Ga direct naar de content

Structuur en orde

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 12 1980

dr. rr. W. J. &ek

Structuur
en orde
Wat mij het meest boeit in de economie en bij economen, is dat zij kennelijk moeiteloos een subjectieve dagelijkse economische praktijk met obiectieve
economische theorieën weten t e verzoenen. Het subjectieve heet b.v. bij de
ondernemer een risicodragend initiatief,
bij de klant een impulsaankoop, bij de
consument keuzevrijheid, bij de werknemer een billijke eis en bij de overheid
een rechtvaardige verdeling. Het objectieve heet snijpunt van vraag- en aanbodcurven, marginale kosten, substitutie,
allocatie van schaarse middelen, optimalisering, evenwichtstheorie, multiplicatiefactor.
Dat praktijk en theorie niet méér botsen dan ze doen, moet haast wel betekenen dat er een zekere orde in ons subjectief gedrag heerst. Verlaat b.v. één ondernemer de verticale prijsbinding dan
volgen de anderen bijna zonder uitzondering. Bedrijven van een vergelijkbare
omvang in één bedrijfstak besteden vrijwel hetzelfde percentage van de omzet
aan onderzoek- en ontwikkelingswerk.
Nieuwe fabrikanten in een branche kiezen zelden voor een wezenlijk onderscheidende benadering van marketing en
verkoop. De wet van de orde bij produktie en bij consumptie is het zich spiegelen aan wat geslaagd heet, dus die wet is
conformisme. De waarschijnlij kheidsverdelingen van ons subjectieve handelen zijn vaak nauw. Kleine excursies
rond betrekkelijk weinig evenwichtspunten. Een fysisch beeld: lage waarschijnlijkheid, dito entropie, grote bindingskrachten. Bijna een kristalroosterstructuur is die economische structuur.
Beweging vooral langs de kristallietgrenzen en de dislocaties. Geen wonder
dat, afgezien van die beweging, theorie
en praktijk nog redelijk te verzoenen
zijn.

ESB 5-3-1980

Nu maken we een alliage. De overheid
vestigt zich met WIR, SIR, prijsgedragsregels voor goederen en diensten,
gedifferentieerde aardgastoewijzingen
en -prijzen, toeslagen voor ontwikkelingsgebieden en heffingen voor saneringsgebieden, loonmaatregelen eventueel, als een dummy-ondernemer in het
economisch rooster. Ik wil niet discuteren over de wens een alliage te maken
en neem zelfs aan dat dit tot een ideale
ordening leidt, een perfect mengrooster.
Dus het gewenste gevolg wordt bereikt;
de aanpassing van het systeem intern
wordt groter en dus neemt de inwendige
bindingsenergie toe. Het is dan duidelijk
dat het een eigenzinnig element in het
rooster des te moeilijker zal vallen wat
op te schuiven naarmate dit aan minder buren reeds is gelukt. Dit is de
karakteristiek van de lange-afstandsorde in de natuurkunde en van het primaat van een macro-denken over microstructuren in de economie.
Door de kunstmatig verhoogde bindingsenergie zal de coöperatieve (of
tweede-orde) faseovergang, waarover
ik het hier heb en die in tegenstelling
tot een directe faseovergang zeer geleidelijk en geordend verloopt, zich eerst
bij hogere temperatuur manifesteren.
De potentiaalberg voor nieuwe zaken,
gemeten in investeringen, in geld en in
managementtijd, is hoger geworden.
Zulk een alliage vervolmaken staat
haaks op het voeren van een innovatiebevorderend beleid. Streven naar een
betere interne aanpassing leidt tot een
verlies van aanpassingsvermogen.
Het procédé dat i n een alliage maakt
die niet bij een geringe temperatuurverhoging tot smelten of verdampen leidt
i n niet te hoge overgangstemperaturen
heeft voor coöperatieve faseovergangen, zal de bindingskrachten o p de korte
afstand sterk moeten maken zonder de
lange-afstands-orde te bevriezen. Loonmaatregelen, ongedifferentieerde prijsgedragsregels voor goederen en diensten

en ongedifferentieerde centrale akkoorden dragen ertoe bij de lange-afstandsorde wèl te bevriezen.
Ik kwam tot deze gedachte in een
voorstudie over de ontwikkeling in de
distributie van consumentengoederen,
die bij de Stichting Toekomstbeeld der
Techniek wordt uitgevoerd. De invoering van de uniforme artikelcodering en
computer-gestuurde ,,check-outs” zal
ontwikkelingen in gang kunnen zetten
die de lange-afstands-orde in de bedrijfskolom doen toenemen. Automatische
voorraadregistratie leidt tot een eenvoudigere en snellere orderopname en
-uitvoering. De planning bij de leverancier en de distributeur zal daarop inspelen. Afrekening zal automatisch kunnen
gebeuren. Marktonderzoek in de winkel
krijgt nieuwe mogelijkheden. Echter, bij
alle gesprekken hierover in de handel,
blijkt dat intuïtief wordt aangevoeld dat
deze ontwikkeling ten koste van het
eigen aanpassingsvermogen zou kunnen
gaan. Wellicht is dat niet zo vreemd
voor een dienstverlenende tak, waarbinnen de waarschijnlijkheidsverdelingen voor het subjectieve handelen nog
steeds groter zijn dan in enige andere
branche. Wellicht ligt daarin de reden
dat deze bedrijfstak zich nog steeds
flexibel en niet zonder succes ontwikkelt.

Auteur