Terughoudend optreden OPTA bij triple play gewenst
Aute ur(s ):
R. Hylkema, M. Visser en D. Vrijmoet (auteur)
Roderik Hylkema en Daan Vrijmoet zijn werkzaam b ij de OPTA. Matthijs Visser is werkzaam b ij RBB Economics. matthijs.visser@rb b econ.com
Ve rs che ne n in:
ESB, 90e jaargang, nr. 4460, pagina 226, 20 mei 2005 (datum)
Rubrie k :
Telecom
Tre fw oord(e n):
De triple play-strategie van veel telecom- en kabelbedrijven is een vorm van gemengde bundeling. In tegenstelling tot pure bundeling
(koppelverkoop) levert dit veelal welvaartsvoordeel op. Terughoudendheid in het toezicht is daarom op zijn plaats.
Bundeling is een veelgebruikte markt- en marketingstrategie die belangrijke gevolgen kan hebben voor de werking van markten en die de
aandacht heeft van mededingingsautoriteiten en sectorspecifieke toezichthouders. Spelers in de markten voor elektronische
communicatie bundelen in toenemende mate hun aanbod van diensten op het gebied van internettoegang, telefonie en digitale televisie.
Dit wordt vaak aangeduid als triple play. Recentelijk heeft KPN bijvoorbeeld een eigen tv-aanbod in de markt gezet waarbij korting op de
abonnementsprijs wordt gegeven als digitale televisie wordt afgenomen in combinatie met internettoegang en telefonie.
Kabelexploitanten geven op hun beurt korting op een gecombineerde afname van televisie, internettoegang en telefoniediensten. Omdat
omroepdiensten in de toekomst ook via DSL-netwerken kunnen worden aangeboden, ontwikkelen ook deze spelers triple play
strategien.Versatel heeft bijvoorbeeld de rechten voor de rechtstreekse verslaggeving van Eredivisie-wedstrijden verworven en biedt
deze aan in combinatie met een breedbandinternetabonnement.
Triple play kan de mate en wijze van concurrentie op de markten voor elektronische communicatie (waaronder breedband
internettoegang, telefonie en televisie) be»nvloeden. Daarom is deze ontwikkeling ook voor toezichthouders zoals de OPTA relevant.
Voor de uitvoering van de Telecommunicatiewet (Tw) bakent de OPTA relevante markten af, bepaalt de OPTA of een onderneming op de
relevante markt een economische machtspositie heeft en kan de OPTA verplichtingen opleggen indien dit noodzakelijk wordt geacht
voor het bewerkstelligen van effectieve concurrentie op markten. Dit artikel gaat in op de economische effecten van bundeling op de
markten voor elektronische communicatie en de mogelijke gevolgen hiervan op het toezicht door de OPTA.
Welvaartseffecten van bundeling
Er bestaan drie soorten bundeling. Bij pure bundeling worden producten A en B uitsluitend samen, in een vaste verhouding, verkocht.
Indien er sprake is van technische (pure) bundeling zijn de producten of diensten in grote mate ge»ntegreerd, waardoor de vraag
relevant wordt in hoeverre nog gesproken kan worden van bundeling (zie ook hieronder). Een voorbeeld hiervan is de bundeling door
Microsoft van Windows en Explorer. Bij gemengde bundeling worden producten A en B gebundeld (veelal met korting) en daarnaast
apart aangeboden. Bij koppelverkoop wordt een afnemer van product A verplicht om ook product B af te nemen. Omgekeerd hoeft voor
afname van product B product A niet afgenomen te worden. Pure bundeling kan gezien worden als een strenge variant van
koppelverkoop. Overigens is koppelverkoop door een onderneming met een machtspositie op grond van de Mededingingswet
verboden.
Pure bundeling
De welvaartseffecten van bundeling kunnen worden toegelicht aan de hand van onderstaande figuren (Roman Inderst, 2003). De x en yas in figuur 1 geven de reserveringsprijzen (betalingsbereidheid van consumenten) weer voor de producten 1 en 2, de daadwerkelijke
prijzen van deze producten en de prijs van de bundel. figuur 1
Figuur 1. Reserveringsprijzen bij losse componenten versus pure bundeling
Indien product 1 en 2 niet gebundeld worden aangeboden, zal de consument product 1 en/of product 2 alleen kopen indien de prijs lager
of gelijk is aan de reserveringsprijs. Indien product 1 en 2 slechts als (pure) bundel worden verkocht en als aangenomen wordt dat
product 1 en 2 geen substituten of complementen zijn, dan kunnen de reserveringsprijzen voor product 1 en 2 worden opgeteld. De
consument zal overgaan tot aankoop van de bundel indien de reserveringsprijs voor de bundel (de optelsom van de reserveringsprijzen
voor product 1 en 2) hoger is dan of gelijk is aan de prijs van de bundel (de diagonale lijn in figuur 1). Het uitsluitend aanbieden van een
bundel heeft tot gevolg dat een deel van de consumenten die eerst alleen product 1 of alleen product 2 kochten, de bundel niet zal
kopen. Een ander deel van de consumenten wordt door een hoge reserveringswaarde voor product 1 of 2 bij bundeling gedwongen om
ook het andere product af te nemen, omdat deze nog steeds hoger is dan de prijs van de bundel als geheel. Pure bundeling heeft dan een
inefficinte allocatie tot gevolg, hetgeen tot welvaartsverlies kan leiden. Dit is echter niet altijd het geval, bijvoorbeeld wanneer bundeling
wordt gebruikt als een instrument voor prijsdiscriminatie (Bishop & Walker, 1999).
Gemengde bundeling
Bij gemengde bundeling zijn de welvaartseffecten minder ambigue. In figuur 2 is een situatie weergegeven, waarin zowel de bundel als de
afzonderlijke producten worden aangeboden en waarbij de bundel tegen een lagere prijs wordt aangeboden dan de gecombineerde prijs
van product 1 en 2. Door de korting op de bundel verschuift de diagonale lijn die de prijs van de bundel weergeeft naar beneden. Het
effect van de korting is dat een deel van de consumenten die eerder niets kochten, nu de bundel afneemt (driehoek C). Daarnaast wordt
de bundel nu ook gekocht door een deel van de consumenten die eerder alleen 1 of 2 kochten (D en E). Driehoeken A en B geven de
consumenten weer die in de nieuwe situatie alleen product 1 of 2 afnemen. figuur 1
Het effect van gemengde bundeling is dat de afgenomen hoeveelheid en daarmee de welvaart toeneemt. Als producten complementair
zijn (bijvoorbeeld een mobiele telefoon en belminuten) dan is de reserveringswaarde voor beide producten normaliter positief
gecorreleerd en wordt bundeling voor consumenten interessant om andere redenen dan de korting alleen. Bij onafhankelijke producten
(de assumptie bij bovenstaande figuren) is er voor consumenten op basis van functionele productkenmerken geen meerwaarde
verbonden aan het afnemen van de bundel. Bundeling wordt voor consumenten dan pas interessant als er een korting wordt gegeven
ten opzichte van de losse componenten. Ondernemingen gaan hiertoe over als er efficintievoordelen met bundeling behaald kunnen
worden. Hiervan is sprake in de markten voor elektronische communicatie omdat onafhankelijke producten, zoals bijvoorbeeld
internettoegang, telefonie en televisie, over dezelfde infrastructuur worden aangeboden. Hierdoor ontstaan economies of scope. Deze
efficintievoordelen lijken belangrijke elementen te zijn in de triple play-strategien.
Rol van de toezichthouder
In een oligopolistische marktstructuur kan bundeling leiden tot meer concurrentie en lagere winsten voor de ondernemingen op de markt.
In dergelijke gevallen kunnen de positieve effecten voor de consument aanzienlijk zijn (Economides, 1993; Rey & Tirole 2003). Bundeling
kan echter ook gebruikt worden met de intentie om concurrentie op markten te verminderen. De gedachte hierachter is dat een dominante
onderneming bundeling kan gebruiken als instrument om een machtspositie in de ene markt over te hevelen naar een andere markt
(leveraging) of om zijn huidige machtspositie te beschermen (zie bijvoorbeeld Whinston, 1990). Juist hier ligt voor toezichthouders als de
OPTA en de NMa een uitdaging.
De OPTA en de NMa kijken vooral of leveraging van marktmacht leidt tot het uitsluiten van concurrenten. Bij pure bundeling en
koppelverkoop is dit sneller het geval dan bij gemengde bundeling.
Bundeling en relevante markt
De NMa kan koppelverkoop (een vorm van pure bundeling) verbieden indien er sprake is van twee afzonderlijke, zelfstandige producten
die als (pure) bundel worden verkocht, de onderneming dominant is op de relevante markt en koppelverkoop leidt tot de uitsluiting van
concurrenten. Slechts indien aan deze drie voorwaarden is voldaan, kan koppelverkoop worden verboden. Het eerder geformuleerde
economische analysekader, waarin ook de positieve aspecten van bundeling aan bod komen, wordt door de NMa in beginsel niet
toegepast. Het verbod op koppelverkoop in de Mededingingswet is absoluut, de schade aan de concurrentie wordt door de wetgever op
voorhand aangenomen.
Over al deze condities is discussie mogelijk. Zo betoogt Microsoft dat Internet Explorer en Windows Media Player onlosmakelijke
onderdelen van Windows en componenten van ŽŽn ge»ntegreerd product zijn. Bovendien kunnen succesvolle vormen van bundeling
op de langere termijn tot gevolg hebben dat de vraag van afnemers zich sterk ontwikkelt in de richting van de bundel en het kan voor
ondernemingen niet langer efficint zijn om producten separaat aan te bieden. Dit kan ertoe leiden, dat bundeling uiteindelijk leidt tot een
andere definitie van relevante markten (zie ook Hovenkamp, 1999).
Voor de OPTA is dit van belang, omdat een analyse van relevante markten en de positie van ondernemingen op die markten doorkruist
kan worden door succesvolle bundelingsstrategien, waardoor relevante markten van aard en omvang kunnen veranderen. Triple play lijkt
nu nog niet als een ge»ntegreerd product te worden gezien, (zie bijvoorbeeld EIM, 2004), maar op de langere termijn is dat niet uit te
sluiten.
Specifiek toezicht van OPTA
Het verschil tussen het toezicht door de OPTA en de NMa ligt er met name in dat de OPTA tot taak heeft de effectieve concurrentie op
markten te bevorderen, terwijl de NMa bestaande concurrentie moet beschermen. Het beoordelingskader ten aanzien van bundeling is
voor de NMa en de OPTA niet wezenlijk anders.
Dit kan echter anders zijn bij gemengde bundeling. Hier heeft de NMa over het algemeen geen aangrijpingspunten of reden om op te
treden. Voor de OPTA kan dat anders liggen. De markten waar de OPTA toezicht op houdt worden gekenmerkt door verticaal
ge»ntegreerde spelers zoals KPN. Daarom moet de OPTA scherper dan de NMa letten op vormen van gemengde bundeling die ervoor
kunnen zorgen dat concurrenten van de markt worden uitgesloten door te lage prijzen of die ervoor kunnen zorgen dat prijsregulering
wordt omzeild (zie ook Hovenkamp, 1999). Zo schrijft de OPTA op een aantal markten minimumprijzen voor om marge-uitholling te
voorkomen. Het geven van korting op de prijs van een bundel met een gereguleerd en niet-gereguleerd product zou gebruikt kunnen
worden om prijsregulering te ontwijken. Het gevolg van een korting op de bundel kan zijn, dat er een impliciete korting wordt gegeven op
de gereguleerde dienst die er alsnog toe kan leiden dat efficinte nieuwe toetreders worden gedwongen de markt te verlaten. De OPTA zal
daarbij onderzoeken of de prijs voor de diensten waaruit de bundel bestaat kostendekkend is. Daarnaast zijn de eventuele
efficintievoordelen, zoals economies of scope, van belang. De precieze invulling van een dergelijk onderzoek is afhankelijk van het
specifieke geval. De OPTA zal bij het beoordelen van bundeling in elk geval moeten kijken naar de:
» positie van de onderneming die bundelt ten opzichte van zijn concurrenten (dominant of niet);
» wijze waarop wordt gebundeld (gemengde bundeling of pure bundeling/koppelverkoop);
» relatie tussen de diensten die worden gebundeld (onafhankelijk, complementair of substituten);
» waardering (reserveringsprijzen) van consumenten en daarmee de geschatte effecten van bundeling op de vraag;
» kosten van de gebundelde producten en de invloed van bundeling op deze kosten.
Conclusie
De welvaartseffecten van bundeling kunnen positief zijn. In beginsel houdt een economische benadering van het bundelingsvraagstuk
daarom in dat de OPTA terughoudend moet zijn met het reguleren van bundeling. Dit geldt zeker in het geval van gemengde bundeling,
waaronder de triple play-strategien van breedbandinternet, telefonie en televisie geschaard kunnen worden. Bij strikt ex-ante optreden
tegen bundeling bestaat het risico dat het kind met het badwater wordt weggegooid.
Roderik Hylkema, Matthijs Visser en Daan Vrijmoet
Literatuur
Bishop & Walker (1999) The Economics of EC Competition Law: Concepts, Application and Measurement. London: Sweet & Maxwell.
Economides (1993) Mixed Bundling in Duopoly. Working Papers 93-29, New York University, Leonard N. Stern School of Business,
Department of Economics.
Economisch Analyse Team OPTA (2004) Bundling, The economic theory and a framework for ex-ante regulatory assessment. Economic
Policy Note 04.
EIM (2004) Consumentenonderzoek afname van gebundelde communicatieproducten in Nederland.
Hovenkamp (1999) Federal Antitrust Policy, the law of competition and its practice. Hornbook Series, West Group.
Nalebuff (2003) Bundling, Tying, and Portfolio Effects part 1 – conceptual issues. DTI Economics Paper, 1,Yale University.
Nalebuff (2003) Bundling, Tying, and Portfolio Effects part 2 – case studies. DTI Economics Paper, 1, Yale University.
Rey & Tirole (2003) A primer on foreclosure. IDEI Working Paper.
Inderst (2003) Course for OFTEL, London: London School of Economics.
Whinston (1990) Tying, foreclosure and exclusion. American Economic Review, 837-859.
Copyright © 2005 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)