Herstel
Het is uiteindelijk toch allemaal meegevallen. De grate Internationale onevenwichtigheden, de dollardaling,
de beurskrach, ze hebben niet gebracht wat we ervan
verwachtten: een internationale recessie. De beurzen
trekken weer aan, de dollar houdt stand en de centrale
banken hebben zelfs moeten intervenieren om een te
sterke stijging te voorkomen. De economische groei in
de VS zet door en de betalingsbalansonevenwichtigheden verdwijnen langzaam maarzeker. Het’zwaarweer’scenario van het CPB, waarvan veel economen vreesden dat het werkelijkheid zou worden, heeft plaatsgemaakt voor een waterig zonnetje. Nu er na de krach ruim
een half jaar is verstreken is het de tijd de balans op te
maken1.
De situatie in oktober vorig jaar was zorgwekkend.
Het ‘supply side’-beleid van de VS leek zijn grenzen te
hebben bereikt. De verlaging van de belastingen en de
verhoging van de defensie-uitgaven hadden de Amerikaanse economie – en de wereldeconomie – weliswaar
een forse impuls gegeven, maar hadden ook geleid tot
een omvangrijk ‘dubbeltekort’: een financieringstekort
van de federale overheid en een tekort op de lopende
rekening. Sommige economen, met name Amerikanen,
beschouwden het tekort op de lopende rekening als een
teken van kracht van de economie, een teken dat buitenlandse beleggers geen betere plaats voor nun geld
konden vinden dan de VS. Het overschot op de kapitaalrekening zou dan het tekort op de lopende rekening
hebben veroorzaakt. De meeste economen waren echter van mening dat het tekort op de lopende rekening de
oorzaak was van het overschot op de kapitaalrekening.
In deze visie was de Amerikaanse economie in overbesteding. Men gaf meer geld uit dan men verdiende en
moest dus lenen. Dat kon niet langdurig worden volgehouden; op een gegeven moment zou de tering naar de
nering moeten worden gezet, ofwel uit angst voor hoge
rentelasten in de toekomst, ofwel omdat de financiers
(met name Japan en de BRD) niet langer bereid zouden zijn leningen te verstrekken.
De situatie werd nog erger toen de dollardaling geen
enkel resultaat leek te hebben. Het tekort op de lopende rekening van de VS groeide zelfs. De dollardaling
vergrootte bovendien de onzekerheid, waardoor de
economische groei werd belemmerd. Voor de Amerikaanse financiele markten dreigde dat buitenlandse financiers zich zouden terugtrekken als hun nog meer
wisselkoersverliezen te wachten zouden staan. Deze
dreiging werd tot oktober vorig jaar afgezwakt door enige mate van coordinate van het monetaire beleid in de
grate industrielanden, waarbij een groter renteverschil
tussen de VS enerzijds en de BRD en Japan anderzijds
werd gecreeerd. In oktober Net de Amerikaanse minister van Financien, James Baker, echter weten niet bereid te zijn de dollar tot elke prijs te steunen, en verhoogde de Bundesbank het disconto. Dit was de aanleiding
voorde beurskrach, waarbij de koersen de grootste duikeling maakten in de geschiedenis.
Het gaat echter te ver de ontwikkelingen op het politieke vlak niet alleen als de aanleiding, maar ook als de
oorzaak van de krach te beschouwen. De oorzaak van
de krach was gelegen in het feit dat de hausse te lang
had aangehouden en dat de koersen dus te hoog waren. Dit is helemaal niet bijzonder. Koersstijgingen trekken speculanten aan, waardoor de koersen verder stijgen. In zo’n situatie is er niets op tegen aandelen tegen
een te hoge prijs te kopen, zolang je ze maar verkoopt
ESB 6-7-1988
voor de koersen weer beginnen te dalen. En omdat iedereen dat probeert eindigen hausses vaak in een
krach. Financiele innovaties en technische ontwikkelingen kunnen een dergelijk proces verscherpen, omdat
ze snellere en grotere transacties mogelijk maken. Men
kan echter niet volhouden dat ze de oorzaak van de
krach zijn. Computers en markten scheppen mogelijkheden, ze dwingen niemand daarvan gebruikte maken.
Bovendien zijn er ook spectaculaire koersfluctuaties te
zien geweest voor er sprake was van computers, zoals
de beurskrach van 1929 en de tulpenbollenkrach in de
zeventiende eeuw.
Hoe dan ook, de krach maakte de kans op een recessie groter. De Amerikanen zouden nu niet meer alleen
in hun oplopende schulden een reden zien om hun bestedingen te beperken, maar ook in de plotselinge daling van hun vermogen. Zolang de BRD en Japan de leidende rol van de VS op het terrein van de bestedingen
niet zouden overnemen, zou een daling van de bestedingen in de VS haar weerslag kunnen hebben op de
hele wereldeconomie. Maar, zoals gezegd, het is allemaal niet gebeurd. De Amerikaanse bestedingen zijn
niet gedaald. De meest voor de hand liggende verklaring hiervoor is dat de Amerikanen zich niet rijk hebben
gerekend aan de hoge koersen op Wall Street voor de
krach. Uiteindelijk is de klap van de krach ook niet zo
groot geweest. De koersen zijn maar korte tijd onder het
niveau gebleven dat ze aan het begin van 1987 kenden.
De belangrijkste reden dat het met een sisser is afgelopen is dat de daling van de dollar uiteindelijk effect
is gaan sorteren. Het tekort op de lopende rekening is
niet gedaald door een reductie van de bestedingen,
maar door groei van de export. De economie van de VS
heeft zodoende niet onder het gedeeltelijke herstel van
het externe evenwicht geleden. De industriele produktie groeide in de eerste drie maanden van dit jaar met
meer dan 3%. Het tekort op de lopende rekening is in
een jaar tijd met 30% afgenomen van $12,9 tot 9,7 mrd.
per maand2. Hiertegenover staat een daling van de
overschotten van Japan en de EG. Met andere woorden: de internationale onevenwichtigheden nemen af.
En dat maakt het perspectief een stuk gunstiger.
Zo somber als we een paar weken geleden nog waren, zo vrolijk kunnen we nu weer over de internationale economische situatie schrijven. Belangrijker is echter
de vraag hoe we er over een paar maanden tegenaan
kijken. Dat valt moeilijk te voorspellen. Misschien lukt
het de monetaire autoriteiten van de grate industrielanden, geholpen door het evenwichtsherstel, de koers van
de dollar te stabiliseren. Misschien ook vallen straks de
handelscijfers van de VS tegen en zakt de dollar toch
nog tot / 1,40. Of vallen ze mee, zodat de dollar weer
boven de / 3,00 uikomt. Misschien zet de huidige trend
zich voort en verdwijnen de onevenwichtigheden zonder dat dit ten koste van de economische groei gaat.
Misschien echter raakt de economie van de VS door de
snelle groei ‘oververhit’ en staat ons toch nog een wereldwijde recessie te wachten. Economie, het blijft een
moeilijk vak. Maar dat heeft ook zijn aantrekkelijke kanten: wie zich vandaag vergist kan morgen nog gelijk krijgen.
M.A. Langman
1. Daarbij is gebruik gemaakt van het onlangs verschenen
boek van K. Calje, De krach van 1987, wat er mis ging en hoe
het verder moet, Veen, Utrecht/Antwerpen, 1988.
2. Cijfers ontleend aan IMF-Survey, 13 juni 1988.
625