Ga direct naar de content

De hobbelige brug tussen politici en economen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 24 2003

De hobbelige brug tussen politici en economen
Aute ur(s ):
Crone, Fred (auteur)
De auteur is financieel woordvoerder van de PvdA-fractie in de Tweede Kamer. f.crone@tk.parlement.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 88e jaargang, nr. 4417, pagina D21, 23 oktober 2003 (datum)
Rubrie k :
Tre fw oord(e n):
vraag, aanbod

De econoom is eigenlijk altijd verdacht in de ogen van de politicus en de politicus is vaak verdacht in de ogen van de econoom. Een
politicus wil dingen regelen en dat botst al gauw met het klassieke axioma van de economen dat de burger een vrije en persoon is die zelf
op de markt zijn preferenties het beste tot gelding kan brengen. Overheidsoptreden is per definitie marktverstorend: het verstoort de vrije
keuze en leidt tot suboptimale keuzes. Daarentegen wil de politicus graag iets regelen voor de mensen. Ik voel de spanning tussen
politici en economen vaak zinderen. Nu heeft de economische wetenschap natuurlijk talrijke welvaartstheoretische analyses opgeleverd
die overheidsingrepen rechtvaardigen, maar de econoom blijft het als ‘second best’ zien. Jammer dat er een overheid nodig is.
Hiermee heb ik misschien wel de belangrijkste reden gegeven van de aarzelingen die in de politiek steeds weer opduiken als het Centraal
Planbureau ramingen of beleidsanalyses publiceert. Of wat imf en oeso ons land aanbevelen. Ook instituten die verder van beleid en
politiek af staan, zoals universiteiten en bureaus als nyfer kunnen maar zelden op enthousiast onthaal rekenen. Er komen immers zelden
‘politiek gewenste’ antwoorden. Jammer dat er economen nodig zijn.
Het helpt dan niet of nauwelijks dat economen onder elkaar kunnen vaststellen dat het cpb en de andere instituten zich doorgaans zeer
secuur uitlaten over het belang van specifieke veronderstellingen bij hun analyse en dat zij zelf als eerste de (on)nauwkeurigheidsmarges
van de uitkomsten aangeven. Niet-economen, dus gewone politici en journalisten, nemen ramingen en uitkomsten van analyses helaas
maar al te vaak voor waar aan.
Andere aanpak
Het heeft tot twee recente initiatieven in de Tweede Kamer geleid. Er is een klein Onderzoek- en verificatiebureau ingericht dat een brug
kan slaan tussen de taal van politici en de wetenschappelijke taal. Speciaal voor economisch beleid komt er een Raad voor Economische
Adviseurs (rea). Dit initiatief is splinternieuw en recent door het cda gelanceerd. Het was het cda opgevallen dat er over economische
ramingen geen keuze mogelijk is en dat er geen ‘countervailing power’ is voor voorspellingen en beleidsanalyses.
Hierbij kwam zelfs de gedachte op dat het cpb niet langer alléén de ramingen zou moeten maken, maar dat dit mede onder invloed van een
rea zou moeten geschieden. Deze gedachte spreekt mij niet aan. Ik zie allereerst dat het cpb voor zijn ramingen aansluiting zoekt bij
internationale instellingen als imf en oeso. Dat gebeurt uiteraard voor schattingen van de internationale parameters als de wereldhandel,
die overigens zeer bepalend zijn voor een open economie als de Nederlandse. Daarnaast staat het cpb onder invloed, om niet te zeggen
druk, van departementen en ministers. Waar dat op zakelijke gronden gebeurt is dat prima; de kennis van zaken van Financiën en Sociale
Zaken over de concrete belastinginkomsten en pensioen- en arbeidsmarktzaken moet een natuurlijke invloed hebben, zelfs input zijn, van
de econometrische modellen. Een grens zou worden overschreden als departementen daarbij het cpb zouden pressen om conclusies aan
te passen in een richting die politiek beter uitkomt. Zo was er laatst de ‘verdenking’ dat Financiën en Sociale Zaken er bij het cpb en
pensioenmeevaller hebben doorgedrukt, waardoor de ministers Zalm en De Geus sneller een compromis over de begroting konden
sluiten. De geruchten hierover zijn (gelukkig) nog altijd sterker dan dat er bewijzen van zijn.
Onafhankelijkheid
Cruciaal is en blijft immers in ons bestel dat het cpb van onbesproken onafhankelijk gedrag is. Ik sluit me geheel aan bij de conclusie van
het Review Committee dat in de zomer over het cpb stelde dat het een “opmerkelijke en unieke positie in de Nederlandse beleidsanalyse
en beleidsvorming speelt als een clearing house voor alle belangrijke economische vraagstukken op alle politieke niveaus”. Dat het
ondanks zijn pleidooi voor meer concurrentie tussen onderzoeksbureaus “niet aanbeveelt de quasi-monopoliepositie van het cpb open
te breken” 1. De rea moet dan ook wat mij betreft zeker niet op de stoel van het cpb (en andere instituten) gaan zitten en eigen ramingen
gaan maken of opleggen aan het cpb. Wel zou de rea ons een grote dienst bewijzen door diverse ramingen en verschillen in economische
beleidsanalyses nader te duiden. Dat biedt het cpb en anderen een extra kans om zich te verantwoorden en de transparantie van
onderzoek te vergroten. Ook biedt het een zichtbare ondersteuning van de onafhankelijkheid van het cpb als tegendruk voor
ongewenste en verborgen druk van uit ministeries.
De rea wordt dan een economische evenknie van het Onderzoek- en verificatiebureau dat zo’n rol kan spelen in andere disciplines. Het
Presidium van de Tweede Kamer zal voorstellen die in deze richting gaan uitwerken en ik ben hoopvol dat de rea die daar uit volgt, veel
geheimzinnigheid en spanning tussen politici en economen kan voorkomen.

Fred Crone*

Dossier: Beleidseconomie
R. Gerritse, J.W. Oosterwijk en M.A. Ruys: voorwoord Tussen al het geweld…
D.J. Kraann: Inleiding: Positieve economie en beleidseconomie
B.M.E. Geurts en S.E.P. Raes: De Januskop van de beleidseconomie
J.W.M. Mevissen: reactie Januskop of symbiose?
M.C.W. Janssen: reactie Een wetenschapper in de beleidswereld
J. van Sinderen: Het nieuwe strategische denken
T.R.P.J. Kroes: reactie Tussen droom en werkelijkheid
A.W.A. Boot: De Amerikaanse economische adviseurs
E.E.C. van Damme: London: the place to be?
C.W.A.M. van Paridon: Beleidsadvisering in Duitsland
A. Kapteyn: reactie Wie is de beste?
D.J. Wolfson: De rol van de planbureaus
F.J.H. Don: reactie De rol van het cpb
F.J.M. Crone: De hobbelige brug tussen politici en economen
H.A. Keuzenkamp en J.M. Pomp: De vuile markt voor contractonderzoek
B.M.E. Geurts en D. Kabel: reactie Vuile cocktail
P. Rietveld en E. Verhoef: Universiteiten in de markt
A.P. Ros: reactie: De praktijk is soms sterker dan de leer
M.R.P.M. Camps, L.B.J. van Geest en J.A. Vijlbrief: Beleidseconomie binnen de departementale muren
P.A. Donker van Heel: De onwelkome boodschap
S.G. van der Lecq: epiloog We moeten toch wat

1 The CPB Review Committee 2003, CPB in focus, 2003, www.cpb.nl/nl/pub/andere/visitatieverslag.pdf.

Copyright © 2003 – 2004 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur