraag voor binuenlandsche con-
sumptie, waar de voorraden, opgeslagen onder vigueur van het vroegere, zooveel lagere invoerrdcht, zeer sterk aan het
;aïnemen zijn.’ Voor het verloop van de veiling zal veel.
afhangen, hoe Londen in deze week zich zal houden.
Waar er een groote hoeveelheid thee n.l. 61.000 kisten
13r.-iludisc]ie en 26.000 kisten Ceylon-thee wordt aange-
boden en de kwaliteit der Britsch-Illnclisclie thee over het
algemeen een vermindering aantoont, zou liet geen wonder zijn, indien lagere prijzen aangelegd werden.
De aanvoer van thee in Amsterdam en Londen gedu-
rende dc maand December bedroeg Amsterdam: 15.055 kis-
ten N.-T. thee tegen 19.224 kisten in 1923, Londen: ’42
millioen Ihs. ]3ritsch.Indische cii 9,3 millioen lbs. Ceylon-thee, tegenover resp. 37,4 millioen lhs. en 9,7 millioen lbs.
iii 1923.
Amsterdam, 5 Januari.

RUBBER.
De vaste stemming op de rubbermarkt bleef gedurende
de afgeloopen week voortduren. – Vooral de prijs voor loco
rubber is belangrijk gestegen, terwijl de verdere positie’s
in verhouding achterbleven.
De slotnoteeringen zijn:
einde voorafgaande week
Crêpe

Januari 110

ct……………..104ct.

Jan./Maart 110

,……….. .. .. . 105j

April/Juni 106

,……………..102
Smoked Sheets – Januari 101
1
/2 ,……………
101
Jan./Maart10i

April/Juni 100

, ………………100k

5 Januari 1924.

KAPOK.

(Opgave van de Makelaars Gebrs. van der Vies, Amsterdam

Kapokstatistiek op 31 l)ecember 1924.

Voorr. Aanv.
Verk.

Vooir 1 Jan.
tot tot

op
Importeurs:

1924
31Dec. 31Dec.

31Dec

(in pakken).
Burma Handel-Mij…….

1271
1271


H. G. Th. Crone.. …….


3444

3444
Edgar
&
Co…………..

438 438


Van Eeghen
&
Co ……..


4626 4626

COPRA.

De markt was de afgeloope week voartdurend zeer vast
gestemd. Betrekkelijk groote posten stoomende Copra wer-
den regelmatig tot oploopende prijzen door consumenten
uit de markt genomen. Het aanbod van Indië blijft zeer
klein.
De noteringen zijn:
Nederl..Ind. f.m.s. stoomend ……..fi. 36
Januari/Maart afi.

363
Februari/April

36X
5 Januari 1925.

STEENK6LEN.

De toestand op de kolenmarkten gedurende cle laatste
14 dagen is geheel beheerscht geworden door het uitblijven van vraag van de zijde van bona-fide koopers, waardoor de
prijzen: aan den 1 laawen kant zijn geraakt. Het feit, dat de
mijnwerkers in Westfalen een loonsverhooging van. ca
.
S34 pCt. hebben weten door te zetten, waarvan het natuur-
lijke gevolg zou zijn en ook op dcii duur zal moeten zijn,
dat de prijzen naar boven moeten, heeft aan de algemeene
flauwte niets kunnen veranderen.

De prijzen zijn als volgt:

Northumberland Ongezeefde ……………
f
11,85


Durham Ongezeef de

—————–

— 13
1

Caidifi Ongezeefde ——————–,, 15,75


Schotsche Gezeefde ———————

11,40
Yorkshire Gewasschen Doubles ———-14,75
Westfaalsche Vetförder —————-

15,25
Vetstukken

: …………..

–17,50
Smeenootjes —————

17,25
Gasvlamförder

…………15,25
Gietcokes

…………..

—-20,75
alles per ton van 1000 KG., franco station Rotterdam/Am-
sterdam.
Westfaalsche bunkerkolen fob: Rotterdain/Anisterdam

.f
11,50. Markt traag. 6 Januari 1925.

VÈRKEERSWEZEN.

VRACHTENMARKT..
liet Oude Jaar heeft wat betreft de algemeene vrachten-
markt een zeer gunstig einde gehad, terwijl le éerste dagen.
van het Nieuwe de verwachtingen hierop gebouwd, niet
hebben beschaamd.
In liet bijzonder valt van Australië eji van Britsch Indië
een levendige vraag naar ruimte waar te nemen. Ook de
vi-achten van La Plata zijn yast
te
noemen. Deze verschijn-
selen zijn zeker van belang, waar anders tegen liet einde van het jaar met dc verschillende feestdagen de markten
meestal een lusteloos voorkomen hebben, terwijl nu inte-
gcndeel de afgeloopen week verschillende afsluitingen heeft
gezien. –
Van de havens, die iii liet winterseizoen dooi’ ijs gesloten
zijn, zooals Montreal en Archangel, zijn geen ladingen meer
te verwachten. De Oostzee cchter is, ten gevolge van den
tot nu toe-vrij zachten winter daar, wat cle Zuidelijke havens
l)etreft, riôg open, maar dc vraag naar ruiiiite is van dien
kant natuurlijk zeer gering. Havens als Snndsvall, die
meestal half December plegen te sluiten, zijn thans nog
ijsviij en deze haven w’ordt bij’. zelfs verwacht tot half
Januari toegankelijk te blijven –
Van Australië (Zuid/Victoria/Syduey) werd voor booteii
van circa 7500 tons tot 49/- naar de Middellanclsche Zee/
U. K./Contineut betaald, terwijl grootere hooten circa 46/-
ii 47/. kunnen bedingen.
– Wat Britsch-Indië betreft is 28/- te krijgen on the dead-
weight. van Bombay of Karachi. Voor rijst van Burmab
wordt door bevrachters 32/6 geboden naar Bordeaux/Ram.
burg range, basis dOn haven laden ééa haven lossen, maar reeders blijven op het oogenblik in het – algemeen op 33/9
houden voor booten van 6[7000 tons. Tonnage is hier vrij
schaarsei.
Van cle Madras-kust werd 35/- betaald voor Kernels naar
de Middellanclsche Zee/Continent.
De graanvrachten-markt van de Gulf- en Noord-Amerika is een uitzond?ring op de hierboven vermelde gunstige ver-
schijnselen en blijft ougeanimeerd. De eenige mogelijkheid
om zaken te doen is een lading van de Northern Range
naar de Midde]landsche Zee voor een boot van 40.000 qtrs.
per Januari/Februari ad dc. 16, basis 1 loshaven.
Voor het vervoer van kolen van de Nooi

d-Amerikaansclie
Atlantische havens wordt tonnage gezocht met caricelling
15 Februari naar West-Italië tegen $ 3,20.
Wat betreft La Plata werden boeten afgesloten van not
aboveSnn Lorenzo tegen vrachtcijfers varieerend tusschen
25/- en 27/.; naar gelang van de grootte, naar U. 1./Con-
tinent. –

24

.-

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7
‘Januari
1925

Bevrachtingon

Vffll

Citba

;ireti

veillig

iii

aantii

ifl;IaE
NIEOW.E WATERVËG.


ook hier deed de vastere todii zich gelden, en terwijl voor
November 1924
November 1923 enkele (lagen

tog 20/6 voor toiiruige van circa.618000 tons
j,

de ii v an
Aantal
N. R -T
Aantal

N

T geboden

werd,

is

int

viiuschijnIijk2.1/- te ninkn.
.
he r kom st
Val) de Nooid-Paific was geen vraag voor graalivervocr,
schepen
schepen
.
n•I:•t11• tonnage wordt gezocht voor

liiniber

iiaai

Australië,
Japan en Nooicl-Amerikaarischc Atlantische haveiis. Binneni. havens
61
52.644
32
20.491
Vaii de Middellandsche
Zee
en Zwnrte
Zee
va’t weinig
Groot.Brittannië
339
239.797
453
381.712
te

vermelden;

cle vrachten

zijn

op

een

vrij

]aag peil

en
Duitschiand
. . .
146
178.819
87
135.372
blijven stationnair.


Noorwegen
45
98.383
12
9.387
Wat uitgaande kolenvrachteii van Engeland betreft ging
Zweden
64
69.351
31
15.406
er gedurende de feestdagen weinig om, en dé vrachten blij-
Denemarken …
3
5531


‘eii gedrukt;

een

kleine

opleving

is

echter

iii

cle

laatste
Rusl._Oostz.hav
17
18.128
.4
6.019
dageti te bespeuren.

.
Finland
9
883
,

11
8.117
België …. ….-
61
105.698
.29
57.739
RIJN VAART.

Frankrijk
74
67.455
20
9.012
Week van 29 December 1924 t/m 3 Januari 1925.
Spanje
33
56.252
3
4.478
De aanvoeren v.in zeezijde waren belangrijk minder dan
Portugal

……
6
2.680
5
3.020

in de voorafgaande weken.
Italië ……….
ii
17.945
3
5.788
De scheepsruimte

was voldoende om

in

de navraag te
Griekenland.
2
3.189
4
3.399
voorzien.

.
Levnt
2
2.235
– –

i)e daghurei:i,

welke begin

der week

534

ct. bedroegen
Rusland_Zw. Zee
5
10.443
8
20.388
liepen

successievelijk terug tot 434

et.,

cle ertsvracht van
Roemenië, Buig.

9

18.246
8
16.266
f1,50 met
34

en

f
1,70 met

34
lostijd tot f1 niet
34

en
And. Midd. Zeeb

….

27
48.503
3
3.346
f1,10 met

34

lostjcl.
Over. Wk.Afrika
8
18.182


ie Bovenrijn

bleef vallend,

terwijl

cle

i3eneclenrijn bleef t
Oostkust Af rika


1
-5.104
wassen, waardoor, schepen naar -den Benedenrijn met onbe-
Zuid-Afrika
7.
1.714
11
45.165
perkten diepgang konden worden afgelaclen.
Voor-Indië
i8
60.774
6
22.952
Aangezien alle schepen hier geen emplooi konden vinden,
Ned. Oost-Indië
9
37.206
9
36.485
sleepten diverse schepen leeg naar d

Ruhrhavens om aldaar

And. Aziat. hav.

19

85.381
10
43.901
;
kolen.te laden.

.,
Australië
3
11.626
5
24.470
:let sleeplodn

werd genoteerd

volgens liet 55 ets. tarief.
Vereen. Staten.
67
287.366
33
155.108
18
47:106
3

9.564

INKLARINGEN.
Midden-Amerika
5
16691
4
13.170

IJMUIDEN


Ned. West-Indië-

Ned.

Antillen
Brazilië
4
4
7.896
11.181

3

9.991
November 1924 November 1923


Landen van
Argent., Urug
27
73.654
16
53.851
.

herkomst
Aantal
N.R.T.

Aantal

N.R.T.

Canada ……….

1
3669
2
8.863
schepen
schepen
_______
Totaal

….
1.128.564
1.104
1.696.628,
816

______
Binnen!, havens.
9
14.067
5
7977

Chili …………

116
84.363
Periode
10.683
15.584.693
8.379
11613.323

400rwegen….:
2
1.046
2
914
Nationaliteit
22
15.442
22
11.098
Denemarken
8
6 952
6
3 271
Nederlandsche
233
435.203
239


363930

Rusl.Oostzeehav
24
34:877
14
.
19:185
Britsche
312
428.976

297
395.850

Zweden ………….

Finland ……..
33
26.346
26
16.276
246
296.100
129
165:256

3
5.303
6
8.892
Noorsche
73
102.719
44
35.630

Frankrijk
16
12.604
5
.

2.994
Belgische
2
2.266
9
8.393

S ane

….

2
11l5
6

4697

Duitscbe ……….

Fransche
61
80.361
21
23.052

België…………..

3
1:642
2
1:429-
Zweedsche
57
57.035
31
13.847

Italië
5

6.843
1
977
Deensche
15
21.049
1
489

Oostenr
.
Vereen Staten
22
80.053
19

68.445

Griekenland:
1


976

– –
Andere
83
192.866
.6
53.672

1.104
1.696.628
816
Levant
2
3.411
2
4.784

Totaal
1.128.564
And. Midd. Zeeh
3
2
4.305
5.748
4
2
4.95
&
4.300
i)

1918, 10.555
schepen met
12.837.792
N. R. T.


Ov.Westk.Afrika
(Dirkzwager’s Scheepsagentuur
Maassluis.)
Ned. Oost-Indië
15
60.396
12


48.081 –
And. Aziat. hav.

1
3.872
– –
DELJiZIJL.
(November
1923)
Vereen. Staten
4
15.550
4
14.397

Midden-Amerika
1
2.081
1
1.443


Binnenl. Havens
3
508

Ned. West-Indië-
Groot.Brittannië
4
3.546
7
6.990

Ned. Antillen
3
7.819
1
1.336
Duitschland .
.
17
2.623
13
2.199

Argent., Urug
3
16.645
6
29.813
Zweden
8
1.885
4
2096
2
5.071
3
7.668
Denemarken …

1
132


Chili …………

305
36.9.456
290 342.142
Totaal

….
3

2:289

5
2.316

Periode 1 jan-
België ……….
2
1.422

39 Nov. ‘) ….
2.996

•.
3.846.858
3.009
3.501.382
Litthauen ……
VrijestadDanzig

1
2
168.
758
2

693

Nationaliteit

.
-.
RusL_Witte Zee
2
3.052
1
.

2.287

Nederlandsche
126
196.649
116
187.624

And. Midd. Zeeh
2
2.628

Britsche
51
37.039
65
64.016
1
2.26

Duitsche
61
58.073
71
49.726
Totaal
47
24.054
32
16.481
Noorsehe
l8
20.691
16
14.670
Belgische
1
1.970
1
1.623
Nationaliteit
Fransche
12
11.348
1

1.383
Nederlandsche
18
7.742
14
11.381
Zweedsehe
20
13.787
13
9.458
Britsche
2
1.124
3
1.878
Deensche
6
4.994
4

3.753

Chili …………

Duitsche
17


6.003
13
2.058
Vereen. Staten

2
10.399
2
6.770
Noorsche….. …
2
2.163

– –
Andere
8
14.506
1
3.119
Lettische
1
2.317

Totaal

…,
5
1.188
2
1.164
305
369.456
290
342.142
Grieksche
1
1.893


1) 1913, 2.294 schepen.
met
2.590.406
N. R. T.

Zweedsche …….

utthausche .
1
1.024


(Vereenigde
Scheepsagenturen
van
47
24.054

32
Elalverhout
&
Zwart en
Zurmühien &
Co.)
Totaal ….
16.481

Auteur