Ga direct naar de content

SZW Wetenschapsdag: Papa een carrière en mama een baantje?

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 12 2017

Voor beleidsmakers zijn de nieuwste inzichten uit onderzoek vaak niet toegankelijk en, met name voor jonge onderzoekers, is het lastig om in contact te komen met de relevante beleidsmakers. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid legde daarom een register aan van alle voor hen relevante promovendi en organiseerde een dag met presentaties van dertig promovendi. We lichten er twee uit.

SZW promovendiregister

Nederland is het enige land op aarde waar het anderhalfverdienersmodel zo wijdverspreid is: bij 58 procent van de heteroseksuele paren werkt de man voltijd en de vrouw in deeltijd. We weten echter niet of deze genderstereotiepe rolverdeling komt door genderverschillen in voorkeuren (mannen willen graag voltijd werken en vrouwen willen graag deeltijd werken) of door de economische realiteit (vrouwen verdienen minder dan mannen, en dus is het logisch dat zij minder gaan werken).

Wij onderzoeken dit met een vignette-­experiment, waarin we werknemers vragen zich in te beelden dat zij en hun partner een kind krijgen, en we ze verschillende inkomenssituaties voorleggen. Vervolgens geven ze aan hoeveel uur ze willen dat zijzelf en hun partner werken in die situatie.

Zowel de economische realiteit als gender­verschillen in voorkeuren lijken een rol te spelen: toekomstige ouders willen minder werken wanneer hun partner meer verdient dan zijzelf. Maar we zien ook dat mannen altijd meer willen werken dan vrouwen (mannen 29 à 33 uur, vrouwen 25 à 29 uur), en nooit willen dat hun vrouw meer uren werkt dan zijzelf – zelfs niet wanneer zij meer verdient. Vrouwen lijken nog sterkere genderstereotiepe voorkeuren te ­hebben dan mannen: zij willen altijd dat hun partner meer werkt dan zijzelf, en ze willen zelfs dat mannen meer uren werken dan mannen zelf willen.

Maar wat is ‘willen’? In de sociale wetenschappen gaan we ervan uit dat genderverschillen in voorkeuren (op z’n minst deels) een sociale constructie zijn. Met andere woorden: mannen en vrouwen willen andere dingen omdat ze hun hele leven geleerd hebben dat ze zich anders horen te gedragen – denk bijvoorbeeld aan de roze stofzuigertjes die meisjes krijgen en de blauwe gereedschapskistjes die jongetjes ­krijgen. Des te opvallender is het daarom dat een substantieel deel van de mannen afwijkt van de hun toegekende rol van hoofd­­­-kost­winnaar en aangeeft minder te willen ­werken. Dit pleit voor het creëren van meer mogelijkheden voor mannen om minder te werken en meer te ­zorgen.

Katia Begall heeft bijgedragen aan het onderliggende onderzoek en aan een research paper wordt momenteel gewerkt.

Auteur