Conjunctuurbericht
januari 1987
Centraal bureau voor de statistiek
Samengesteld door de
hoofdafdeling Nationale rekeningen van het CBS
In november was het volume van de gemiddelde dagproduktie in de Industrie, voor seizoeninvloeden
gecorrigeerd, 1% groter dan in oktober. Ten opzichte van november 1985 nam de industriele produktie
met 3% toe. Vooral als gevolg van een sterke dating van de produktie in de delfstoffenwinning nam de
produktie in de nijverheid (excl. bouwnijverheid) over deze periode met 2% af. Volgens de resultaten
van de conjunctuurtest over november is de orderpositie van de Industrie verder verslechterd. De
daling van het indexcijfer van de orderpositie deed zich het sterkst voor in de intermediaire goederenindustrie. Het volume van zowel de invoer als de uitvoer van goederen was in november nagenoeg
gelijk aan dat van november 1985. De ruilvoet verslechterde voor de tweede achtereenvolgende
maand. De binnenlandse consumptie door gezinnen, gecorrigeerd voor prijsveranderingen, nam in
november met 2% af. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door een verschuiving in het koopdagenpatroon en door het zachte weer. Het jaargemiddelde van het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptielag in 1986 0,2% hogerdan in 1985. De afzetprijzen van de Industrie waren in oktober 13,0% lager
dan in dezelfde maand van 1985. De prijsdaling van de verbruikte grondstoffen en halffabrikaten was
voor de zestiende achtereenvolgende maand groter dan die van de afzetprijzen. De ANP-CBS beursindex algemeen bereikte in december een gemiddeld niveau dat 17% hoger was dan twaalf maanden
eerder. Voor het gehele jaar 1986 bedroeg de toeneming 29%. Het aantal werkzame personen bij
industriele bedrijven met 10 of meer werknemers nam in het derde kwartaal met 1% toe ten opzichte
van hetzelfde kwartaal van 1985.
Dit blijkt uit gegevens die medio januari beschikbaar waren. In de Focus wordt nader ingegaan op de
cijfers van de buitenlandse handel en de nieuwe trendkolom in de tabellen.
Produktie
Het volume van de gemiddelde dagproduktie in de Industrie
was, voor seizoeninvloeden gecorrigeerd, in november 1%
groter dan in oktober. De produktie bereikte hiermee het
hoge nfveau van maart jongstleden. Ten opzichte van
november 1985 nam de gemiddelde dagproduktie in de
industrie met 3% toe. De procentuele jaarmutatie van het
meest recente voortschrijdend 12-maandsgemiddelde
(december 1985-november 1986) bedroeg 2%.
In november groeide, gemeten ten opzichte van dezelfde
maand van 1985, vooral het produktievolume van de elektrotechische industrie, de hout- en bouwmaterialenindustrie en de papier- en grafische industrie. In de chemische industrie nam de bedrijvigheid licht toe, maar
minder dan het gemiddelde van de industrie als geheel. De
produktie in de basismetaalindustrie, in de textiel-, kleding-
en lederindustrie en in de voedings- en genotmiddelenindustrie lag in november nagenoeg op hetzelfde niveau als
twaalf maanden eerder.
In de bedrijfstak delfstoffenwinning werd een forse produktiedaling geregistreerd, terwijl de produktie bij de openbare
nutsbedrijven licht afnam. Voor de nijverheid (excl. bouwnijverheid) resulteerde een afneming van de produktie van
2%.
Volgens de resultaten van de conjunctuurtest over november is de orderpositie van de industrie verder verslechterd.
In alle drie maanden van het tweede kwartaal van 1986 lag
de index van de orderpositie (1980=100) op 109. Sindsdien
is de index geleidelijk gedaald tot een niveau van 105 in
november. De daling deed zich vooral voor in de intermediaire goederenindustrie, waar het indexcijfer terugliep
van 103 in September via 101 in oktober naar 98 in
Produktie Industrie (volume – seizoengecorrigeerd)
Merkzame personen in de industrie
120-r-j
–
110 ———————————————————
Indexcijfers i960 – 100
Indeacljfers 1960 – 130
(A) – voortschrljdBnd 4-kMartaalsgeilddelde
(A) – voortBchrljdend 3-i
IB) – aiaandcijfera
110
’77
’77
‘BO
‘BO
(B)
1
J
F
M
A
M
J
J
19B5
ESB 28-1-1987
A
S
O
N
D
J
F
M
A
M
J
J
1986
A
S
O
N
D
1
I
1
II
III
19B3
1
1
IV
I
1
II
III
1964
!
1
IV
I
1
II
III
1985
1
I
IV
I
I
II
I
III
!
IV
1986
109
november. De orderontvangst uit zowel binnen- als buitenland is volgens de ondernemers in deze categoric bedrijven
de laatste maanden duidelijk afgenomen. In de consumptiegoederenindustrie en in de investeringsgoederenindustrie deden zich minder grote verschuivingen voor.
Ondanks de geringere orderontvangsten veranderde de
beoordeling van de orderontvangsten, de orderpositie en de
voorraden eindprodukten in november niet of nauwelijks
ten opzichte van oktober.
Met aantal begonnen woningen lag in november 56% hoger
dan in dezelfde maand van 1985. Ook in oktober werd reeds
een forse stijging geregistreerd; over de 12-maandsperiode
die eindigde in de maand november bedroeg de groei van
het aantal begonnen woningen 14%.
Buitenlandse handel
In november lagen de invoerprijzen (unit value) 18% onder
het niveau van dezelfde maand van 1985. Aangezien de
waarde van de goederenimport met een zelfde percentage
daalde, bleef het invoervolume nagenoeg gelijk. De import
van algemene goederen – dit zijn voornamelijk brandstoffen – nam in volume met 22% af. Daarentegen werd voor
investeringsgoederen (+14%) en consumptiegoederen
(+5%) een stijging geregistreerd.
Evenals bij de invoer, namen in november bij de uitvoer het
prijspeil en de waarde van de geexporteerde goederen met
een gelijk percentage af (-20%). Het uitvoervolume was
derhalve even groot als in november 1985. De export van
delfstoffen daalde sterk (-30%), terwijl de uitvoer van fabrikaten en van onbewerkte agrarische produkten beide
toenamen.
Als gevolg van de ontwikkeling van de in- en uitvoerprijzen
verslechterde in november de ruilvoet voor de tweede achtereenvolgende maand.
Consumptie
Het volume van de binnenlandse consumptie door gezinnen
was in november 2% kleiner dan in de overeenkomstige
Prijzen
Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie is tussen midden november en midden december met 0,2% gedaald. Ten
opzichte van december 1985 daalden de consumptieprijzen met 0,1%. Gemiddeld in 1986 lag het prijsindexcijfer
op 122,9; dit is 0,2% hoger dan in 1985. Prijsdalingen
werden over deze periode geregistreerd voor de categorieen verkeer en vervoer (-3,0%), voedingsmiddelen, dranken en tabak (-0,7%) en huur, verwarming en verlichting
(-0,1%). Duurder werden kleding en schoeisel (2,0%),
medische verzorging (1,9%), overige goederen en diensten
(1,0%), meubelen, huishoudelijke apparaten e.d. (1,2%) en
ontwikkeling en ontspanning (1,0%).
Het prijsindexcijfer van de afzet van de industrie was in
oktober 13,0% lager dan in dezelfde maand van 1985. De
prijzen van de in het buitenland afgezette goederen daalden
duidelijk meer dan die van de binnenlandse verkopen
(-18,4% resp. -6,9%). Binnen de laatste groep deden zich
opmerkelijke verschillen voor tussen de onderscheiden
bestemmingscategorieen: intermediaire en consumptiegoederen werden goedkoper, terwijl in Nederland afgezette
investeringsgoederen enigszins in prijs stegen.
Het gemiddeld prijsniveau van het verbruik van grondstoffen en halffabrikaten door de industrie daalde opnieuw duidelijk meer dan de afzetprijzen. Deze ontwikkeling doet zich
al sinds juli 1985 voor.
