Zwakke
groei in 1992
Voor de Verenigde Staten wordt
voorlopig een slechts matige groei
voorzien. Hier en daar bestaat zelfs
weer angst voor een nieuwe recessie. Van een terugkeer naar een neerwaartse trend lijkt echter geen sprake te zijn. De beteugeling van de
inflatie, teruggebracht van 5,6% in januari tot onder 3%, biedt ruimte tot
een voortzetting van het ruime monetaire beleid en relatief lage rente,
hetgeen de financiering van bestedingen stimuleert. Een beperkende
factor voor de kredietverlening
vormt vooralsnog de positie van de
banken, die gaandeweg echter zal
verbeteren.
In het VK lijkt een aantal conjunctuurindicatoren een herstel aan te
kondigen, terwijl bovendien het vertrouwen van de ondernemers een
verbetering vertoont. De lagere rente geeft meer ruimte aan de consument en aan de investeringen.
Positieve factoren voor de Japanse
economic blijven de groei van de
consumentenbestedingen en de exporten. De inflatie is over zijn hoogtepunt, hetgeen inmiddels heeft geleid tot benedenwaartse bijstelling
van het disconto. Vanuit deze invalshoek mag voor volgend jaar nog op
een groei gerekend worden die echter lager is dan het hoge niveau van
de afgelopen jaren.
Voor 1992 wordt voor Duitsland gemiddeld over het jaar een groei voorzien van ruim 2%. In de eerste helft
van het jaar zal de conjunctuur het,
gegeven het internationale beeld,
nog moeilijk hebben. Wij gaan er
vanuit dat de tweede jaarhelft weer
een beter economisch klimaat mogelijk zal blijken. Enerzijds zullen de
consumptieve bestedingen een impuls ondervinden van de voorziene
loonstijgingen, hoewel deze deels
de verhoogde belastingen moeten
compenseren, anderzijds kan de exportpositie verbeteren.
De conjunctuur in Nederland zal een
analoog verloop tonen. Wij voorzien
in de eerste helft van het jaar nog
een zwakke conjunctuur. Later kan,
door het aantrekken van de mondiale economie het economische perspectief verbeteren, waarbij de ex-
port wederom de motor zal vormen.
Het accent voor de exportmarkten
Tabel 2. Rente-ontwikkeling (kapitaalmarkt, overbeid)
verschuift van Duitsland naar de VS
en het VK, terwijl ook de uitvoer
naar de EVA-landen een duidelijke
groei vertoont. Een belangrijke factor vormt de verwachte loon- en
produktiviteitsontwikkeling ten opzichte van de buitenlandse concurrenten, waardoor de Nederlandse
concurrentiepositie kan verbeteren.
Van de binnenlandse investeringen
mag gezien de druk op de winsten
en het aarzelende vertrouwen bij on-
dernemers, vooralsnog niet te veel
verwacht worden. Voor de consump-
tieve bestedingen zijn wij eveneens
terughoudend. De verwachte loonontwikkeling biedt nauwelijks ruimte tot een verbetering van de koopkracht. Per saldo voorzien wij voor
het gehele jaar een gemiddelde
groei van 1,25%, waarbij het zwaarte-
punt in de tweede jaarhelft zal liggen.
De spanningen rond de inflatie zul-
1991
Hoogste
VS
Japan
Duitsknd
Engeland
Nederland
Frankrijk
8,56
6,89
9,05
10,96
9,30
9,56
Laagste 13-12-91
7,76
5,62
8,23
9,59
8,46
8,69
recessie komen tonen slechts beperkt herstel terwijl de inflatie zich
gunstig ontwikkelt. In landen zoals
Duitsland en Nederland, waar nog
gevaren voor de inflatie bestaan, is
de ruimte beperkter.
De verwachting is dat in de Verenigde Staten onder politieke druk het
disconto nog verder teruggebracht
zal worden. In aanloop naar de verkiezingen zal president Bush de binnenlandse economic een impuls willen geven. De inflatie-ontwikkeling
biedt hiertoe de ruimte. Voor de dollar leidt voorgaande tot de verwachting dat deze de eerste tijd nog on-
Prognose 1992
1-3 mnd. 6-12 mnd.
7,77
5,63
8,26
9,64
8,71
8,77
7,6
5,4
8,4
9,6
8,8
8,9
8,0
5,0
8,3
9,4
8,6
8,5
hebben bereikt en mogen we pas in
de loop van het volgende jaar op
een verdere daling hopen, al is de
kans daarop klein. Voor een substantiele stijging hoeven we echter ook
niet te vrezen.
Dit betekent dat ook voor andere Europese landen als Belgie, Nederland
en Frankrijk de ruimte voor een rentedaling (en dus koersstijging) voorlopig beperkt is.
Conclusies
Rente
niet aanpassen. Daarnaast doemt
De komende maanden zal het internationale renteklimaat gematigd po-
weer een btw-verhoging op voorzien voor 1993. Daarmee lijkt ook de
Op de rentemarkten is met name in
de eerste helft van het jaar in een
aantal landen nog enige ruimte tot
rentedaling aanwezig, al is deze beperkt. In Duitsland, en daarmee in
de rest van Europa, ontbreekt voorlopig iedere ruimte, gegeven de risico’s van de loonontwikkeling en
nieuwe prijsopdrijvende belastingen. Er is enige kans op een rentedaling, en dus koerswinst, in die landen die nu nog een hoge rente
hebben, als bij voorbeeld Spanje, Italic en Portugal en in mindere mate
Frankrijk en Denemarken. Voor met
name de laatste twee geldt daarbij
een langzamerhand verwaarloosbaar
klein valutarisico (maar zelfs een
kans op een beperkte koerswinst indien de valuta’s geleidelijk weer
naar hun spilkoers toegroeien).
Het economische klimaat voor 1992
zal enerzijds in het licht staan van
een wereldwijde economische ontwikkeling in het verlengde van die
in 1991. Daarnaast blijven politick
gezien niet alleen de ontwikkelingen in Oost-Europa een zeer onzeke-
sitief blijven. De landen die uit een
lange rente voorlopig haar bodem te
re factor, maar worden tevens in de
len internationaal gezien beperkt
zijn. In de landen waar de inflatie
het afgelopen jaar is gedaald is dit
veelal gepaard gegaan met lagere
loonstijgingen. Met de matige economische groei wereldwijd lijkt er van
de prijsontwikkeling van de grond-
stoffen evenmin een opwaartse druk
op de inflatie uit te gaan. Wat de olieproduktie betreft staat tegenover het
weer op gang komen van de produktie in Koeweit een verdere terug-
gang van de Russische produktie.
Per saldo worden ook hier geen majeure prijsveranderingen verwacht.
Inflatiespanningen blijven echter bestaan in Duitsland en Nederland
waar van de getroffen belastingmaatregelen een opwaartse druk op de
inflatie uitgaat. Daarnaast vertonen
in deze landen ook de loonstijgingen een opwaartse tendens, waarmee de inflatie een meer structured
karakter dreigt te krijgen.
der druk staat. In de loop van het
jaar, wanneer de economic aantrekt,
zal ook de dollar aan kracht winnen.
In het VK is met de nog te hoge onderliggende inflatie en de positie
van het pond de manoeuvreerruimte
klein, maar kunnen politieke argumenten de doorslag geven. Voor het
Britse pond wordt een overgang
voorzien naar de 2,25% band in het
EMS, hetgeen in de praktijk een devaluatie voor het pond betekent.
De koppeling van de Europese valuta’s aan de Duitse mark heeft wel
zijn consequenties voor de rente in
die landen. In Duitsland zal de Bundesbank de korte rente voorlopig op
het huidige niveau handhaven. Zolang de inflatie niet onder controle
is, hetgeen met de ingezette looneisen voor volgend jaar nog onzeker
is, zal de Bundesbank haar beleid
VS en het VK verkiezingen gehouden.
Per saldo zal de groei van de wereld-
TabelS. Valuta-ontwikkeling
Hoogste
VS
Japari
Duitsland
Engelafld
FrankWjk
ESB 1-1-1992
2,07
55,45
1991
Laagste 18-12-1991
1,64
125,36
112,60
3,21
32,90
1,77
138,10
112,69
3,23
32,98
Prognose 1992
1-3 mnd. 6-12 mnd.
1,70
135,00
112,67
3,25
33,10
2,00
150,00
112,67
3,20
33,20
economie na de magere 1,25% in
1991 volgend jaar weer kunnen oplopen tot tegen de 2%. Dit niveau ligt
duidelijk onder de optimistische ramingen van het IMF en de OESO.
Deze bijdrage is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie Beleggen met Van Lan-
schot.