Op vrijdag 24 mei 2019 organiseerde de Koninklijke Vereniging voor de Staathuishoudkunde (KVS) de KVS New Paper Sessions, een nieuwe conferentie voor Nederlandse economen. Een terugblik samen met medeorganisator Olaf van Vliet, hoogleraar aan de Universiteit Leiden en gastheer van de conferentie.
Wat is het doel van de New Paper Sessions?
“NPS is een conferentie waar Nederlandse economen, met name ook zij die aan het begin van hun carrière staan, hun nieuwste onderzoek kunnen presenteren om daar dan feedback op te kunnen krijgen. Het is bedoeld om Nederlandse economen die op verschillende deelgebieden onderzoek doen bij elkaar te brengen. Elk deelgebied heeft natuurlijk zijn eigen conferenties, vaak internationaal, maar een plek waar jonge economen van alle Nederlandse faculteiten bij elkaar kunnen komen was er nog niet echt.”
Is daar de Nederlandse Economendag dan niet voor bedoeld?
“De Nederlandse Economendag is een heel mooie dag voor economen, maar met een beperkte capaciteit. De KVS zag dat daar de concurrentie om een paper te presenteren steeds groter werd. Met name papers waaraan nog gewerkt werd, kwamen steeds minder aan bod. Hierdoor was er, vooral voor jonge economen, nog geen plek waar ze feedback konden krijgen om hun onderzoek verder aan te scherpen.”
Dat laatste kan toch ook bij de internationale conferenties?
“Lang niet alle jonge economen hebben budget om frequent naar internationale conferenties te gaan. Promovendi kunnen dat vaak maar een of hooguit twee keer doen. Dat gebeurt dan vooral in een late fase, als paper en proefschrift al bijna zijn afgerond. Vroeger konden ze ook naar de dag van het Netwerk Algemene en Kwantitatieve Economen, maar sinds die is overgegaan in de Nederlandse Economendag was er hier een gat ontstaan.”
Waarom is het goed dat Nederlandse economen elkaar ontmoeten?
“Dat helpt om de beroepsgroep een beetje bij elkaar te houden. De KVS en ESB spelen daar al een belangrijke rol in. Daarbovenop helpen bijeenkomsten als deze om de verbindingen in stand te houden.”
Dit jaar was de eerste editie. Hoe was de opkomst?
“Heel divers. Ik was blij om te zien dat er mensen van alle Nederlandse universiteiten aanwezig waren. Van hoogleraren tot promovendi, iedereen was vertegenwoordigd.Ook bestreken de onderwerpen van de papers de volle breedte:empirisch/theoretisch, nationaal/internationaal, micro/macro. En de papers gingen over van alles – van de Nederlandse huizenmarkt en de banken tot aan Europa en kartelvorming.”
Krijg je als organisator zo’n dag nou een beetje mee?
“Jawel, van de in totaal zeventien sessies heb ik drie parallelsessies bijgewoond. Het was erg leuk om te zien hoe divers het economisch onderzoek in Nederland is.Ook heb ik genoten van de keynotes van Chris Roth [Universiteit Bonn] en Bas van der Klaauw [Vrije Universiteit Amsterdam] – over twee totaal verschillende onderwerpen trouwens.”
Volgend jaar weer?
“Ja, idealiter wel. De mensen vonden het geslaagd en voor herhaling vatbaar. Ik kan me voorstellen dat het model uiteindelijk wordt dat elke Nederlandse universiteit een keer aan de beurt komt als gastheer. Maar ik vond het zo leuk dat ik het helemaal niet erg zou vinden als we het weer hier in Leiden/Den Haag zouden organiseren.”