Wordt opleving in de kiem gesmoord?
Aute ur(s ):
DNB (auteur)
Deze rub riek wordt maandelijks samengesteld door Jasper de Winter, Bouke Buitenkamp, Maarten van Rooij en Ad Stokman van de
Nederlandsche Bank.A.C.J.Stokman@dnb.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 88e jaargang, nr. 4399, pagina 163, 4 april 2003 (datum)
Rubrie k :
DNB-indicator
Tre fw oord(e n):
conjunctuur
De wereld verkeert in grote onzekerheid. Dit weerspiegelt zich in een aarzelende dnb-indicator, die eerder nog een opleving voorzag.
De dnb-indicator duidde in de tweede helft van 2002 op een opleving van de conjunctuur in Nederland. In de feitelijke ontwikkeling is
hiervan nog weinig te terug te vinden (figuur 1). Met name aan het einde van 2002 was het signaal krachtig: vijf deelindicatoren wezen
toen op herstel1. De externe voorwaarden voor herstel in ons land waren vorig jaar zeker niet ongunstig. Zo leefde de Amerikaanse
economie in 2002 – gestimuleerd door een ruim monetair en budgettair beleid – aanvankelijk sterk op. In het derde kwartaal bedroeg de
Amerikaanse groei ten opzichte van het kwartaal daarvoor één procent (geannualiseerd vier procent). Weliswaar bleef de kwartaal-opkwartaal groei van 0,4 procent van de Europese economie hierop achter, maar deze vertoonde ook geen haperingen.
Figuur 1. dnb-conjunctuurindicator
Kwetsbare wereldeconomie…
In de daaropvolgende periode kwam de wereld in toenemende mate in de greep van een dreigende en inmiddels uitgebroken oorlog met
Irak. Dit voedde negatieve sentimenten op de internationale aandelenmarkten, droeg bij aan de verzwakking van de waarde van de dollar
op de valutamarkten en heeft in veel landen het vertrouwen van producenten en consumenten aangetast. De bbp-groei-cijfers over het
vierde kwartaal van 2002 voor de vs en Europa betekenen een halvering van de kwartaal-op-kwartaal groei ten opzichte van het derde
kwartaal en illustreren daarmee de kwetsbaarheid van de grote economieën.
…laat dnb-indicator haperen
De jongste dnb-indicator, die tot en met augustus van dit jaar vooruitblikt, duidt op een hapering en weerspiegelt de onzekerheid die de
wereldeconomie in haar greep houdt. Opvallend is de tegenstelling tussen de financiële en de reële deelindicatoren. Van de drie
financiële deelindicatoren duiden er twee op een opgang van de conjunctuur en is er één neutraal. Deze indicatoren reflecteren de
bestaande ruime monetaire verhoudingen. De twee reële deelindicatoren daarentegen (de Ifo-indicator voor de Duitse verwerkende
industrie en de verwachte bedrijvigheid in de Nederlandse industrie) wijzen naar beneden en sluiten daarmee op dit moment beter aan bij
de feitelijke conjuncturele ontwikkeling. Afhankelijk van het verloop van de oorlog in Irak laat het aangekondigde herstel vermoedelijk
langer op zich wachten.
Toename aantal faillissementen
Onder dergelijke omstandigheden is het nuttig andere indicatoren in beschouwing te nemen, zoals gegevens over faillissementen. Deze
komen vaak voort uit verslechterde economische omstandigheden en leiden tot verlies aan werkgelegenheid. In figuur 2 is voor de
periode vanaf 1979 het aantal uitgesproken faillissementen afgezet tegen de stand van de Nederlandse conjunctuur. Bij hoogconjunctuur
past een laag aantal faillissementen, bij laagconjunctuur een hoog aantal. De figuur brengt deze schaarbeweging van de beide reeksen
ten opzichte van elkaar scherp in beeld. Het valt op dat kleinere conjunctuurschommelingen niet of nauwelijks zichtbaar zijn in het aantal
faillissementen. Het zijn met name de grote conjunctuurschokken die aantikken. Ook qua timing blijken de omslagen in conjunctuur en
faillissementen aardig overeen te stemmen. Wat vertellen de huidige cijfers ons? Om te beginnen is het aantal faillissementen in de
afgelopen drie jaar sterk gestegen. Met een verdubbeling in drie jaar tijd vertoont de recente neergang sterke gelijkenis met het begin van
de jaren negentig toen de Nederlandse economie eveneens een periode van zeer zwakke economische groei doormaakte. Ook toen
verdubbelde het aantal maandelijks uitgesproken faillissementen in een tijdsbestek van drie jaar. Wel liggen de faillissementsaantallen
van nu nog ruim onder die van de recessiejaren 1980-1983. Toen voltrok zich een verdrievoudiging van het aantal faillissementen.
figuur 2
Figuur 2. Aantal faillissementen per maand en de dnb-conjunctuurindicator
1 De Nederlandsche Bank, Herstel in vijfvoud, ESB, 13 december 2002, blz. 911.
Copyright © 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)