Ga direct naar de content

Milde neergang

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: oktober 11 1995

in.

fonjunctuurindicator

Milde
neergang
Berichten over de feitelijke en verwachte conjuncturele ontwikkeling
in Nederland geven de afgelopen
maanden een wat gemengd beeld
van de richting waarin de economic
zich beweegt. Zo blijkt uit conjunctuurtests van het CBS, dat het vertrouwen van de industriele ondernemers
voor de nabije toekomst verder is
verminderd. Ook de DNB-conjunctuurindicator, die thans een voorspelling geeft tot en met januari van volgend jaar, wijst sinds april van dit
jaar in deze richting (zie figuur 1).
Daarentegen vertoont de gerealiseerde conjuncturele ontwikkeling van
de Nederlandse produktie in de ver-

werkende industrie nog geen duidelijke tekenen van afzwakking. Aanvankelijk wees het feitelijke beloop
van de industriele produktie crop
dat de conjuncturele top, conform
de voorspelling van de DNB-conjunctuurindicator, in april zou zijn bereikt. Nu blijkt de produktie in de
maanden juli en augustus weer iets is
opgeveerd (figuur 1). Daarmee ligt
de produktie over de laatstbekende
drie maanden juni tot en met augustus van dit jaar 2,8% boven het niveau van dezelfde periode in 1994.
Eenzelfde groei werd in de drie daaraan voorafgaande maanden maart tot
en met mei van 1995 behaald (in
vergelijking met dezelfde periode
in 1994).
In tegenstelling tot het producentenvertrouwen blijft de CBS-index
voor het consumentenvertrouwen
onveranderd hoog. Dit geldt zowel
wat betreft het oordeel van de consumenten over het economische kli-

v/

maat als voor hun koopbereidFiguur 1. DNB-conjunctuurindicator
heid. Deze leidt vooralsnog
niet tot een opleving van de
groei van consumptieve bestedingen. Wanneer de met de
mond beleden koopbereidheid
echter wordt omgezet in
daden, zou het draagvlak voor
de economische groei, welke
nog steeds in belangrijke mate
wordt bepaald door de buitenlandse afzet, zich uiteindelijk
kunnen gaan verbreden of
verleggen naar binnenlandse
dynamiek.
Figuur 2. Conjunctuurindtcator op basis
van aandelenkoersen en geldboeveelbeid
Het is tegen deze achtergrond zinvol om te bezien of
—— RtaUsatte
—— Aandelenkoen
het beeld voor de toekomstige
Celdhoeveelheid
stand van de conjunctuur met
behulp van andere leadingindicators scherper kan worden
gesteld. Een zo’n grootheid is
de koersindex van aandelen.
Deze wordt vaak gezien als een
belangrijke, zij het niet altijd
even betrouwbare, conjunctuurindicator. Gewoonlijk wordt
aangenomen dat de koersindex
slag van de conjunctuur besloten.
verwachtingen weerspiegelt over
de toekomstige winstgevendheid en
Wel zou de top van de produktiecyclus volgens de koersindex-maateconomische bedrijvigheid, zoals
staf al achter ons liggen, terwijl voldeze leven bij de op de beurs actieve
en naar verwachting goed gei’nforgens de Ml-maatstaf het hoogtepunt
meerde marktpartijen. Daarom kan
in de maand September of oktober
de beursindex nuttig zijn als indicazal worden gepasseerd. Een andere
opvallende uitkomst is, dat volgens
tor, althans zolang het instorten van
beide maatstaven in 1996 de bodem
aandelenmarkten, zoals in oktober
van de conjunctuur al weer inzicht
1987, achterwege blijft. Dat laatste is
overigens mede de reden dat de aanzou komen en wel om en nabij het
niveau van de onderliggende trenddelenkoers niet is opgenomen in de
DNB-indicator. Een tweede waardematige groei. Dit betekent, dat de
volle leading-indicator is de reele
voorspelde neergang van betrekkegeldhoeveelheid op Mi-basis
lijk korte duur zou kunnen zijn en
bovendien mild. Al met al lijkt er op
(chartaal en giraal geld). Deze is
dit moment, ondanks het tanende
wel begrepen in de DNB-conjunctuurindicator , doch kan indien afproducentenvertrouwen en de teruglopende DNB-conjunctuurindicator
zonderlijk beschouwd verder vooruit
voorspellen. De aandelenindex blijkt
voor de nabije toekomst, weinig
reden te zijn voor pessimisme voor
voor Nederland circa 8 a 9 maanden
voor te lopen op de ontwikkeling
komend jaar.
van de industriele produktie, en voorspelt daarmee op dit moment de conjunctuur tot en met mei volgend jaar.
1. De DNB-conjunctuurindicator bestaat
De Ml-indicator loopt circa 14 maanuit vijf componenten, die in verschillende
den vooruit en biedt daarmee een
mate voorlopen op de feitelijke conjuncblik op de conjunctuur tot en met
tuur, varierend van vijf maanden tot veeroktober 1996. Beide indicatoren zijn
tien maanden. Om de voorspelbaarheid
in figuur 2 opgenomen, te zamen
van de omslagpunten te optimaliseren
zijn de deelindicatoren zo in de tijd vermet de gerealiseerde conjunctuurbeschoven dat ze alle een lead van vijf
weging van de industriele produktie.
maanden hebben.
Zowel in de conjunctuurbarometer
op basis van de aandelenkoers als in
Deze pagina wordt samengesteld door
die op basis van Ml ligt, geheel in
A. Stokman en C.J. Zonderland, werklijn met de DNB-indicator, een omzaam bij De Nederlandsche Bank.

Auteurs

Categorieën