Ga direct naar de content

De hoge reële rente in het euro-gebied

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juli 29 1998

De hoge reële rente in het euro-gebied
Aute ur(s ):
Financiële Diensten Amsterdam
Ve rs che ne n in:
ESB, 83e jaargang, nr. 4163, pagina 624, 14 augustus 1998 (datum)
Rubrie k :
Statistiek
Tre fw oord(e n):
financiële, markten

De lage inflatie en het geringere overheidsbeslag op de kapitaalmarkt hebben bijgedragen aan een nominale rentedaling tot een
historisch gezien laag niveau. De reële rente, de nominale rente minus de inflatie(verwachting), is echter nog altijd relatief hoog (zie
figuur 1).

Figuur 1. Reële rente in Europa en de Verenigde Staten
De reële rente is voor beleggers en spaarders de relevante maatstaf omdat die de toename van de koopkracht bepaalt die volgt uit het
tijdelijk afstaan van middelen. Er zijn grofweg twee redenen die erop duiden dat de reële rente in het toekomstige euro-gebied kan gaan
dalen. Ten eerste kan er sprake zijn van geldillusie. Dit fenomeen doet zich voor als spaarders het reële renteverloop niet doorzien en hun
beslissingen op de nominale rente baseren. Een verklaring hiervoor is dat verwachtingen zich slechts geleidelijk aanpassen aan de
feitelijke inflatie-tendens. Gewenning aan het structurele karakter van de lage inflatie kan echter een neerwaartse druk op de reële rente
geven.
Ten tweede duidt de optelsom van vraag- en aanbodfactoren op de (toekomstige) euro-kapitaalmarkt op een omvangrijk
kapitaaloverschot, wat eveneens potentie geeft aan de reële rente om te dalen. In de afgelopen decennia is de reële rente, behalve door
de inflatie(verwachting), vooral bepaald door de omvang van de overheidstekorten. De komst van de euro heeft het proces van
tekortreducties, ingezet in de jaren tachtig, versterkt, een negatieve factor voor de kapitaalvraag. Bovendien is de rol van de overheid,
onder invloed van de internationale concurrentie, geleidelijk aan het veranderen. De motto’s zijn nu marktwerking, terugtreden en waar
mogelijk lastenverlichting – waarmee ruimte wordt geboden aan het bedrijfsleven om winstgevend te opereren. Dit betekent dat
investeringen deels met ingehouden winsten kunnen worden gefinancierd, eveneens een negatieve factor voor de vraag naar nieuw
kapitaal. Vanuit de gezinnen is juist een toenemend kapitaalaanbod te verwachten. Zij verzekeren zichzelf voor hun pensionering en
sociale zekerheid. Ook door de aanstaande vergrijzing en de geleidelijke overstap in Europa naar op kapitaaldekking gebaseerde
pensioenstelsels is een additionele kapitaalstroom te verwachten.

Copyright © 1998 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur