Ga direct naar de content

Bevolkingsgroei komt met name door gezinsmigratie

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: februari 9 2023

Vorig jaar groeide de Nederlandse bevolking met 225.000 personen. Die groei kwam uitsluitend door immigratie, want de geboorte- en sterftecijfers houden elkaar min of meer in evenwicht. Door verschillen in verblijfsduur, verschilt ook het effect van immigratie op de bevolkingsgroei per migratietype.

De immigratie bedroeg vorig jaar 400.000 personen (onder wie circa 100.000 Oekraïense vluchtelingen) en de emigratie bedroeg 175.000 personen. Het jaarlijkse aantal immigranten is ongeveer verdubbeld sinds de eeuwwisseling en ligt momenteel op een historisch hoog niveau.

Immigranten komen om vier hoofdredenen naar Nederland: werk, studie, asiel en familie (gezinsvorming en gezinshereniging). Met name de aantallen arbeids- en studiemigranten zijn sterk gestegen als gevolg van het vrije verkeer van personen in de Europese Unie en de internationalisering van het Nederlandse onderwijs.

Gemiddeld over de periode 1999–2020 heeft, volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek, gezinsmigratie met 33 procent het grootste aandeel in de jaarlijkse instroom, gevolgd door arbeidsmigratie (24 procent), studiemigratie (16 procent), en overige redenen zoals medische behandeling (15 procent) en asielmigratie (12 procent). Het aandeel asielmigranten varieert daarbij het sterkst, tussen de 4 en 32 procent van de jaarlijkse instroom, afhankelijk van het aantal buitenlandse brandhaarden.

De jaarlijkse instroom zegt echter niet alles over de bijdrage aan de bevolkingsgroei. Veel arbeidsmigranten en studiemigranten blijven slechts relatief kort in Nederland. Tien jaar na aankomst is bijna 75 procent van de arbeidsmigranten en meer dan 80 procent van de studiemigranten weer uit Nederland vertrokken. Van de gezinsmigranten is na tien jaar nog ruim de helft aanwezig in Nederland, en van de asielmigranten bijna driekwart. Van deze laatste twee groepen vestigt zich dus een veel groter deel blijvend.

Als er gekeken wordt naar de immigranten die tien jaar na aankomst nog in Nederland aanwezig zijn, dan vormt de gezinsmigratie met 46 procent de grootste groep (figuur), gevolgd door asielmigratie (23 procent). Arbeids- en studiemigratie dragen minder bij. Daarbij geldt overigens wel dat een deel van de gezinsmigratie terug te voeren is op arbeids- of asielmigratie als oorspronkelijk migratiemotief.

Auteurs

Categorieën

Plaats een reactie