Beursindex
De ANP-CBS beursindex algemeen bereikte in december
een gemiddeld niveau van 283,0. Dit betekent een stijging
van 17% ten opzichte van december 1985. Gemiddeld voor
het jaar 1986 bedroeg de toename van de beursindex 29%.
In 1985 werd een nagenoeg even grote stijging gemeten.
Arbeidsmarkt
Het aantal werkloosheidsuitkeringen was in november 3%
lager dan in de overeenkomstige maand van 1985. De
laatste keer dat – bij deze wijze van vergelijken – een toename werd gemeten, was in februari 1985.
Het aantal werkzame personen in de industrie nam in het
derde kwartaal 1% toe. In 1984 bereikte de personeelsbezetting in deze bedrijfstak een dieptepunt, waarna in 1985
en in de eerste drie kwartalen van het afgelopen jaar een
duidelijk herstel optrad. Deze uitkomsten hebben betrekking op industriele bedrijven met 10 of meer werknemers.
maand van 1985. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door
een verschuiving in het koopdagenpatroon: in 1986 telde
november een vrijdag en een sinterklaaskoopavond minder
dan het jaar daarvoor. Na correctie voor deze invloed zou
een lichte stijging van het consumptievolume resulteren.
Ook het zachte weer in de maand november heeft de consumptie nadelig be’invloed. Bezien naar de verschillende
bestedingscategorieen deed zich de grootste daling voor
bij de voedings- en genotmiddelen (-4%). De uitgaven aan
duurzame goederen namen, gecorrigeerd voor prijsveranderingen, met 2% af. Het aantal verkochte personenauto’s
handhaafde zich op het niveau van november 1985. Voor
de categoric overige goederen en diensten werd een lichte
daling geregistreerd. Het gasverbruik daalde sterk.
Het vertrouwen van de consumenten in de ontwikkeling
van de Nederlandse economic nam in december niet vender
af. Op de vijf vragen waarop de indicator van het consumentenvertrouwen is gebaseerd, werden 4% meer positieve dan negatieve antwoorden gegeven. In mei jongstleden was dit nog 13%.
Mutaties hebben betrekking op de overeenkomstige periode van het voorgaand jaar, tenzij anders vermeld.
Verbeterde cijfers worden niet als zodanig gekenmerkt.
Ruilvoet (unit value)
Verstrekt consuoptief krediet
no
Geld en krediet
Het verstrekt consumptief krediet nam in november met 6%
toe. De stijging van het meest recente voortschrijdend 12maandsgemiddelde kwam daarmee op 16%.
De rente liep in december, net als in de voorgaande twee
maanden, iets op. Het rendement op staatsobligaties steeg
tot een gemiddeld niveau van 6,4%; de daggeldmarktrente
kwam op 6,2%. In de eerste weken van 1987 daarentegen
gaf de rente een dalende tendens te zien.
IndaxciifWB 1980 – 100
IA1 – voortBchrljdand
(Bl – procBntuBla
t.o.v. voorgBand
IndBxdKecB I960 – 100
(A) – voorlschriidBnd IZHBBandBBBBlOdeldB
(B) – procsntualB kMartaalMtBtles
10085-
t . o . v . voorgaand jaar
/
I
II
III
1983
110
IV
/
II III
1986
label 1. Kerngegevens recente ontwikkelingen in Nederland
Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde peri ode het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1980/-84 1984
gemidd.
1985
1985
1986
Trend2
1986
e
e
4″kw
1″kw.
2 kw
3 kw
sept.
4
18
1
1
5
1
0
-2
6
-3
-2
2
-1
-5
-1
-11
3
3
3
1
-3
1
-1
-3
4
17
3
-6
3
9
2
2
3
3
2
3
1
-3
5
3
1
-10
7
11
7
4
2
4
13
22
5
6
9
4
4
3
4
3
17
2
-5
32
0
-1
-4
5
5
3
-1
0
-21
3
9
10
7
-10
5
5
-13
6
-4
-1
2
1
3
2
1
3
2
6
5
4
2
3
5
3
4
3
1
5
2
5
-3
0
1
2
1
8
2
1
4
0
10
9
4
1
1
1
12
11
I++
13
9
I++
okt.
nov.
dec.
VOLUMEGEGEVENS
Produktie in de nijverheid
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
Delfstoffenwinning
Industrie
0
-4
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Textiel-, kleding- en lederindustrie
Papier- en grafische Industrie
Chemische Industrie
Rubber- en kunststofverw. Industrie
Hout- en bouwmaterialenindustrie
Basismetaalindustrie
Elektrotechnische Industrie
Rest metaal- en overige Industrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid: begonnen woningen
2
2
-3
0
7
7
-5
2
4
0
2
0
4
1
6
3
1
5
9
6
1
14
8
4
7
4
-2
5
6
3
2
6
0
24
-3
1
-1
1+
I
1
1+
1
I++
7
26
3
7
-1
3
-3
3
0
1
2
4
2
-7
-11
0
2
9
-16
5
2
11
-17
2
10
9
9
46
56
I++
3
2
10
13
-17
5
6
9
5
6
13
12
-19
10
15
17
9
0
0
-14
7
-22
0
9
-30
2
1+
1+
I++
I-H—— 1
1+
5
3
-2
1+
5
-4
I
-2
1+
7
14
9
26
9
4
4
-1
4
13
4
2
5
2
3
6
1
2
3
1
-1
1+
1+
I-H1+
I
2
4
0
2
-1
-2
3
4
4
-3
2
2
6
18
I-H_|
1+
1+
1+
Buitenlandse handel Igoederenl
1
1
-1
Invoer, totaal
Grondstoffen en halffabrikaten
Consumptiegoederen
Invest eringsgoederen
4
14
-2
3
5
-8
-15
6
5
-2
4
7
-1
Algemene goederen
Uitvoer, totaal
Onbewerkte agrarische produkten
Delfstoffen
Fabrikaten
0
-2
-2
7
4
6
2
9
37
-8
7
7
4
14
1+
—— 1
1+
Consumptieve bestedingen van gezinnen
Binnenlandse consumptie, totaal
Voedings- en genotmiddelen
Duurzame Consumptiegoederen
Textiel. kleding, schoeisel e.d.
0
-3
Huish. artikelen en woninginrichting
Transportmiddelen
Rest duurzame Consumptiegoederen
Overige goederen en diensten
Huur, verwarming, verlichting en water
Rest overige goederen en diensten
Investeringen in vaste active
Bruto investeringen, totaal
-4
-4
0
-5
0
1
0
3
2
5
1
-2
-2
-1
-3
-2
-2
Nijverheid
Exploitatie van woningen
Overige bedrijven
Overheid
4
4
4
4
13
2
-2
7
5
14
-4
7
-4
6
9
2
7
-6
0
1
13
-9
-1
-8
-0,5
0,5
0,5
Bedrijven
2,5
2,0
2,5
1,5
2,0
2,5
2,5
2,0
3,5
-0,5
-1,5
2,0
4
4,9
6,5
1
2
5,6
7,0
2
6
8
3.3
0,3
-2
1,0
0,3
1
1
-2
-2,6
-6,3
3
5
2
4
1
3
2
7
6
6
13
14
1+
1
I-H1+
I++
14
16
1
1
Kwartaalrekeningen
Bruto Binnenlands Produkt
Bruto Nationaal Produkt
Bruto Nationaal Inkomen
2,5
1.0
1
|
4.0
1+
PRIJZEN
Producentenprijzen landbouw. tot. afzet
Producentenprijzen Industrie, tot. afzet
