Ga direct naar de content

Statistiek

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: december 14 2007

statistiek
Internationaal
Toename arbeidsproductiviteit is cyclisch van aard
De groei van de arbeidsproductiviteit in het eurogebied is toegenomen van 1,0%
jaar-op-jaar (joj) in 2005 naar 1,4% joj in 2006. Dit is de grootste stijging van de
arbeidsproductiviteit (gedefinieerd als de toename van het reële bbp per werkende)
in het eurogebied sinds het jaar 2000. Hiermee lijkt op het eerste gezicht een
einde te zijn gekomen aan de lange periode van een afnemende groei van de arbeidsproductiviteit in het eurogebied sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw. In het
algemeen neemt de groei van arbeidsproductiviteit toe, enerzijds door structurele
factoren, bijvoorbeeld door hervormingen op de arbeidsmarkt, en anderzijds door
cyclische factoren zoals een (tijdelijk) hogere economische groei. In het laatste
geval zal de arbeidsproductiviteitsgroei na verloop van tijd weer vertragen vanwege
het verdwijnen van de conjuncturele factoren. Aangezien de recente stijging van
de arbeidsproductiviteitsgroei in het eurogebied plaatsvond in een periode van een
aantrekkende economische groei bestaat bij diverse officiële instellingen zoals de
Europese Commissie de indruk dat de acceleratie in de groei van de arbeidsproductiviteit in het eurogebied vooral cyclisch van aard is geweest. Eigen berekeningen tonen aan dat de arbeidsproductiviteitsgroei inmiddels is afgezwakt naar
zo’n 1,0% joj in de eerste helft van 2007. Daarnaast valt in de figuur op dat de
ontwikkeling van de arbeidsproductiviteitsgroei in de huidige economische cyclus
nagenoeg overeenkomt met die in de voorgaande economische cycli sinds 1967.
Volgens dit patroon trekt aan het begin van de economische cyclus de groei van de
arbeidsproductiviteit sterk aan doordat werkgelegenheidsgroei met enige vertraging reageert op de aantrekkende economische groei. In het latere deel van de
economische cyclus neemt de arbeidsproductiviteitsgroei weer geleidelijk af door

Kees Schultz (Ministerie van Financiën)

de sterk groeiende werkgelegenheid. Dit zou betekenen dat de piek in arbeidsproductiviteitsgroei in het
eurogebied inmiddels achter ons ligt. De Europese
Commissie verwacht in haar herfstvoorspellingen dat
de groei van de arbeidsproductiviteit in het eurogebied zal uitkomen op 1,1% in 2007, 1,2% in 2008
en 1,3% in 2009. Deze cijfers liggen om en nabij de
trendgroei van de arbeidsproductiviteit van 1,25% per
jaar en duiden erop dat de recente opleving van de arbeidsproductiviteitsgroei vooral cyclisch van aard was.
Ontwikkeling arbeidsproductiviteit (in eurogebied)

Bron: eigen berekeningen o.b.v. gegevens Datastream

Monetaire Zaken
Uitzonderlijke weersomstandigheden en economische groei
De economische groei in Nederland was in het vierde kwartaal van 2007 met
4,1% de hoogste groei in meer dan zeven jaar. De vraag is in hoeverre dit samenhangt met de uitzonderlijke weersomstandigheden van het afgelopen jaar.
Vanaf het derde kwartaal van 2006 tot en met het tweede kwartaal van 2007
lag de temperatuur in Nederland (en in de rest van Europa, afnemer van onze
gasexport) ver boven het langjarige gemiddelde. De winter 2006/2007 was de
warmste ooit gemeten in Nederland. Zowel de productie als de consumptie van
aardgas is hierdoor duidelijk teruggevallen vanaf het derde kwartaal van 2006
(figuur). De toegevoegde waarde van delfstoffenwinning daalde in het derde
kwartaal van 2006 met 19% (kwartaal-op-kwartaal), en bleef vervolgens een
jaar lang laag. Precies een jaar later (in het derde kwartaal van 2007) lag de
temperatuur weer rond het langjarige gemiddelde, waardoor de delfstoffenwinning weer opliep. Hierdoor lag de delfstoffenwinning in het derde kwartaal van
2007 maar liefst 26% hoger dan een jaar eerder (terwijl deze in het tweede
kwartaal nog 14% lager lag dan het jaar ervoor). Ook de consumptiegroei van
energie is op jaarbasis omhoog gesprongen van –10% in het tweede kwartaal
naar +4,6% in het derde kwartaal.
Door de groei van de totale toegevoegde waarde inclusief en exclusief delfstoffenwinning te vergelijken, ontstaat een beeld van het effect van de warme winter
op de totale economische groei. Het blijkt dat de lagere productie van aardgas
de economische (joj) groei van het derde kwartaal van 2006 tot en met het
tweede kwartaal van 2007 met ongeveer 0,5 procentpunt gedrukt heeft. De
joj-groei van de totale bruto toegevoegde waarde was van het derde kwartaal
van 2006 tot en met het tweede kwartaal van 2007 gemiddeld 2,8%. Exclusief
delfstoffenwinning was de groei van de toegevoegde waarde in deze periode

752

ESB

14 december 2007

Guido Schotten (DNB)

Invloed van weer op economische groei (procentuele
mutaties t.o.v. jaar ervoor en temperatuur in graad Celsius)

Bron: CBS en KNMI

echter 3,3%. Nu de temperaturen weer rond het
gemiddelde liggen en het basiseffect van de warme
periode is weggevallen, ligt de groei van toegevoegde
waarde inclusief aardgas (4,2%) juist weer hoger
dan de groei exclusief aardgas (3,9%). Aangezien
ook het groeicijfer exclusief aardgas opvallend hoog
is, kan de uitzonderlijk hoge groei van het derde
kwartaal echter niet uitsluitend worden verklaard
door weersomstandigheden. Hier hebben ook andere
factoren, zoals hogere investeringen, overheidsconsumptie en netto-export, aan bijgedragen.

Sander Hoek (FDA)

Moeizamere financiering
Amerikaanse tekorten
De zwakte van de dollar houdt nog steeds aan. De
dollarkoers heeft inmiddels in nominale termen het
historische diepterecord uit 1995 ten opzichte van
de belangrijkste voorloper van de euro, de D-mark
gebroken. Ook in reëel effectieve termen, dat wil
zeggen gewogen naar handelsgewichten en gecorrigeerd voor inflatieverschillen, wordt het diepterecord

Effectenverkeer VS (aandelen en obligaties),
n
­ etto-instroom per kwartaal (in miljarden dollars)

Financiële Markten
van 1995 in rap tempo genaderd. Gedurende de laatste maanden is de dollardepreciatie met name verscherpt door de turbulentie op de financiële markten
en de inzinking op de Amerikaanse hypotheek- en huizenmarkt die aan de crisis
ten grondslag ligt. Gegevens over het effectenverkeer van het Amerikaanse
ministerie van financiën gaven nader inzicht in de turbulente gebeurtenissen
tijdens de acute liquiditeitssituatie gedurende de maanden augustus en september. Uit de statistieken bleek dat er nettoverkopen van Amerikaanse aandelen
ter waarde van 40 miljard dollar hebben plaatsgevonden in augustus, hetgeen
illustratief is voor de vlucht uit meer riskante beleggingen. Opmerkelijk is echter
dat ook Amerikaanse staatsobligaties werden afgestoten. Vooral het feit dat de
twee grootste crediteurenlanden van de Verenigde Staten, China en Japan, hun
posities in staatsobligaties in die maand hebben verminderd zou kunnen suggereren dat Amerikaanse overheidsobligaties hun positie van veilige haven aan het
verliezen zijn. Deze uitstroom uit de Verenigde Staten werd in september slechts
ten dele gekeerd, waardoor in het derde kwartaal netto voor het eerst sinds 1993
weer sprake is van een uitstroom in het effectenverkeer. Dit alles lijkt te wijzen
op een belangrijke verschuiving in de mondiale machtsverhoudingen bezien
in termen van kapitaalstromen. Belangrijke overschotlanden lijken niet langer
genoegen te nemen met de inferieure rendementen die geboden worden door
Amerikaans overheidspapier. Deze landen proberen door middel van diversificatie
van hun valutareserves en door hun staatsinvesteringsvehikels hogere verwachte
rendementen na te streven. Het zal voor de Verenigde Staten moeilijker worden
op dezelfde schaal hun tekorten te blijven financieren. De verwachting is derhalve dat de dollar onder druk blijft staan.

Bron: US, Treasury Department

Arbeidsmarkt

Job van der Zwan (CBS)

Banen van werknemers

Bron: CBS

Banengroei robuust en breed gedragen
In het tweede kwartaal van 2007 waren er 7,8 miljoen banen van werknemers, het hoogste aantal ooit.
In vergelijking met het tweede kwartaal van 2006
groeide het aantal banen met 206.000. Vrijwel alle
bedrijfstakken droegen hieraan bij. De banengroei is
de grootste sinds jaren en vergelijkbaar met de groei
in de jaren tussen 1995 en 2000, toen er gemiddeld ruim 200.000 arbeidsplaatsen per jaar bijkwamen. Het aantal banen kent een duidelijk seizoenpatroon. Na correctie hiervoor was het aantal banen

van werknemers in het tweede kwartaal 52.000 hoger dan in het eerste kwartaal
van 2007. Ook in het eerste kwartaal en in het vierde kwartaal van 2006 kwamen er meer dan 50.000 banen bij. De werkgelegenheid groeit nu al twee jaar
ononderbroken. De banengroei is in de loop van 2006 duidelijk versneld.
Koploper bij de banengroei is de zakelijke dienstverlening met een toename van
104.000. Het leeuwendeel daarvan zijn banen van uitzendkrachten. Door de
aantrekkende economie ontstaan extra banen die door veel werkgevers al dan
niet tijdelijk worden ingevuld met uitzendkrachten. Deze banen worden binnen
de zakelijke dienstverlening geteld bij de uitzendbureaus, terwijl uitzendkrachten
in de praktijk veelal in andere bedrijfstakken aan het werk zijn. Zo werkt een op
de vijf uitzendkrachten in de industrie, een op de negen in het vervoer.
Behalve uitzendbureaus hebben ook andere zakelijke dienstverleners flink meer
personeel in dienst. Het gaat onder meer om accountantskantoren, advocatenen ingenieursbureaus en ICT-bedrijven. Goede tweede bij de banengroei is de
handel met een toename van 34.000 banen, op de voet gevolgd door de zorg die
met 27.000 extra arbeidsplaatsen een belangrijke banenmotor blijft. Ook in de
bouw en de horeca zijn nu flink meer werknemers aan het werk. Bij de overheid
groeide het aantal banen nauwelijks. Na een jarenlange krimp van de werkgelegenheid bleef het aantal banen in de industrie voor het eerst gelijk. Ondanks de
stevige banengroei is de loonkostenontwikkeling gematigd. De loonkosten per
arbeidsjaar waren in het tweede kwartaal 1,7% hoger dan in hetzelfde kwartaal
van 2006. Dit is gelijk aan de stijging in het eerste kwartaal maar minder dan
gemiddeld in 2006.

ESB

14 december 2007

753

Auteurs

Categorieën