Ga direct naar de content

De Amerikaanse economische adviseurs

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 24 2003

De Amerikaanse economische adviseurs
Aute ur(s ):
Boot, A.W.A. (auteur)
De auteur is hoogleraar financiële economie aan de Universiteit van Amsterdam. (auteur)
officeb oot-fee@uva.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 88e jaargang, nr. 4417, pagina D14, 23 oktober 2003 (datum)
Rubrie k :
Dossier: Internationaal
Tre fw oord(e n):

Hebben Amerikaanse economen invloed op het overheidsbeleid van hun land? Ja, uiteraard!
Kijk maar eens hoeveel economen er binnen de Amerikaanse overheid werkzaam zijn, maar hier gaat het slechts ten dele over. Economie
is een multifunctionele studie. De kern-invalshoek van de economie, keuzes maken bij schaarse middelen en de daarmee samenhangende
alternatieve kosten, is ongetwijfeld een nuttige benadering van veel vraagstukken. Afgezien van dit type inbreng: spelen economen
werkelijk een rol?
Historie
De geschiedenis van de inbreng van economen in de VS is niet veel anders dan die in Nederland. Keynesiaans geïnspireerd sturend
macro-beleid was ook Amerika niet vreemd. In Nederland leidde dit tot een prominente rol voor het Centraal Planbureau. In Amerika was
het iets diffuser, maar de creatie van de Council of Economic Advisors als onderdeel van The Employment Act van 1946 kwam voort uit
een zelfde visie op de noodzaak van sturend economisch beleid dat gericht was op macro-economische stabilisatie1. Het was eigenlijk
nog duidelijker: de economische wetenschap stond in het teken van overheidsbeleid. Niet voor niets werd economie politieke economie
genoemd, en sprak de oprichtingsakte van de American Economic Association (in 1886) expliciet over de ‘legislative policy’ waarop
economen zich (mede) zouden moeten richten.
De sturende rol van economen op macro-niveau is eigenlijk verdwenen. Het enige wat hier nog in de buurt komt is de invloed van
centrale banken. De Federal Reserve (FED), en met name haar voorzitter Allen Greenspan, lijkt het belangrijkste economisch
‘adviesorgaan’. Amerika is hierin niet uniek. Centrale banken zijn in veel landen misschien wel de meest zichtbare autoriteit voor wat
betreft economische adviezen. De redenen hiervoor zijn misschien nogal tijdsgebonden. Sturend macro-economisch beleid zit sinds de
inflatoire omgeving van de jaren zeventig en begin jaren tachtig van de vorige eeuw in het verdomhoekje. Keynes mocht al helemaal niet
meer genoemd worden. Zorgen om prijsstabiliteit en optimisme om door middel van monetair beleid macro-economische stabiliteit te
bewerkstelligen kregen de overhand, ziedaar de invloed van centrale banken. Een hieraan gerelateerde interpretatie is dat in toenemende
mate Westerse overheden zich zijn gaan richten op faciliterend beleid. Monetair beleid, al dan niet via expliciete doelstellingen voor wat
betreft prijsstabiliteit (zie de controverse tussen de FED en de ECB), sluit hier mooi op aan: de doelstellingen van het moderne monetaire
beleid zijn faciliterend.
Tegen deze achtergrond is het opmerkelijk dat de al genoemde Council of Economic Advisors als direct adviesorgaan van de
Amerikaanse president zich al 57 jaar staande houdt. Heeft dat adviesorgaan dan wel enige relevantie? Ja, weliswaar niet als sturend
macro-economisch orgaan, maar puur als een groep ‘whizzkids’. Deze groep van roterende professoren van elite-universteiten slaagt erin
direct advies te geven over actuele economische vraagstukken. De adviezen hebben een hoge dagelijkse besluitvormingsrelevantie en
met een scherpe micro-economische insteek zijn ze sterk gefocust op wat de efficiëntie van de markt versterkt. Daardoor vervullen ze een
belangrijke rol als gezond-verstandtest voor het overheidsbeleid2.
Betrokkenheid academici
Wat echt opmerkelijk is aan de structuur en positionering van de Council is dat topeconomen uit de ivoren torens zeer dicht bij de
regering worden gebracht. Zo is Harvard-hoogleraar Greg Mankiw de huidige voorzitter. Wie zich realiseert hoe abstract Amerikaanse
masters- en doctoraatsprogramma’s in de economie vaak zijn, moet zich hierover verbazen.
Mijn interpretatie is echter een andere. Topeconomie-onderzoek is in de laatste decennia sterk micro-economisch geworden.
Tegelijkertijd hebben heel veel belangrijke overheidsvraagstukken eenzelfde micro-economische inslag gekregen. Of we nu kijken naar
het via prikkels weer aan het werk krijgen van bijstandsmoeders, of de organisatie van de gezondheidszorg, of de steeds dominantere
mededingings- en reguleringsvraagstukken of naar de vele andere voorbeelden: micro-economie staat centraal. Het gaat immers steeds
om het gedrag van mensen en bedrijven.
Nederland

Om af te sluiten, kunnen we dit naar Nederland vertalen? Het cpb beweegt zich, zij het langzaam, in de richting van de micro-economie.
Haar mechanistische macro-adviezen staan nog steeds centraal, maar valt haar dit te verwijten? Misschien niet. Micro-economisch
onderzoek aan Nederlandse universiteiten is nog steeds schaars en ook de opleidingscapaciteit is minuscuul. Een inhaalslag is nodig.
Arnoud Boot

Dossier: Beleidseconomie
R. Gerritse, J.W. Oosterwijk en M.A. Ruys: voorwoord Tussen al het geweld…
D.J. Kraann: Inleiding: Positieve economie en beleidseconomie
B.M.E. Geurts en S.E.P. Raes: De Januskop van de beleidseconomie
J.W.M. Mevissen: reactie Januskop of symbiose?
M.C.W. Janssen: reactie Een wetenschapper in de beleidswereld
J. van Sinderen: Het nieuwe strategische denken
T.R.P.J. Kroes: reactie Tussen droom en werkelijkheid
A.W.A. Boot: De Amerikaanse economische adviseurs
E.E.C. van Damme: London: the place to be?
C.W.A.M. van Paridon: Beleidsadvisering in Duitsland
A. Kapteyn: reactie Wie is de beste?
D.J. Wolfson: De rol van de planbureaus
F.J.H. Don: reactie De rol van het cpb
F.J.M. Crone: De hobbelige brug tussen politici en economen
H.A. Keuzenkamp en J.M. Pomp: De vuile markt voor contractonderzoek
B.M.E. Geurts en D. Kabel: reactie Vuile cocktail
P. Rietveld en E. Verhoef: Universiteiten in de markt
A.P. Ros: reactie: De praktijk is soms sterker dan de leer
M.R.P.M. Camps, L.B.J. van Geest en J.A. Vijlbrief: Beleidseconomie binnen de departementale muren
P.A. Donker van Heel: De onwelkome boodschap
S.G. van der Lecq: epiloog We moeten toch wat

1 Zie P.J. Strayer, Stabilizing the economy: the Employment Act of 1946 in operation, American Economic Review, jrg. 40, nr. 2, blz. 144154.
2 De American Economic Review heeft in 1997 haar Papers and Proceedings Issue gedeeltelijk gewijd aan de Council of Economic
Advisors.

Copyright © 2003 – 2004 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur