GAIT en IMF
somber over
’93
Volgens de laatste cijfers van de
GATT is de groei van het volume van
de wereldhandel in 1992 voor het
eerst sedert vier jaar weer versneld
en wel tot 4,5%, na een groei van 3%
in 1991. De Amerikaanse economic
en een aantal grote ontwikkelingslanden waren de trekkers. De totale
waarde van de wereldhandel lag met
3.700 miljard dollar zelfs 5,5% hoger
dan in 1991- Voor dit jaar zet de
GATT vraagtekens bij de haalbaarheid van een zelfde groeicijfer, aangezien getwijfeld moet worden of in
het tweede halfjaar Europa en Japan
al een herstel zullen laten zien. Voor
de Verenigde Staten en de snel groeiende Aziatische landen is men positiever. Het IMF heeft volgens de eerste berichten in de Economic
Outlook bijna over de gehele linie
de groeitaxaties voor 1993 verlaagd.
Uitgezonderd de VS, waar een groei
van 3,1% (was 2,8%) wordt voorzien,
is het IMF voor alle andere G7-landen somberder geworden. Toch ziet
het IMF alleen nog voor Duitsland
een negatieve groei weggelegd van
0,7%, terwijl in de oude raming nog
van een groei van 1% werd uitgegaan. De kans is echter aannemelijk
dat wanneer nieuwe tegenslagen
zich voordoen, het IMF de taxaties
nogmaals zal moeten verlagen. Zowel de GATT als het IMF dringen
dan ook sterk aan op een snelle afronding van de handelsbesprekingen.
VS
Het winstniveau van het Amerikaanse bedrijfsleven lag in het laatste
kwartaal van 1992 op jaarbasis 9,2%
hoger dan in het vorige kwartaal. Na
een recordgroei van 4,7% in het laatste kwartaal van 1992, leefde echter
de verwachting in de financiele markten dat de cijfers over het eerste
kwartaal van 1993 iets minder positief zouden zijn. De meeste cijfers
stelden ondanks het gematigd optimisme toch enigszins teleur. Zo viel
de index voor het consumentenvertrouwen in maart terug tot 62,6, tegenover 68,5 in de vorige maand.
Ook de NAPM-index, die de stemming onder de inkoopmanagers
weergeeft, daalde in maart van 55,8%
tot 53,4%. Daarnaast viel de daling
van het aantal banen met 22.000 tegen, zeker ten opzichte van toename
met 367.000 van voorgaande maand.
Het werkloosheidspercentage bleef
onveranderd op 7%. Ook de stijging
van het uurloon met 5% zorgde voor
enige vrees voor een oplopende inflatie. Wellicht waren de verwachtingen iets te hoog gespannen en
pessimisme over de Amerikaanse
economic lijkt ongegrond. De index
of leading indicators steeg in februari
met 0,5% en laten de industriele produktie en de bezettingsgraad al gedurende vijf maanden onafgebroken
een stijging zien. Daarnaast ontwikkelen de orderposities zich positief
en is de verkoop van nieuwe woningen in februari met 4,6% gestegen.
Ook wordt de daling van het consumentenvertrouwen niet bevestigd
door de ontwikkeling van de consumptieve bestedingen en het inkomen, die in februari op maandbasis
een stijging lieten zien van respectievelijk 0,6% en 0,2%.
Op de valutamarkten viel de zwakke positie van de Amerikaanse dollar
op. De koersdaling verbaasde sommige marktpartijen, daar de Amerikaanse lange rente een stijging vertoonde. De onrust in de voormalige
Sovjetunie kon al evenmin een koersstijging voor de Amerikaanse dollar
bewerkstelligen. De dollar viel zelfs
door de/ 1,80. Hierbij speelde mee
dat het tempo waarmee de Bundesbank de rentetarieven naar beneden
brengt aanzienlijk langzamer is dan
waarop de markten hadden gerekend. Ten opzichte van de Japanse
yen werd zelfs een nieuw naoorlogs
dieptepunt bereikt van onder de 114
yen. Behalve dat de Amerikaanse
economische cijfers enigszins teleurstelden, speelt tevens mee dat de Japanse autoriteiten nog steeds niet
met duidelijke antwoorden gereageerd hebben op Amerikaanse aantijgingen dat het bilaterale handelsoverschot voor Japan om maatregelen
vraagt van Japanse zijde.
Japan
Na maanden van daling is de industriele produktie in Japan in februari
met 1,9% gestegen ten opzichte van
de vorige maand. Het niveau ligt overigens nog 5,4% lager dan een jaar
geleden. Positief was wel dat de
voorraden zijn gedaald. Het MITI
wijst er echter op dat de voorraden
nog steeds te hoog liggen, terwijl de
bestedingen onder druk blijven
staan. In februari daalden de detailhandelsverkopen met 5%. Volgens
de Long Term Credit Bank of Japan
moet gerekend worden op een verdere daling van de investeringen in het
op 1 april begonnen boekjaar en wel
met 4%, na een teruggang met 3,9%
in het juist afgesloten boekjaar. Voor
de industrie komen deze cijfers zelfs
uit op -12,9% en -15,6%.
Dezer dagen wordt de aankondiging
van een omvangrijk economisch stimuleringsprograrnma verwacht. De
ontwikkeling van de werkgelegenheid onderstreept de noodzaak hiertoe nog eens. Voor het eerst in zeven
jaar is de werkgelegenheid in Japan
gedaald. In februari gingen per saldo
250.000 banen verloren op een totaal
van nu 62,86 mln. De grootste terugval deed zich voor in de industrie.
Ook de verhouding tussen het aantal
banen en het aantal werkzoekenden
daalde in februari tot 0,91.
De aandelenmarkt in Tokio hield
de vriendelijke stemming vast. De
Nikkei Aandelenindex doorbreekt de
hoogtepunten voor dit jaar keer op
keer en passeerde ruimschoots het niveau van 19.000 tegenover een dieptepunt van 14.309 in augustus vorig
jaar. Alleen al in de maand maart
steeg het koerspeil met gemiddeld
12,3%. In toenemende mate herstelt
het optimisme over de Japanse aandelenmarkt zich. Ook het buitenland
toont zich aktief. Het economische
nieuws vertoont echter nog maar
weinig positieve signalen, terwijl een
gemiddelde koers/winstverhouding
van 66 moeilijk op een onderwaardering kan duiden. Bedrijfswinsten
staan vooralsnog onder druk. De aankoopprogramma’s van de overheid
hebben een belangrijke rol gespeeld
bij de huidige koersrally.
Stagflatie dreigt in Duitsland
In Duitsland lijkt het economische
klimaat met de dag zorgwekkender
te worden: terwijl de inflatie veel te
hoog blijft voor de Bundesbank om
de rente in snel tempo te verlagen,
wordt de roep vanuit de industrie
hiervoor als maar sterker. De inflatie
een soepeler monetair beleiden dus
een juist lagere rente steeds sterker.
is in maart in Duitsland uitgekomen
op 4,3%, wat een stijging betekende
ten opzichte van de 4,2% van februari. Daartegenover staat dat de dating
van de produktie zorgwekkende vormen begint aan te nemen. Na een daling op jaarbasis van 9,1% in januari
is in februari de produktie zelfs met
11% teruggevallen. De grootste pijn
lag in de kapitaalgoederenindustrie,
waar in de eerste twee maanden van
geruime tijd druk op de Bundesbank
uitgeoefend om de rente te verlagen.
De ankerfunctie van de Duitse mark
binnen het EMS brengt namelijk met
zich mee dat de andere EMS-landen,
die eveneens met een zwakke conjunctuur kampen, gedwongen zijn
hun rentetarieven in de pas te laten
dit jaar de produktie met 12,2% is ge-
lopen met die van Duitsland.
Ook vanuit het buitenland wordt al
nen de voor dit jaar vastgestelde
doelzone van 4,5% – 6,5% lag.
Door op 18 maart geen Lombard-
renteverlaging door te voeren maakte de Bundesbank echter kenbaar
dat het renteverlagingsproces met
het oog op het huidige inflatieniveau
slechts zeer geleidelijk zal verlopen.
De beleningsrente, het ‘echte’ sturingsinstrument, bleef dan ook aanvankelijk met 8,25% precies tussen
het disconto en de Lombardrente in
staan, en werd pas onlangs licht ver-
daald. De terugval in de orderporte-
Met de discontoverlaging heeft de
feuilles voorspelt in dit verband wei-
Bundesbank aangegeven niet onge-
laagd naar 8,17% a 8,20%. De ontwik-
nig goeds. Uit een onderzoek van
het IFO-onderzoeksinstituut in Munchen blijkt dat rekening moet worden gehouden met een produktiedaling in Duitsland met 7% gedurende
het gehele jaar. De automobielsector
zal de produktie waarschijnlijk met
20% terugschroeven. De enige belangrijke sector die nog enige groei
verwacht is de bouw, met een magere 1% produktietoename. In de tussentijd blijkt het vertrouwen van de
Duitse consument verder weg te zakken. De index voor het consumentenvertrouwen daalde in februari met
0,2 punt, weliswaar minder scherp
dan in de voorgaande maand toen
1,8% teruggang werd geregistreerd,
maar hiermee wordt het historisch
dieptepunt uit december 1982 genaderd.
voelig te staan tegenover het pro-
keling van de inflatie en de geldgroei
zullen de komende tijd bepalen in
welk tempo de Bundesbank haar beleid verder zal verruimen. Dit zal op
zijn beurt van grote invloed zijn op
bijgedragen aan deze opstelling: ten
met 2,4% en in 1992 een verdere
krimp met 0,5%. Deze optimistische
Dilemma voor Bundesbank
eerste zijn in een aantal belangrijke
bedrijfstakken nieuwe cao’s tot stand
Momenteel verkeert de Bundesbank
gekomen waarin de salarisstijging
verwachtingen worden ook van andere kanten bevestigd. De orderont-
voor haar monetaire beleid duidelijk
in een dilemma, hetgeen een verkla-
achterblijft bij de voor dit jaar verwachte prijsstijging ten tweede zijn
de Duitse regering, oppositie en deelstaten na moeizame onderhandelingen een ‘Solidariteitspact’ overeen-
vangst bij het Engelse bedrijfsleven is
inmiddels vijf maanden achtereen gestegen, terwijl ook de detailhandelsverkopen een stijgende lijn vertonen.
Daarnaast profiteer! de export van
gekomen ten behoeve van de
de koersval van het pond, zij het dat
opbouw van de Oostduitse econo-
de stagnatie op de exportmarkten
ring vormt voor de wat halfhartige
bleem van de zich uitbreidende recessie in continentaal-Europa, met
name in Duitsland zelf. Enkele recen-
te ontwikkelingen die de inflatievrees verminderden zullen hebben
de rentetarieven in ons land.
Britse economic
De Engelse werkgevers worden in
FvanLanschot
Bankiersnv
SINDS1737
toenemende mate positief over de
vooruitzichten van de Engelse economic. Hun inschatting van de economische groei voor dit jaar ligt met
1,4% zelfs nog iets hoger dan de
1,25% groeitaxatie van de overheid.
Voor volgend jaar wordt zelfs een
groei van 2,4% voorzien. Ter vergelijking: in 1990 was sprake van een
groei met 0,6%, in 1991 een krimp
rentestap van 18 maart jongstleden,
toen de Bundesbank wel het disconto met 0,5 procentpunt verlaagde tot
7,5%, maar het Lombardtarief onveranderd op 9% liet staan. Enerzijds bevindt de Duitse inflatie zich namelijk
nog ruim boven het door de Bundesbank nagestreefde niveau van maximaal 2%. Het huidige inflatiecijfer is
voor de Bundesbank onacceptabel,
al wordt het gedeeltelijk opwaarts
vertekend door de per 1 januari doorgevoerde BTW-verhoging van 1%.
Bovendien zorgt de Duitse hereniging voor omvangrijke subsidiestromen van de overheid richting de
eengekomen ‘Solidariteitspact’ ervoor zorgt dat het begrotingstekort
van de federale overheid dit jaar
Oostduitse deelstaten, waardoor het
daarom met nog eens DM 3,6 mrd
begrotingstekort sterk is gestegen.
zal stijgen tot DM 54,7 mrd. Een der-
boekjaar hetgeen een goede steun
geeft aan de aandelenkoersen.
Dit alles vraagt om een strak beleid
met een relatief hoge rente.
Anderzijds komt de Duitse economic steeds dieper in een recessie te
verkeren en dit maakt de roep om
de reden voor de wat mildere opstelling van de Bundesbank vormde het
feit dat de Duitse geldgroei over de
eerste twee maanden van 1993 -0,1%
bedroeg en ook op halfjaarsbasis bin-
Deze bijdrage is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie Beleggen met Van
Lanschot.
ESB 7-4-1993
mic en het weer op orde brengen
een deel van dit voordeel weer teniet
van de overheidsfinancien. Een belangrijke kanttekening hierbij is overi-
doet. De huizenverkoop heeft in februari een hoogste niveau in twee
jaar bereikt. De groep die voor de
gens dat de bezuinigingen pas vanaf
1995 hun beslag krijgen omdat dan
pas een belastingopslag van 7,5% op
de directe belastingen wordt ingesteld. Minister van financien Waigel
heeft onlangs gezegd dat het over-
eerste keer een huis koopt lag zelfs
34% hoger dan in juli 1992.
De aandelenmarkt in Londen rea-
geerde licht positief op de begroting.
Door de aanhoudende tekenen van
herstel van de Britse economic verwachten sommige analisten een
winstgroei van 20% in het lopende