“Monetair beleid is in de praktijk het resultaat van een subjectieve afweging van vele factoren. De Amerikaanse econoom Taylor doet echter een aanbeveling voor monetair beleid, waarbij de rente bepaald wordt door een objectieve weging tussen de bezettingsgraad van bedrijven en de inflatie. […]
De regel van Taylor is niet minder dan een beleidsaanbeveling voor het officiële rentetarief. Taylor mag zich recent verheugen in veel belangstelling, ook van de zijde van vooraanstaande centrale bankiers en dat is niet voor niets. De formule blijkt het gedrag van centrale banken in de praktijk verbazingwekkend goed te beschrijven. Ze is dus mogelijk ook voor voorspellingsdoeleinden geschikt. De regel van Taylor werkt als volgt. Als uitgangspunt wordt een ‘neutraal’ niveau voor de reële rente gekozen. Vervolgens worden de vigerende stand van de inflatie en de bezettingsgraad van de economie er bij betrokken om tot een aanbeveling voor het renteniveau te komen.
Dit roept een aantal vragen op. Wat is bijvoorbeeld een neutraal niveau voor de reële rente? Dit is een boeiend onderwerp voor theoretici en het neutrale renteniveau kan bovendien van land tot land verschillen. Wij gaan hier praktisch te werk en treden in de voetsporen van Taylor zelf, die 2% kiest als grove schatting van het neutrale renteniveau. Een mogelijk alternatief is om het gemiddelde rentetarief van de afgelopen tien jaren te nemen. Zodra de neutrale reële rente is bepaald, wordt de huidige stand van de inflatie erbij opgeteld om te komen tot een neutraal niveau voor de nominale rente. […]
We zullen de bruikbaarheid van de regel van Taylor evalueren door het ‘voorgeschreven’ rentebeleid af te zetten tegen het werkelijke verloop van de officiële tarieven. Dit doen we voor vier grote landen, die hun monetaire beleid grotendeels op de binnenlandse ontwikkeling baseren, te weten de Verenigde Staten, Duitsland, Japan en het Verenigd Koninkrijk. De regel van Taylor is niet bruikbaar voor landen die een wisselkoersdoelstelling hanteren, zoals Nederland, omdat de regel van Taylor juist binnenlandse ontwikkelingen als determinanten van het beleid veronderstelt. […]
De regel van Taylor biedt, gelet op de eenvoud van de formule, een redelijke eerste benadering van de juiste stand van de officiële rente in een grote economie, waar de centrale bank zich richt op binnenlandse beleidsvariabelen. Een beleid dat wordt gestuurd door een voorschrift kan echter per definitie geen rekening houden met bijzondere omstandigheden. Bovendien varieert het relatieve belang van beleidsfactoren en het neutrale reële renteniveau per land en per periode. Dit heeft tot gevolg dat de regel van Taylor op dit moment niet realistische aanbevelingen doet voor het monetaire beleid. De regel van Taylor kan een nuttig hulpmiddel zijn om vast te stellen wanneer de rentetarieven ongebruikelijk hoog of laag zijn, maar is een te ruwe benadering om voorspellingen op korte termijn op te baseren.’’
Cavelaars, P. A. D. (1997) De regel van Taylor. ESB, 82(4092), 116.