Ga direct naar de content

Lange aanloop, korte sprong

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 13 1987

Lange aanloop, korte sprong
L.J. Emmerij
Eind april hield minister Bukman een
rede waarin hij het ontwikkelingsbeleid
sinds het einde van de tweede wereldoorlog samenvatte en perspectieven
voor de toekomst schilderde. Het is
meerdan de moeite waard hierbij even
stil te staan. Eerst een samenvatting,
dan mijn commentaar.
Welke perspectieven voor de toekomst ziet Bukman? Ik heb er zes
geteld.
1. Hulp heeft geen zin als het economische beleid niet deugt. De structurele aanpassingsprogramma’s van
de Wereldbank moeten dan ook meer
en sterker worden ondersteund door
bilateraal beleid. Het macro-economische beleid moet worden rechtgetrokken, vooral in Afrika: ,,We moeten
Afrika voor een bepaalde tijd in de kost
nemen”.
2. We moeten het ontwikkelingsbeleid verder differentieren. In Afrika telt ket zitten en nu ook nog een hachelijk
men b.v. zeer veel zeer slecht functio- politiek avontuur beginnen. Dat moet
nerende overheden. Daaraan moet worden ondersteund. Bravo! Dat het
iets worden gedaan en daarmee moet opditogenblikvoornamelijkkatholieke
rekening worden gehouden in het ont- landen betreft, is niet de schuld van deze CDA-minister, maar zuiver toeval.
wikkelingsbeleid.
2. Bijna alle andere punten van
3. Er moet op bepaalde gebieden
een betere coordinatie komen tussen Bukmans perspectief draaien om Afrialle actoren in de ontwikkelingssamen- ka. Dat is best te begrijpen, want ontwikkelingssamenwerking spitst men
werking.
4. Extra hulp zal worden gegeven steeds meer toe op de armste en minst
aan landen waar een politiek democra- gei’ndustrialiseerde landen en die betiseringsproces plaatsvindt, zoals b.v. vinden zich grotendeels in Afrika.
in Latijns-Amerika en de Filippijnen.
Twee opmerkingen echter. Een: het
5. We moeten gevoelig zijn voor de beleid voor de andere regie’s komt
veranderende situatie op de grondstof- veel minder goed uit de verf, misschien
fenmarkt. Ook al zijn landen als China, omdat het daar vooral zal gaan om inIndia en Pakistan netto importeurs van ternationale economische en financiegrondstoffen aan het worden, het blijft le betrekkingen en niet zozeer om
een feit dat voor Afrika de lage prijzen ontwikkelingssamenwerking. Twee:
een ramp zijn. Voor die landen moet er de minister is wel erg in zijn nopjes
een speciaal programma (‘loket’) over de Wereldbank. Als het aan hem
ligt hangen we ons hele beleid daaraan
komen.
6. De minister wil ook een differenti- op. Ik vind dat een eigenaardige, onkriate aanbrengen om de duizend miljard tische houding. Coordinatie fijn, maar
dollar aan internationale schulden uit niet tot elke prijs. Dat brengt mij tot het
elkaar te pluizen ten einde ,,hapklare volgende punt.
3. Bukman heeft duidelijk een hoge
brokken” te krijgen. Voor Afrika moet
een snelle oplossing van het schulden- dunk van de aanpassingsprogramma’s van de Wereldbank. Ik stel het op
vraagstuk worden gevonden.
Aan het einde van zijn rede kwam prijs dat hij bereid is landen te steunen
nog een interessante toegift: het Euro- die een moeilijk en pijnlijk economisch
pese landbouwbeleid moet worden beleid uitvoeren. Maar hij had ten
aangepast, ook met het oog op de be- minste iets moeten zeggen over de
langen van de ontwikkelingslanden. grote discussie die gaande is over ‘adTot zover de samenvatting. Nu mijn justment with a human face’, een pocommentaar, ook in zes punten en een ging om het aanpassingsbeleid aan te
passen (!) ten einde de kosten en baten
toegift.
1. Ik ben zeer ingenomen met het beter te verdelen over de verschillende
nieuwe beleid om de landen die een inkomensgroepen.
4. Het ontwikkelingsbeleid moet
politiek democratiseringsproces beginnen een steuntje in de rug te geven. niet alleen gericht zijn op de armste
Het gaat hier dikwijls om landen die landen, maar ook op de armste menreeds in een moeilijk economisch par- sen. De perspectieven van de minister

blijven net te veel steken in het optimisme van de huidige orthodoxie, die
overigens zijn eerste positieve resultaten op sociaal gebied nog moet
aantonen.
5. Interessant was een opmerking
van de minister over visioenen. Letterlijk zei hij: ,,Grootse en wereldwijde
visioenen ten aanzien van dit soort
vraagstukken zijn prachtig speelgoed
voor wetenschapper en filosoof, maar
betekenen weinig voor de politieke
werkelijkheid”. Generaal Marshall zou
zich met gepaste trots hebben gerangschikt onder de banier van ‘wetenschappers en filosofen’. Het Deltaplan
was een wetenschappelijke droom die
werkelijkheid werd. Te laat helaas, omdat pragmatische politici het maar
‘Spielerei’ vonden. Om veranderingen
in te voeren moet men beschikken over
visie en gevoel voor detail. Dit is de tijd
van het detail, van het pragmatisme.
Natuurlijk, indien een algemene oplossing niet mogelijk is kan men beter ad
hoc te werk gaan. Maar dat is geen reden je af te zetten tegen visie, integendeel. Alweer die invloed van
Washington in dit verhaal!
6. Waarom meedoen aan de mode
de NIEO belachelijk te maken? Waar
stond en staat die uitdrukking voor?
Voor het gezamenlijk opbouwen van
een billijker wereld. Dat is natuurlijk
weer zo’n vaag visioen dat geen plaats
heeft in het huidige tijdsgewricht. Maar
pas op. Aan het huidige tijdperk komt
des te spoediger een einde wanneer
het de oude problemen van armoede,
werkloosheid, marginalisatie en scheve inkomensverdeling niet kan oplossen of zelfs niet een glimp van hoop op
een oplossing kan bieden. En dan krijgen we weer een pendulebeweging de
andere kant op.
Mijn toegift. Minister Bukman heeft
een blik geworpen op het verleden van
de ontwikkelingssamenwerking en zijn
eigen beleidsperspectieven ontvouwd.
Dat is belangrijk en lovenswaardig. Er
zitten zeer positieve punten in dat beleid, zoals aangestipt. Maar hij is te
veel blijven steken in de huidige ‘pragmatische’ fase. Het is jammer iemand
van goede wil zo’n lange aanloop te
zien nemen voor zo’n korte sprong.

Auteur