Ga direct naar de content

Spontaan optimisme

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 26 1981

ICONOMISCH STATISTISCHE BERICHTEN

Spontaan optimisme
Bij veel economische beslissingen gaat het om de afweging tussen kosten die nu worden gemaakt en baten
die in de toekomst worden verwacht. De aanschaf van
een duurzaam consumptiegoed, de beslissing om een
investering te verrichten, de aankoop van een woning,
het aanvaarden van een baan, bij al deze beslissingen
spelen verwachtingen een cruciale rol. In de economische
analyse zou dus terdege met verwachtingen rekening
moeten worden gehouden. Maar dat is gemakkelijker
gezegd dan gedaan. Verwachtingen blijken imrriers zelden
of nooit precies uit te komen. De werkelijkheid heeft
steeds weer verrassingen in petto waar zelfs de ingewikkeldste modellen uit de rationele-verwachtingentheorie
geen antwoord op hebben. Het Centraal Planbureau lost
de zaak op door in de modellen die het gebruikt van verwachtingen te abstraheren, en in plaats daarvan de onzekerheid van de verkregen uitkomsten te benadrukken.
Op die manier gaat echter essentiele informatie verloren
over het gedrag van consumenten, investeerders, spaarders, beleggers, exporteurs en anderen die economische
beslissingen nemen. Juist nu er de laatste jaren een kentering in de verwachtingen is opgetreden is het van belang
de betekenis daarvan voor de economische analyse goed
in het oog te houden.
Verwachtingen spelen in elk geval een rol bij de consumptieve bestedingen. Het is in de consumptietheorie
een gebruikelijke hypothese, dat niet het feitelijke inkomen maar het verwachte inkomen de consumptie bepaalt. Waar niets anders dan jarenlange inkomensmatiging wordt gepredikt en ook het niveau van de sociale
uitkeringen onder vuur ligt, zal de consument zonder
twijfel voorzichtiger worden in zijn bestedingen. Conjunctuurenquetes wijzen uit dat de consument de toekomst momenteel bijzonder somber inziet. Dit heeft zich
reeds gemanifesteerd in een terugval van de vraag naar
duurzame consumptiegoederen (auto’s) en in een sterke
daling van de vraag naar consumptief krediet.
Het spreekt vanzelf dat een vertraging in de consumptieve bestedingen ook investeerders voorzichtig maakt.
Vorige week werden de resultaten bekend van een onderzoek van de Amro Bank waaruit bleek dat 40% van de
ondernemers in het midden- en kleinbedrijf in de Industrie, de groothandel en de zakelijke-dienstverlening de
komende twee jaar niet denken te investeren, alle stimuleringsmaatregelen van de overheid ten spijt. Niet de hoge
rente maar de sombere winstverwachtingen zijn daarvan
de belangrijkste reden. De terughoudendheid met betrekking tot het investeren in deze sector plant zich vervolgens
weer voort naar toeleverende sectoren.
Ook het instorten van de huizenmarkt hangt zonder
twijfel samen met pessimistische verwachtingen over de
inkomensontwikkeling in de toekomst. De herhaalde

ESB 2-9-1981

verzekeringen van de zijde van makelaars dat de bodem
van de markt nu wel zou zijn bereikt, konden geen stabilisatie van het prijsniveau bewerkstelligen. De malaise
op de huizenmarkt oefent op haar beurt weer een negatieve invloed uit op de bouw van koopwoningen en daarmee op de werkgelegenheid in de bouw, terwijl tal van
toeleverende sectoren eveneens in de malaise delen.
Ook op de arbeidsmarkt spelen de ongunstige toekomstverwachtingen een rol. Vrees voor toenemende
werkloosheid en het nagenoeg ontbreken van perspectieven voor positieverbetering leiden tot een vermindering
van de mobiliteit op de arbeidsmarkt. ,,Blijf zitten waar
je zit”, wordt het devies van steeds meer werknemers die
op zekerheid wensen te spelen. De reeds genoemde problemen op de huizenmarkt versterken dit gebrek aan
mobiliteit nog.
Op verschillende markten en in verschillende sectoren
van de economic ontstaat er aldus een patroon van steeds
pessimistischer verwachtingen, dat een verlammend
immobilisme genereert waardoor de sombere verwachtingen inderdaad bewaarheid worden. Een uitweg uit deze
impasse kan slechts worden gevonden doorde neerwaartse verwachtingenspiraal te doorbreken, niet door de
economische situatie mooier voor te stellen dat zij is en de
structurele problemen te verbloemen — daar trapt geen
mens meer in —, maar door een perspectief te bieden dat
voldoende overtuigingskracht heeft om het Nederlandse
volk de uitweg uit de crisis te laten inslaan 1). In plaats
van zich daarover te buigen zijn in Den Haag politic!
echter bezig hun laatste oortje te versnoepen bij hun
pogingen het kabinet samen te stellen dat de overtuigende
aanpak zou moeten dragen.
In zijn General theory stelde Keynes al vast dat „ . . . a
large proportion of our positive activities depend on
spontaneous optimism rather than on mathematical
expectations”. Het spontane optimisme heeft echter
plaatsgemaakt voor een sfeer van pessimistische verwachtingen waarin de lethargic gedijt. Het is zaak de
spiraal van sombere verwachtingen te doorbreken, die
de economic dieper in het slop trekt dan onder de gegeven
omstandigheden noodzakelijk zou zijn. Het is de kunst
de kansen die er nog altijd zijn te blijven zien en benutten
met een optimisme dat aanstekelijk werkt.
L. van der Geest

1) Zie hierover ook de artikelenserie van W. Driehuis en A. van
der Zwan De Nederlandse economic in de jaren 1980-1985 (1),
(II) en (III), ESB, 13, 20 en 27 mei 1981.

833

Auteur