Vermeendigvuldigen
Aute ur(s ):
Fortuyn, W.S.P. (auteur)
De auteur is publicist.
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4329, pagina 775, 12 oktober 2001 (datum)
Rubrie k :
Prikkel
Tre fw oord(e n):
Iedereen in het land snakte nog naar adem na de aanslag op het WTC en het Pentagon, maar de beste stadhouder van ons land had zijn
zaakjes al op orde. Nog voor het CPB, het IMF en de OESO met berekeningen kwamen, had minister Willem Vermeend al wat
mathematische vingeroefeningen gedaan. Daaruit bleek dat de economische groei in ons land, toch al enigszins in de versukkeling
door de sanering van de ict-sector, sneller zou teruglopen dan gedacht. Willem trok hieruit onmiddellijk zijn conclusies en riep op tot
loonmatiging. De reactie van de sociale partners op deze voortvarendheid was vervolgens zeer voorspelbaar: de
werkgeversorganisaties steunden de oproep en de vakbeweging riep “Ho, ho, tut, tut”. Veel opmerkelijker was dat hoon zijn deel was
van allerlei deskundigen, economisch journalisten en wetenschappers. Het is volgens die deskundigen nog veel te vroeg om met zulke
vergaande conclusies te komen. Bovendien zou de excellentie voor zijn beurt spreken, en dat is zo ongeveer het ergste wat je in dit land
kan doen.
Waarom spreekt de minister voor zijn beurt en welke hoge instantie bepaalt wanneer het zijn beurt wel of niet is? Die hoge instantie heet
het poldermodel, waarin allerlei deskundige zaakwaarnemers bepalen wanneer het jouw beurt is, of je überhaupt aan de beurt komt, dus
mee mag spreken, en wat de uitkomst daarvan dan wel mag zijn. Het aardige van een volwassen parlementaire democratie nu is, dat een
politicus nooit voor zijn beurt spreekt, maar dat het aan hem is om het moment te bepalen. Degene die zonodig met hem afrekent behoort
de kiezer te zijn, maar behoudens wat lippendienst aan dit fenomeen heeft de polderelite en de partijelitedemocratie daar geen boodschap
aan. Sterker nog, men acht dit fenomeen zo gevaarlijk en bovenal dom, dat men de kiezer er het liefste buiten houdt. Wij zijn een van de
weinige landen waar de kiezer nimmer een stem op de macht mag uitbrengen. Burgemeesters, commissarissen van de koningin,
voorzitters van Kamers van Koophandel, de SER, de minister-president, ministers, gedeputeerden, wethouders – en zo kunnen we nog
wel even doorgaan – worden nimmer door de kiezer aangewezen. Nederland is een land met een grote democratische gezindheid, maar
ook een land met een nauwelijks ontwikkelde democratische structuur. Het heeft meer weg van een meritocratie. Welnu, in zo’n
meritocratie wordt nauwgezet aan grensbewaking gedaan en mag je natuurlijk niet voor je beurt spreken. De minister deed dat toch en dat
is heel verstandig van hem. Beter te vroeg spreken dan te laat.
Moet Vermeend aan de rem gaan hangen op het moment dat de recessie daar is, met alle ontslagen van dien, of is het toch niet
verstandiger dat op tijd te doen, zodat we kunnen doen aan kostenbeheersing en zo onze exportpositie verstevigen en de recessie
dempen? Het antwoord lijkt mij voor de hand te liggen. Als de maatregelen voorbarig zouden zijn dan weten de bonden de werkgevers
beslist tijdig te vinden. Mochten de bonden dat niet vertrouwen dan kunnen zij in de komende cao-onderhandelingen afspraken maken
over loonstijgingen gekoppeld aan economische groeicijfers. Zo moeilijk is dat toch niet? Maar in plaats van complementen voor zijn
voortvarendheid , kon de minister hoon incasseren.
Meer in het algemeen kan worden gesteld dat het kabinet-Kok II wel erg passief reageert op de aankondigingen door verschillende
economische parameters van een recessie. Vorig jaar deed het kabinet al helemaal niets tegen de inflatie. Die zou niet ernstig zijn omdat
we nu toch tot het eurogebied behoren. Het gebied als geheel kent een gematigde inflatie. In plaats daarvan deden het kabinet en de
lagere overheden er nog eens een schepje bovenop door een btw-verhoging, een ecotax en door stijging over de gehele linie van de
tarieven van overheidsdiensten. Het kabinet zou er verstandig aan doen nu de lagere overheden, wat de prijsontwikkeling van hun
diensten betreft, in de tang te nemen, de btw-verhoging terug te draaien tegelijk met de invoering van de chartale euro, het kwartje van
Kok terug te geven aan de automobilist en de rijksuitgaven te bevriezen. Alle voorgenomen extra uitgaven worden voor even in de
ijskast gezet. Tenslotte draagt men zo bij aan het op peil houden van onze concurrentiepositie. Bovendien valt met een dergelijk pakket
aan maatregelen ook een oproep tot loonmatiging in vruchtbaarder bodem. Het is dan natuurlijk wel zaak dat ook onze (top)managers
hun graaigrage handen even diep in hun zakken stoppen en aan hun ondergeschikten het goede voorbeeld geven.
Kortom, het voorbeeld van Vermeend verdient het nagevolgd te worden door de minister van Financiën, Zalm, en de minister van
Economische Zaken, Jorritsma. Daarbij kunnen de economische deskundigen van allerlei soort helpen door dit te steunen in plaats van
wat schaapachtig te lachen en te schamperen om de dadendrang van deze in menig opzicht daadkrachtige minister.
Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)