Ga direct naar de content

Tijdelijk werk als springplank

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: januari 14 2005

Tijdelijk werk als springplank
Aute ur(s ):
M. Zijl (auteur)
De auteur is werkzaam b ij de Stichting voor Economisch Onderzoek (seo) van de Universiteit van Amsterdam. marloes@seo.uva.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 90e jaargang, nr. 4450, pagina 17, 14 januari 2005 (datum)
Rubrie k :
Arbeidsmarkt
Tre fw oord(e n):

Flexibilisering van arbeidsmarkten staat volop in de belangstelling. Wat is het lot van flexibele werknemers in Europa?
De arbeidsmarkt flexibiliseert. Werkgevers maken gretig gebruik van uitzendkrachten en andere vormen van tijdelijke arbeid. Binnen
Europa loopt de inzet van tijdelijk werk uiteen van vijf procent van de werkgelegenheid in Ierland tot ruim dertig procent in Spanje
(Berkhout en Van Leeuwen, 2004). Er is veel kritiek op deze flexibilisering vanwege de nadelen die dit voor werknemers heeft. Flexibele
werknemers hebben minder opleidings- en carri•remogelijkheden en aan hun wensen van baanzekerheid wordt onvoldoende
tegemoetgekomen (zie bijvoorbeeld Anderhub et al., 2003).
Flexibele arbeid biedt echter een grote kans op doorstroming naar een vast contract. In landen als Duitsland, Nederland, Frankrijk, Itali en
Groot-Brittanni heeft twintig tot dertig procent van de mensen die nu werkzaam zijn op basis van een tijdelijk contract, over een jaar een
vaste baan. Dit geldt zowel voor mensen met een contract voor bepaalde tijd als voor uitzendkrachten. Het aandeel uitzendkrachten dat
een vaste baan vindt, is in de meeste landen zelfs iets hoger. De enige uitzondering is Duitsland, waar uitzendwerk van oudsher een veel
vaster karakter kent en dus meer op een reguliere baan lijkt. De wens tot doorstroming is onder Duitse uitzendkrachten daardoor wellicht
minder groot.
Springplank
Voor velen is een tijdelijke baan een tussenstap op weg naar een vaste baan. Maar het is ook meer. Een deel van de mensen die via een
tijdelijke baan een vaste baan vindt, zou zonder die tussenstap helemaal geen werk hebben gevonden. Vier onafhankelijke onderzoeken
uit Duitsland, Nederland en Itali bevestigen dat. Hagen (2003) vindt dat Duitse werklozen zestien procentpunt meer kans hebben om een
vaste baan te vinden als ze eerst een tijdelijke baan accepteren. Na drie jaar heeft zestig procent van degenen die een tijdelijke baan
aannamen een vaste baan gevonden, terwijl in de controlegroep slechts 44 procent zo’n baan vond. Voor Nederland vinden Zijl, Van den
Berg en Heyma (2004) ook een substantieel verschil. Na vijf jaar heeft tachtig procent van de werklozen een vaste baan gevonden.
Zouden zij de indirecte route (tijdelijk werk) niet gebruikt hebben, dan zou dit slechts vijftig procent zijn. Ook is de indirecte route sneller
dan de directe.
Gagliarducci (2004) vindt soortgelijke effecten voor Itali. Hij nuanceert zijn conclusies met de bevinding dat werkloosheidperioden, die
tussen opeenvolgende tijdelijke contracten vallen, de kans op een vaste baan verkleinen. Tijdelijke contracten op zichzelf zijn gunstig,
vooral de wat langere tijdelijke contracten. Maar tussenliggende inactieve perioden, die vaak voorkomen bij tijdelijk werk, zijn ongunstig.
Ichino et al. (2004) bestuderen de gevolgen van uitzendwerk in Itali. Ook zij vinden gunstige effecten, die echter per regio verschillen.
Uitzendwerk vergroot de kans op een vaste baan van 31 tot 50 procent in Toscane en van 23 tot 34 procent op Sicili.
Spanje is de grote uitzondering in de wereld van tijdelijke contracten. Het aandeel tijdelijke contracten in de totale werkgelegenheid is
veel hoger en de doorstroming naar vast werk is veel lager. Niet meer dan tien procent van de Spanjaarden die nu een contract voor
bepaalde tijd heeft, heeft over een jaar een vaste baan. Amuedo-Dorantes (2000) trekt dan ook andere conclusies dan de Duitse,
Nederlandse en Italiaanse onderzoekers. In Spanje is tijdelijk werk geen opstapje dat de kans vergroot om (sneller) een vaste baan te
vinden. De Spaanse arbeidsmarkt is veeleer gesegmenteerd in een groep insiders met grote baanzekerheid en een groep outsiders die
rouleert tussen tijdelijke banen en werkloosheid.
Conclusie
Tijdelijk werk is voor veel mensen een springplank naar een vaste baan. Dit betekent niet automatisch dat tijdelijke banen goed zijn voor
de samenleving als geheel. Bentolila en Saint-Paul (1992) concluderen dat wanneer er meer gebruik wordt gemaakt van tijdelijke
contracten de werkloosheid in hoogconjunctuur lager is, maar in laagconjunctuur juist hoger. Het effect op de totale werkgelegenheid is
onduidelijk. Het doorzetten van flexibilisering is dus geen panacee tegen alle arbeidsmarktproblemen. Bovendien laat het voorbeeld van
Spanje zien dat we moeten oppassen met het te veel stimuleren van tijdelijke contracten. Segmentatie van de arbeidsmarkt ligt op de loer.
Marloes Zijl
Dit artikel is gebaseerd op Zijl en Van Leeuwen (2004). Het onderzoek is gefinancierd door Randstad.

Literatuur
Amuedo-Dorantes, C. (2000) Work transitions into and out of involuntary temporary employment in a segmented market: evidence from
Spain. Industrial and Labor Relations Review 53(2), 309-325.
Anderhub, V.M., Koenigstein, D. Kuebler (2003) Long-term work contracts versus sequential spot markets: experimental evidence on
firm-specific investment. Labour Economics vol. 10 no. 4, 407-425;
Bentolila, S. & G. Saint-Paul (1992) Macroeconomic impact of flexible labor contracts, with an application to Spain. European Economic
Journal 36(5), 1013-1053.
Berkhout, E.E. & M.J van Leeuwen (2004) International database on Employment and Adaptable Labour. seo-rapport 642. Amsterdam:
Stichting voor Economisch Onderzoek.
Gagliarducci, S. (2004) What is really bad in temporary employment? Firenze: European University Institute.
Hagen, T. (2003) Do Fixed-Term Contracts Increase the Long-Term Employment Opportunities of the Unemployed?, zew Discussion
Paper 03-49. Mannheim: Zentrum fŸr EuropŠische Wirtschaftsforschung.
Ichino, A., F. Mealli & T. Nannicini (2004) Temporary Work Agencies in Italy: A Springboard Toward Permanent Employment? Paper
presented at the 2004 cea Annual Meeting. Florence: European University Institute.
Zijl, M., G.J van den Berg & A.O.J. Heyma (2004) Stepping-stones for the unemployed: the effect of temporary jobs on the duration until
regular work. seo Working Paper 30. Amsterdam: Stichting voor Economisch Onderzoek.
Zijl, M. & M.J. van Leeuwen (2004) Tijdelijk werk: tussenstap of springplank. Amsterdam: Stichting voor Economisch Onderzoek.
Alle literatuur is te vinden op www.tempworkresearch.nl

Copyright © 2005 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteurs