Keer op keer demonstreert president Trump van de Verenigde Staten dat hij geen benul heeft van samenhangen in de economie. Economen die cirkelen om planeet Trump zijn kennelijk bevangen door angst om de op drift geraakte roerganger bij te sturen.
Heffingen verkleinen het handelstekort niet
De president constateert dat andere landen meer in de Verenigde Staten verkopen dan het Amerikaanse bedrijfsleven naar de rest van de wereld exporteert. Het tekort dat hierdoor ontstaat op de handelsbalans is hem een doorn in het oog en hij wil dit oplossen door heffingen op door de Verenigde Staten ingevoerde goederen in te stellen. Deze heffingen zullen Amerikaanse consumenten verleiden om minder producten uit Europa en China te kopen maar juist meer uit eigen land. Koop Amerikaanse waar, dan helpen wij elkaar.
Die vlieger gaat echter niet op – het handelstekort zal niet krimpen door de invoerheffingen. De Amerikaanse economie draait namelijk op volle toeren. Extra consumentenvraag naar goederen en diensten uit de Verenigde Staten kunnen Amerikaanse bedrijven alleen bevredigen door hun productie van andere zaken, bijvoorbeeld voor de export, te verminderen. Als bedrijven dat doen, verslechtert de handelsbalans juist.
Belastingverlaging vergroot de overbesteding juist
De totale invoer van de VS ligt al heel lang royaal boven de totale export. De Amerikanen besteden dus veel meer dan de eigen productie mogelijk maakt. Aangezien de productie ongeveer gelijk is aan het structureel haalbare niveau, is er sprake van overbesteding. Deze overbesteding is de oorzaak van het Amerikaanse handelstekort. Om dit tekort te verkleinen zullen de VS hun nationale bestedingen moeten beperken. Trump zou dat voor elkaar kunnen krijgen door een restrictief begrotingsbeleid te voeren. Hij kan de eigen bestedingen van de overheid en die van burgers en ondernemingen verlagen via bezuinigingen. Of hij kan de bestedingsruimte van consumenten en bedrijven insnoeren door de belastingen te verhogen.
Trump is niet van plan om de belastingen te verhogen, maar wil die juist verlagen. Musk is ingehuurd om het mes te zetten in de uitgaven van de federale overheid. Dat het begrotingstekort hierdoor in de komende jaren zal afnemen, valt echter niet te verwachten. Trump zal niet of slechts in beperkte mate durven te snijden in de uitgaven voor zorg (Medicare en Medicaid) en uitkeringen (Social Security).De opbrengst van de invoerheffingen weegt daar lang niet tegen op. Al met al is de kans erg groot dat het begrotingstekort van de federale overheid onder Trump niet krimpt, maar nog groter wordt. Hetzelfde lot is daarmee het handelstekort beschoren: dat zal ook stijgen.
Dollarprijs sterk afhankelijk van vertrouwen
De Amerikanen moeten leningen, beleggingen en directe investeringen uit het buitenland aantrekken om hun tekort in de internationale handel te financieren. De gangbare theorie verklaart deze kapitaalstromen naar de VS uit het handelstekort van dit land. Bij de financiering van dit tekort profiteren de Amerikanen van de rol van de dollar als internationale reservemunt. Overheden en private instellingen van veel landen houden immers omvangrijke dollartegoeden aan als onderdeel van hun internationale reserves. Zij beleggen voor aanzienlijke bedragen in Amerikaanse overheidsobligaties. De grote belangstelling voor deze obligaties houdt de rente op de overheidsschuld van de VS laag. In de jaren ’60 duidde de latere Franse president Valéry Giscard d’Estaing de rol van de dollar als internationale reservemunt indertijd aan als een ‘exorbitant privilege’.
Matthew Klein en Michael Pettis (2020) presenteren in hun boek Trade Wars Are Class Wars een andere kijk op het Amerikaanse handelstekort. Volgens deze auteurs liggen oorzaak en gevolg precies andersom. Doordat veel landen omvangrijke dollartegoeden wensen aan te houden als onderdeel van hun internationale reserves bestaat grote vraag naar de Amerikaanse munt, wat de koers van de dollar opdrijft. De dure dollar tast de prijsconcurrentiepositie van Amerikaanse exporteurs aan en bedrijven die voor hun afzet op de binnenlandse markt zijn aangewezen moeten opboksen tegen goedkoper geworden invoer uit andere landen. Minder uitvoer en meer invoer: zo vergroot de dure dollar het tekort op de handelsbalans van de VS. Volgens Klein en Pettis is de rol van de dollar als internationale reservemunt daarmee geen ‘exorbitant privilege’, maar een ‘exorbitant burden’.
Uitgaande van deze kijk op de samenhangen in de wereldeconomie verdwijnt het Amerikaanse handelstekort pas wanneer er een eind komt aan de positie van de dollar als internationale reservemunt en daarmee aan de omvangrijke kapitaalstromen naar de VS. Het erratische economische beleid van Trump kan als onbedoeld effect hebben dat dit gebeurt. Wanneer overheden en private partijen besluiten om minder dollartegoeden aan te gaan houden, omdat hun vertrouwen in de dollar is verminderd, kan de door Trump gewenste verbetering van de prijsconcurrentiepositie van Amerikaanse bedrijven op zowel de buitenlandse als de binnenlandse markt plaatsvinden, via een koersdaling van de dollar.
De dollar de rug toekeren betekent hogere rente
Wél gaat, als overheden en private partijen de dollar van de hand doen, de rente op Amerikaanse overheidsschuld omhoog. De VS hoeven dan niet langer via een handelstekort de rest van de wereld in staat te stellen dollartegoeden op te bouwen.
Met die hogere rente is de president juist niet blij: hij besloot recent onmiddellijk de Amerikaanse importheffingen (tijdelijk?) te matigen toen de rente op deze schuld begon op te lopen. Mogelijk heeft zijn minister van Financiën hem duidelijk gemaakt dat hij het begrotingstekort terug moet dringen en vervolgens laag houden als de rente op overheidsschuld blijvend hoger komt te liggen.
De VS zullen alles uit de kast halen om een dergelijke rentestijging te voorkomen. Stephen Miran, de kersverse voorzitter van de Raad van Economische Adviseurs, droomt van een lage dollarkoers, zonder dat de dollar zijn rol als internationale reservemunt verliest en dus zonder dat de rente op Amerikaanse overheidsschuld omhooggaat. In zijn droom zijn beleggers bereid om in ruil voor het voorrecht om de dollar als internationale reservemunt te mogen gebruiken genoegen te nemen met een erg lage rente. Afspraken met buitenlandse private beleggers en buitenlandse overheden moeten die lage rente regelen.
Trump gelooft misschien in deze droom, maar hij zal vermoedelijk bedrogen uitkomen. De Amerikanen kunnen buitenlandse private beleggers niet dwingen Amerikaans schuldpapier na een sterke waardedaling van de dollar voor een lage rente aan te houden. Trump cum suis kunnen proberen buitenlandse overheden af te persen – beleg in Amerikaanse staatsschuld, anders volgen er sancties – maar het is twijfelachtig of zulke pogingen veel succes zouden hebben.
Literatuur
Klein, Matthew C. en Michael Pettis (2020) Trade Wars are Class Wars. New Haven, Connecticut: Yale University Press.
Auteurs
Categorieën