“Retourmigratie is een belangrijke variabele in het migratiedebat, maar er is weinig over bekend. Onze bevindingen geven aan dat de kans op retourmigratie in de eerste jaren na aankomst aanvankelijk stijgt en daarna begint te dalen. We vinden ook sterke verschillen in retourmigratie tussen groepen immigranten. Immigranten uit vijf niet-Europese OESO-landen en EU- en EFTA-landen verlaten Nederland vaker terwijl Turkse en Marokkaanse immigranten, vluchtelingen en gezinsvormende immigranten eerder geneigd zijn permanent te blijven. (…)
Het lijkt er op dat na enige tijd met name diegenen vertrekken voor wie immigratie formeel gezien relatief makkelijk realiseerbaar is geweest. Onder restrictief immigratiebeleid hebben immigranten, voor wie immigratie niet makkelijk was geweest, de neiging om niet te vertrekken. (…)
Gezien de samenstelling van retourmigratie lijkt Nederland aantrekkelijk te zijn voor relatief kansarme immigranten. Onze schattingen laten zien dat het land van herkomst relevanter is dan immigratiemotieven om retourmigratiegedrag van immigranten te verklaren. Gelet op de nadruk in de beleidsdiscussies op tijdelijke migratie van arbeidsmigranten is het van belang om te constateren dat de overblijfkansen van arbeidsmigranten en studenten het kleinst zijn.“