Producentenprijzen Industrie, verbruik
Ruirvoet. unit value (goederen)
Invoerprijzen, unit value
Uitvoerprijzen, unit value
6
7
Prijzen gezinsconsumptie (werknemers)
Regelingslonen particulier bedrijf
Regelingslonen overheid
Regelingslonen trendvolgers
Dollarkoers, contante notering
4,7
3,7
-0.6
1.4
13
-5
-8
-12,8
-23,8
5
-6
-13,7
-24,1
2
-20
-18
-0,6
1.0
2
-4
-2
2.3
1.7
-9.3
-17,4
5
-13
-9
1.2
-2,7
12
1,3
-1,0
-0,1
4
1,6
-1,9
-0,2
-15
1,4
-0.4
-0.1
-28
0,4
1.2
-0.3
0.0
-27
-22
27
-19
-4
29
-13
3
30
-12
12
29
-31
11
33
-15
7
33
-9
84
107
-9
5
84
108
-10
6
85
109
-12
2
-4
1
-5
4
14
4
18
9
7
7
8
4,8
5,8
6,7
-2
-13,5
-23,4
1
-1,4
-19
-15
1.6
0.2
-27
_
——
-0,6
-13,0
-22,3
-1
-18
-19
-0.2
-0.2
-0,1
0,9
1,6
0,2
-28
0,9
1.6
0,2
-24
0.9
1,6
0,2
-22
-21
-19
-18
—
-3
+
——
——
-18
-20
OVERIGE INDICATOREN
Consumentenvertrouwen1
ANP-CBS beursindex
Uitgesproken faillissementen
(in %)
18
5
Con/unctuurtest Industrie
Bezettingsgraad
(in %)
Orderpositie
(1984=100)
Beoordeling orderontvangsten ‘
(in %)
Beoordeling voorr. eindprodukten’
(in %)
Geld en krediet
Spaartegoeden
Verstrekt consumptief krediet
Binnenlandse liquiditeitenmassa
Geldhoeveelheid
Secundaire liquiditeiten
Officieel wisseldisconto
(in %)
Oaggeldmarktrente
(in %)
Rendement op staatsobligaties
(in %)
85
105
9
4
-3
31
Arbeidsmarkt
Werkzame personen in de Industrie
Aantal werkloosheidsuitkeringen
83
100
-11
-2
7
-2
6
-5
8
6
11
6.9
8.1
9.6
3
0
7
5
13
8
4
11
5.0
5.8
8.1
7
7
10
5,3
6,3
7,3
12
5,0
5,8
7,0
-9
1
7
1
-5
4
17
6
8
3
4.5
6.1
6,3
5
32
6
3
4
27
-23
20
-1
17
0
84
108
-15
6
107
-15
5
106
-16
5
105
-15
105
-17
5
5
1
-4
-4
-3
-3
5
13
5
22
5
22
5
6
7
7
9
4
4,5
5.7
6.0
8
4
4,5
5,3
5,9
4,5
5,4
4,5
5,7
6,2
I++
—— 1
1+
|
6,1
-‘
1+
I++
I++
4,5
6,2
6,4
I-HI++
—1
—1
—1
‘ Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal.
2
Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%; -litussen -2% en -5%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussen 2% en 5%; I-H-: groter dan 5%.
ESB 28-1-1987
111
Tabel 2.
Recente ontwikkelingen in het buitenland
1980/’84 1984
gemidd.
1985
1985
e
4 kw.
Produktie nijyerheid,
e
1 kw.
Trend2
1986
1986
2« kw.
3» kw.
okt.
sept.
dec.
% mutatie t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor
excl. bouwnijv. (volume)
3
-1
0
4
3
2
2
2
2
1
1
0
2
4
1
1
1
-1
1
-1
1
1
1
3
3
4
2
2
-1
3
3
1
2
2
4
2
2
7
1,8
4,1
4,8
5,5
0,7
2,5
3,5
-0,4
0,8
2,1
2,6
9,2
8,9
7,5
-0,2
1,3
2,4
2,8
6,1
-0.4
0,9
5,8
6,1
1,7
0,4
-0,4
3,4
-0,6
-0,2
4
4
2
5
1
2
4
0
2
0
3
3
4
12
11
2
4
1
1
0
0
0
3
3
4
3
4
4,3
7.6
10,6
7,5
14,9
2,4
6,4
7,7
5,0
10,8
2,2
1
5
3
1
3
6
2
1
5
1
0
Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
3
2
3
1
0
0
1
-1
Italie
Verenigde Staten
Japan
Europese Gemeenschap
Buitenland (gewogen)1
Nederland
3
1
3
-2
-0,9
0,8
2,2
3,0
4,8
-1.2
0,6
2,1
3,5
4,4
1.5
1,3
0,2
Prijzen consumptie
Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italie
4,9
5,0
2,3
3,0
5,3
5,4
Verenigde Staten
6,0
2,9
4,2
2,3
3.6
2,2
3,5
1,7
3,1
Japan
1,5
1,6
0,9
1,6
0,2
Europese Gemeenschap
Nederland
9,7
4,7
7,4
3,3
6,1
2,3
5,5
1,7
4,6
1,2
3,5
0,4
3,3
-0,6
2,9
-0,2
3,2
1
1
1+
1+
-1,1
1,3
4,1
1+
1+
1
2,8
-0,1
Bron voor gegevens buitenland: Eurostat.
1
Het gemiddelde van de 6 belangrijkste exportlanden, gewogen met hun aandeel in de Nederlandse export in 1984.
Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%; -l:tussen -2% en -5%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussen 2% en 5%; I-M-: groter dan 5%.
2
Focus: Trend en de buitenlandse handel
In november was het volume van zowel de invoer als de
uitvoer van goederen nagenoeg even groot als in dezelfde
maand van 1985. In oktober werd nog een stijging van 6%
respectievelijk 7% geregistreerd.
Maandcijfers van de buitenlandse handel kunnen van
maand tot maand sterk fluctueren. Dit geldt overigens ook
voor andere grootheden die in de tabellen 1 en 2 zijn opgenomen. Een beeld van de ontwikkeling dat minder is beinvloed door incidentele factoren, wordt verkregen door de
gegevens over een wat langere periode te beschouwen.
In het Conjunctuurbericht wordt hiervoor het voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde gebruikt. In zo-
wel label 1 als label 2 is vanaf deze aflevering een kolom
‘trend’ opgenomen, waarin een indicatie wordt gegeven
van de richting en de orde van grootte van de procentu-
Invoer
Het volume van de invoer van goederen nam over de periode december 1985-november 1986 met 3% toe ten
opzichte van de twaalf maanden daarvoor. Vanaf april is
echter de groei van het voortschrijdend gemiddelde voortdurend gedaald. Bij de import van grondstoffen en halffabrikaten en van algemene goederen is dit beeld versterkt
waar te nemen. Daarentegen vertoont de trend bij de invoer van consumptie- en van investeringsgoederen een
tendens tot stijgen.
Uitvoer
De procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdende 12-maandsgemiddelde van het uitvoervolume
ele jaarmutaties van dit voortschrijdend gemiddelde. De
bedroeg 3%. De export van fabrikaten en van onbewerkte
trend wordt berekend over de meest recente periode van
twaalf maanden (4 kwartalen). Dit tijdvak is niet voor alle
gegevens beschikbaar zijn per reeks kan verschillen.
agrarische produkten nam over deze periode met respectievelijk 5% en 4% toe. De uitvoer van delfstoffen, die de afgelopen jaren de grootste schommelingen vertoonde,
daalde met 11%.
Invoer naar onderdelen (volume)
Uitvoer naar onderdelen (volume)
reeksen hetzelfde aangezien de laatste periode waarover
prgcentuBle jMratatle van h«t voortBChr 1 j dend 13-uwidsgeMlddeldB
• f»bMK«ten
> anbewirkte •grsrisctn
—….. v cdnsuMptleoMdcren
— — — – – InvesterlngBgaedaren
a goederen
• delfstoffen
I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV
1980
112
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1 M !
I II III IV
1980
! 1 1
I
! 1 I
II III IV I II III IV
1981
1982
1 ! 1
I II III IV
1983
[ 1 !
I
1
1
1
1
1
1
II III IV I II III IV I
II III IV
1964
1986
1985
1