Ga direct naar de content

Witte Zwanen, Zwarte Zwanen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 10 2006

redactioneel

Witte Zwanen, Zwarte Zwanen
D

e zwaan heeft het gedaan. Terwijl één zwaluw nog geen
zomer kan maken, staat een dode zwaan tegenwoordig
garant voor het afgaan van alle alarmbellen in Nederland. Nu
had een zwaan in sommige kringen al een bijzondere reputatie;
sinds de vogelgriep in Europa is het met de reputatie van de
zwaan helemaal bergafwaarts gegaan. Is dit nu hun zwanenzang?
In de Nederlandse volkscultuur neemt ‘het concept’ zwaan
een bijzondere positie in die veelal wordt geasso­cieerd met de
koerier die leven en dood verbindt. Ook in de kunst neemt de
zwaan een symbolische rol op zich, variërend van verhulde verleiding tot de dood zelve. Met de naderende vogelgriep een enge
gedachte dat zwanen dat bericht komen brengen. Wellicht wordt
het ook tijd om de marketingafdeling van onze nationale luchtvaarttrots weer aan het werk te zetten.

Wie gaat ermee naar Engeland varen?
Dit jaar mogen we het dubieuze jubileum vieren van tien jaar
boviene spongiforme encefalopathie, ook wel bekend als gekkekoeien-ziekte. Enige jaren geleden stegen de rookpluimen nog op
van de brandende veestapel in het Verenigd Koninkrijk omdat
het eten van de zwalkende koeien in verband werd gebracht met
een menselijke ziekte. De gevolgen waren dramatisch, zowel
op individueel niveau, op landelijk niveau, als op wereldschaal.
De schattingen van de economische kosten van de BSE crises
tuimelden destijds al over elkaar. In 1996 was de teller de vijftig
miljard euro al gepasseerd en dat alleen al voor het Verenigd
Koninkrijk. Na de koeien kwamen de schapen. De consumptie
van rundvlees in het Verenigd Koninkrijk kelderde tot het niveau
van de spelonken van de Tower of London en als overblijfsel van
de vleesconsument staat buiten de Beefeater geposteerd.

Engeland is gesloten, de sleutel is gebroken.
De BSE crisis in het Verenigd Koninkrijk was een doorbraak
aan het medische front. De ziekte was oorspronkelijk beperkt
tot één diersoort, maar het verschijnen van de ziekte bij andere
dieren gaf aan dat de scheiding tussen de soorten via het voedsel was doorbroken. Met een nieuwe variant van de ziekte van
Creutzfeldt-Jakob leek er ook een mogelijk besmettingsgevaar te
bestaan voor de mens bij het eten van rundvlees. Daarmee stond
de volledige voedselketen ter discussie.
In Nederland zijn we er inmiddels aan gewend geraakt om
regelmatig ons menu te variëren: van rundvlees naar varkensvlees, van varkensvlees naar kip, van kip naar vis en van vis naar
vegetarisch. Om ons heen worden bergen met varkens en kippen geruimd die naar de destructor gaan in plaats van naar het
afzetbegebied bij onze oosterburen. De schade is keer op keer
enorm en de winsten in deze varkenscyclus moeten wel enorm
zijn om steeds weer de klappen op te vangen. Hoe lang kunnen
we op deze wijze nog doorgaan met produceren, waarbij zowel
mens als dier het slachtoffer zijn van het economische proces?

belang wel in de gaten houdt en daarmee ons van voedsel zal willen
voorzien. Dat is een prettige gedachte, maar de vraag is of dat ons
probleem gaat oplossen als er een kink in de voedselkabel komt. De
slager zal in ons geval geen besmet vlees willen inkopen omdat hij
geen besmet vlees zal kunnen verkopen. Verder terug in de keten
zal de veehouderij het probleem zelf oplossen door de desctructor
te bestellen en de individuele veehouder zal zijn of haar eigen conclusies trekken. Zie hier het eigen belang aan het werk.
Maar een feit is dat de processen in onze voedselketen regelmatig ontsporen, doordat dioxine of andere vormen van eigen
belang door het voedsel worden gemengd, doordat schaalvergroting kansvergrotend werkt op dierenziektes en doordat het
eigen belang zegt dat het transport van zieke dieren beter is dan
ringenten. De sleutel van ons eten ligt niet bij de liefdadigheid
van de slager, die onder de kostprijs moet gaan werken, maar
bij de bereidheid van de consument om meer voor haar eigen
voedsel te betalen. Over eigen belang gesproken.

Laat doorgaan, laat doorgaan.

De 18de-eeuwse economische vrijheidsstrijd is te vangen in vier
woorden: laissez faire, laissez passer. De economische vrijheidsstrijd
die daarop volgde laat zich niet vangen in woorden, maar het ‘laissez faire, laissez passer’ is wel gebruikt voor elke kruistocht voor de
vrijheid, inclusief vrijheid van economisch ondernemerschap.
Maar nu gaat de vogelgriep daar wat aan veranderen. Hoewel
de trek van de vogels nog steeds doorgaat, heeft Japan inmiddels
laten weten dat de Nederlandse kippen met een inenting op zak
er niet meer inkomen. Niks laissez passer; de grens wordt gewoon
gesloten. De Nederlandse pluimveesector roept al weer om overheidcompensatie voor de economische schade doordat deze risico’s het ondernemersrisico te boven gaan. Te veel vrijheidsgraden,
zou je kunnen zeggen. Maar was dat nu niet juist de verdienste
van de economische werkelijkheid waarin we leven? Is ondernemerschap niet gekoppeld aan bedrijfsrisico’s waarin sommige
bedrijven wel doorgaan en anderen zich aanpassen? Worden hier
de witte zwanen niet van de zwarte zwanen gescheiden?
Na tien jaar bse, mkz, varkenspest en nu mogelijk de vogelpest, kan ik me voorstellen dat de houding van ‘laissez faire,
laisser passer’ in de voedselsector plaats maakt voor duurzaamheid als kernwaarde. Dan kunnen we toch nog doorgaan. n

Wie achter is moet voorgaan.
De zwaan heeft het gedaan.
Albert Jolink, hoofdredacteur
a.jolink@sdu.nl

Is er dan geen smid in het land,
die de sleutel maken kan?
Volgens Adam Smith hoeven we voor ons eten niet te rekenen
op de liefdadigheid van de slager, noch van de brouwer, noch
van de bakker. We mogen er van uitgaan dat die slager zijn eigen
ESB  10-3-2006

99

Auteur