Ga direct naar de content

Redactioneel: SGP

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 17 2009

Redactioneel

Mark Dijkstra
Redacteur ESB
m.dijkstra@sdu.nl

SGP
Op 20 februari stelde Peer Steinbrück, de Duitse
minister van Financiën, voor om overheden in de
eurozone die hun schuld niet meer terug kunnen
betalen, financieel te assisteren (Der Spiegel,
2009). Het contrast met Theo Waigel, die van
1989 tot 1998 minister van Financiën was, had niet
groter kunnen zijn. Waigel was degene die oorspron­
kelijk voorstelde om een Stabiliteits- en Groeipact
(SGP) in te voeren. Dit in Maastricht ondertekende
verdrag stelt dat overheden binnen de eurozone
moeten streven naar een totale overheidsschuld van
zestig procent, en ze een overheidstekort van maxi­
maal drie procent mogen hebben.
De gedachte achter het Stabiliteits- en Groeipact
is dat voorkomen moet worden dat hoge schulden
van de ene lidstaat negatieve gevolgen gaat hebben
voor de rente die overheden van de overige lidstaten
op hun obligaties betalen. Wanneer bijvoorbeeld de
Griekse overheid haar schuld laat oplopen, zou dit
niet alleen betekenen dat de Grieken een hogere
rente op hun staatsschuld moeten betalen, maar alle
overheden in de Europese Unie. En een overheid
die de gevolgen van een hoge staatsschuld op de
rente deels kan overdragen op andere lidstaten, zal
geneigd zijn meer met schuld te financieren dan zij
had gedaan in een situatie waar dit onmogelijk is.
Het resultaat is dat alle overheden in de eurozone
overmatig lenen, en zo de rente in de eurozone onef­
ficiënt hoog komt te liggen. Om de overheden enigs­
zins te beperken in hun leengedrag, is dan een SGP
nodig, waarin regels zijn opgenomen om overmatige
tekorten tegen te gaan. Hiervoor moet het pact wel
effectief zijn, en dat lijkt nu juist niet het geval.
Sinds Frankrijk en Duitsland in 2004 de regels van
het SGP zonder opgelegde boetes schonden, heeft
het afwijken van het pact nauwelijks consequenties.
Het goede nieuws is dat het sterk de vraag is of het
pact überhaupt nog nodig is: het leengedrag van de

ene lidstaat hoeft namelijk helemaal geen invloed te
hebben op de rentes die andere lidstaten betalen.
Als er sprake is van een geloofwaardige no-bail-outclausule, waarbij de ECB en andere overheden
niet mogen bijspringen als een andere overheid
haar schulden niet terug dreigt te betalen, staat de
hoogte van de schuld van de ene lidstaat in principe
los van de schuld van de andere lidstaten. Er is dan
geen reden om aan te nemen dat er een verband is
tussen de overheidsschuld van de ene lidstaat en
de rente die een andere lidstaat op leningen moet
betalen (Buiter, 2006). En hier lijkt ook sprake van
te zijn: nadat obligatierentes binnen de eurozone
lange tijd ongeveer even hoog zijn geweest, is er
sinds kort sprake van een trendbreuk. Zo is de rente
die lidstaten met een hoge overheidsschuld betalen
hoog, zoals in Portugal, Italië, Griekenland en
Spanje; door the Economist de PIGS genoemd. Hoe
hoger de schuld, hoe groter de opslag ten opzichte
van de rente op Duitse obligaties (Jonk, 2009).
Overheden die veel lenen worden via hogere rentes
zo automatisch door de markt gestraft, omdat zij een
hogere rente moeten betalen voor nieuw uitgezette
obligaties. Hierdoor vervalt de noodzaak van het toch
al niet nageleefde SGP.
Wanneer Steinbrück echter vasthoudt aan zijn plan
om failliete overheden financieel te ondersteunen,
vervalt dit mechanisme: markten zullen alle obliga­
ties van de lidstaten uit de eurozone hetzelfde risico
toekennen, zodat er geen renteverschillen ontstaan.
Het valt te verwachten dat overmatig leengedrag
hierdoor verder wordt aangewakkerd en de rente in
de eurozone als geheel sterk zal stijgen.
Als Steinbrück de ideeën van zijn voorganger Waigel
in ere wil houden, laat hij dit plan liever varen.

Literatuur
Buiter, W. (2006) The ‘sense and nonsense of Maastricht’
revisited: what have we learnt about stabilization in EMU?
Journal of common market studies, 44(4), 687–710.
Der Spiegel (2009) Support for wobbly euro economies. Spiegel
online, www.spiegel.de/international/europe/
0,1518,608985,00.html.
Jonk, S. (2009) Oplopende renteverschillen op overheidsobligaties. ESB, 94(4556), 176.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

ESB

94(4558) 17 april 2009

227

Auteur