
Het aandeel Nederlandse huishoudens met een eigen woning bleef de afgelopen tien jaar redelijk stabiel. Iets minder dan zes op de tien huishoudens hadden een eigen woning in 2023. Het aandeel woningbezitters onder de 45-minners daalde wel, terwijl dat aandeel onder 55-plussers toenam.
De figuur toont dat in 2023 veertig procent van de jongeren van 25 tot 35 jaar een koopwoning had; in 2013 was dit nog 48 procent. Ook bij 35- tot 45-jarigen nam het aandeel met een eigen woning af, van 67 tot 60 procent. Bij de groep tot 25 jaar was het eigenwoningbezit al laag.
De prijzen van koopwoningen zijn de afgelopen jaren fors gestegen. Bovendien krijgen starters sinds 2018 slechts een hypotheek die maximaal gelijk is aan de woningwaarde, zodat huishoudens meer eigen geld moeten inbrengen. In combinatie met hogere energieprijzen en gestegen lokale lasten is de betaalbaarheid van een eigen woning, in het bijzonder voor jonge huishoudens, daarom afgenomen.
Doordat de bevolking vergrijst en ouderen langer zelfstandig blijven wonen, is daarnaast de doorstroming op de woningmarkt afgenomen. Dit heeft een groeiend aantal oudere woningbezitters tot gevolg. De figuur toont dat tussen 2013 en 2023 het eigenwoningbezit van 65- tot 75-jarigen steeg van 58 tot 63 procent. Bij 75-plussers is het woningbezit nog meer toegenomen: van 41 tot 53 procent.
Auteur
Categorieën