London: the place to be?
Aute ur(s ):
Damme, E.E.C. van (auteur)
De auteur is hoogleraar economie aan de Universiteit van Tilburg. Tevens is hij verb onden aan tilec en CentER. Hij dankt Tilman Boergers (UCL),
Paul Klemperer (Oxford) en David Newbery (Camb ridge) voor nuttige informatie. Eric.vanDamme@uvt.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 88e jaargang, nr. 4417, pagina D15, 23 oktober 2003 (datum)
Rubrie k :
Dossier: Internationaal
Tre fw oord(e n):
De Visitatiecommissie, die recent de spin in het web van de Nederlandse beleidseconomie evalueerde, wond er geen doekjes om: “We
recommend that CPB should intensify its links with academic institutions (…) and focus more on structural reform issues by shifting
away resources from macro forecasting to microeconomic modelling” 1.
Gegeven dat we in Nederland al meer dan twintig jaar micro-economisch structuurbeleid voeren, vraagt men zich af waarom de
aangegeven verandering niet eerder plaats vond, op welk microkompas de overheid gedurende die tijd gevaren is en of de aanbeveling
niet op de gehele overheid van toepassing zou kunnen zijn.
In mei volgend jaar is het 25 jaar geleden dat Margaret Thatcher aan de macht kwam. Haar ideologische gedrevenheid en bereidheid tot
experimenteren bood Britse economen toegang tot een nieuw, vruchtbaar speelveld. Zij waren micro-economisch goed geschoold en
ondernemend genoeg om de kansen te zien en te grijpen. Diverse Londense instituties boden fora waar belanghebbenden en academici
elkaar in de haren konden vliegen en hun argumenten konden scherpen. Thatcher’s dreiging ook academici aan de tucht van de markt
bloot te stellen, wakkerde hun ondernemersgeest aan. Dat de rest van de wereld later het Britse voorbeeld zou volgen, zij het met enige
voorzichtigheid, was hun geluk.
In Nederland hebben we geen tweepartijenstelsel en Lubbers was geen Thatcher: de grote herstructureringsoperatie die hij aankondigde,
verzandde in de polder. Andriessen en Wijers trokken de kar weer vlot, maar zodra Jorritsma op de bok zat bleek er weinig ruimte te zijn
voor wetenschappelijk advies: “De markt doet zijn werk wel, je moet het gewoon willen”. De wetenschappelijke lessen over het belang
van marktontwerp en toezicht leken aan Nederland voorbijgegaan te zijn. Wij hebben geen sterke micro-economische traditie en er zijn
weinig bedrijfseconomen die ook econoom zijn. Op het terrein van structuurbeleid waren we naïef en niet goed op de Europese uitdaging
voorbereid.
Het is niet voor het eerst dat de gebrekkige marktwerking op de Nederlandse markt voor economisch beleidsadvies, onderwerp van een
publicatie is. Acht jaar geleden organiseerden aep, CentER en OCFEB een conferentie over dit thema; de conferentieverslagen maken
duidelijk dat sindsdien wel iets veranderd is, maar dat veranderingen traag gaan2. Waarom zijn de Nederlandse structuren zo star? Is het
gras in het VK groener?
De Britten kennen geen CPB, maar wel het Institute for Fiscal Studies (IFS), een onafhankelijke organisatie met als doelstelling
beleidsonderzoek van hoge kwaliteit te verrichten. Het is jammer dat de bovengenoemde Visitatiecommissie geen vergelijking tussen de
markt (IFS) en de overheid (CPB) gemaakt heeft; in ieder geval is de kritiek vervat in de hierboven aangehaalde aanbeveling niet op het
IFS van toepassing.
Als Britse economen beleidsrelevanter onderzoek doen dan hun Nederlandse collega’s komt dat doordat de prikkels hen die kant
uitsturen. Het grote verschil tussen de Britse ‘Research Asssesment Exercises’ en onze vsnu-evaluaties is dat in het VK goed onderzoek
ook echt beloond wordt. De vsnu geeft onderzoeksleiders van succesvolle programma’s wel een schouderklopje, maar daarvan kunnen
geen extra onderzoekers betaald worden. Aldus laat structurele aanpassing langer op zich wachten dan nodig is. De Economic and Social
Research Council (ESRC), de Britse tegenhanger van NWO, stimuleert beleidsrelevant onderzoek direct. De ESRC is bereid risico’s te
nemen, zoals met Ken Binmore’s else, dat als (dubbele) opdracht meekreeg te innoveren door economie, biologie en psychologie daar
waar dat zinvol is te integreren en te laten zien dat dit werk tot beter, relevanter beleidsadvies kan leiden. Else was in belangrijke mate
verantwoordelijk voor het succes van de Britse umts-veiling; nooit eerder was een investering zo rendabel. Nwo lijkt zich op een ander
punt met betrekking tot de risico-opbrengsten-uitruil te richten.
Sinds in Londen de Labour-partij weer aan de macht is, is sprake van een opmerkelijke appreciatie van de economische wetenschap bij
beleidsmakers. Opvallend is het grote aantal academisch topeconomen dat in het vk doorstroomt naar een hoge adviesfunctie binnen de
overheid. Voorbeelden zijn Mervyn King en Willem Buiter bij The Bank of England, John Vickers bij het Office for Foreign Trade, en Nick
Stern, die recent tot hoofd van de Government Economic Service benoemd werd. In Nederland vertrouwen we meer op interne promoties
en blijven het beleidscircuit en het academische meer gescheiden.
Nederlandse academisch economen opereren op de wereldmarkt. Hun specialismen sluiten niet goed aan bij de Nederlandse
beleidsvragen. Is dat erg? Ook de beleidsmakers kunnen de wereldmarkt op. Sommige Britse economen vinden het beleidsgras hier groen
en voelen zich hier gewaardeerd, ze worden dan ook vaak in Den Haag gesignaleerd. Gelukkig voor ons.
Eric van Damme
Dossier: Beleidseconomie
R. Gerritse, J.W. Oosterwijk en M.A. Ruys: voorwoord Tussen al het geweld…
D.J. Kraann: Inleiding: Positieve economie en beleidseconomie
B.M.E. Geurts en S.E.P. Raes: De Januskop van de beleidseconomie
J.W.M. Mevissen: reactie Januskop of symbiose?
M.C.W. Janssen: reactie Een wetenschapper in de beleidswereld
J. van Sinderen: Het nieuwe strategische denken
T.R.P.J. Kroes: reactie Tussen droom en werkelijkheid
A.W.A. Boot: De Amerikaanse economische adviseurs
E.E.C. van Damme: London: the place to be?
C.W.A.M. van Paridon: Beleidsadvisering in Duitsland
A. Kapteyn: reactie Wie is de beste?
D.J. Wolfson: De rol van de planbureaus
F.J.H. Don: reactie De rol van het cpb
F.J.M. Crone: De hobbelige brug tussen politici en economen
H.A. Keuzenkamp en J.M. Pomp: De vuile markt voor contractonderzoek
B.M.E. Geurts en D. Kabel: reactie Vuile cocktail
P. Rietveld en E. Verhoef: Universiteiten in de markt
A.P. Ros: reactie: De praktijk is soms sterker dan de leer
M.R.P.M. Camps, L.B.J. van Geest en J.A. Vijlbrief: Beleidseconomie binnen de departementale muren
P.A. Donker van Heel: De onwelkome boodschap
S.G. van der Lecq: epiloog We moeten toch wat
1 Centraal Planbureau, CPB in focus, te downloaden via www.cpb.nl.
2 Zie P.A.G. van Bergeijk, A.L. Bovenberg, E.E.C. van Damme, J. van Sinderen (red.), Economic science and practice; The roles of
academic economists and policy-makers, Edward Elgar, 1997, en OCFEB, Economic science: art or asset? The case of the Netherlands,
Rotterdam, 1997.
Copyright © 2003 – 2004 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)