Misbruik van
voorwetenschap
De laatste maanden is er in dag- en
weekbladen een bijna ononderbroken
stroom artikelen over ‘insider trading’
verschenen. Begin 1986 werd de Newyorkse effectenbeurs opgeschrikt door
omvangrijke handel op grand van voorwetenschap door een der medewerkers van een grote ‘investment banker’. Dit voorval was echter nog klein in
vergelijking met het enorme schandaal
dat zich medio november 1986 in de
VS openbaarde. Op 14 november 1986
maakte de Stock Exchange Commission (SEC) bekend dat zij een schikking
had getroffen met Ivan F. Boesky, die
had bekend op zeer grote schaal te
hebben gehandeld op basis van vertrouwelijke informatie. De SEC schikte
dezaak met Boesky voor$ 100mln. Dit
bedrag bestond uit afdracht van de op
grond van voorwetenschap begrote
winst van $50 miljoen en een boete
van eveneens $ 50 mln.
Wie meent dat deze excessen zich
beperkten tot de Amerikaanse beurzen
vergist zich. Enige weken nadat de
Boesky-affaire openbaar was gemaakt
werd in Engeland eveneens een grootscheeps onderzoek naar de handel op
grond van voorwetenschap ingesteld.
Het onderzoek richt zich thans op een
van de medewerkers van Morgan
Grenfell & Co. en op de bierbrouwerij
Guinness. Medio december startte de
Engelse minister van Handel en Industrie tevens een onderzoek naar verdachte handelingen van functionarissen die juist de handel op grond van
voorwetenschap moeten signaleren
en bestrijden. De geruchten deden de
ronde dat deze functionarissen zelf op
grond van voorwetenschap aan de
beurshandel zouden hebben deelgenomen. Naast deze onderzoeken in
Engeland en de Verenigde Staten
heeft ook Zweden zeer onlangs te maken gehad met een omvangrijk ‘insider
trading’-schandaal. Misbruik van voorwetenschap bij effectenbeurstransacties is dan ook niet een typisch Amerikaans fenomeen, maar een wereldwijd
verbreid probleem, ook al wordt in de
diverse landen verschillend gedacht
over de toelaatbaarheid van de handel
op grond van voorwetenschap.
Nederlandse situatie
Het is niet verwonderlijk dat op
grond van deze gebeurtenissen in het
buitenland, ook in Nederland misbruik
van voorwetenschap in het middelpunt
van de belangstelling is komen te
staan. In het verleden waren er nauwelijks gei’nteresseerden te vinden voor
FSR 21-1-1QR7
het onderwerp en nog minder voorstanders voor het invoeren van een
wettelijke regeling die de handel in effecten op grond van voorwetenschap
zou moeten verbieden. Thans is de
Amsterdamse Beurs een fervent voorstandster van strafrechtelijke maatregelen. Als eerste stap op weg naar het
bestrijden van misbruik van voorwetenschap bij effectenbeurstransacties
heeft de Amsterdamse Beurs per 1 januari 1987 een modelcode ingevoerd
die voor alle ter beurze genoteerde ondernemingen van toepassing is.
De modelcode ‘Voorkoming misbruik van voorwetenschap’ komt er
kort samengevat op neer dat alle
bestuursleden en commissarissen van
een ter beurze genoteerde onderneming, alsmede alle andere direct betrokkenen bij een onderneming die
over koersgevoelige informatie kunnen beschikken, hun aandelenbezit in
een register bij die onderneming moeten registreren. Elke aan- dan wel verkoop moet vooraf gemeld worden,
waarna de transactie na verkregen
toestemming mag worden uitgevoerd.
In haar modelcode gaat de Amsterdamse Beurs, alsmede de European
Options Exchange, enerzijds terecht
uit van de oprechtheid van bestuurders
en anderen door erop te vertrouwen
dat ieder die daartoe verplicht is, zijn
transacties in effecten van de eigen onderneming zal aanmelden. Anderzijds
is het echter naief te geloven dat iemand die op grond van voorwetenschap ter beurze wenst te handelen,
vooraf anderen hiervan op de hoogte
zal brengen. Daarom valt niet te verwachten dat de controle vanuit de onderneming richting beursvloer in de
praktijk resultaten zal afwerpen. Het
grote gebrek van de modelcode is dan
ook dat op geen enkele wijze een adequaat controlemechanisme is geschapen 1).
De bestrijding van misbruik van
voorwetenschap kan naar mijn mening
slechts resultaten opleveren indien
men vanaf de beursvloer het opsporingsbeleid op de ‘insider trader’ richt.
De Amsterdamse Beurs beschikt over
een ‘stockwatch group’. Deze stockwatch group zou, ondersteund door
aan te schaffen geavanceerde computersystemen, onverwacht grote omzetstijgingen c.q. koersstijgingen moeten observeren en indien daartoe dan
aanleiding zou bestaan een onderzoek
moeten instellen bij de banken en commissionairs die namens clienten in de
desbetreffende aandelen hebben gehandeld.
Op grond van wettelijke bepalingen
kunnen banken en commissionairs
dan gedwongen te worden hun boeken
te openen, zodat men kan nagaan of
op enigerlei wijze door personen is gehandeld op grand van voorwetenschap
dan wel op basis van tips. (Ik laat hier
de problemen ten aanzien van het
opsporingsbeleid buiten beschouwing. Het Openbaar Ministerie beschikt over vele wettelijke bevoegdheden terwijl de Amsterdamse Effectenbeurs slechts een privaatrechtelijke
vereniging zonder opsporingsbevoegdheden is.)
Wil men misbruik van voorwetenschap op goede wijze kunnen bestrijden, dan lijkt het mij onontbeerlijk voor
de stockwatch group van de Amsterdamse Beurs om te proberen zoveel
mogelijk kennis en ervaring te verkrijgen van buitenlandse beurzen die
reeds een grote ervaring hebben op
het gebied van signaleren van insider
trading. Ik denk hierbij in het bijzonder
aan de New York Stock Exchange en
andere beurzen in de Verenigde Staten.
Buitenlandse opvattingen
Hoewel in Nederland en andere landen van Europa de laatste tijd veel
wordt geschreven over misbruik van
voorwetenschap, menen Amerikanen
dat hieraan in Europa nog steeds te
weinig prioriteit wordt gegeven. IIlustratief is een artikel in de International Herald Tribune van 4 december
1986: ,,The U.S. Securities and Exchange Commission’s investigation of
insider trading on Wall Street is being
followed in continental Europe more
with amazement than alarm. In Europe, insider trading is generally a fact of
life. But while no fire bells are ringing
about the scandal centered on Ivan F.
Boesky’s illicit stock dealings, it has
caused some European countries to
take a second look at their practices to
regulate stock markets. The case has
also given new impetus to efforts to resolve a cultural clash that threatens the
long-term growth of a truly global equities market”.
Behalve Nederland 2) kennen ook
1) Zie ook mijn uitvoerige kritiek in Het Financieele Dagblad van 22/24 november 1986.
2) In dit artikel wordt niet stilgestaan bij de recente perspublikatie van het Ministerie van Financien waarin wordt vermeld dat een ontwerp strafwet ter bestrijding van misbruik van
voorwetenschap bij effectenbeurstransacties
voor advies aan de Raad van State is toegezonden.
85
Italie, Belgie, Duitsland, Noorwegen,
Spanje,
Portugal,
Zwitserland,
Oostenrijk en Luxemburg geen wettelijke regelingen die misbruik van voorwetenschap uitdrukkelijk verbieden.
Wel hebben de schandalen van de
laatste maanden in de Verenigde Staten en Engeland de belangstelling in
deze landen vergroot en valt een tendens te bespeuren om onderzoeken
naar de mogelijkheden tot invoering
van wetgeving in te stellen.
In het algemeen wordt in Europa (en
door sommigen in Amerika) gesteld
dat misbruik van voorwetenschap op
geen enkele wijze schade veroorzaakt
aan degene die niet handelt op grond
van deze voorwetenschap. Men meent
dan ook dat het handelen op grond van
voorwetenschap beschouwd kan worden als een handelen dat een beurskoers positief bei’nvloedtS). Een van de
felste tegenstanders van de bestrijding
van misbruik van voorwetenschap is
prof. Manne. Zijn voornaamste stalling
is dat een goede manager op de beste
wijze kan worden beloond, indien hij
koerswinst kan maken op grond van
vertrouwelijke informatie.
Wereldwijde aandelenmarkt
De laatste jaren wordt door vele
beurzen gewerkt aan een aaneenschakeling van computersystemen waardoor een 24-uurs ‘global stock market’
zal ontstaan. Het gevaar dreigt dat indien de ‘global stock market’ wordt
verwezenlijkt terwijl op vele beurzen
geen wettelijke bepalingen ter voorkoming en bestrijding van misbruik van
voorwetenschap gelden, onaanvaardbare ongelijkheden zullen ontstaan
tussen de verschillende beurzen die
deel uit zullen gaan maken van deze
internationale aandelenmarkt. De conclusie is dan ook dat de tijd rijp is dat
men het fenomeen misbruik van voorwetenschap bij effectenbeurstransacties gezamenlijk gaat bestrijden. Engeland heeft de eerste stap gezet naar
een gemeenschappelijk beleid door
onlangs een bijeenkomst te beleggen
waarbij diverse beursbestuurders uit
verschillende landen waren vertegenwoordigd.
Ik zou dit artikel widen besluiten met
het argument dat wijlen prof. Louis
Loss van de Harvard Law School heeft
aangevoerd voor het invoeren van een
wettelijke regeling die misbruik van
voorwetenschap bij effectenbeurstransacties verbiedt: ,,Why should the
public enter the market if the rules of
the game make it perfectly legitimate
for insiders (and their friends and
business-associates) to play with marked cards? If the public is loathe to play
unfair, the market will suffer and the efficient allocation of capital will be impeded” 4).
A. Dreese
De auteur is advocaat bij het bureau Loeff &
Van der Ploeg te Rotterdam.
3) In dit verband is zeer lezenswaardig het uit-
voerige betoog van dr. G. Rietkerk, Effectentransacties door ingewijden, De Naamloze
Vennootschap, 1985, biz. 179.
4) Louis Loss, Fundamentals of securities regulation, Little Brown and Co., Boston/Toronto, 1983, biz. 608.