Ga direct naar de content

Jrg. 7, editie 330

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 26 1922

26 APRIL
1922

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

EconomIsch~statistische

,*

Beri
‘schten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

7E JAARGANG

WOENSDAG 26 APRIL 1922

No. 330

INHOUD

BIz.
HET ONTWERP VAN WET TOT WIJZIGING DER ARBEIDSWET
199 door
J.
Muysken ……………………..
375
Beperkte of onbeperkte Rubberproductie door
Ir.
Al.
Sanders
377
Medezeggenschap door
J.
B. van Beek,
J.
E. Wilton
en
D. G.
van Beuningen ……………………….
379
De Electrotechnische Industrie in Nederland door
E. J.
Tobi
381
Londensche Correspondentie ………………………. .382
De Rijksmiddelcn ……………………………..383
AANTEEENINGEN:
Daling van den rentestand in Zwitserland ……….384
Waarde en omvang van den buiteolandschen handel
der Vereenigde Staten van 1920 en 1921 ………..384
Kleinhandelsprijzen… ……………………… 386
BOEJCAANICONDIGING:
W. Huender: ‘Overzicht van den economischen toestand
der inheemsche bevolking van Java en Madoera,
bespr. door
L.
van Vuuren………………….
386
OVERZICHT
VAN TIJDSCHRIFrEN
………………….
388
MAANDCIJFERS:
Overzicht der Rijksmiddelen
………………….388
Handelsbeweging over de maand Februari 1922 … 389
Ontvangsten van Spoor- en Tramwegmaatschappijen,
December 1921

…………………………390
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
………………..
390-397
‘Geldkoersen.

Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.

Coederenhandel.
Baukstaten.

1

Verkeerswezen.

INSTITUUT
V.00R
ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen ‘Secrétaris: Mr.
G. W.
J.
Bruins.
A58i8*etd-Recjaoteur voor het weekblad:
D. J.
Wansink.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 1542, Rotterdam.
Aan geteekonde 8tukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Telefoon Nr. 3000. Postchâquo- en
girorekening
Rotterdam No.
8408.

Abonnemenisprijs voor het weekblad franco p. p.
in
Nederland
f
540,—. Buitenland en Koloniën
f
545,—
per jaar. Losse nummer8 50 cents.

Leden en donateurs van het Instituut ontvangen
het weekblad gratis.

De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de
abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet ander8 wordt beslist.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij
abonne-
ment
volgens
tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties:
Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.

24 APRIL 1922.

In den toestand van de geldmnrkt kwam ook deze

week weinigverainderjng. Vooral voor pv.oiongatiege,ld

bleef de vraag v’ri.j dringend, zodat de noteerring nog
iets opliep en op 414 pOt. sloot. De rente voor ‘paribi-

culier disconto was
in
het begin der week in af wach-

tirag
van den uitslag van de insnhrijvi’ng op liet schat-

ktstpapier vrijwel nominaal. De taxatie hiervoor was

‘tamelijk laag, zoodat zelfs 4 ‘pOt. genoemd werd. De

uitslag ;be’wees achter; dat voor een zoo groot bedrag

als de Minister vroeg, de middelen toch niet zoo

ruim aanwezig waren, als men meende, zoodat rook ‘het

disconto eerder weer aantrok. lungeschrevein ‘werd dun

totaal voor
f
140.216.000. Toegewezen wer•dèn

f.67.050:000 3:maands •promessen á
f
988.3714,

f
32.340.000 6-maands promessen
i f
976,26 en

f
33.656.000 jaarbiljdtten
it
pan, gevexide voor de pro-

messen een disconto ‘van 414 en 4% pOt. en ‘voor de

biljetten, de provisie en het zegel buiten ‘berekening

latend, een rendement van 5 pOt.

In afwachting ‘van de storting hierop was het aan-

bod van ,,Oall” in de laatste dagen ‘der week zéér ruim

en “bijna niet te .pJjaatsen.

S

*
*

In verband met de voorvallen op de conferentie te

Genua was de stemming voor marken de afgeloorpen

berichtsweek zeer vast. Ondanks de aanvankelijk slech-

te opvatting van het incident over de Duitsoh-Rus-

sische overeenkomst, ..opende de m•ark
1
t na de feestda-

gen op circa .96; maar liep daarna weder direct sterk

terug tot ca. 88. Zoodra echter bleek, dat er •weder

meer toenadering kwam, begon de koers weder direct

op ‘te loopen, zoodat heden voor 1,06 verhandeld werd.

WNDEN, 22 1APRIL 1922.

Hoewel verlaging van de Bankrate reeds lang en

breed verwacht was, jbaarde het feit, dat deze verlaging
nog juist voor cle vacantiediagein jplaats vond, toch een

verrassing voor de markt.

De gebruikelijke aanpassing van de baurik-deposito-

rente vond deze week plaats met gevolg, dat deze tot

2 pOt. werd verlaagd, terwijl de ,Discou,nst ‘Houses den

koers voor ‘cailgeid op 2 pOt. en dien voor ;money at

noticeop 214 ‘brachten.

De markt was gedurende de geheele week ruim

voorzien van middelen: ‘daggeid was verkrijgbaar tegen

2 pOt., terwijl saldi tot op 134 pOt. werden aangebo-

den. 7-daags geld daalde tot 214 pOt.

‘De disconto’s liepen iets omhoog na liet bekend wo’r-

den van heut resultaat ‘der Treasury Bill inschrijving,

op welke in.scihrijvers tegen 2% pOt. nog toewijzin-
gen ontvingen. De discont&s voor prima bankaccep-

ten werden hierdoor echter ‘weinig beïnvloed en be-

droegen 2 14-2/s pOt. voor alle loop’tijden.

HET ONTWERP VAN WET TOT

WIJZIGING DER ARBEIDSWET 1919.

Over de wijzigingen in de A’ribesisLswet 1919, zoo-
als die thans door ‘Minister .Aalberse bij de Staten-
Generaal aanhangig zijn gemaakt, is reeds zeer veel

376

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 April 1922

geschTeven en gepb1iiceerd, maar toch kan het zijn
nut hebben in dit orgaan nogmaals enkele punten
ter sprake te brengen. Uit den geheelen gang van

zaken toch bij de A.pbeidsiwet is gebleken, ‘bios gevaar-
lijk het is dergelijke wete1jke regelingen te maken,

indien deze niet ten volle gebaseerd
zijn
op toestan-

den, die zich in het normale bedrijfsleven ontwikkeld
hebben en ‘daar een zeker burgerrecht hebben verkre-
gen. Als verdediging voor het in 1919 vaststellen van

een 45-urige werkweek wordt weliswaar van verschil-

lende zijden aangevoerd, dat speciaal in Engeland

reeds industrieën bestonden die 44 á 46
UUT
per week

werkten, maar dit is nog niet het minste bewijs,
dat iets dergelijks wettelijk als norm ongestraft kan

worden voorgeschreven.

Wat toch zien wij gebeuren in de wereld. Zoodra

een industrie in een blijvenden bloeitoestand gekomen
is, hetzij door gunstige ligging, hetzij door andere

gunstige productievoorwaarden, dan worden in die
industrie langzamerhand de arbeidsvoorwaarden gaan-

deweg beter en, daaronder, ook de werktijd korter,

zoodat inderdaad bij enkelen reeds een. 44-urige werk-

week bereikt was. Tegelijkertijd behouden echter. een
groot aantal bedrijven soms in dezelfde branche of op

ander gebied een langeren werktijd en dit is in vele
gevallen voor hun bestaansmogeljkheid zelfs een nood-

zakelijkheid. Door de meestal onnatuurlijke welvaart

in de oorlogsperiode hebben velen zich dan ook de luxe

kunnen veroorloven den werktijd in te krimpen en was
men op. uitgebreide schaal reeds ongedwongen tot een
48-uTige werkweek overgegaan. Dat voor diie werktijd-
verkorting een tijdperk van ‘bloei ncxydtig is, vindt zijn

oorzaak daarin, dat idie rvrij’wiliuige we
r
ktijdverkorting

nog andere directe gevolgen heeft en wel, dat zij ook

een uurloonverhooging veroorzaakt, omdat toch het
weekloon hetzelfde moet blijven. Zij was dus als regel
slechts mogelijk in tijden van welvaart en bloei.

Indien nu de ‘overheid in dit zeer gecompliceerd
maatschappelijk raderwerk meent te moeten ingrijpen,
moet zij, wijl aij daarmede blijvend ‘succes hebben, dit

met de uiterste omzichtigheid doen; zij moet niet

naar uitersten zien en niet als leidraad nemen, wat in

enkele speciale gevallen ‘mogelijk is gebleken, nzaar zij
meet zich baseeren ‘op hetgeen reeds voor een belang-
rijk deel ‘der indusbrie ‘als standaard gold.
Dat de Regeering met het wetitelijk voorschrijven

van een 45-urige arbeddsweek een voorzichtige poli-
tiiek, en een gevoel voor ‘de werkelijkheid ‘uit het oog
heeft verloren, is zeker en deze fout heeft zich snel-
ler gewroken, ‘dan zij zelf heeft kunnen vermoeden. Toen
de metaalindustrie in 1919 onder aanvoering van een
aantal gronden, bij den Minister een arbeidstijd van
voorl’oopiig nog 48 uur per ‘week bepleitte voor den
duur ‘van twee jaar, werd ‘de opmerking gemaakt, dat
als diie gronden juist waren, die ook na twee jaar
zouden bestaan en dus een ruitstel van rtiwee jaar voor
de invoering van de 45-urige week onvoldoende ‘zou

zijn. De ‘Metajalindustrieelen haddén echter reeds toen
de overtuiging, dat binnen twee jaar de werkelijkheid
zou itoonen of hun beschouwingen al of niet juist wa-
ren, en oordeelden, ‘dat een tweejarig uitstel ‘voldoende
was om de zaak te beoordeelen en hun meening tin
deze ‘is niet onjuist geweest. Reed’s toen werd door
velen voorzien de groote economische depressie, waar-
in iwij ‘sinds ‘dien tijd gakomen izijn en die spot met alle
beschouwingen omtrent wat als wenscheljk geoordeeld

kan worden, maar dwingt tot erkenning van de

realiteit, ‘die ‘aantoont, “wat uoo’dzakelijk iis.
Of ook niet het wettelijk vaatleggen van een 48-
utrige arbeidsweek, uniform voor alle industrieën en
onder alle omstandigheden, een politiek is, die te
weinig rekening houdt met de werkelijkheid, zal de

naaste toekomst ons leeren. Men kan, dan wel, als in
zekere kringen geschiedt, redenoeren, dat de bedrijven,

die onder zulke voorschriften niet bestaan kunnen, –
er wordt dan gewoonlijk ‘bij gezegd te weinig econo-
misch ingericht zijn, alsof een bedrijf, dat in staat
was zich ‘soodanig in ‘te richten, ‘dat het rendabeler

werkte, dit niet in negen van de tien gevallen ook wol

zou doen – dan maar gesloten moeten worden, maar

daarmede zijn zij, die hun levensbestaan in dat be-

drijf vinden, zeker niet geholpen, want ook de ge-

meenschap kan hun dan geen bestaan verschaffen.

In allen gevalle zou, vooral met het oog op de

tegenwoordige, moeilijke economische verhoudingen,

eene bepaling, waarbij gedurende enkele jaren als

overgangsmaatregel langer werken zonder speciale

vergunning toegestaan werd, in het belang van de

geheele industrie en dus ook van de arbeiders zelf

geweest zijn.
Daarom is het zeker zeer juist, dat de Minister bij

dit vijzigingsointwerp zich ‘de bevoegdheid rvoorbe-

houdt om gedurende vier jaar den arbeidstijd te ver-
lengen, waar hem dit noodzakelijk voorkomt en is

eveneens ‘de ‘bepaling van belang, dat van de hoofd-
regels der Wet door ‘den Minister zal kunnen rworden

afgeweken, als na geslaagd collectief overleg tusechen
de vakvereenigingen van werkgevers en van werklie-

den in een bedrijf, of bij ontstentenis van deze vak-
vereenigingen door een behoorlijke vertegenwoordi-

ging van werkgevers en werklieden in een bedrijf

deze afwijking wordt gewenscht.
Het ‘komt mij voor, iftt hiermede het principe er-

kend is, dat een uniforme, starre regeling voor alle

bedrijven groote bezwaren kan opleveren en dat unen
meer het oor moet leenen aan wat zich in de ‘zoo ge-

compliceerde maatschappij afspeelt en rekening hou-

den met de bezwaren, die
daar
worden gevoeld. Want

het is toch wel zeker, dat er bezwaren bestaan, als
ook de vakvereeniging of de werkliedenvertegenwoor-

digers de noodzakelijkheid van die afwijking er-

kennen.
Het is echter zeer te betreuren, dat de Minister
gemeend heeft te moeten vasthouden aan ‘de regeling,

dat zich hiervoor moeten uitspreken de vakvereeni-

gingen of vertegenwoordigers in een ,,bedrijfstak”;

het komt mij namelijk ‘voor, al
s
t
aa
t dit niet geheel

duidelijk omschreven, dat men het zoo moet opvatten,

dat hier alleen sprake is van een bedrijfstak en niet

van afzonderlijke bedrijven. Stel, dat het geval zich voordoet in een bedrijf, waar

slechts een zeer onbeteekenend gedeelte der werknemers
bij een vakorganisatie aangesloten is. De bevoegdheid

aan de
v
akvereeniging gegeven ‘om een oordeel uit te

spreken over de ‘belangen van een aantal personen,
waarmede zij geen verbinding heeft, mist dan toch
wel allen redelij ken grond,, en waarom de vakvereeni-
gingaleiders ‘dan beter ‘in staat zouden zijn de wen-
schelijkheid te beoordeelen dan de direct betrokkenen

is door ‘niets duidelijk gemaakt.
Het ijs van het allergrootste belang voor ‘de toe.
komst ‘der industrie, dat de saeu’enhoorigheid rt,usschen

de bedrijfsleiding en ‘de in het ‘bedrijf werkzame per-
sonen meer en meer versterkt wordt. Verscheidene
belangrijke industrieën zijn reeds sinds een groot aan-

tal jaren in deze richting werkzaam geweest, maar
er is helaas een tijd geweest, dat van arbeiderszijde
in deze richting niet de minste medewerking ‘bestond.
Niet lang geleden heeft de heer 0. F. Stork in dit

zelfde tijdschrift in zijn artikel over Medezegging-

schap ‘daarop ook geweren en ‘heel t ‘hij
mi.
zeer terecht

op den voorgrond gesteld, dat als ooit ‘iets in de rich-

ting van medezeggingsch.ap bereikt zou worden, dit
zijn basis moet hebben in ‘het overleg .tusschen werk-

gever en werknemer in elk bedrijf afzonderlijk.
Het komt ‘mij voor, dat ook hier de iregeling ge-

troff en moest worden, ‘dat indien in een bedrijf – en

niet ‘bedrijfstak – o
v
ereenstemming was gekregen
tusschen leiding en een behoorlijke vertegenwoordi-
ging der werklieden, dit voor den Minister voldoende

moest zijn om bierop zijn besluit te baseeren.
De practijk heeft bewezen, dat zulk een behoorlijke

ver
tegenwoordiging zeer goed’ naast de werklieden vakvereenitging bestaanbaar is en ‘veel nuttig werk
kan ‘doen en de Minister zou door zijn ontwerp in
bc*vengenoemd’en geest te wijzigen, medewerken om

26 April 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

377

een instituwt, dat gbleken is in het belang der werk-
lieden te zijn en door de werklieden op prijs gesteld

wordt, te bevorderen.
Dat de Minister in zijn vijzigiiin.gsontwerp vasbhoucit

aan den vrijen Zaterdagmiddag lijkt mij onjuist. Niet
dat ik een tegenstander van dien vrijen middag ben,

– in het bedrijf, waarvoor ik de veranijwoordelijkhoid

draag, is die reeds vele jaren geleden ingevoerd en
hoeft sindsdien bijna overal burgerrecht gekregen –

maar daarom kan het overal bindend invoeren toch

nog groote bezwaren opleveren.
Het is trouwens ook eene regeling van een geheel
andere orde als het tegengaan van een overmatig

langen da,gelijkscJaen werktijd en het is vrijwel zeker,

dat speciale bedrijven als b.v. die van rijwiel- en auto-
mobielherstellers, om maar enkele voorbeelden te noe-
men, veel beter op een anderen werkdag een vrijen

middag hadden dan op Zaterdag.
Zoo zijn in sommige Engelsche steden de winkels

ook op Zaterdagmiddag open, omdat juist dan veel
personen, die op andere dagen geen tijd iibben, ge-
legenheid hebben om ïnkoopen te doen, ierrwijl die

winkels op een der andere middagen van. dè ,week ge-
sloten zijn, als de andere bedrijven werken.

Wil men per se wettelijk een vrijen middag voor-
schrijven, iets dat naar ik geloof in geen enkel ander
land is gesohied, omdat men wel van oordeel aal
zijn, dat het minider op den weg van den wetgever
ligt om op dat terrein voorschriften te geven, dan
zou men toch in allen gevalle de keuze van den dag

aan de bedrijven zelf moeten overlaten en deze de Vrij-
heid moeten geven ook niet voor het geheele perso-

neel denzelfden d.ag te kiezen.

Er is nog een enkele bepaling, waar op ik hier de

aandacht wensch te vestigen en die in de kringen van
werkgevers als een groote onbillijkheid wordt be-
schouwd en dat is de bevoegdheid, die de Minister, de

Directeur-Generaal of het Districtshoofd heeft om
aan elke vergunning tot overwerk of andere werktijd

verlenging, die voorwaarden te verbinden, die ge-
noemde autoriteiten noodig achten, dat wil dus zeg-
gen, niet voorwaarden, die uit de Arbeidswet zelf
voortvloeien, maar voorwaarden, die niet
bij
eenige

vet zijn voorzien. Het hierin neergelegd principe is

geheel onjuist en geeft de uitvoerende macht be-
voegdheden en een vrijheid van handelen, die in
strijd zijn met ons gevoel van recht en billijkheid.

April 1922.

J.
MUYSKEN.

BEPERKTE OF ONBEPERKTE RUBBER-

PRODUCTIE.

Bij de talrijke debatten tusschen belanghebbenden
bij de rubbercultuur in Nederl.-Indië, welke door

schrijver dezer regelen. werden bijgewoond, bleek het
dat de voorstanders van productiebeperking in hoofd-

zaak uitgaan van de volgende overwegingen:

Bij onbeperkte productie wordt in eerstko-
mende jaren veel meer rubber voortgebracht dan vel-

bruikers kunnen opnemen.

Het laat zich aanzien, dat deze toestand nog

eenige jaren zal duren.
Deze is ontstaan na den oorlog. Het bleek
toen, dat het oorlogs- aanzienlijk het vredesverbruik
overtrof, een feit hetwelk nog verergerd werd door
de wereldmalaise in haast alle takken van bedrijf.
Dientengevolge is bovendien een aanzienlijke

rubberstock ontstaan, die voortdurend grooter wordt
doordat de productie de consumptie belangrijk over-

treft. De marktprjzen van rubber zijn daardoor zoo-danig gedaald, dat het meerendeel der rubberonder-
nemingen met aanzienlijk verlies werkt, zoodat enkele
reeds zijn gesloten en, komt niet spoedig verbetering,
dan zullen talrijke ondernemingen hun bedrijf moe-

ten staken.
Dit zoude zeer te betreuren zijn, niet slechts

met het oog op de groote kapitalen, die daardoor
verloren gaan, maar ook het Rijk zoude alsdan een

groot deel der aanzienlijke baten moeten derven,

welke tot dusver door de Rubbercultuur werden op-

gebracht.
1. Te meer is dit te betreuren omdat volgens het

oordeel van haast alle groote verbruikers de wereld
over eenige jaren alle rubber noodig zal hebben, die

nu kan worden geproduceerd.
Door een tijdelijke beperking van productie,

waardoor de moeilijke overgangsperiode wordt over-

brugd, zijn alle partijen gebaat:
De rubberproducenten
door verbetering van markt-

prijs, welke, ofschoon producfieprjzen iets hooger

worden, toch een matige ondernemerswinst laat.

De rubber fabrikanten
doordat zij niet zullen zijn

blootgesteld aan de heftige prijsschommelingen welke
onvermijdelijk het gevolg zullen
zijn
van desorgani-

satie.

Het Rijk
doordat een groote bron van welvaart

der bevolking (rubber is na suiker onze voornaamste
indische cultuur) voor ernstige schokken wordt

hehoed.
Te vergeefs is gepoogd in samenwerking met rubberondernemers in Engelsche koloniën tot Vrij-

willige productiebeperking te komen. Ofschoon het meerendeel der planters daartoe wei

genegen was, bleek het aantal outsiders te groot om

een redelijk gunstig resultaat van deze vrijwillige
samenwerking te mogen verwachten.
Daarom is het noodig dat onze Regeering in
samenwerking met dc Engelsche zoodanige bepalin-

gen treft, dat productiebeperking algemeen en dus

per onderneming zoo gering mogelijk zij.
Daarentegen was het standpunt der tegenstanders

ongeveer als volgt:
Survival of the fittest is de eenige rationeele

weg.
Wie niet sterk genoeg is om door de huidige
ciisis met eigen krachten te komen, heeft geen reden

van bestaan en moet verdwijnen. Slechts daardoor
wordt een gezonde toestand geboren, waarbij vraag

en aanbod elkaar dekken.
Alle Gouvernemeritsinmenging is hier uit

den booze.
Dat de aandrang tot samenwerking uitgaat

vooral van Engelsche zijde, wordt veroorzaakt door
het feit, dat de positie der rubbercultuur in de En-
gelsche koloniën zwakker is dan die in de Hollandsche.
Alle statistieken waaruit stocks en wereldcon-
sumptie worden afgeleid zijn onvertrouwbaar en het

is niet na te gaan in hoeverre bij het opmaken daar-
van bijzondere belangen invloed hebben uitgeoefend.
De snelste productiebeperking wordt verkregen

door het stopzetten van de zwakke rubberonder-
nemingen, want ongetwijfeld zullen dan vele der
aanplantingen op die ondernemingen ten gevolge van

verwaarloozing verloren gaan.
De huidige crisis heeft de productieprijs reeds
zooveei naar beneden gebracht, dat de best gesitu-

eerden in staat zijn hun product voor nu te maken

prijzen zonder verlies te leveren.
Gaan de zwakken te gronde, dan zullen de
overbljvenden, als deze crisis zal zijn geweken en
het rubberverbruik, zooals mag worden verwacht, in-
middels belangrijk zal zijn toegenomen, voorspoedige
jaren beleven en met name zal de rubbercultuur in
Ned.-Indië een grooten voorsprong hebben verkre-

gen op die welke elders gedreven wordt.

Schrijver, die zich geheel plaatst aan de zijde van
hen, die voor productiebeperking zijn, is van oordeel

dat het standpunt der tegenstanders in
strijd
is met

een juiste opvatting onzer koloniale belangen.
Survival of the fittest, in den harden vorm, waar-
in die dooi’ sommigen wordt gepredikt, moge in den
bestaansstrijd veelal niet te vermijden zijn, hier, waar
naar het oordeel van haast alle deskundigen, het

378

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 April 1922

wereldverbruik over eenige jaren alle rubber zal kun-

nen opnemen, welke door nu bestaande aanplantin-gen kan worden geproduceerd, is concurrentiestrijd

tot het uiterste ongewenscht en onnoodig.

Er wordt beweerd, dat zelfs bij matige marktprij-

zen de rubberaanplantingen zullen worden uitgebreid.

Echter valt te betwijfelen of deze uitbreidingen

grooter zullen zijn dan het areaal hetwelk jaarlijks

door ouderdom of ziekte verloren gaat.

De matige prijzen, welke door aamenwerking te

verkrijgen zijn, kunnen geen prikkel zijn om groote

rubberaanplantingen aan te leggen, en zullen onder-

nemers, wier bedrijf niet berust op gezonden basis,
geenszins voor ondergang behoeden.
Gouvernementsinmenging zal, wanneer een belang-
rijk deel onzer rubbercultuur te gronde gaat, zeker

0
1) den duur niet uitblijven, omdat te verwachten is,

dat het ophouden van zoo belangrijke verdiensten

voor de bevolking aanleiding zal geven tot verarming
en onrust.

Blijkt het echter dat groote, waarschijnlijk Amen-

kaansche combinaties, gebruik maken van de zwakke

financieele positie van vele in Ned.-Indië werkende rubberondernemingen om die voor lagen prijs op te

koopen dan bestaat het gevaar, dat noodeloos veel
nationaal kapitaal verloren gaat en zullen buiten-

landsche groot-kapitaalbelangen ook wel aanleiding

geven tot Gouvernementsinmenging (men denke

slechts aan verwikkelingen in zake het koelievraag-
stuk).

Het is een ijdele waan der Hollandsche onderne-

mers ,dat zij gemiddeld een sterkere positie innemen dan de rubberplanters in Malakka en Ceylon.
Zulks op onbetwistbare wijze aan te toonen is uit

den aard der zaak moeilijk, maar toch kan wellicht
het volgende eenigszins dienen:
Uit de April koersnoteeningen van dit jaar blijkt:

In Nedenlandsch-Indië:

Genoteerd 35 Hollandsche maatschappijen met ecu

gemiddelden koers van ruim 57 pOt.; genoteerd 56
Engelsche maatschappijen met een gemiddelden

koers van bijna 71 pOt. of Hollandsche en Engelsche
dooreen ruim 65 pOt.

In Malakka:

Genoteerd 60 Engelsche maatschappijen met een gemiddelden koers van ruim 120 pOt.

0. In Ceylon:
Genoteerd
54
Engelsche maatschappijen met een
gemiddelden koers van ruim
105
pOt.
Het is jammer dat niet kon worden beschikt over
n oteeningen van alle rubbermaatscliappijen en dat
hier moest worden volstaan met die welke geregeld
worden Terhandeld

De namen der naatsohappijen, die hier hbben ge-diend, zijn ter beschikking van belangstellenden.

Men moge terecht de opmerking maken, dat de

koers der aandeelen geenszins een beeld geeft van
den stand der aanplantingen, maar toch kan niet
worden ontkend, dat daaruit in het algemeen wel een
gevolgtrekkung mag worden gemaakt omtrent het financieel uithoudingsvermogen der betrekkelijke
ondernemingen.

Schrijver acht de geproduceerde cijfers niet ge-
schikt om daaruit de conclusie te trekken dat de En-gelsche ondernemingen in doorsnee sterker zijn dan
de Hollandsche, maar wel meent hij de in Holland
zeer verbreide meenung, dat de Nederl.-Indische rub-
bencultuur vaster in het zadel zit dan die in Malakka
en Ceylon aan de hand van bovengenoemde cijfers
beslist te moeten afwijzen.

Wat de statistische gegevens betreft wordt toege-
stemd dat slechts een benaderend beeld kan worden
gegeven, dat vermoedelijk later wel zal blijken hier en daar onjuist te zijn geweest.

Toch is het beter te pogen zich een zoo juist mo-
gelijke voorstelling te maken van productie en con-
sumptie, dan maar in den blinde te blijven producee-

ren, hopende dat de consumptie zich zal weten aan
te passen.

De Internationale Vereeniging voor Rubbercul-

tuur in Nederlandsch-Indië heeft sedert eenigen tijd

een eigen correspondent in Akron, het centrum der

Amenikaansche nubbenindustnie, waar ongeveer 45

pOt. der wereld-rubberproductie wordt verwerkt.

Deze schrijft dat samenwerking tusschen producen-

ten gebiedend noodzakelijk is, daar het blijkt dat elke

vraag van nubbenfabrieken onmiddellijk een zoo groot

aanbod uitlokt, dat van prijsverbetering reeds spoe-
(lig geen sprake meen is.

Voor zoover mijne gegevens strekken mag de

wereldconsumptie in 1922 hoogstens op 300.000 tons
worden gesteld, terwijl de wereldproductie, als geen

beperking wordt toegepast, dat cijfer waarschijnlijk

met 60 á 10.000 tons zal overschrijden.

De voorraad rubber in Engeland was op 31 Dec.
1921 87.000 tons.

Volgens een telegram uit New York van 12 April
j.l. bericht de Rubberassociatjon eldaar, dat de
stock op 31 Dec. 1921 bedroeg:
with manufacturers

plairtation
55,388 tons
para 3.356

all
others
*)

9.907 ,,
with
importer.s and dealers

plantatLon
24.789 ,,

para

842
all others

488

graad
total 94.770
afloat per deelarations
34,989 fons.
*) Vermoedelijk wordt bedoeld alle andere soorten rubber.

De geheele wereldstock mag dus wel worden aan-

genomen op 200.000 tons per 31/12 1921. Zelfs zoo
mocht blijken, dat de juiste cijfers er eenigszins miii-

der onheilspellend uitzien dan hierboven aangegeven,
mag toch wel worden voorspeld, dat, als het huidige
,.laisser faire” onze alleen zalig makende leer blijft,

de geheele rubbercultuur nog vele zeer zware jaren
zal moeten doormaken.

Ondernemers zullen die jaren genoodzaakt zijn tot
het uiterste bezuinigingen toe te passen, bezuinigin-

gen, die (wat directies daaromtrent ook mogen bewe-
ren) in latere jaren dikwijls zullen blijken kostbare
kapitaalsintening geweest te zijn.
De jongere aanplantingen van hen die in den strijd
bezwijken zulen waarschijnlijk ten deele verloren

gaan en al moge zulks door de overlevenden met vol-
doening worden gezien, ook zij zullen geducht ver-
zwakt uit den strijd te voorschijn komen. Bovendien loopen zij het niet te onderschatten risico eener ver-
zwakte rubbermarkt, doordat combinaties van Amen-

kaansche financiers en fabrikanten een groot aantal
rubberondeinemingen zullen hebben opgekocht, welker
product de eigen consumptie der combinaties dekt.

Zooals schrijver den toestand inziet zal de door hem
gcwenschte productiebeperking werkelijk zwakke on-
dernemingen niet kunnen redden, daartoe is de bereik-
bare prijsverbetering onvoldoende.

Maar wel mag worden aangenomen dat die vol-doende zal blijken om ondernemingen, die in nor-
male omstandigheden verkeeren, door de crisisjaren
heen te helpen. De groote belangstelling, waarmede
Amerikaansche fabrikanten het vraagstuk der pro-

ductiebeperking volgen (volgens berichten van onzen
correspondent) doet vermoeden, dat reeds
Vrij
spoe-
dig nadat deze in Hollandsche en Engelsche koloniën
zal zijn tot stand gekomen, blijvende prijsverbetenung
zal intreden.

Daarentegen zal het uitblijven dier beperking wel-
licht achteraf blijken slechts gediend te hebben om
aan een kleine groep producenten, die in zeer gun-
stige omstandigheden hebben verkeerd, later een zeer
sterke positie en dus groote voordeelen te bezorgen.

Ons koloniaal belang is daarmede niet gediend, en waar de Internationale Vereeniging voor de Rubber-
cultuur in Ned.-Indië waarschijnlijk binnenkort ge-
roepen zal zijn om de Ned.-Indische Regeering te
adviseeren in zake het vraagstuk der rubberproductie-

1

II’:,.

26 April 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

379

beperking,. behoort zij naar het oordeel van schrijver

daarbij het belang van de
geheele
rubbercultuur in

N,ed.-Idië, en niet slechts dat van enkele zeer be-
voorrechten te behartigen.

Ook ligt het op haren weg op te komen voor de be-

langen van het buitenlandsch, in rubber aldaar belegd

kapitaal, hetwelk zoo zeer tot de ontwikkeling onzer

koloniën heeft bijgedragen.
Volgens loopende geruchten heeft dè Engelsche

regeoring te kennen gegeven met de Hollandsche te

willen samenwerken in het treffen van overeenkom-
stige maatregelen, ten einde de rubbercultuur door

den imidigen crisis heen te helpen en [het zoucle m.i.

onverantwoordelijk zijn, zoo van Hollandschen kant

volle medewerking werd onthouden.
Ter beoordeeling van alsdan meest gewenschte

maatregelen dient eerst te worden afgewacht, wat ter
zake bereids in Indië is voorgesteld
•’M. SANDERS.

Wassenaar, 15 April 1922.

MEDEZEGGENSCHAP.

Naar aanleiding van hetgeen over dit onderwerp

door de hoeren. Smeenk, Stork en Van R.ardenbroek

werd geschreven
1)
hehben wij eenige personen uit het

bedrijfsleven en de vakbeweging uitgenoodigd, ook
hun meaning te dezen aanzien ieens uiteen ‘te zetten.
Hieronder volgt een drietal ontvangen an’bwo&r-
den, ml. die van de iheeren J. H. van Heek, J. II. Wil-
ton en D. G. van Beuningen.

*

Is
*

lik ontving •uw geaehte letteren, waarin u mij
vraagt, tea behoeve van uw weekblad: mijne meening
uiteen te zetten omtrent ,,Medezeggingschap in be-

drijfsleiding”.
Eene theoretische studie van ‘deze, in den Legen-
woordigen tijd aan de orde zijnde vraag, is door mij niet gemaakt. Ook is, waar er in deze jaren zoo vele
gewichtigo vraagstukken de aandacht in beslag nemen,
door mij naawl.ijks ‘of oppervlakkig do gedachtenwis-
seling gevolgd, die over het onideiwver’p tot d
usver

plaats vond.
Het is mij op grond’ hiervan, en omdat mij daar-
toe de gelegenheid ontbreekt, niet mogelijk ‘ii eene
uiteenzetting te geven, !w.aarin mij’neiuijds het vraag-
stuk van alle zijden wordt bekeken en ten slotte mijn oordeel daarover wordt samengevat. Het blijve daar-

om ibij enkele practische opmerkingen.
Ik wil u dan als mijne meening geven, dat ieder

bedrijf, tenzij dit een overheids- lof ander monopolie is, en als ‘zooctanig kunstmatig gekweekt en dikwijls
ten koste ‘van de helastingbetalenden in “t leven
ge-

houden wordt, op den cl’uur ‘altijd staat of valt met
zijne leiding. Is deze leiding niet in goede banden, dus
iniet bekwaam, dan is, hoe gunstig ‘de levensvooanvaar-

den overigens mogen zijn, dit bedrijf ‘tot achteruit-
gang en ten slotte to’t ondergang gedoemd.

Medezeggenschap in leiding der zaken door velen
moet ‘tot belemmering van beweging en verkeerd be-
stuur leiden, om ide eenvoudige reden, dat het in de
meeste gevallen onmogelijk is, dat meer ‘dan enkelesi
tot het geven van leiding ‘bevoegd zijn. Om eeni’g recht
a
.
n meclespreken uit hoofde van capaciteit te hebben,
is het noodig, ‘dat men daar’toe de vereischte kennis
bezit, d.i. ‘voorbereiding ‘heeft genoten en ervaring opgedaan. V’oor de massa is dat onmogelijk en on-
denkbaar.
Verder wijst cie ‘env’aring uit, dat een veeih’oofdig
bestuur, ook al zijn zij, die daarin zitting hdb[ben,
geenszins van capaciteiten ontbloot, moeilijk rwerkt.
Het houdt beslissingen tegen, wanneer ‘deze snel ‘ge-
riemen moeten word-en. Het ‘leidt tot cwnplicatie en wrijving en is niet geschikt voor cle behandeling van
dikwijls ingewikkelde zaken.

1)
Zie Nos. 317, 313, 320, ‘322, 325, 326 en 327 ‘vnu
dezen
jna.rgang.

Met het voorgaande is door mij -in hoofdzaak go-
doeld op .boogere eonsmerc’ieeie en technische leiding
van een groot ibedrijf.

Wat aangaat mn.wen.ige torganisatie, valt er in

theorie :wat te zeggen voor fabrieksraden voor het

houden ‘van – gemeen ‘overleg, voor de best mogelijke
regeling der werkzaamheden en be-d’rijfsvooiiw’aard’en

in ieder der ‘afdeelingen. De ervaring heeft evenwel
geleerd, dat deze raden, niet.’altijd van groote waarde
zJji geweest, in werkelijkheid buiten de eigenlijke be-

drijfsleiding zijn gehouden en meermalen weder zijn

prijsgege’1en.
Wil men medezeggenschap beperken ‘tot eene rege

hing van groeps’ver’tegenwoordiging van iedere op

zichzelf staande afdeeling, liet zij zoo. Men steile zich
van de werking daarvan echter niet te veol voor. -Hare
bevoegdh-ei’dbljve in ieder geval beperkt tot het geven
van ad-vies aan de directie der onderneming, zonder
bindende kracht.

Ik hoop en verwacht, dat in -de toekomst ‘als een

der grondslagen van d’ Maatschappij
zal
blijven
‘be-
staan het ‘vrije bedrijfsleven. Bedrijfsleven, slechts aan
enkele algemeene regelen gehouden, die den werk-

nemer behoorlijke behandeling rwaarbo!rgen ‘en den
werkgever de niet te ontberen vrijheid van bewe-
ging laten. Wanneer -dit, izooals, mijn overtuiging is,

een grondslag blijft, waarvan men wel kan addjwaien,
doch waarop men toch vroeg of laat moet terugkomen,
dan blijft tevens voor dat bedrijfsleven gelden de
onverbiddelijke regel van ,,the ‘survi’val of ‘the fittest”.
Waar ik nu van oor-deel Poen, dat in de bedrijfs-
leiding ,,the fittest” voortkomen uit -de school des
levens, uit ‘de best onderlegiden, uit .de bekwaajmsten,
daar moet men die ‘leiding niet naar beneden halen
door daaraan op bindende wijze deel ‘toe ‘te kennen
aan -de ‘velen, die daartoe ‘onmogelijk d
e
no’od’ige ho-
kwaarnhed!en kunnen bezitten. Het zonde zijn een
schrede achteruit in stede van vooruit, het zoucie zijn
eene belemmering der bedrijven en op den duur blij.
ken eene benadeelin’g ‘van de werknemers, die daarin
hun bestaan moeten vinden.

Resumeerende ben ik van oordeel, dat men het
instituut van het ,,Medezeggenschap” moet ‘overlaten
aan eigen ‘vrije ontwikkeling. Hoewel ikzelf daarvan
geenal te gr-oo’te veuwachting heb, gelooven als ik doe
in persoonlijke verantwoordelijkheid, ‘zal ongetwijfeld
het goede, wanneer dat in voldoen’.le mate aanwezig is,
niet verstikt kunnen blijven, doch uitgroeien. –

Van ,,imedezeggenichap in de leiding ‘der, zaken”,
vastgelegd
hij
de ‘wet en -op bindende rwijze omschre-
ven, moet ik mij een beslist tegenstander verklaren.

J. H. VAN HEEK.
*

*
*

U vraagt mij naar mijn meening omtrent het
medezeggenschap van werklieden. Ik kan u dadelijk

verklaren, dat ik met het schrijven van den heer
J. H. van Heek volkomen homogeen ben. Elke be-
drijfsleider, die zich bewust is van zijn verantwoor-
delijkheid, zal nooit nalaten, adviezen te vragen aan
die personen, verbonden aan de onderneming, welke
daarvoor in aanmerking komen, doch hij zal uit den
aard der zaak
altijd
besluiten op eigen verantwoor-
deli.jkheid nemen. Het gewone medezeggenschap leidt
ertoe, dat andere niet met de bedrijfsleiding belaste
personen directen invloed op het nemen van beslui-
ten zouden moeten uitoefenen. Dit is volgens – mijn
opinie onmogelijk door te voeren. Er bestaan aan
sommige groote ondernemingen z.g. fabrieksraden,
kernen, e.d., gevormd door afgevaardigden van het
fabrieksper-soneel, wier oordeel ingewonnen kan vor-
den voor aangelegenheden de fabriek betreffende,
doch hun invloed zal nooit zoodanig zijn, dat dit het
karakter van medezeggenschap kan aannemen.
Uiteraard ‘kom ik met vele andere personen uit
bedrijfskringen in aanraking, op grond waarvan ik
kan verklaren, dat de boven geschetste opvatting de

380

ECONOISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

26 April 1922

algemeen heerschende in die kringen is. Ik acht het

verkeerd, dat sommige werkgevers op dit punt in

het openbaar een meening verkondigen, welke bij de
werklieden en nog meer bij de leiders der werklie-

den de verwachting zoude kunnen opwekken, dat

medezeggenschap, zooals dit door de bestuurders der

vakorganisaties wordt opgevat, een bereikbaar iets

zou zijn. Het komt mij voor – en zulks juist onder

de tegenwoordige malaise-omstandigheden – dat

het eerlijker is, zijn juiste meening ten aanzien van

de kwestie van medezeggenschap te verkondigen.

Het spreekt vanzelf, dat ik het stelsel van kernen

of fabrieksraden goed acht, omdat het vooral bij

groote bedrijven wenschelijk is, dat de verschillende

fabrieksafdeelingen in direct contact met de be-

drijfsleiding. kunnen staan, daar zonder dat een

goede gang van het bedrijf niet
mogelijk
zou zijn.

Het oogenblik, waarop de wetgever in deze mate-

rie zou ingrijpen en medezeggenschap zou voor-

schrijven, zou m.i. gelijkstaan met het betreden van

den weg, welke naar de socialisatie leidt, een weg,

die door een ieder – behalve door de socialistische

en nog verder gaande politieke partijen – afgekeurd
wordt, aangezien hij naar toestanden zal voeren,

zooals
wij
die in Rusland hebben zien ontstaan.

Ik hoop, u met het voorgaande mijn opinie be-

knopt en toch
duidelijk
te hebben weergegeven.

J. II.
WILToN.

*

*
*

Met belangstelling nam ik kennis van de discussie

over ,,Medezeggenschap van den werknemer in de
Bedrijfsleiding” in uw blad en gaarne wil ik u mijn

huidige meening over dit onderwerp kenbaar maken.

Ik schrijf ,,huidige”, omdat ik mij bewust ben over
de vraag van medezeggenschap niet steeds te hebben
gedacht, als ik thans doe,
terwijl
het mij niet onmo-

gelijk voorkomt, dat belangrijke veranderingen in het

zoo verdeelde Nederlandsche vakvereenigingswezen

mijn meening van heden zich weder zouden doen

wijzigen.

Waar van zuivere vakvereenigingen in Nederland

nauwelijks gesproken mag worden, daar deze nage-
noeg alle in mindere of meerder mate verpolitiekt

zijn met alle gevolgen van dien, mag van medezeggen-
schap, indien daarbij vakvereenigingen ook slechts

in het minst betrokken zouden zijn, m.i. geen sprake
zijn. Maar ook zonder inmenging van vakvereenigin-
gen acht ik de instelling van medezeggenschap hôogst
gevaarlijk. De beste zaak toch kan bij onkundige lei-

ding in korten
tijd
te gronde gericht, een eigenlijk
slechte en moeilijke
bij
goede leiding boven water
gehouden worden en niet eenmaal onkunde of onwil
is noodig om een onderneming te fnuiken; reeds de
onmogelijkheid om onmiddellijk te kunnen beslissen,
elke beperking in de
vrijheid
van handelen van den
leider, schaadt. Ziet of vermoedt deze een klip op
zijn weg, dan ôm het roer zonder dralen! Juist die
bedrijfsleiders, die zaakkunde paren aan besluitvaar-
digheid, zijn de waren. En dezen zouden naast zich één

of meer ,,medezeggers” moeten dulden!? Hoe vaak
komt het in een groot bedrijf, waarbij onder druk ge-
werkt wordt, niet voor, dat men in een korte spanne

tijds drie, vier tegenstrjdige ingrijpende orders geeft
die subiete reactie vergen!

De antecedenten van den heer Smeenk zijn mij niet
bekend, doch zijne artikelen in uw blad, die als theo-
retische studie zeer zeker interessant zijn, die zelfs

een bedrijfsman als C. F. Stork,
blijkens
diens ge-

schrift, een heel eind medenamen, doen
mij
sterk ver-

moeden, dat
hij
practisch onbekend moet zijn met de

eischen, die een groot en levendig bedrijf aan zijn lei-
der stelt.

Waar ik sprak van medezeggenschap heb ik natuur-lijk het oog op werkelijke medezeggenschap, op daad-
werkelijk medeleiden van de (n). medezeggende (n) werk-

nemer(s). Ik kan toch
nauwelijks
aannemen, dat de
ijveraars voor deze instelling slechts bedoelen een

medezeggenschap in naam, een wassen neus, ongeveer
analoog aan de wijze, waarop in Duitschiand veelal
het Betriebsrte-systeem wordt toegepast. Wie •zich

aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht! Bij onze

Oostelijke naburen, die de Betriebsrte hadden te aan-
vaarden, onderscheiden wij:

1°. den ,,gemakkelijken” medezegger-werknemer,

die geen beletsel vormt, inderdaad dan ook geen mede-
zeggenschap uitoefent;

2°. den zich moeite gevenden dito, met wien de
leiding al meer te stellen heeft, maar die gewoonlijk

verstandig genoeg is om zich
bij
alle besluiten neer te
leggen, ook als deze zonder zijn voorkennis genomen
werden;

3° den ,,lastigen” dito, die om welke reden ook,

goede of kwade, zich wil doen gelden, die ingevolgc

zijn recht geen buiten hem om genomen besluiten
duidt.

Hiermede handelt men op verschiillende, meer of
minder onoorbare,
wijze.
Omkooping en dergelijke

slechte praktijken slechts aanstippende, acht men
zich ter bescherming van het bedrijf tegen dergelijke

medezeggers gedwongen clandestiene bestuursinrich-

tingen te scheppen. Zoo laat men aan Aufsichtsrats-
sitzungen,
bij
welke de Betriebsrat tegenwoordig

moet zijn, een zoogenaamde technische of financieel.e
,,Sitzung” van den Aufsichtsrat zonder den Betriebs-

rat voorafgaan, die met andere of meer volledige ge-

gevens de straks in den volledigen Aufsichtsrat te

nemen besluiten al reeds vaststelt.

Ook hier kan men van een werkelijk medezeggen-
schap niet spreken en inderdaad omvat de werkkring
der Betriebsr.te niet veel meer dan die der ook in
Nederland bekende Personeel-Vereenigingen, Kernen

of dergelijke werknemersafvaardigingen of besturen,

die met de werkgevers onderhandelingen voeren in
wederzijdsch belang. Deze wijze van medezegging, die
zich dus beperkt tot het technische gedeelte van het be-
drijf der onderneming zlf en de vaststelling der ar-

beidsvoorwaarden in uitgebreiden zin, die door de poli-

tieke vakvereenigingen verfoeid wordt, daar zij eigen-lijk de eenige in waarheid zuivere vakvertegenwoordi-

ging vormt, derhalve veel meer toegankelijkheid biedt
voor de eischen en nooden van het kw.
bedrijf,
dan de
zoogenaamde vakbonden, die, gepaard aan het verderfe-
lijke streven tot nivelleering, doorgaans ook nog andere
aan het bedrijf vijandige bijoogmerken moeten dienen,
acht ik alleszins nuttig. Mijn ervaring met dusdanige

instituten
bij
de ondernemingen, die ik leid, institu-

ten, die naar
mijn
meening in hoofdzaak gegrondvest

moeten
zijn
op wederzijdsche waardeering van werk-
gever en werknemer, op vertrouwen, huipvaardigheid
cn aankweeken van belangstelling in het bedrijf, is,
ondanks de vele teleurstellingen, die ook ik als wel-
haast alle andere werkgevers, die dergelijke groeps- of
vakvertegenwoordigingen schiepen, ondervond, ten-

slotte een gunstige.
Inmenging van regeeringswege wordt door mij niet
gevreesd. Welke bewindsman zou het aandurven wet-
telijke bepalingen hieromtrent te maken? Uniforme
regeling is bij de verscheidenheid der
bedrijven,
zelfs
die, werkende in of voor ‘dezelfde branches, .aireeds
uitgesloten. En de ernstige bewindsman, die zich zou
nederzetten teneinde een goede regeling te ontwer-
pen, die niet op elegante, maar lichtvaardige Smeenk-
sche wijze over de practische bezwaren heenhuppelt,
zal reeds bij den aanvang van zijn taak de waarheid

van het spreekwoord ,,wie a zegt moet ook b zeggen” bevroeden. Begint slechts,
gij
voorstanders van het
medezeggenschap van den werknemer in de bedrijfs-

leiding, aan een ontwerp en
gij
zult alras tot de over-
tuiging geraken dat, wilt gij niet komen tot een
Veraartsch systeem van producenten-, werkgevers-
en werknemers-, vervoerders-, handelaars-, distribuan-
ten-, koopers-, consumenten-vereeniging met de aan-

26 April 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

381

klevende open vraag, wie moet dat ingewikkelde ra-
derwerk op gang houden en smeren (alias wie moet

dat betalen), wilt gij niet een volledige omvorming
van de inrichting der maatschappij, gij beter doet op

dit gevaarlijke gebied de a niet te zeggen.

D. G. VAN BEUNINGEN

DE ELECTROTECHNISCHE INDUSTRIE IN

NEDERLAND.

Het artikel van mijn hand betreffende de elec-

trotechnische industrie hier te lande in het nummer
van 11 Ïanuari 11. heeft tot critiek aanleiding ge-

geven. Ik kan niet anders dan dit toejuichen. In
verbruikerskringen wordt, althans in hoofdzaak, over

de besproken industrie gedacht, als door mij weer-
gegeven, en indien deze meening correctie behoeft

is het uitstekend, dat die gegeven wordt.

De tot uiting gekomen critiek is te vinden in het

artikel van den heer Zeverijn, commissaris van Wil-
lem Smit & Co’s Transformatorenfabriek te Nijme

gen in het 22 Februari-nummer, en in een verhan-

deling van Ir. Mr. B. Koch, Secretaris van de Ver-
eeniging van Fabrikanten op Electrisch Gebied, in
liet nummer van 29 Maart. Hieronder zal deze critiek

nader onder het oog worden gezien, hoewel de toon
van het artikel van Ir. Mr. B. Koch daartoe niet
animeert en niet die is, welke voor een vruchtbare
polemiek de meest gewenschte is, zoodat ik genoem-
den heer op dezen onhoffelijken weg niet wensch

te volgen.
Doch ter zake. De heer Zeverijn meent, dat ik met
mijn artikel een kleineëring zou hebben bedoeld van
de betrokken industrie. Dit is echter allerminst het

geval: op de groote beteekenis van de gloeilampen-
industrie werd uitdrukkelijk gewezen en aan het
eind der verhandeling met nadruk de groote energie,
waarmede in de geheele branche gewerkt is, gerele-
veerd. Ook meent de heer
Z.
dat ik niet voldoende

rekening zou hebben gehouden met de omstandigheid,
dat eerst na 1912 de electrotechnische industrie ge-

gronde reden van bestaan had gekregen. Natuurlijk
heeft elke jonge industrie de kinderziekte door te
maken, en om een dergelijken bedrijfstak alleen op

dien grond bestaansrecht te ontzeggen, zou inder-daad onbilljk zijn. Doch hierom gaat het hier niet,
do kwestie is maar of de ontwikkeling tijdens den
oorlog niet t e snel is geweest, en of het in het alge-
meen belang is dezen groei nu ook verder kunstmatig
te willen behouden. Het hebben en in stand houden
van een zoo uitgebreid mogelijk productie-apparaat

is natuurlijk voor een land een groot belang in tijden

van
opz
i
c
h
ze
lfaangewezenzijn. Maar dergelijke

perioden zullen toch wol steeds uitzondering blijven

en bij een regeling als door den heer Z. aangegeven,
waardoor voor een transformator van ongeveer

f
1200 (rekening houdend met den gemiddelden
naarkenkoers in Februari) niet minder dan
f
1500

aan invoerrecht zou moeten worden betaald, wordt
de afnemer onnoodig belast, en van algemeen stand-
punt beschouwd is een dergelijke regeling zeer zeker

een nadeel. En nu wil ik gaarne toegeven, dat bij
het ontbreken van binnenlandsche concurrentie de
buitenlandsche fabrieken den prijs zeker zullen ver-

hoogen, doch er zijn ook in dat geval nog andere
concurrenten uit andere landen waarmede rekening

moet worden gehouden, en die zullen beletten dat

de prijs buiten redelijke verhouding zal worden op-
gedreven, zoodat een binnenlandsche fabriek tot het

voorkomen van prijsopdrjving niet noodig is. Wel
noodig is binnenlandsche fabricage in het geval van

een wereldmonopolie, dat in handen van één be-
paald land is, zooals b.v. v66r den oorlog de kleur-
stofindustrie, doch bij de in zooveel landen uitge-

oefende electrotechnische industrie geldt deze over-
weging niet. Bij een overmatig hooge tariefmuur
bestaat ook altijd het gevaar, dat de beschermde in-

dustrie, welke dan vrij spel heeft, op haar beurt

e hooge prijzen gaat rekenen.

Volkomen gelijk geef ik den heer
Z.
echter in-

zake zijn opmerking betreffende het vrij invoeren

van afgewerkte machines en het belasten van grond-

stoffen, dit is werkelijk een premie ten gunste van
het buitenlandsche fabrikaat welke door niets wordt

gerechtvaardigd.

Thans het artikel van Ir. Mr. B. Koch. Ik heb de

vraag van de Vereeniging van Fabrikanten woorde-
lijk weergegeven zooals die in de courantenberichten

te lezen was, en in mijn artikel is niets anders gezegd

dan in dat van den heer K., van een verzoek om

,,reusachtige bescherming” heb ik niet gerept.

Dat bestellingen van Rijk en Gemeenten een

kleineering zouden beteekenen, is in mijn artikel
niet te vinden. De heer K. wil deze leveranties als een groot succes geboekt zien, en wil ze blijkbaar

beschouwen als de kroon op het werk. Enkele regels

verder spreekt hij echter zichzelf tegen door ten

gunste van de Electro-technische Industrie voorh.
Smit & Co. te Slikkerveer aan te voeren, dat deze
v66r den oorlog slechts 20 pOt. van haar productie
aan Marine en Koloniën leverde, en gedurende den

oorlog 40 pOt., in welk geval thans weder het g e-

r i n g e percentage dezer leveranties als een succes

wordt beschouwd.
Dat het voorts logisch is, dat de heer K. als
Secretaris van de Vereeniging van Fabrikanten
over betere gegevens kan beschikken, dan ik, be-
hoeft wel niet te worden betoogd. Ik moest mijn ge-

gevens ontleenen aan voor ieder toegankelijk mate-riaal, de heer K. heeft alle hulpbronnen ter beschik-
king. Niettemin zijn ook zijn gegevens uiterst mager

en nietszeggend. De getallen 20 en 40 pOt. in het
bovengenoemde geval zijn b.v. toch zeker niet meer

dan globaal, en bovendien oncontroleerbaar. Het zou
interessant zijn, indien de heer K. behalve de per-

centages van verkoop aan Marine en Koloniën, ook
die van andere Rijks- en Gemeenteinstellingen had
gegeven. Doch zelfs dan blijft zulk een opgaaf ,,l’ar

de grouper les chiffres !” De ervaring, welke men
echter vroeger bij die fabrieken opdeed, als men daar
motoren wilde koopen, wijst op een heel ander totaal

percentage.
De heer K. verwijt mij ,,losweg geuite beweringen”

Wat moet men echter denken van een opmerking als

deze, dat de Electromotorenfabriek Smit en de Trans-
formatorenfabriek v66r den oorlog ,,loonend produ-ceeren” konden? Wat noemt men nu ,,loonend”?
Een verder verwijt is, dat tal van electro-tech-

nische bedrijven door mij niet genoemd worden. Ner-
gens echter staat in mijn artikel te lezen, dat de op-

somming een volledige zou zijn, integendeel, duide-lijk staat er dat alleen de voornaamste werden op ge-

noemd.
Of het artikel van den heer K. veel aan de
strek-

king
van mijn betoog kan tornen, betwijfel ik. Waar-

om wordt mijn bewering, dat de gloeilampenindus-
trie geen bescherming behoeft, omdat deze daarvoor
zelf gezorgd heeft, met stilzwijgen voorbij gegaan?
Kan de ,,self-help”. van deze uitstekend geleide

fabrieken niet door andere bedrijven worden nage-
voigd, of kunnen die alleen groot worden door be-

scherming?
,,De tijd zal ‘t loeren” was reeds een leus van onze
vaderen. Men leze nu b.v. de volgende zinsnede uit
het Verslag van de Kamer van Koophandel te Hen-
gelo (0.): ,,de Heemaf, welke op 31 December 1920
nog aan 1263 personen werk verschafte, zag dit aan-
tal op 31 Deember 1921 tot op ongeveer de helft

teruggebracht, waarvan nog een deel op wachtgeld
gesteld is en een ander deel slechts een gedeelte van
de week werkt. De v000ruitzichten in deze branche
zijn zeer ongunstig.” Nu zal men mij tegenwerpen,
dat deze ongunstige toestand juist het gevolg is van
het ontbreken van bescherming, van de algemeene

382

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 April 1922

malaise enz. Ik zou dan alleen dit willen vragen:

waarom ondervindt de Heemaf den invloed van die

factoren storend en Philips Gloeilampenfabrieke]1
niet in die mate? Dat het antwoord niet moet wor-

den gezocht in protcctionistische richting, zal een
ieder duidelijk zijn.

Bovendien, het loopt met de valuta-concurrentie

van Duitsche zijde, waar het immers hoofdzakelijk

om gaat, zoo’n vaart niet meer, en de dageli.jksche
practijk bevestigt dit. Ook het artikel van Mr. Treub

in het jongste nummer van ,,Vragen des Tijds’ is

in dit opzicht bijzonder leerzaam. Hoewel het proces

door nieuwe inzinkingen van den markenkoers af en

toe onderbroken en gestoord wordt, naderen dc

Duitsche prijzen steeds meer den wereldprjs, en elke

week kan men nieuwe artikelen toevoegen aan de lijst van goederen waarvan de Duitsche en de En-

gelsche, Belgische of Amerikaansche prijzen gelijk
of nagenoeg gelijk zijn. En met schrik ziet men in

Duitschiand het oogenblik naderen waarop dat niveau
over de heele linie bereikt zal zijn. Bij mijn jongste

bezoek aan Duitschland van enkele weken geleden
slechts, bleek het mij dat men zich daar algemeen

van dat feit terdege bewiist was en de verwachtingen
waren dan ook algemeen uiterst pessimistisch. Trou-

wens, tot prijzen gelijk aan de wereldmarktnoteerin-
gen behoeft het nog niet eens te komen. Reeds thans

zijn de levertijden van electromotoreu van Duitsch
fabrikaat zoo abnormaal lang, voor sommige niet

eens zoo bijzondere typen b.v. 6 of 8 maanden, en
het risico betreffende het aanhouden zelfs van die

lange levertermijnen en voor het later verhoogen

van den prijs is zoo groot, dat in een steeds toene-

mend aantal gevallen de bestellingen niet meer aan Duitsche fabrieken worden gegeven doch aan Hol-
landsche, die meestal zeer vlug kunnen leveren.
Dit verschijnsel doet zich trouwens algemeen voor:

de steeds onzekerder wordende Duitsche levertijden

en het toenemende risico van latere verhooging der

Duitsche prijzen zijn te zamen een steeds effectiever
werkende protcctie voor de binnenlandsche indus-
trie.
1)

Concludeerende kan worden gezegd, dat het arti-
hel van Ir. Mr. B. Kocli de s t r e k k i n g van mijn
betoog onaangetast laat. Nogmaals, de
tijd
zal lecren,
welke zienswijze de juiste was, en voor wie onbe-
vooroordeeld wil zien, zijn de teekenen des tijds
thans duidelijk genoeg.
E. J.
T0BI.
Amsterdam, April 1922.

L ONDENSCHE CORRESPONDENTIE.

De uitwerking van het sluiten van
het Duitsch-Russische verdrag; Mr. Good.

enough over de regeling der interna-
tionale schulden; inkrimping der werk-

zaamheden op het vasteland van Europa
door En gelsche banken; de Safeguard-

ing of industries Act en het invoer-
recht op handschoenen; verlaging van
het ba’nJcdisconto en de lee’ivingpolitiek
der regeering; voortduring der moeilijk-
heden in de machine- en scheepsbouw-
nijverheid; handelsbeweging over de

maand Maart; het rapport der Cave

1)
Een treffende iliustrabie hiervan
voM
ik
ongezocht in
een brief ‘Van een groete Duitsohe rnaohinefbrink, die ik
enkele 1agen geleden ontving en cvvaaruit
ik
mij veroorloof
te ciiteeren •.,,Die Verzgeruixg ist
wnf
die ausserordeut-
heb sc±.wierige Material-Bescha.ffung, iwie sie hier z.
Zt.
besteht, zuriiakzufüihren.
Die
rweiteee Entw?ickelung der
•Dinge kat
sioh
aber nahezu trostios gesiziltet. Lieferzeiten
für Rohmaterisl uini Halbzeuge von 4, 5 and 6 Menate
sin.d theute keine Seltenheiten inehr. Venscheidene Werke
erklaren, dass sie wnf 8-10 Monate hiinaus rvollbasetzt
smid uird vor dieser Zeit
Auftrge
nicht
cmohr entgegen-
ndhznen können.” Verder commentaar hierop is rzeker wel
niet noodig.

Cons?nission in zake het Trade Board
System.

Onze Londensche Correspondent schrijft ons dd.
21 April 1922:

The exciting events at Gesioa have com-

bined with the hoJ.iday season to throw other matters
into the baekgrouind. The indignation over the action
of Germany is
now
dyin,g down to some extent, and
there is even a -disposition to regard the Conference

as not completely wrecked. It is, perhaps, significant

that the merits er demerjts of the Russo-German

treaty have harddy ‘been cc>nsiderod at all: the whole
affair is being judged from the political stand point.

From this point, of view, it bas roused all the latont
suspicion of Germany stili entertained in
50
many
quarters, rand has done great harm in ire-emphasising
the division of feeling which im the ftast
few
rnunths
seemed en the point of being bridged over. That lt
has afforded the entreniist prcss air admirable op-

portunity of attacking the Conference, and to clamour
once more for the mailed fist in European affairs is

a di-s-service to the cause of European .stability which

perhaps outweighs any advantages the Tr.eat3r itself
may ‘possess as cia instrument of economie p’rogress
in the East of Europe. The Liberal Piess bas done

goed in regretting the manner in which the Treaty

was signed, but at the ‘same time .insiisting that its
positive merits should not be overlooked.

Whidst the yellow press is already seeiing cm armed
attack on the Treaty of Versailles as
ir
‘result of the
Russo-German Treaty, more serieus persons are con-
sidering whether there will not be a serieus Repara-

tioms Crisis in the near future. 1 have alreasdy men-
tioned the Chaacellor of the Exchequeir’s plan for
the settiement, of iinter-Allied de’bt and

Indemnity payments in a prcivious letter.
Just before -the holiday, a variant of this achesne was presented to the Amer’ican Chamber of Commerce in
‘Londen by Mr. Gooden’ough of Barclay’s Bank. His
plan is simple. The deb

bs of the Allies te eacih thcr,
and the German indemn-ity -are all to be scaled do’ivn
to a figure which the countries in questi-on cati realily
pay. De’btors are to hond over to creditors bouds

whieh these are in tuin to endorse and then hand over
to the United States. In this way, the ultinrate secur-
ity – the German indemnity payments – will ho

mobilised to settle the debt to America. But the
United States will have a.s -additionail security the
eu’dorsements -of the Western European States, and

this should :inerease very comsideribly the saleability
of the bonds. The scheme does not, and is not in-
tended to, deal with iirternal indebtednees.

Coming from a well-knoiwn City figaro, this scheme

has naturally attraoted a good deal ‘of attention. Un-
fortuinately, as in iall these cases, it starts with air
avsumptiion, narnely, that ‘the dbts and the isademnity
will be out dow’n to a figure which ‘will represent real
capacity to pay. The time may come when this will
‘be possible, and s’peeohes like Mr. Goodenough’s help
the process, hut it is pretty safe to say that time is
not yet. –

S-ome important changes are annou.nced with regard

to the Continentaj affiliations of the
British B anks. The Londen Oounty and West-
minster izntends ‘to close ‘the greater part of its bran-

ches in Spain, and to conoe’ntr-ate ita business in
Madrid. It is announced, tho’ugh from a foreign

seurce, that Co ‘and Co. ‘(Fr-snee) is to ho taken over
by Barclay’s Bank. Finally, the relations of the Brit-
ish Government to the An’glo-I’taLian Corporation have

undergone a change. In consideration of -previoas
advances being treated as the pr-operty of the Oor-
poration, the Government escapes further instalmeuts.
The British company has also taken over the shares
of the sister Italian corporation. These are all sigms
that the -policy of expiansicm in Europe kas not beeil
quite so profitable as was expeeted.

26 April 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

383

TJie unfortunate Safeguar’din.g of In-
d u.s t r i es A c t has received quite a deal of atten-
tion recently. Mr. Asquith deiivered a fierce s.btack
on the Act just before the Heuse of Oonimons adjourn-

cd, and we are assured that a crisis has arisen inside

the Government over the queotion of abric glo’ves. It
is sa.id that the Oommittoe which investigated the

complaiuts of the gJove makers was in favour of ina-
posing a duty, sud ‘that lt[r. Stanley Balciwin of the
Board of Trade insist.s that the duty shell be im-

posed. Both the giove makers aaid their friends, end

the Bolton spinners and their friends are complamuing,
and quite rightly, of the delays of the Govesmnent, in
coming to a decision. The trouble iis that a duty en

glcyvcs, due to the ackinowledged fact that the British

makers cannot compeite, will :be a bad electioneering
poinit with the women electorate.
Very suddenly on Thursday last the Bank Direc-

torate decided to push B a n k R n te dowin. The

result was thait the o.ountry was rnaken r.a.ther by sur-
prise, though the effect has been that Government
stocks continue to rise. The latest news is that the
sale of TreasuTy
Bouds
by tender is to stop as from
this week, and that holders of 5 per cent War Bonds
maturing in October and next April are to be given
the option of exchanging into 434 per cent 10-Yair
Traasiary [Bonds 7atpar, plus a cmli ‘paymcat of £ 4, or
into 334 per cent Oou’version Loan. It is begiainiin.g to
be dear that the Government d’oes not intesici to in-
troduce a Funding Loan at all, but hopes that with
the progressive decline in the value of mouey, convers-
ion rights of the higher interest stocks into lower
interest stocks, especiafly the 334 per cents, will be
more and more popular. How far this plan will be
successful depends en ‘the future price of mouiey: it
nrust not be overlooiked that the cheapnesa of monay
art the moment is still duo to the absenoe of anythiing
like goed trede.

The Engineering Dispute stili drags
en, and the employers threw away a good card by not
coming to terms with the unskilled unions. The
renewed breakdown occurred over the following point.
It was agreed that the men should discuss ,,material
changes”. Unfortunately, the employers would not
concode the unions the right to help in the decision
as to what was a ,,material change” of practice. This
is of course the crux of the whole matter. At the
moment of writing, renewed negotiations are proceed-

ing, and the tone of the press is optimistic. T h e
trouble in the ship-building yards is
not settled either, and the cotton unions and the cm-
ployers have not yet agreed on the precise amount
of the impending wage-dut, though it is not likely
that there will be serieus trouble in this case.
T Ii e T r a d e R t u r n s are out, and make mat-
ter for doleful or for optimistic views, according to
the general standpoint of the persons concerned.
Imports (mlii. £. stg.) British Exports
March ’22 Feby. ’22 March ’22 Feby.
122
lfooicl, Drink and Tbacco 45,3

32,3

3,3

2,8
Baw Materials amil Msinly
Unmanufncturtxl [ain lv Menufactu rad

Total, iiie]. •Anim&s
anti Parcels
Post

Whulst imports are thus 80 per cent of the 1913
volumes, exports of British produce are stili only 67

per cpnt of the corresponding amounts in 1913. One

of the most satisfactory features of the situation is

the inerease in Coal Expoi’ts. These amounted to

17.6 naill. tons in the first quarter of this year, taking

bunker coal jute account throughout, as compared to
8.4 mill: tons in the first quarter of last year, and

as compared to 12 mill. tons in 1914.

‘The Cave Commission on the Trade

Board System has now reported, and the

report is a compi’omise between the two views that

trade boards are an unmixed blessing, and the views

of business men that they are an unmitigated nui-

sance. The Commission believes that in certain cases

they have contributed to the depression and unem-
ployment by adding an element of rigidity to the
wages paid. On the other hand, the Commission

thinks that the Trade Boards have protected the

,,fair” employer, have helped the relations between
the two sides in industry, and have prevented the

continuance of the worst evils of sweating. The re-

commendations of the Commission mainly make for
greater elasticity in the practice of the system: the
demand for a national minimum has been rejected, and the principle of district boards for different in-

dustries has been put forward. But it cannot be said

that the Commission proposes any drastic change in
either direction.

DE RIJESMIDDELEN.

In dit nummer treft men aan het gebruikelijke
overzicht van de opbrengst dci’ Rijksmiddeleu over
de maand Maart 1922, vergeleken met de overeen-
komstige cijfers van Maart 1921.

De oorlogswinst- en verdedigingsbelastingen brach-
ten tot dusver in totaal op
f
1.046.882.241, waarvan

f
767.131.377 op rekening komt van eerstgenoemde
heffing.

Met inbegrip van de opcenten ten behoeve van het
leeningfonds — behalve die op den suikeraccijns,
welke geen verzwaring van belastingdruk medebrach-
ten — is in totaal eene som van
f
1.292.569.781 ont-
vangen uit belastingheffing, die haren grond vindt
in de buitengewone omstandigheden.

De gewone middelen brachten in de afgeloopen
maand
f
36.647.498 op tegen
f
31.413930 in Maart
1921 en vertoonen mitsdien een achteruitgang van

f
766.432. De totale opbrengst in de afgeloopen maand
overtrof de raming met een bedrag van
f
847,415. Do
opbrengst der middelen over de eerste drie maanden
van het jaar 1922 bleef
f
7.216.083 ten achter bij drie
twaaifden der raming.

In vergelijking met Maart 1921 vertoonden in
Maart 1922 vooral de grondbelasting, de inkomsten-
belasting, de vermogensbelasting, de wijn- en bier-
accijns een hooger opbrengstcijfer. Daarentegen brach-
ten minder op de dividend- en tantièmebelasting, de
suiker-, de gedistilleerd-, de zout- en de geslacht-
accijns- de zegel- en registratierechten. Ook in de maand Maart 1922 heeft de grondbelas-
ting weder ruim gevloeid. De opbrengst was een be-
drag van
f
669.219 hooger dan in de overeenkomstige
maand van 1921 (de vorige maand was de opbrengst

f
146.882 hooger dan in de overeenkomstige maand i’aii 1921). De hoogere opbrengsten zijn een gevolg van het inhalen van achterstand bij het opmaken der
kohieren. Om dezelfde reden wijst de inkomstenbelas-
ting een hoogere opbrengst van
f
2.260.178 aan. De
dividend- en tantièmebelasting blijft weer een vrij

belangrijk bedrag beneden de opbrengst in de over-
eenkomstige maand van het vorig jaar. Was de vorige
maand een vermindering van
f
817.678 te constatee-
ren, thans bleef deze bate een bedragvan
f
1.872.178
bij de opbrengst in Maart 1921 ten achter. Hierin

weerspiegelt zich de achteruitgang van het econo-
mische leven.

22,1

20,2

8,5

6,9

20,3

16,6

51,8

48,0

87,9

69,4

65,6

58,3

Ro-exports have hardly changed over the perioc],
amounting to £ 10.2 in March, and to £ 10.2 in Fe-
bruary. Of course the price level and the number of working days in the two months were not the same,
and the question arises as to how the trade looks
if the price level is stabilised. This week’s Board of Trade Journa1 goes into this matter, and shows the
following results:
Tinile en ‘the Basis of 1913 Priees
January to Maroh

1922

1921

1920

19

Total. Iniports ……..
156,5

140,0

186,8

196,3
Re-experts
.
………..

25;6

17,2

34,1

31,1

British Exports
…….
85,5

68,2

90,8

127,3

384

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 April 1922

Voor de hoogere opbrengst van de vermogensbelas-

ting van
f
536.870 is geen bijzondere reden op te

geven.

Wat den suikeraccijns betreft, valt op e merken,

dat tegenover een geringe hoogere opbrengst van

dien accijns in de vorige maand
(f
14.175) thans een
mindere opbrengst van
f
137.561 is aan te wijzen.

De geruchten omtrent een voorgenomen verhoo-

ging van den wijnaccijns stimuleeren den aankoop

in het buitenland. Deze accijns bracht over de afge-

loopen maand
f
61.115 meer op dan in Maart 1921.

Uit den gedistilleerdaccijns ontving de schatkist

ruim 5Y2 ton. In vergelijking met Maart 1921 alzoo

een vermindering van
f
654.618.

Ten gevolge van het bierverbruik, dat toeneemt ten

koste van dat van sterken drank, was de opbrengst

van den bieraccijns
f
73.658 hooger dan. in de over-

eenkomstige maand van het vorig jaar.

Een
belangrijke
achteruitgang valt waar te nemen

bij
den
accijns
op het geslacht, welke in verband met
de daling der veeprjzen en invoer van buitenlandsch

vleesch, dat aan invoerrecht is onderworpen, van

f
1.216.420 op
f
715.046 terugging. Ook de zoutac-

cijns geeft als gevolg van grooter invoer van buiten-

landsch zout eene vermindering van
f
11.280 te zien.

Als gevolg van den slechten toestand in het zaken-

leven vertoonen de zegel- en registratierechten een

belangrijke vermindering van resp.
f
233.615 en

f
1.187.136. Dat de opbrengst der zegelbelasting in
Maart 1922 zooveel minder was dan in Maart 1921,

niettegenstaande de invoering op 1 Maart 1922 van
de wet van 24 December 1921 (Staatsbiad no. 1409)
moet worden toegeschreven aan de heerschende ma-

laise.

Tegenover den teruggang van invoerrechten en
statistiekrechten, welke de vorige maand moest wor-den geconstateerd, valt deze maand voor beide rech-

ten een meerdere opbrengst aan te wijzen. Voor de
rechten op den invoer bedroeg de meerdere opbrengst

f
436.599, voor de statistiekrechten
f
102.578. ‘Deze

meerdere opbrengsten mogen echter niet worden aan-
gemerkt als een bewijs voor verbetering van onzen

economischen toestand.
De toename van de opbrengst der loodsgelden be-

droeg
f
45.042 (de vorige maand bedroeg de hoogere

opbrengst
f
23.134).

De totale opbrengst der middelen in de eerste drie

maanden van 1922 overtrof de opbrengst in de over-eenkomstige maanden van 1921 met een bedrag van

f
3.073.014.

AANTEEKENINGEN.

Dalinsg van den rentestand in Zwit-

s e r
1 a n. d.
– Eenige ixrteressante gegevens hierover
bevat het m.aand’beriôht van de Schw’eizerische Kro-
ditanstalt. Het vangt aan met den toestand op de
geldiniarkt. De ‘teruggang heeft zich ‘daar reeds vol-
trokken. Particulier disconto is van een maximum

‘van 5% ‘pOt. in 1918 langzamerhand. ‘op 4
7
/io
pOt.

in begin 1920 gedaald, om daarna snel op 1% pOt.
te komen. De officieele discontorente der National-

bank, 21 Augustus 1919 ‘tot 5 pOt. verhoogd, is in
1921 in twee etappes tot 4 pOt. en 2 Maart 1922 tot
3 ‘4 pOt. ‘verlaagd, waardoor Zwitserland het laagste

banilcdiscouto van de wereld geniet.

De debetrente der particuliere banken is eveneens
reeds gedaald.. De ibanken te Zu’rio,h hebben nog voor
de laatste discontoverlaging besloten de ‘debetrente per
1 April met ‘4 pOt. ‘te verminderen, terwijl in andere
doelen van het land reeds tot dergelijke maatregelen
besloten was. Meer dan meestal echter wordt aange-
nemen is de debetrente afhankelijk van de creditrente.

Een aantal bankinstellingen rziet zich in haa.r bewe-
gingsvrijheid in ‘deze richting echter belemmerd door
een in de laatste jaren verkregen portefeuille h’ooge

rente dragende obligaties.

O.p de kapitaalmarkt is de teruggang eveneens al
begonnen. Reductie van de hypotheekrente wordt ge-

meld uit een aantal kantons. De hypotheekrente is

bij
‘de
stijging
achteraan gekomen; volgens de jaar-

verslagen der Zuricher Kanto,n.albank is ‘zij sinds 1913

gemiddeld met slechts % pOt. van 4% tot 5’4 pOt.

gestegen. Men kan gerust beweren, dat in ‘t algemeen,
dank zij de werkzaaimheid. ‘der ‘kantonale instituten,
de Zwit,sersche boer uitermate ‘goedkoop crediet ge-

niet.

Op de obldiga’tiemarkt eindelijk ‘is de ontspanning

onmiskenbaar. Terwijl nog in 1920 het Zwitsersche

Standaard-beleggingsfonds, de 3’4 pOt. Bundesbahnen

A-K, tegen 54 pOt. verhandeld werd., dus een rende-

ment van 614 pOt. gaf, zonder de winst
bij
aflossing

in aanmerking te nemen, is de koers thans 77,50,

waarbij het rendement 4% pOt. bedraagt.
Staats-, kantonale en gemeenteleeningen waren tot

midden 1921 als regel van het 6 pOt. Tentetype, tei-
wijl soms 614 of 7 pOt. moest worden toegestaan. In-
dustrieele obligaties werden tegen 7 pOt. slechts met

moeite ‘ondergebraclt, terwijl eenmaal een emissie van

een 8 percents papier plaats vond. Thans ligt de 514

pOt.-rentevoet voor kantoriale leeningen al weer ach-
ter ons, terwijl al weer 6 percents industrieele

emissies aan de markt komen. Ongetwijfeld, ‘zegt het

bericht, zou deze ‘daling nog sneller geschieden, wan-
neer de staatspomp een ‘weinig tot stilstand kwam,
waarop echter helaas in de naaste toekomst weinig

kans is. Dit laatste zou men wellicht ook van ons land

kunnen zeggen!

Wij zien, aldus het bericht, over de geheele linie deti rentevoet dus dalende en wel, overeenkomstig de wet-
matighei’d onzer economische organisatie, op de geld-
markt in sneller, op de kapitaalmarkt in langzamer

tempo. Wie ‘deze beweging juist ‘beziet aal ‘zich niet

aan ‘de overtuiging kunnen ‘onttrekken, ‘dat ook de

rentevoet den weg gaat, dien hem de huidige crisas

dwingt te gaan.

Waarde en omvang van den buiten-
landschen handel der Vereenigde Sta.-
te
n
i
n
192Oen1921._Van75Perctn1
3

4

milliard dollars, welke de waarde was van ‘den in- en
uitvoer in 1920, welke waarde in 1921 tot 7 ‘milliard
gedaald is, aldus liet maan’dbericiit der National City Bank, kan het gewicht bepaald worden. De achteruit-
gang in ‘hoeveelheid ‘vergelijkende met de waaTdeda-

ling, artikel voor artikel en verder de totalen, kan
ten minste de verhouding ‘benadend worden, waarin
de ‘prijsdaling stond. tot ‘de waardedaling van den

buiteulandschen handel.
Een overzicht wordt dan gegeven van d’e verhou-
ding van de daling van hoeveelheid en waa’rde van
die goederen, waarvan de hoeveelheid kan worden ‘be-

paald, voor zooverre de over d’e ‘grens verplaatste hoe-
veelheid meer ‘dan $ 1.000.000 waard was. ‘Aldus komt
men voor 1920 tot een gewicht van. 250 milliard lbs.

voor in’voer ‘plus uitvoer, terwijl ‘dit cijfer voor 1921
200 milliaTd ‘lbs. bedraagt, een daling ‘met 20 pOt. ‘van
d’e hoeveelheid dus, ‘terwijl de waarde dezer hoeveel-
heden r’esp. $ 9832 millioen en $ 4988 bedroeg, een
daling van 49 pOt. dus. De daling ‘der hoeveelheid be-
draagt voor den uitvoer 22, voor den invoer 10 pOt.,

de ‘w,aardecijfers vertoonen een vermindering van resp.
43 en 56 pOt. De betrekkelijk geringe daling van de
ingevoerde hoeveelheden is een gevolg van den grooten
in’voer van ruwe petroleum. Schakelt men ‘deze uit,
dan krijgt men voor den invoer een hoeveelheidsdailing

van 32 pOt., een waardedaling van 56 pOt.

Verdeelt men de goederen in levensmiddelen, grond-
stoffen voor de industrie en eindproductert, ‘dan ver-
toont bij den export de eerste groep een ‘stijging van
de hoeveelheid met 30 pOt., doch een waardedaling
van 32 pOt., de tweede dalingen in gewicht en waarde van resp. 35 en 49 pOt., terwijl bij de derde groep het-

zelfde ‘verschijnsel optreedt in een ‘omvang ‘van resp.

27
en
50
‘pOt.
Wat
:dlen invoer aangaat vertoonen

levensmiddelen een geiwichtsverrnindering van’
23 ‘pOt.

en een daling van
64
pOt. in waarde; voor ‘eiind’pro-
ducten zijn deze cijfers resp.
7
en
47
pOt., voor grond-

stoffen, inclusief ‘petroleum, resp.
6
en
51
pOt.; ‘doch

exclusief petroleum TeSp.
32
en
57 pOt.

De waardedaling per gew’ich’tseenheid valt het

meeste op ibij de levensmiddelen en de grondstoffen
voor ‘de industrie. Geïmporteerde suwe suiker
bv.
ver-

toont een ‘daling in gewicht ‘van
26
pOt. en van
76

pOt. in waarde, koffie een stijging in gewicht van

3
pOt.,
doch
éen waardedaling van
43
pOt., ‘wol een

gewichtsstijging van
23
pOt., doch een waardedaling

van
51 pOt.,
huii’den ‘en vellen een daling
in
hoeveel

hei’d en iwaarde van resp.
32 en 72
pOt., voor ruwe

katoen ‘zijn deze cijfers
54
en
76 pOt.,
voor rubber
29

en
69
pOt.

Bij den ui.tvoer ‘zien ‘we een
stijging
van de uitge-

voerde hoeveelheid rta’rwe en meel ‘van
18
pOt., een

waardedaling echter ‘van
32
pOt., voor katoen zijn deze

cijfers
5
en
52
pOt., voor tabak 10 en
16
pOt. ‘Steen-

‘koel
‘wijst een ‘daling in hoeveelheid en in ‘waarde ‘aan

van
TOSP.
36
en
’52
pOt.

De volgende tabellen geven een overzicht van

waarde en ‘gewicht van invoer en uitvoer,
in
zoo-

verre het gewicht ‘kan worden ‘vastgesteld en het per-

centage van stijging
of
daling, bij veegelijking van

het kalenderjaar
1921
met het kalenderjaar
1920.

Invoer.

Millioenen

Percent.

Millioenen pCt. stij-
.Iba.

stijging

Dollars ging of
1920

1921 of daling 1920

1931 daling
Levensmiddelen:

Suiker

……..
8.066
Koffie

………
1.297
Cacao

……….
344
Thee

……….
90
Vruoh,tenennioten
4.344
Vieesch

……..
153
Visdh

……….
301
Eieren
29
Melk

……….
24
Boter

……….
37
Kaal

……….
16
Tarwe

……..,
2.148
Bloem

………
160
Rijst

……….
143
Specerijen

. . .
61
Mela.sse

……..
1.921
Tapioca

……..
105
Groenten
716
Oliekoeken

….

229
Vee

………..
332
Rest

……….
869

Totaal
leven.miM(lslelen 21.385

Grondstoffen:

5.967
-26
1.015
237
-76

1.341
+
3
253
143
-43

305
-11
54
23
-57

77
-14
24
14
-41

4.689
+
8
72 56
-22

59
-61
21
7
-66
304
,+

1
35
29
-17
18
-37
7
3
-57
9
-62
3
1
-66
19
-48
19
7
-83
27
+68
6 9
+50
1.398
-35
75 36
-52
192
+20
9 8
-11
84
-41
14
3
‘-78
64
+
4 12
5
-58
936
-51
5
2
-60
55
-47
6
2
-66
304
-57
32
8
-75
88
-61
4
2
-50
182
-1
27
8
-77
257
-70
57
19
-66

16.355 -23 1.750 620 -64

Katoen

……..
300
139
-54
Wol

………..
260
321
+
23
Zijde

……….
30
45
+
50
Vezeistoffen

. .
909
548
-40
Huiden en vellen
510
348

32
Rubber

………
603
427

29 G’csmjnen
142
82
-42
Soda Ni,tra’te
. .
2.961 826
-72
Me.ststoffeu

. . .
2.499 ‘
696

72
Vd’aszaa4 1.378 684
-50
Tabak

………
82
53
-35
Copra

………
248
224
-10
Uouipulp

……
1.812 1.394
-23
Ohineesche klei
724 328
-55
Aluminium
40
31
-22
IJzererta

……
2.852
707

75
Kopererts
116
103
-12
Tinerts
67
31
-54
Steenkool

……
2.554
2.531

1
Petroleum

…..
36.552 43.272
+
18
Rest

……….
2.633
1.605
-39

Grondstoffen-
totaal . 57.372 54.395 – 5

139 33 -76
127 61 •:51
285 259 – 9
80 34 -57
244 68 -72 249 78 -69
52 23 -55
63 18 -71
51 12 -76
75 20 -73
82 54 -34
19 10 -47
89 39 -55
4 2 -50

12

7 -41

5

1 -80
22 14 -38

19

6 -68

7

7

.0
56 67. +16
128 59 -53

L808 870 -51

26 April 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

385

Eindprodueten:
Katoenen ‘weefseLs
36
21
-41
52
29
-44
Katoenen garens
94
49
-47
29
6
-80
Wollen weefsels
8
7

12
20
14
-30
Wollen garens
4
6
+
50
8
7
-12
Zijden weefsels
3
4
+
33 36
24
-31
Zijden garens

.
3
2
-33
13 6
-54
Vezelfabrikaten
11
8
-27
26
11
-57
Bu’rda,ps
569
472
-16
89 41
-53
Jt,te zakken
51
65
+
27
8
4

50
‘Papier om te
bedrukken
1.460
1.585
+
9
69
79
+
14
Creoso’ot

…….
129
232
+80
4
5
+25
Ï-Tbutcwrton
86
39
-55
3
1
-66
Calloi,uim caiblde
83 85
+
2
3
3
— 0
Cacao olie .
216
190
-14
33 15
-54
Painnolie
42
23
-45
5
2
-60
Soyaolie

…….
112
16
-85
13
1
-92
Koper,

ru,w

eaz..369
248
-33
68.
31
-54
Tin, ruw, eniz. •.
126
54

57
74
17

77
IJzer, ruw, eniz.
416
99
-76
13 2
-84
Sigaren,

eisz.

.
6 2
-68
17 8

64
Bast

……….
1.206 1.466
+
21
71
.
41
-42

f5J eind-
pretucten
5.030
4.673

7
654
345
-47

Invoer, algemeen
totaal
1
) 83.787
75.423
-10
4.212 1.835
-56
‘) Waaiwoor gewicht kan worden opgegeven.

Uitvoer.
Millioenen
Percent.
Millioenen
pCt. stij-
lbs.
stijging
Dollars
ging of
1920
1921
of daling
1920
1921
daling
Levensmiddelen:
Tarweenbieem 16.979
20.098
+
18
822
551

32
Maïs en
inafsmeel
1.164
7.382
+
534
34 96
+
182
Haver en
havermeel
478
204

57
16
5

68
Rijst
393
600
+
52
37 21

43
Rogge
3.192
1.669

47
122
44

63
G’er’st
854 1.238
+
44
27
21
-. 22
Vruchten en
noten
571
702
+
22 49 46

6
Vleasci.h

. . . .
1.061
796

24
259 139

46
Spek en talk
780
1.116
+
43
179 140

21
Boter
18
8

55 10
3
‘- 70
Kaas
16

12
.- 27
5
3

40
Melk
414
299

28
65
38

41
Eieren

….
27
34
+
25 14
11

21
Visch
118
86

27
19
10

47
Suiker

.. ..
.
924
934
.–

1
95
49

48
IÇatoeuzaad-olie
185
253
+
36
35
24

31
Oliekoeken

.
.
,
590 1.207
+
104
18
25
‘-

38
Groenten

.
. .
420
340

19
21
11

47
Vee

……..
72′
167
+
131
11

12
‘–

8
Hooi

…….
141
116

17
2
‘1
‘-•

50
Rest

…….
356
290

18 21
13

38

Totaal levens-

middelen 28.753 37.551 + 30 1.861 1.263 – 32

Grondstoffen:
Ruwe katoen
3.179 3.339
+
5 ‘
1.136 534

52
Tabak
468
515
+
10
245
205

16
Hu.i4’en en vellen
17
30
+
76 ‘
6
4

33
Ijzererts

. .
2.570
986

81
6
2

66
Ruw ijzer
486
63

87
10
1

90
Steenkool

.
87.584
55.592

36
350
168

52
Cokes

……
1.839
613

66 10
3

70
Ruwe
petroleum
2.360 2.604
+
10
29
20

31
Paraffine

.
375
226

39
33

11

66
Maststoffen
2.396
1.643

31
10
7

30
AspiIlaIt
103
90-12
1
1
0
Aluminium


9
2

76
3
1

66
Lood
39′
53
+
35
3 2

33
Zink

……..
228
8

96
19
1

94
Zwavel

…..
1.001
641

35
9
5

44
Pota.sdh


: .
167 35

79
5
1

80
Caustisohe
soda
224
50

77
11 2
-‘ 81
Hars’
326 280

14 19
5

73
Terpentijn

.
66
.

65
‘-
1

15
8

60
Hop
26
18

30
17
6

52
Rest
’58
40

31 15
6

60

Totaal grond-
stoffen 103.521
66.893

35
1.952
991

49

386

ECiÖMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 April 1922

Eind
,
producten:
Autoimobielen

515

115

77

212
43 –
79
Locomotieven

257

152

40

54
34 –
37
Katoenen
weefsels

202

133

34

238
72 –
69
Katoenen
garens

24

14

41

20
6

70
Wollen weefsels

9

2

77

24
4 –
83
Getwijade
garens

55

59
+

7

S
8
0
Zoollecler

. . .

22

14

36

12
5

59
Stalen rails .

1.350

921

31

36
iS –
50
Bars en
billetis

2.266

488

78

75 16

79
Spijkers

. . . .

245

75

70

16
5

70
Sheeta en
1ates

2.756

1.339

51

115
51

55
IJzeren
pijpen

791

882
+
11

53
56

+
5
Draad

718

222

69

41
1.2


70
Blik

…….
507

241

52

40
17

57
Koper

624

629
+

1

127
85

33
Petroleum
(geraff.)

19.327

16.982

12

520
364

30
Ceestrjke
tilraaken

2.21

44

80

20
3

85

(bewerkte)

57

35

39

41
20

51
Papier

247

100

59

27 10

62
Stijfsel

148

258
+
74

9 6

33
2.133

994

53

119
64

46

Totaal eind-
producten
32.474

23.699

27

1.807 899

50

Uitvoer, algeirn.
totaal
1
)

164.748 128.143

22

5.620
3.153


43
1)
V.j
.
yor gewicht kan worden opgegeven.

Kleihode1sprijzen.

De
verhoudingscijfers
van

verbru.ikeraartikel’en, in den handel gebracht door ‘de
Coöperatieve Winkelvereeniging van ,,Eigen Hulp”
te Amsterdam, Haarlem, Arnhem,
Utrecht, Leeuwar-

den en ‘è-Gravenhage (voorheen E. H.),
welke door

het Centraal Bureau voor de Statistiek
eoubliceer.d worden. ziin de
‘navolgende:

Jhlikden
1913
1917
1918
1919
1920
1921

Boonen(bruine)
154
136
111
146
236
221
261
268
,,

(witte)
166
338
221
138
331
248
297
297
Erwten(capuc.)
150
236
211
217 208. 228
233
239
(grauwe)
125
220
191
209
248 250 225
218
(groene)
157
140
103 130
190
183
207
207
113 135 123 197
216
210
194
181
Gort

……….
(boekweit)
104
292.
312 292
367
296
242 229
(haver)
103
147 120
120
200
197 140 140
Kaas (Leids.)
140
221
207 253
286.
279
251
259
(Gouds.)

124 126 177 195
221
246
262
261
Koffie ……..
94
118 174 169 154
128 125
124
Margarine
127
122 136
148
161
141
133
129
Meel (roggebi.)
85
144 130
130
231
156


(tarwebl.)
124
212
224
259
3531
229
165
165
(boekw.)
105
324
362.
314
352.
295 229
219
Olie (boter) •

94
235 409
381
271
174
165 165
(patent)
135
293
351
446
446
280
266 268
(raap)
136
329
540
519
395
227 222
221
116 125
122 169
328
184 153
147
83
267
417
283 417
183
167 150
103
320 680 577 343
210
160
153
100 179
193
200 207
189
175 168
Suiker(basterd)
89
116 120 147
218
158 125 124

11

(melis)
85
103
103.
121
175
125
98 98

Rijst

……….

112
127
119
139
137 123
123
122

Soda

………..
Stijfsel

……..

Vermicelli
121
272 266
300
338
290 234 228

Stroop

……..

Thee

……….

Zeep (w.Brist.)
100
160
183
191
153
147
121
117
(zachte)
87
121
117
275
321 142 129
142
80
110
190 160 160 130 130
130
Zout

……….
Gemiddelde ver-
houdingecijfer8
114
195
228
239
264
,
1
202 187
185

Jiij ‘besc’liouwzng van eeze cijlers name men

in aan:.

merking, dat het voorkomt, dat een artikel tijdelijk door een of meer. der 6 coöperaties niet werd ver-
kocht, wat van invloed kan zijn op den ‘loop der
v.erhoudingscijfers.
De prijzen voor het jaar 1893 werden gelijk. 100

gesteld.

BOEKAANKONDIGING.

W.
Hue’n4er, Overzicli,t vous der, eco-
,sonsisclsen, bestand der inh,eemsch,e be-

volking van Java en Mad’oera.
‘s Graven-
hage, Mar.tinu’s Nijhoff, 1921. (Acade-
misch Proefschrift).

Het is een aangename taak melding te mogen
maken ‘van een werk door een jongen, wetensohappe

lijk opgeleiden Nederlander tverricht, wanneer die
arbeid ‘getuigt van ongewone inspanning en werk-
kracht, gesteld in dienst van de ‘belangen der in’heem-

sche bevolking ‘van het voornaamste deel ‘van ‘ons
Indië.

Des te aanigenamor wordt die taak, nu deze arbeid

geldt een academisch proefschrift. Immers daardoor

zal liet ook aan de ontwikkelde Javaneii, die niet naar

Nederland kannen komen, duidelijk worden, dat aan
‘de Nederlandsche Unuiversiteiten, waar de leiders ge-

vorund worden, noo voor Indië als voor Nederland,
een warm hart klopt voor hunne belangen.

Bovendien geldt het hier een poging om mt

nieuwere gegevens het werk ansi te rvu’llen ‘van Mr.

0. Th. van Deventer, wiens leven gewijd was aan
genoemde belangen.

Het week van Van Deventer was een gevolg van
de ,,’vermeende” inzinking (mindere wel’naart) van

het Javaansche volk. Hoe was die meening ontstaan.

Uitsluitend daardoor, dat de Indische Regeering door
alle tijden heen, bijna stelselmatig, verrzuimd ‘heeft te
zorgen, ‘dat
nu
over de noodige gegevens om

optredende verschijnselen in de Indische samenleving
te kunnen .beoordeelen, laat staan voonzien. Het ge-
‘volg hiervan is geweest, dat nij dan ook altijd weer
verrast werd door de gebeurtenissen. Dan was Leiden
in nood. Dan volgde een incidenteel optreden onder
den indruk der gebeurtenissen, ‘hetgeen uiteraard
leidde tot ‘maatregelen, die iederen reëelen grondslag
misten. Men mag gerust aannemen, dat ‘de tot nu toe
op econoimisch-sociologisch gebied door de Regeering
in Indië genomen maatregelen zonder uitzondering
stonden in het teeken: ,,God segene den greep”. Zoo
werd de bekende Mindere Welvaartseomm,issie inge-
steld, wier uitnemende arbeid al spoedig aan het
dicht bracht, dat ‘van ,,inzinking” geen sprake ‘was.
Stop gezet ‘werd toen dit nooit ‘voiprezen werk, dat
veel te weinig geraadpleegd wordt. Dit noodlottig b
e

shiit maakt, dat ook Hrueuder in zijn inleiding ‘duide-
lijk te kennen geeft, hoe onvoldoende ‘liet materiaal
is, dat hem ter ‘beschikking stond, toen hij zijn om-
vangrijke taak ging uitvoeren.
Zoo kom ik tot de eerste gedachte, vel’ke de lening
van zijnen arbeid bij mij opwek’te:
Hoe jammer is het, dat men deizen jongen doctor
niet eerst naar Indië heeft laten gaan, in welk’e func-
tie dan oeik, om daar op last der Regeering zijn proef

schrift te sohrijven.
Dan noudén hem niet ontgaan zijn ‘de noo uiterst
belangrijke gegevens, welke vervat
zijn
in de dis-
tricts.monografieën van ‘den dienst der Landrente,
waarin ieder district, met het oog op de classificatie
der velden, nauwkeurig economisch beschreven wordt.
Daaruit zou hij hebben’ gezien, dat een algemeen
gemiddelde nopens het aantal boiaws, waarover een
Ja’vaa.nsch gezin beschikt, hoe nauwkeurig ook uitge-
rekend, een
onbruikbaar
cijfer is. Dan enu hij geweten
hebben, dat de locale omstandigheden coozeer de’
waarde ‘van den ‘bouiwgrond bepalen, da’t iedere con-
clusie gebaseerd op een ‘deeg. gemiddelde, weinig Ie-
teakenis heeft. Dan nou hij de door hem beschreven
verschijnselen hebben kunnen plaatsen in het kader
van het ‘maatschappelijk milieu, waarin zij zich afspe-
len. Het ‘wil mij ‘voorkomen, dat een verzoek van den
schrijver, gesteund door de faculteit aan de Indische
Regeering om toezending dier monogr.afieën.. – nu
Huender
,
zelf niet naar Indië ging ‘of kon gaan –
een gunstig antwoord had kunnen verwachten. Dadelijk knoopt zich aan. deze beschouwingen de

26 April 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

387

vraag vast of de tijd wel geken is om hier in Ne-derland op grond van de schaarsche in druk ver-
schenen gegevens (uitgezonderd die van de Welvaarts-
commissie, welke helaas niet recent genoeg zijn) het

belangrijke werk van Van Deventer aan te vuMen.
Wanneer ik deze vraa,g ontkennend meen te moeten

beantwoorden, dan doet dit niets af aan de waardee-

ring, die uitgesproken werd voor de inspanning en
werkkracht, waarmede de schrijver zijn taak vervulde.
Er ligt echter een zoo grocte tij dsruimte tussohen de

gegevens der Welvaatscom!missie en het heden – een
tijdsruimte, die voor den economischen toestand op

Java en Madoera van de grootste boteekenis geweest

is – dat, naar het mij voorkomt, die aanvulling niet
anders kan geschieden dan in Indië acif. Tenzij –
en daarop zou ik gaarne den nadruk willen leggen –
men met dezen zon ernstig opgev:atiteu iaTbei
,
d de

Regeering heeft willen overtuigen, hoe weinig en

vooral, welk een slechte gegevens haar n. anderen ten

dienste staan, als men zich een denkbeeld van den
economischen toestand van Java en Madoer.a”s be-

volking wil vormen. Nagenoeg op iedere bladzijde

vindt Huender gelegenheid op de onbetrouwbaarheid
cii verragaande onibruikbaarheid der gepubliceerde
gegevens te wijzen. Dit geeft o.m. den ingenieur L. J.
M. Feber, leider van de Katholieke partij in Indië,
dien ik als een ernstig man heb leeren kennen, de
‘vraag in de pen of.h’et. nu niet op den weg der Regee-
ring ligt, een onderzoek te doen instellen naar den
aard en de hoegrootheid van het inkomen der in-
heemsc’he bevolking. (Maasbode 4 Febr. 1922. Derdc

‘blad. No. 17974).

Hij doet dit op grond van de berekeningen dooi
iluender gemaakt in het eerste hoo:fdstuk van zijn
werk. Tegen die berekeningen was ook reed’s, op ietwat
onherusche wijze, opgekomen in het Alg. Handelsblad
van 28 Dec. 191, Ochtendblad, Tweede Blad.

Mijne bezwaren tegen dit hoofdstuk gaan in eene
geheel andere richting. Zoolang Nederlandsch-Indië
er niet toe kan of wil overgaan een hehoorlij.ken oensu’s
te doen verrichten, waardoor ‘men in staat zal zijn

de geledingen der inheamsche maatschappij in al hare
verscheidenheid van vormen te Jeeren kennen,
zooIcirg

is het n.utteloos
dergelijke berekeningen te maken.
Dat die berekeningen daardoor gevaarlijk worden,
blijkt wel uit het feit, dat de leider der V. D. ‘partij
in de Tweede Kamer onmiddellijk gemeend heeft ge-
bruik te moeten maken van die van Huender.

Is dit het practische bezwaar, er is ook een princi-
pieel bezwaar. ‘Een cijfer, dat het gemiddeld inkomen
wil bepalen van een bevolking van ruim 34 millioen

vielen is totaal
onbruikbcwjr.
Het kan zelfs niet dienen
om de gedachte te bepalen. Geen enkel individu van dat volk geniet dat inkomen, het is onwerkelij’k. Een

dergelijke berekening is hoogstens geoorloofd voor een
kleine gemeenschap, die een groote mate van een-
vor.migheid vertoont en dan nog alleen met uiterst

voorzichtige verwerking van het grondmateriaal.
Dergelijke berekeningen hebben uitsluitend waarde
als m:en in ‘staat is de bronnen te toetsen ten aanzien
van hunne objectieve en subjectieve geloofwaardig-

heid. Daartoe is men slechts ‘in staat door eigen
wtarneming. Nu’ uneene men niet, .dat de lanclbouwen-
de bevolking veel Java en baar procluetie’proces een

zoodanige eenvormigheid vertoont, dat dergelijke ‘be-rekeningen wel geoorloofd -zijn. Nogmaals verwijs ik naar de monografieën van de Landrente, waaruit blijkt
boe bijna ieder stuk bouwgrond een verschillende be-
teekenis heeft als economisch goed. Ieder ambtenaar.
ieder planter op Java kan u vertellen van de meest
verschillende vormen van ‘productie, ‘die voorkomen
in desa’s, ‘welke vlak naast elkanider gelegen zijn.

Daarom niet aandringen op een nieuw incidenteel
onderzoek, ‘maar laat het gevolg cvan het werk van

Huendor zijn, dat ‘de Regeering gaat Ibegrijpen, .dat
het zoo niet langer ‘kan, dat -zelfs met liefdevollen, toe-
gewijden arbeid’ onder uitnemende leiding het niet

mogelijk ‘is de maatschappelijke verschijnselen te be-

oor.deelen.
Zoo is het
‘mogelijk
geweest, dat Huender de wes-

t.ersche suikercultuur bespreekt zonder haar te ‘plaat-
sen in het kader van de Indische samenleving. Wel

heeft hij zeer verdienstelijk nagegaan, op ‘welke wijze
deze cultuur gedreven wordt en in welke verschillende

vormen de inheemsche ‘bevolking daaraan deelneemt,

maar als grondslag voor
zijne
‘berekening van het voor

de bevolking uit de cultuur ‘verkregen voordeel houdt hij nagenoeg uitsluitend rekening met de
f
85.000.000,

die aan ‘bonen en voer leveringen over 1920 onder de

Ebevolldm.g zijn gebracht. In een geheel ander licht
treedt de be’teekenis van de cultuur, wanneer wij
eens nagaan, welke bedragen door deze cultuur over

1920 moesten worden gereserveerd voor hare ‘bijdrage
in de Landsm’iddelen. Wij zijn in staat de gegevens

‘daaromtrent te verstrekken:
Door ‘de cultuur moet over 1920 worden gereser-

veerd voor:

Inkomstenbelasting naar het zuiver inkomen en

naar de overwinst.
Heffing van
f
0,50 per pikol over oogst 1919.

0. ‘Suikerbelasting over 1920, waardoor extrawinst-
belasting over 1920 vervalt.
V’erponding.
Belasting voor auto’s en paarden ten laste van het
bedrijf gebruikt.

Voor deze ‘middelen’ te zaanen werd
u.it
de rverstrekte ge-
gevens verkregen een bedrag van road….
f
146.000.000,-
Inkoimzteabelasting opgebracht naar
aanleiding van door de cultuur ‘ver

kregen inkomen door physieke personen

5.500.000,—
Betaald inivoerreoht ……………… ,,

990.000,-
II. Bijdragen aan de inkomsten der
G-ou,v.
bedrijven ……………………… ..
S.761.000,-
Uitgaven ivoor de cuiltuurpolitie ……,,
1.800.000,-
Zegelbelasting …………………. ..

55.500,—
Irrigatie ……………………… ..
1.687.000,—
Haivrengeixien …………………… ..
160.000,-

f
164.953.500,-

Wij danken deze gegevens aan betrouwbare ‘bereke-
ningen, uitgevoerd vanwege en voor den Bond van
Eigenaren van Ned.-Ind. Suikeronderneimin.gen.
Stellen wij deze cijfers eens naast die -welke in de
rbegroot.irng genoemd ‘worden ‘voor de zuivere
gewone
Landsuitgaven voor 1920, dan blijkt dat door de ruim
f 160
mil’lioen gulden, door ‘de cultuur over 1920 op
te brengen, de volgende bedragen gedekt worden:

Algemeen Bestuur (Regeerting, Hooge

CoIlege.s enz.) ……………….f

6.288.270,-
Binneulan’dsoh Bestuur ………..
…..
14.943.695,-
Plaatselijk en Gewestelijk Bestuur ….

Reeh’tswezen ……………………
,

4.301.100,-
5.
Geneeskuadige dienst …………… ..
15.875.920,—
6
1
. Onderwijs …………… …………..
35.392.663,-
Landbouw, veeteelt en viisscherij, nij,’ver-

held enhandel ………………… ..

5.674.319,—
B.
0. W.
(zonder kaivenwezen) …… ..
35.884.572,-
Hnrvenwozen …………………..,,

5.778.909,-
Politie ………………………..,,
16.740.882,-

f
160.872.927,–

Hierdoor krijgt men wel een anderen kijk op de
beteekenis van de westersche suikercu]tuur over 1920
voor de Indische samenleving.

Vol lof moet men zijn voor de samenstelling van de
– derde afdeeling van het ‘werk van Huender, waarin
hij ‘de ‘bevordering ‘van de Vlkswelvaart, bespreekt.
Beter dan ergens anders heeft hij daar het beginsel
voorop ‘gesteld, ‘dat ide verschijnselen. der volkshuis-
‘houding slechts dan een juiste rwaardeering kunnen
vinden, indien men ‘beseft, ‘dat
zij
nagenoeg onafschei-
delij’k ver,boaiden zijn met de cultur’eele ontwikkeling,
met de ethische en godsdienstige, zoomede met de
politieke opvattingen, waarvan zij, in wolken vorm dan
ook, ‘den invloed ondergaan.

Huender heeft hier een mooi stuk geleverd. Met
soberheid staan hier de feiten naast elkander. Men kan
eruit zien, ‘dat de Regeeri’n’g wel van ‘goeden wille

388

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 April 1922

is…. maar ook hier telkens de klacht, hoe moeilijk
het valt den invloed ‘van een bepaalden maatregel na
te gaan.

De slotbeschouwinigen staan ‘weer geheel in het tee-
ken van de onbetro’iiwbaarheid en onvdlledigiheid van

het verwerkte materiaal. Slechts hier en daar waagt

de schrijver zich aan een positieve verklaring. Dit
gedeelte is dan ook niet rvrij gebleven van uitspraken,

die mat eikander in strijd zijn. Het gaat niet aan van

de voornaamste cudtuur, ‘de suikercultuur, te izeggren,
dat zij nadeelig is voor de grondgerechtigden, dat zij
,,minimum’ bonen betaalt, dat de indigocuituur uit-

sterf t, dat onder ‘zeker ‘voorbehcyu.d de taibakscultuur
plaatselijke voordeelen biedt, dat de verdere cultures,

nog bedeikelijk lage bonen uitkeeren, om dan ‘te
eindigen met een ‘waarschuwing, die seen geenszins
na al dit
nadeel, izou
verwachten, om toch vooral niet
te vergeten, dat ,,de westersche cultuzes te samen der
,,bevolking meer voordeeden bieden, idan ‘zij ooit sou
,,hebben kunnen verkrijgen, als die ondernemingen
,)niet op Java waren gekomen.”

In plaats van deze slo’t.beschouiwingen, ‘waarvoor de
schrijver ‘zelf, blijkens de eerste zinsnede, een (beetje
huiverig is geweest, had men hier liever ‘een krachtige

opwekking gezien ter verbetering van de gegevens,
waarop dan toch het bestuursbeleid der Indische Re-
geering voor een goed deel moet berusten. Op bijna
iedere bladzijde van zijn werk had de
schrijver
motie-
ven kunnen vinden voor ‘die opwekking. Nog krach-

tiger ‘zou die opwekking geklonken hebben als Huender

ook de door de Regeering genomen crisismaatregelen
in ‘zijne beschouwingen betrekken had.

Indië schijnt nu eenmaal het land te ‘moeten ‘zijn
van het incidenteel optreden op ieder gebied. Zoodra,

op onverklaarbare wijze dikwijls, plotseling een (be-
paalde meening omtrent een of ander verschijnsel
gangbaar wordt en vooral, wanneer dan een ,,invloed-
rijk” lid van de Volksvertegenwoordiging daaromtrent

opheldering vraagt, dan worden allerlei orders ge-
geven, dan ‘moeten dadelijk maatregelen genomen ‘wor-

den, die dan op onjuiste, wijl ondeskundig verzamelde

en verwerkte, gegevens berusten. Het meest recente
voorbeeld daarvan is wel de poging tot instelling van
de Winstaandeolkassen. Laten wij hopen, dat ook
zonder dit slot deze ernstige ‘poging om het (bestaande materiaal te verwerken, waarbij zoo duidelijk gebleken
is, dat het verbetering behoeft, moge leiden tot krach-
tige maatregelen in die richting.
L. VAN VUUREN.
Amsterdam.

ONTVANGEN:

De Naamlooze Vennootschap,
Maandblad voor den
Ondernemingsvorm en het Bedrijfswezen in Ne-

derland en Nederi. Indië, onder Redactie van
Prof. J. G. Oh. Volmer en Mr. E. J. J. van der
Heijden. Secretaris der Redactie: Dr. H. Schaap-
veld, Wilhelmi nasi ngel’ 101, Maastricht. Uitgavë

van J. J. Romen & Zonen te Roermon,d’. Eerste Jaargang, No. 1, 15 April 1922.

Uit het eerste nummer blijkt, dat aan ‘den juridiselhen kant
van de
N. V.
veel belangstelling zal worden gewijd. Tot
dezen ondernemingsvorm beperkt het terrein, waarop het
nieuwe blad zich zal bewegen, nich echter iniet. Ook aan de
andere veunootschapsvormen, van belang voor het modern
verkeer, zal,’ blijkens het inleidend woord der redactie,
aandacht geschonken worden, terwijl mede ide bedoeling
voorzit, om de onderwerpen, die bet bedrijfsleven in bet algemeen raken, speciaal te doen zien in hun beteekenis
voor het in ‘vennootschap uitgeoefenid bedrijf.
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

The Economie Tournal. – Londen, Maart
1922.

Prof. A. L. Bowley,
The definition of national in-
come;
R. Lennard,
The alleged exhaustion of the soil in medieval England;
C. F. Bickerdike,
Internal and
externa.l purchasing power of paper currencies;
J.

Bonc.r,
Knapp’s theory of money;
L. L. Price,
Recen-
struction and monetary reform;
Prof. A. 0.
Pigou,
:Mlr. and Mrs. Webb en consu.mers’ cooperation;
Prof.
E. Oannran,
Recent ‘memoirs en durrency policy;
M.
Elsas,
The internal puchasing power of the german mark (II).

Jo’urnal des E’c&nomists. – Parijs, 15
Maart 1922.
Yves-Ouyot,
Que.stions de ,,l’I’ngénu” ‘sur la situ-

(Vervolg op pgu. 390).

MAANDCIJFERS.

OVERZIOHT DER RIJKSMIDDELEN.

(In Guldens).

Maart
1922
Sederi
januari
1922

Overeen.
eomtIge
periodé
1921

Directe bela8tin gen.
Grondbelasting

……..
828.027
1.903.509
847.573
Personeele belasting ..
662.805
..
3.179.363
3.362.605
Inkomstenbelasting

..
11.000.544
28.322.138 21.362.349

803.571
2.632.453 6.614.914
Vermogensbelasting ..
1.917.079 3.543.171
2.705.415

Dividend- en tantièzne-

Accijnzen.
3.642.341
11.238.073 10.417.383
448.613
587.155
464.528

belasting …………..

5.706.604
14.991.851
13.288.184
111.946
329.295
422.526

Suiker

…………….
Wijn ………………..

292.179
883.640 620.184

Gedistilleerd

………..

715.046 2.175.290 3.293.452

Zout ………………..

Belast, op speelkaarten
5.893 21.090 22.584

Indireote bela8tin gen.
1
1.559.183
2
4.240.667
8
5.244.448
Registratierechten…,
1.650.856
5.392.082 9.020.782

Bier

………………..
Geslacht

…………….

2.801.455 8.624.645
8.088.738
3.720.726
9.579.437
8.917.385
Gouden en zilveren werken

Zegelrechten

………

Invoerrechten
………..

84.793
234.081
210.984

Successierechten …….

Belasting …………..
139
314
222
289.996 868.554
819.791

Essaailoon …………

.
140.859
150.892
Domejnen

…………
137.330
414.676 446.512

&tatistiekrecht

……….

9.057
196.500
194.863

Mijnen
……………..

Jacht en visscherj

….

..

244
1.064
1.289

Staot8loterij

…………

259.077 684.259
593.550

36.647.498
100.184.167
97.111.153
Loodegelden

…………

Totaal ……….
.

Uk’UEN’EEN VOOR
HET LEENINGFONDS
1914.

Maart
1922
Sd
1
Januari
Overeen.
komiige
1922
periode
1921

Directe belaatin gen.
Grondbelasting
166.860
382.959
171.534
Personeele belasting
160.785
702.768
718.282
Inkomstenbelasting
3.295.353
8.079.166
6.262.581
Vermogensbelasting
479.016 879.544
670.881

265.179 868.709
2.182.921

Dividend-
en
tantième-

Accijnzen.

belasting ………..

728.468
2.247.615
2.083.477
Suiker

…………….
117.431
92.905
Wijn ……………..89.723
Gedist. (binn.-enbujtl.)
570.660
1.499.185
1.328.818
fndirecte belastin gen.
Zegelrecht van buitl.eff
5.013
15.962
100.605
Totaal .,.,
5.761.057
14.793.33
13.611.934

BELASTINGEN IN VERBAND MET DE BUITEN-

GEWONE OMSTANDIGHEDEN.

Maar!
1922
i
ja
nuari

Verdedigingsbelasting la ….
574.432
1.058.168.
Verdedigingsbelasting Ib ….
1.827.709 3.705.791
Verdedigingsbelaating II ….
3.162.752
7.775.437

5.564.893
12.539.396
Oorlogswinstbelasting
3.125.725
4j
20.842.167
1)
Hieronder begrepen
f
155.466 wegens
zegelrecht van
nota’s van

makelaars en commivQinunairs in effentan.
enz.
(Beursbelastina.

31
irom

f
502.697.

)
Idem
f
909.361.
‘) Maart 1921 110.663.336.

26 April 1922

ECON’OMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

389

HANDELSBEWEGING OVER D MAAND FEBRUARI 1922

‘-1

nneste1d door het Centraal Bureau voor de Statistiek.)

Invoer


Uitvor
Saldo Invoer Saldo Uitvoer

Groepen
,
Gewicht
Waarde
.
Gewicht
Waarde Gewicht
Waarde
Gewicht Waarde

K.G.
,
Gulden
K.G.
Gulden

K.G.
Gulden
K.G.
Gulden

1 Dieren en dierlijke
11.656.839
8.918.059 39.024.339 23,907.035

– –
27.367.500
14.988.976
producten

II Plantaard.

voort-
233.6
2
3.
545

Z41.126.581
74.777.357
11.063.576

158.846.188
30.063.005

III Mineralen,nietalefl
en

niet in andere

brengselen

…….

groepen

opgeno-
men fabrik. daarv.

803.931.110 26.441.194
164.849.693
7.157.829

639.081.417
19.283.365

IV Meel en meelfabri-
15.2
25
.
421

2.753.503
9.629.506
1.851.510

5.595.915
901.99:
-.

katen

………..

V Chemische produc-
ten,

geneesmidde-
len, verfwaren en
kleurstoffen
18.431.517
3.990.756 6.535.574
2.816.81

11.895.943
1.173.942

VI Olie,hars,was, pek,
teer en distillatie’
producten van teer; fabrikaten van deze
stoffen, n. a. g.
35.616.471
5.877.831
20.144.268 8.153.777

15.472.203


2.275.946

VII Hout en fabrikaten
van hout en derge-
lijke, stoffen; meu-
belen, v.a.s …….
62.693.871
6.263.847
2.974.789
607.986

59.719.082
5.655.861

VIII Huiden, veilen, ie-
der, lederwerk en
schoenwerk
1.920.432
3.836.715
1.313.229
1.818.081

607.203 2.018.63

IX Garens, touw

en
touwwerk, weefsels
en stoffen, kleed’e-
ren en modewaren
7.964.236 23.594.035 3.047.388 8.798.552

4.916.848
14.795.483

X Aardewerk, porse-
lein,

pottenbak-
kerswerk,

gebak-
ken steen en andere
kunststeen
52.605.340
‘1.697.658
3.619.366
507.5071

48.985.974
1.190.151
– –

5,434.357
6.356.290
1.258.437
2,151.495
2,156.341
8.642.276

549.4731

3.278.016,

1.864.413


708.96 287.082

2.285.986

XIII Voedings- en ge-

XI Glas ………….

notmiddelen,

nièt

XII Papier ………..

genoemd in de groe-
pen 1, II, IV en VI
16.303.092
7.523.196
26.152.021
9.542.184



9.848.929
2.018.988

XIV Rijtuigen, voertui-
gen, vaartuigen en
luchtvaartuigen

.

4.952.898
1

3.954.290
1.494.168 1.328.073

3.458.730
2.626.217

XV Andere

goederen
dan gebracht onder
de groepen

1 tot
en met XIV
16.234.327

1.292.949.746
13.279.562

152.667.159

6.255.076

370.615.391

5.701 .08

cg,979.25l

85.667.893

922.334.355
7.578.479
66.999.266

– –

Waarvan Gouden Zilver,

Totaal ……..

al of niet gemunt (op-
genomen ingroep III)
905
313.565 28.539
.
1463.645

– –
27.634
1.150.080

OVERZICHT van de waarde van den In- en Uitvoer voor elke maand van het loopende jaar en de
,i

iArp.n mt
nitzonderine van Munt en Muntmateriaal, in guldens.
C)

Maanden
Invoer

.

1919

1920

1921

1922

Uitvoer

.1919

1

1920

1921

1922

Januari
75.073.388
256.207.615 214.136.278
152.495.668
41.321.453
135.932.785
115.835.310 120.956.498
86.106.447
84.204.248
‘Februari ……
106.229.028
233.591.043
170.369.270
152.353.594
44.543.205
52.660.723
113.309.645
68.210.466
107.204.662

April


…..

148.758.85
2

189.565.086
187.916.138
203.592.812 213.830.220
195.772.602
. –
‘-
50.827.142 99.448.337
108.819.697

Mei
298.514.162
168.114.951

96.168.708
170.393.137
93.818.710

Juni
..

……
258.183.821
345.402.373
188.559.719

126.270.353
179.478.445 120.815.908

Juli
………..
274.264.390
314.861.366
170.674.007

133.623.129 177.114.162
105.420.129

Maart ……….

Augustus

.

..257.009.336
..

313.403.619 267.956.122
186.640.179
‘-‘
163.771.619 130.018.883
142.544.083

…………

September
October

……
298.107.886
319.833.079
296.351.809
317.368.670 337.338.332
270.811.334

197.271.439
179.043.171
175.806.364


-.-

162.131.110
214.577.467
171.171.804
165.965.569
148.140.438
156.557.011

135.749.765
114.694.641
106.623.879

– – –
November
Deoember 288.958.920

..
..
..

298.867.123
180.000.903

154.241.692
156:922.833
97.115.318

Totaal ….
2.825.739.214
3.332.427.09012.240.219.103
304.849.26:
1.411.308.405
1.701.491.711
g8,600
170.310.695

)
In de
Statistiek
over December 1919 zijn de bedragen vermeld
met
inbegrip van gouuen cii

390

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 April 1922

ONTVANGSTEN VAN SPOOR- EN TRAMWEGMAATSCHAPPIJEN
DEOEMBER 1921.

(Ontleend aan ,,de Ingenieur”.)

Namen der Maatschappijen.
Personenvervoer.
Goederenvervoer.
Totale ontvangsten.

December
1921;
December 1920.

Maatech. tot Expi.
van
8.8., N. C.-S., Noord-
Brab.

Duitsche

Spoorwegmaatschappij

en
Roll. IJzeren Spoorwegmaatschappij
f

7.311.000,—
f
8.314.000,—
115.625.000,—
f16.519.104,—
Framwegmaatschappij
,,De
Meijerij”
28.784,71
37.841,30
,,

74.691,93
118.919,87 200 172,52 175.644,95
eder1andsche Tramwegmaatechappij ……….
Rotterdamsche Electrische Tramwegmij……
547.567,27

547.567,27
577.987,19
1
1
2

Rotterdamsche Tramwegmaatschappij ……..
182.238.86 286.226,07
220.145,20
1
1
..,,

103.987,21

14.599,06 53 993,09
43.422,40
uid-Nederl. Stoomtramwegmaatschappij

….
13.860,03
1
1
2

.
61.108,96
77.158,43
1
1
2

62.599,30
,,

WeRtiandsche Stoontramwegxnaatsr.happij…….35.530,53

E1ectrische Spoorwegmaatschappij

……….
,,

17.836,71
348,02
118.184,73
109.351,78
,,
eder1andsch-Indigche Spoorwegmaatschappij,.
533.000,— 695,000,—
1.294.000,—
1.461.189,-
)ost-Java Stoomtram wegmaatschappij

.



27.400,—.
31 .500,-
lijn Mocljokerto—Ngoro

………………..


,,

115.300,—
112.200,-
3emarang—Cheribon Stoomtramwegmaatsch


587.200,—
572.800,-
aniar.—Joana Stoomtramwegmaatschappij
– –
456.300,—
524.400,—.
erajoeda1 Stoomtramwegmaatschappij

lijn Soerabaja—Krian ………………….

lijn Bandjarnegara—wonosobo


– –
75 500,—
84.700,-
lijn Maos—Bandjarnegara ………………

………….


22.500,—
782.000,—
18.000,-
675.000,-
)eli-Spoorweg-Maatschappij

……………..
4adoera Stoomtrammaatschappij ………….


145.000,—
154.000,-
Iodjokerto Stoomtramwegmaatschappij


68.201,—
37.052,-

Nagekomen over Augustus.
Nederlandsche Spoorwegen……………….
1
10.374.883,80111
f
8.673.506,99
1
f 19.413.357,23

f
19.520.661,07
1
/
2

November.
Staatsspoorwegen in Ned.-Indië

f
2.336.684,—
f.
2.924.375,—
1

5.555.005,—
f
5.429.267,-
II. Spoorweg ter Sumatra’s Westkust ….
101.948,—
57.410,—
,

180.901,—
191.056,-

1. Staatsspoorwegen op Java ………….

III. Tramwegen in Zuid-Sumatra.

,

25.738,—

103.125,—
133.318,—
91.488,-
Palembanglijn

………………..
Lamponglijn …………………
,,

15.095,—
,,

8.581,—
25.505,— 30.716,— IV. Atjeh Stoomtram ………………..

84:197,—
55.993,__
144.902,—
,,

139.482,-
De nnvangsten der gronte maatechnppllen, die in ..de Inenieiir” ontbreken, zijn aan het ..Maandechrift Centr. Bureau StatiRtiek” nntleend,

ation éconoimique et financière;
H.
Le Marqua.nd,
Marine militaire, budget et arsenaux;
A. Barriol et
1. Brochu,
Emprun.t du Orédi’t national en 1922;
A. Ba.rriol,
A •propos de ,,high yield bond values”;
L. Forgeron,
Le mcanisme teehnique et les charges
éventu.e.11es da ‘projet d’.assurances socia.les;
J. Le fort,
Revue de ‘l’Académie des sciences mor.ales et politiquos
(du 19 novembre 1921 au 15 fvrier 1922);
N. Mont-
det,
Qhronique de l’inflatien;
G. de Nov,vio,
L’in-
duatrie frigerifique et la vie chère;
Fernw,sd-Jacq,
Le droit de suite des inventeurs uur leurs découver.-
tes;
B. L. L. E.,
La Ligue
d.0
libre-échango (mars
1922).

B ia k-A r cli i v. – Berlijn, 1 Maart 1922.
0. Bernstein,
Der Hndlerbegriff des Kapitalver-
kehrssteue’rgesetzentwurfs;
Dr. Boethlcë,
Gesamthand-
eigentuan und Steuern. Unter besonderer ‘Berücksich-
tigung der of f enen Ha.iîdelsgesellschaften;
Dr. Th.
Wolf,
f,
Der
T
er
.t
rag
zugunsten eines .Dritten im Bank-
verkehr;
Dr.
H. vois
Werthern,
Die Stempelung
verdatierter Scheeks irn Bankverkehr.

1 d e m. – Berlijn, 15 Maart 1922.
Dr. Becker,
Zur Frage der Zw’angsanleihe;
Dr. R.
Hauser,
Konjuniktur und Valuta;
Dr. Koeppel,
Sind
die
,
defekfjiven Stückzinsen kapitalertragsste’uer-
pfliehtig?

De 1 n disc h eG i dc. – Amsterdam, April 1922.
V. E. Kom.,
De betiekenjs der adoptie in de Bali-
sche samenleving;
J. vwn Boon,
De stereo-autogram-
metrie als hulpmiddei bij de opneming en kaarteering van Nederlandsch-Indjë;
A. K. A. Gijsberti Hodert.-
pijl,
De Nederlandsche bezittingen op de kust van
Koremandel i.n1780 en 1781.

Tijdschrift voor Economische
Geog rap liie. – ‘sGravenhage, 15 Maart1922.
Prof. Dr. H. Blink – Zeventig jaar;
Dr. P. van
Hoek,
Rede bij de huldiging- op 11 Febr. 1922 te
‘s Gravenhage;
Mr. R. E. Kielstra,
Rede ‘hij de ‘hul-

diging op 11 Febr.;
A. M. W. vaav Renesse, De econo-
mische beschrijving -van Kenia-ikolonie en Oeganda-protectoraat; Madagascar;
W. E. Boemnuin,
Karto-
grafische voorstelling van de dinhtheid en de ver-

spreiding van bevolking (met ‘kaartje van de Veluwe).

,STATISTIEKEN’ EN

OVERZICHTEN.

N.B. •* beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

N d fBel.Binn.Ef
Disc.Wissels.
4
1
1juli ’15
Zweeds.R,ksbk
5
lOMrt.’22
Bk
f.
5+l9Oct. ’20
Bk,v.Noorw.. 6
25 Jan. ’22 -‘Vrsch. in R.C. 6+
19Oct. ’20
Zivits. Nat. Bk.
31
2 lIfrt. ’22
Bk. van Engeland 4
13Apr.’22
Belg.Nat.Bk.5_5
19Mei ’21
Duitsche Rijksbk. . 5
23Dec. ’14
Bank v. Spanje 6
4Nov.’20
Bk. van Frankrijk 5
11 Mrt. ’22
Bank
v.
Italië – 6
2031ei ’20
Oostenr. Hong. Bk. 7
30Nov.’21 F.Res.Bk.N.Y.
4
+
2Nov.’21
Nat. Bk. v. Denem.
5
1
5Nov.’21 Javasche Bank
3
1
1Aug.’09

OPEN MARKT.

Data
Amsterdam
Londen
Part.
Berlijn
Part.
Parijs
Part.
N. York
Cail

Part.
Prolon-
disconto
gatic
dijconio
disconto
disc.
moncy

22 April’22
4114..818
4
‘/2
2
8
1
8

4.._51

3…311

1)
18-22
A.
’22
411 _8/
4._51
281
8


4…5

3_31
1
,
10-13 ,,
’22
41/…8/
381_411
2!8—/4

31
12-
41
I2
3-8
A.
’22

4114_8/$
4-
1
f,
21-3
4810

4-5
18-23
A.
1214115

3-481
4

61/s
4-8
1

6-7
19-24
A,
120
3L/
5

4814_5
6
8
/
8

41

7
2O24Juli’l4
3
‘//.
21/-_8f

211._3/
2
1
1_’/
2’1
5
1
1
i
_7
1
1
i

1) Noteerin5 van 21 April.’

WISSELKOERSENÔ

WISSELMARKT:

De meeste wisselkoersen waren-de a.ge1oopen week weder
vrij station.na.ir
. Londen schonune1de busseken 11,634 en

/

26 April 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

391

11,65, dollars iwaren meestail tot 2,63 1 2,63 rverliaiidei-
baar. Parijs en België waren ‘Dinsdag sterk aangeboden,
maar bleven verder prjshoudend en eerder iets vaster. Ook
in Skaaadiaavië,
Zwitserland
en Spanje kwam svei.nii
1
g of
geen verandering. Alleen marken waren vast. In navolging
an de vaste stemming vaa Maandag te New York, opende
do mark hier ‘Diastag zeer vast. De hooge in.zetiting loon
onder invloed van de slechte beriicihten uit Genua niet ge-liaadihaafd bljrven, nadat echter toena4derhig weer moge-
‘lijk bleek, deed (Ie algemeen lieersaheade kaussastem.miing
haar invloed weer gelden en liepen marken weder flink
naar boiven. Buenos Aires aanvankelijk iets 1 laujwer, aan
het eind der week rwcder sterk gezoolit en olploqpend. Ijndië
opnieuw vaster, 99-99.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
Londen
Parijs
)
1
Berlijn
4)
1
Weenen
)
Brussel
)
New
Yo,’k)

17 Apr. 1922..
– –




18

,,

1922..
11.63+
24.55

0.89+
0.03
+

22.60 2.63
1
/,
19

,,

1922..
11.64.
2445
0.91+
0.03+
22.50
2.63
1
1
2

20

1922..
11.63
+

24.55
0.94
0.03+

22.57+
2.621,
21

1922..
11.64
23.57+
0.96+
0.03+22.56+
2.63
1
,
22

,,

1922..
11.64+
24.55
0.98+ 0.03+


Laagsted.w.
1)
11.63 24.37+
0.88
0.03
22.47+
2.621
Hoogste,, ,,

)
11.65
+

24.75
0.99
0.04
22,85 2.64
13 Apr. 1922
11.63
24.40 0.88
0.03+

22.541
2.621
4

8

,,

1922..
11.63+
24.20 0.86
0.031 22:38
2

2.64+2
luntpariteit..
12.10
48.-
59.26
50.41
48.-
2
4)
Noteering to Ameterdam. “) Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere
opgave. 1)
Noteering van 7 April 1922.

D o
Stock-
holm)
Kopen.
hogenl
Chefs.
tianta)
Zwitser-
land)
Spanje
t)
Batavia 21 tdegrafisch

17 Apr. 1922
.,





99

991
f2
18

1922
68.75 56.10 49.30
51.25
40.95
99-991
/2
19

1922
68.30
55.90 50.25 51.35
40.95
99 99
1
/
20

,,

1922
6850
55.90
50.60 51.30
4090
99

991
12
21

,,

1922
68.60
55.80
50.-
51.17+
40.95
9999
12
22

,,

1922
68.50 56.20 50.10 51.20
40.90
99-9912
L’ste d. w.’)
68.10 55.80
49.-
51.15
40.90
99
H’ste
,,

,,

)
6875
56.25
50.40
51.40
41.10
99
1
1
2

13 Apr. 1922
68.65 55.95
4883
51.25
40.95
98
1
/
2
_99
8

,,

1922
68.90
55.90
48.-
51.45
4090
98
iuntpariteit
66.67 66.67
66.67
48.-
48.-
100
4)
Noteering te
Amoterdam.
1)
Particuliere opsave.

Termijunoteeringen der Va1utaKas.

Ecarts tussehen termijnnoteering en contanten koers

(week van 18-21 April 1922).

Londen.
tJit April
Uit. Mei
Uit. Juni

Hoogste B Koers
agio

1

ct. agio

3

ct. agio

5

ct.
Laagste B

,,
,,

1
1
2

2
1
1
2

,,

4
Hoogste L

,, ,,

1
1
1
2

,,
,,

311

,, ,,

5
1
12
Laagste L

,,
,,

1
1
14

,,
,,

31/
4

,,

481
4

New-York.

Hoogste B Koers
agio

1
1
8
ct.
agio

81
5
ct.
agio

8
1
4
ct.
Laagste B

,,
Pan
1/

,,
,,

819

Hoogste L

,,
agio

1
(4

1/

,,
,,

1
Laagste L

,,
118
8
/8

5
18

Parijs.

Hoogste B Koers
agio

2
1
1
9
ct.
agio

5

ôt.
agio

7
1
12
ct.
Laagste B

,,
Pari
Pan
,.

5
Hoogste L

,,
agio

5
7
1
12
10
Laagste L

,,
Pari
Pan
5

Brussel

Hoogste B Koers
agio

5

ct.
agio

10

et.
agio

15

ct.
Laagste B

,,
,,

215
711
12119
Hoogete L

,,
,,

5

10

1711,
Laagste L

,,
,,

2/
1

,, ,,

71/,

,,
,,

15

B er
1 ii
n.

Hoogste B Koers
Pari
Pari
Pan
Laagste B

,,
Pari
Pari
Pan
Hoogste L

,,
Pari Pari
Pan
Laagste L
, ..
Pari Pari
Pan

KOERSEN TE NEW YORK.


0
CoMe Lont
Zicht Parijs
1 Zicht Berlijn
1Zicht Amalerd.
(in
,’t
pert)
(In
ds.
p.frs.)
(in
ci. p.
Mrk.)
(In
ci,. P.
ghl.)

22 April

1922
4.42.62
9.33
0.39
37.95
Laagste d. week
4.41.37 9.26
0.34
37.88
Hoogste
,,

,,
4.42,62 9.33 0.39
37.95
13 April

1922
4.41 .62
9.28
0.34
37.93
8
.

,,

1922
4.41.37
9.16
0.33
37.83
Muntpariteit
.
4.86.67
5.18’/
951,

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN
OP
LONDEN

Plaatsen en
Landen
Noteerings.
eenheden
1
8April
1922
15
Apr.
1922
1
17-22 April’22
L.oagste
1
Hoogste

122Apr11
1

1922

Alexandrië
. .
IPiast.
p. £
97
7
1
1e

97711,
97’ije
9932
9715133

•B. Aires’).
.1
d.
p. $
4371,
441/,

43
1
1
2

44
11

44
Calcutta . . . .
Sh.
p.
rup.
13
81

o
113I
1/31/t,

1131,
1/3’/
32

Hongkong
..
id.
p. $
21
215
8
1
4

215
1
1
2

2J7
1
1,
216
8
1,
Lissabon
….
d. per
Mii.
47
/18
451
118
4
481
s
481
Ii,
Madrid

….
Peset.p.
28.32
28.42 28.30
28.52 28.50
*Montevideo
1

d. per
$ 43
421

2

421
43
1
1,
421
4

Montreal….
$ per
£
4.51
1
1
2

4.5211
2

4.50
4.53
40 .50+
•R.d.Janeiro.
d. per Mii.
76
I
1
S
71/

2
2
711
12
7191
82
7251

3

182
Lires
p. £
83’/,
81
8
/
t
,
8011
82
1
1,
81
1
1
2

Shanghai….
Sh.
p. tael
3137/9
3
1
31
12
3
!
3

3
f
6’/,
3
1
51
11

Rome

…….

Singapore

..
id.
p. $.
2/3″1,
2/3
11
1
6

2131
33

2131,
2/3
28
/
12

‘Valparaiso..
peso
p. £
39.40 39.60 39.60
1

40
39.60
Yokohama
..
Sh.
p.
yen
2111
8

2119
32
1
2/1/8
1
211
7
1
211
3
1
4

Koer,en der voorafgaande dagen.
1)
Telegrafiach tranefert.
2) Noteering
van
13
April.
8)
Idem
van
21
April.

NOTEERING VAN
ZILVER
Noteering te Londen

te
New York
22 April1922
……
34
8
/s
67
8
1,
13

,,

1922
3321t
65’1,
8

,,

1922

……
33′!,
651
1

,,

1922……
33’f,
65
’18
23 April 1921


35
601,
24 April1920

……
69(
9

118
20 Juli

1914

……
24
15
/
t
,

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 25 April 1922.
Activa.
Binneni.
Wis-f
H.-bk.

f
76.934.050,90
1
1,
sels, Prom.,

B.-bk.

,,
41.922.390,60
enz. in disc.I Ag.sch.
,,
61.313.907,41’/2
f
180.170.348,92
Papier
o.
h. Buitenl. in disconto

Idem eigen portef..
f
92.864.497,-
Af :Verkocht maar voor.
de bk. nog niet afgel.

92.864497,-
Beleeningen
mci.
vrsch.

H.-bk.

f
49.858.355,53
B.-bk.

,,
10.413.973,20112
in rek.-crt.
{
Ag.sch.
,,
72.794.103,17
op
onderp.
f1
33.066.431 ,90’/
2

Op Effecten

……f 105.352.562,86
1
1,
Op
Goederen en Spec.,, 27.713.869,04
I33.066.431,90112
Voorschotten a. h. Rijk
……………….
8.631.851,69
Munt en Muntmateniaal
Munt, Goud
……
f
56.238.205,-
Muntmat., Goud
..
,,549650860,97

f605.889.065,97
Munt, Zilver, enz.

5.607.554,67
1
1
2

Muntmat., Zilver

Effecten

,,
611.496.620,6411,

Bel.v. h. Res.fonds..
f

5323.447,-
id. van
‘liv.
h. kapit. ,,

3.938 602,62’/,
9.262.049,6211,
Geb. en Meub. de Bank
…………….,,
3.747.500,-
Diverse rekeningen
…………………,
34 804695,87
1
1,

f1.074.043.995,66

Passiva.
Kapitaal ………………………
Reservefonds …………………..,,

5.386.728,62
1
1,
Bankbiljetten in omloop …………
..985.085.070,-
Bankassignatiën in omloop ………..

2.142.807,92
1
1,
Rek.-Cour. ‘ Het Rijk
f


saldo’s:
J
Anderen ,, 35.097.737,81
1
1,
35097737.81’/,
Diverse rekeningen ………………
»
26.331 651,29
1
1
2

fl.07404399566

392

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 April 1922

NED. BANK 24 April 1922
(vervolg).

Beschikbaar metaalsaldo…………..
f
406 355.966,52
1
1
2

Op de
ba8i8
van
2/
metaaldekking….
,,
20I.890.843.38
1
1
Minder bedragaan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is.. ,,2.031.724.830,-
Verschillen m. d. vorig. weeket.:
Meer

Mindcr
Disconto’s ………….3.628.949,75
Buitenlandsche wissels. •

841.705,-
Beleeningen

6.971 .386,571/
t

Goud ……………..

63.981,77
Zilver ………… ……336.252,21
Bankbiljetten

12.929.060,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s..

8.228.338,90
1
1
2

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Andere
D

B
ata

Goud

Zilver

°”h –

opeischbare
Ijelten

.cl,ulden

24 Apr. 1922 ……
605.889
5.608 985.085
37.241
18

1922 ……
605.953
5.271
998.014
29.486
10

1922……
605.953
5.420
997.132
30802
3

1922 ……
605.953 5.567
1.002.479
41.888
27 Mrt.

1922 ……
605.953
5.885
959.631
28.419

25 Apr.

1921 ……610.976
14434
1.043.276
61.924
24 Apr.

1920 ……
635.171
11.323
1.045948
94.752

25

,TiiIi

1914…..162.114
8.228
310.437
6.198

Dato
Totaal
bedrag
hiervan
Schatkist.
Belee-
&schik.
baar
Dek-
bingo.
disconto’s
prom essen
njngen
Metaal-
501d0
percen-
tape

24
Apr. 1922 180.170
26.000
133.066
406.356
60
18

1922 176.541
30.000
140.038
404.995
59
10

;,

1922

181.515
35.000
133.250
405.047
60
3

..

1922 203.201
58.500
134.295
401.908
60
27 Mrt. 1922 199.079
36.000
131.960
413.488
62

25 Apr. 1921 244.148
107.000 196.017
403624
57
24 Apr. 1920 232.329
155.000 191.075
417.837
57

25 Juli

1914

67.947
14.300
61.686
43.521′
75
1)
Op de banjo van
t/
&

inetaaldekking.

Uit de bekendmaking van den M i n i ster v a n F i n a
xi-
ci ë
xi
blijkt, dat uitstclnden op:

18April1922
1

24 April 1922

Aan schatkistpromessen..
/423.460.000,-
f421.850.000,-
waarv. direct bij Ned. Bk.
,, 30.000.000,-
,, 26.000.000,-
Aan schatkistbiljetten ..
,,287.100.000,- ,,287.080.000,-
Aan

zilverbons

………..
31.619.395,-
,, 30.776.320,-

Onder de vlottende schuld
is begrepen:
Voorsch. aan de Koloniën
1
,,270.083.000,-
,,263.55!.000,-
VoorschotaanGemeentei
28 Februari
31 Maan
voor door Rijk voor hen

,, 84.776.664,48 88.856.161,46
te heffen Ink. belasting)
IS April
24 April
Tegoed v.d.Postch.&G.dst
1′.
53.512.846,40
1..
53.512.846,40

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden gul dens.De samengetrokken
cijfers
Data
Goud
Zilver
£

k.
o ujeilen
Ande,e

o peischb.
£eschikb.
metaal-
scnuiaen
saiao

15Apr.1922
18500
265.500
98.000
112.800 8

1922
189.750
266.000
102.000
116.150
1

1922
192.000
261.000
82.000
123.400

11Mrt.1922
‘1T095

37.347
272.361
72.479
112.150
4

..

1922 143.151

36.592
268361
67.486
113.247.
25 Feb. 1922
143.633

35.641
266.467
70.332
112.558

16Apr.1921
224.918

12.923
322.194
155419
142.563.
17Apr.1920
183.089

4.420
320.347 91.504
105.338

25 Juli 1914
22.057

31.907
110.172
12.634
4.8422

0 0
Dis-

l_c
onias

Wissels,
huilen
Belec. Voor.
schollen
1V
k
CISC

C’
Dek.
kings.
N..Ind.
hrlaolhaar
ningen
aan hci
Gouv.nrm.
ningen
1)
percen.
lage

15Apr.1922
154.400
24.500e
*ss
51
8

,,

1922
153.680
24.8008
•*
52
1

,,

1922
156.590
2.900
.

***
56

11 Mrt.1922
4.149
31.229
52
37.776

20.0471
88.901
4

,,

1922
37.692

17.7571
87.788
1.651
27.890 53
25Feb.1922
37967

17.223
89.277
906
28814
52

16Apr.1921
37.733

23.121
99.810
60.932
34162
50
17Apr.1920
15.283

24.347
139.210
33904
29.384
45

25 Juli 1914
7.259

65
.39
47.934
6.446
2.228
44

)
Sluitpont activa.

°)
8aoie si
s

metaaldekking.
2)
Creditoaldo.

DE SURINAAMSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circulalie
Andere
opeijc/,h.
scnuiaen

Disconto’s
D 1
iv. ie e-
ningen .s

18Mrt. 1922….
1.603
2.146
957
1.093 1.122
11

1922….
1.597 2.181
1.010
1.097
1.142
4

1922


1.477 2.271
673
1.100
1.181
25Febr. 1922 …
1.474
2.123
763
1.092 1.112
18

1922….
1.474
2.063
908
1.091
1.104
11

1922….
1.474
2.157
888
1.097
1.097

19 Mrt. 1921,…
1.140
2.247
751
2.045
206
20Mrt. 1920….
1.052
1.568
931
1.755
494

25Juli1914 …
645
1.100
560
735
396
1)
Sluitpost der octiva.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden pond sterlilig.

Data
Metaal
Circulatie
Currency Notes.

Bedrag
1

Goudd.
1
Goo. Sec.

19 April1922
128.877
121.638
306.571
28.500 267.572
12

1922
128.863 122.439
307.300 28.500
268.391
5

.,

1922
128.879
122.897
302.977
28.500 265.692
29 Mrt. 1922
128.771
122.719 300.351
28.500
261.479 22

1922
128.780 121.704
299.798 28.500 260.254
15

1922
128.775 121.758
300.339
28.500
260.804

20 April1921
128.345 128.276
340.875
28.500
305.476
21 April1920
112.421
105.963
337.182
28.500
318.017

22 Juli

1914
40.164
29.317


Data
Goo.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
Re.
serve
Dek-

19Apr.’22
48.454
78.102
16.835
117.761
25.689
19,08
12

’22
57.139
77.674
17.431
124.572
24.874
17,51
5

.,

’22
59.399
80.378 24.163
122.365
24.432
16,67
29 Mrt. ’22
46.319
97.931
30.037
120.504
24.502
16,27
22

,,

’22
48.465
86.397 21.860
120.330
25.525
17,95
15

,,

’22
47.134
80.133
18.936 115.613
25.467
18,98

20 Apr. ’21
32.767
94.085
19.219
108.439
18.519
14,50
21 Apr.’20
57.476
79.613
20.047
124.257
24.907
17,30

22Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185 29.297
521
1)
Verhouding tu,,chen Renerve en Deposits.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten, ouder bijvoeging der Darlehens-
kassenscheine, in duizenden Mark.

Data
Metaal
Daarvan
Goud
Kassen.
acheine
Ctrcu-
lalie
Dek.
kings-perc.
14 April’22
1.018.758
999.865
4.291.536
134.063.613
4
7

,,

’22
1.019.017
999.876 4.979.747
131.837.249
5
31 Mrt. ’22
1.016.163
996.877
6.272.763
130 671.352 6
23

’22
1.015.869
996.877 4.741.935
122.903.538
4
15

’22
1.014.085
996.378 4.878.666
122.120.371
5
7

’22
1.013.508
996.379
5.156.001121.930.166
5

15 April’21
1.099.788 1.091.598
23.143.827
68.736.150
35
15 April’20
1.160.467
1.077.651
14.379 809
45.706.106
34

23 Juli

’14
1.691.398 1.356.857
65.479
1.890.895
93
1)
Dekking
der cjrcu!atie
do,r metaal
en Kaoeenocheine.

Data
Wissels
Rek. Cii.
D
taal
In kas bij de
geven
Reichsbank

14 April1922
151.560.725
30.774.360
13.126.000
4.271.600
7

,,

1922
144.857.004
25842.705
13.815.700
4.958.600
31 Mrt. 1922
148.682.924
33.358.332
15063.700
6.242.900
23

1922
133.551.718
24.145.398
12.712.900
4.620.600
15

1922i
140.866.650
30.665.855
12.866.100
4.758.800
7

1922
132.883.392
22.333.824
13.227.100
5.039.400

15 April 1921
59.292 063 20 436.489 32.958.900 23.083.800
15 Apri11920
41.958.456
17.099.647
28.172.700
14.341.300

23 Juli

1914
750.8921
943964

.

26 April 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

393

BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in duizenden franca.

Dato
Goud
Waarvan
in hel
Buitenland
Zilver
Te goed
In het
Buitenland

BuiLgew.
voorsch.
old. Staat

20Apr.’22
5.526.603
1.948.367
282.723 629.253
22 300.000

13

’22
5.526.225
1.948.367
282.154 629.984
22.200.000
6

,,

’22
5.526.225
1.948.367
282.154
680.367
22.200.000

29Mrt.’22
5.526.055
1.948.367
281.921
631.561
21.500.000

21
Apr.’21
5.508.534
1.948.367
271.268 648.746
26.200.000

22Apr.’20
5.586.035
1.978.278
245.805 689.877
25.300.000

23Juli
’14
4.104.390

639.620
– –

Wiud
Uitge.
stelde Wissels

Belee.
nlng
Bankbil.
jetten

Rek. Crt.
Parti.
culleren

Rek.
Crt.
Staat

2.621.043 42.420
2.322.493
35.951.264
2.3 10.435
35279

2.655.125
45.631
2.402.913
36.153.38512.091.372
19.742

2.655.125
45631
2.402.913
36.153.3852.091.372
19.742

2.914.198
47.571
2.298.605
35.528.005
2.209.747 26.298

162.418
2.192.422
38.282.514
2.857.762 39.376
2.145.842
563.809
1.803.019
37.267.320 3.338.385 302.830

1

2,615,511

1.541.980

769.400 5.911.910
942
.
570
1
400
.
590

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE,
Voornaamste posten in duizenden franca.

1
Metaal
1
Beleen.
Bdeen. 1
Blnn.
1
Rek.
Dato

1
mcl.
1

van
t

aan

1
wissels
1

Circu-
1

Cr1.
1
buitenl.
1
buttenl.
1
prom. d.
1
en
1

latie

1

porttc.
1
saldi
vo,der.
1
prootnc.
1
bdeen.

t

20Apr.’22 327.28684.653480.000 607.588 6.297.288 231.645
13

’22
326.327184.653
480.000 616-244 6320.677 209.976
6

’22 326.642 84.653 480.000 631.312 6.320.968 267.265
30 Mrt. ’22 326.224 84.653 480.000 667.350 6.312 943 309.742

21 Apr.’21 334.426,84.653480.000 811.3156.082.815 509.295
22Apr.’20 359.65484.803 480.000 804.19915.022.961 1.219.144
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.

Goudvoorraad .

1
Zilver
1
1

_____
_
1

Notes In
Data

Totaal

1 Dekking
1
In het
1

etc.

1
circu-

1
l,edrag

1
F. R. Notes
1
buiten1.
1

1

latie

5
Apr. ’22
2.983.201
2.137.914

126.400’2.198.072

29
Mrt. ’22
2.975.355 2.155.604

128.024
2.181.843
22
’22
,,
2.976.703 2.140.942

127.907
2.183.374
. 188.590
15
,,

’22
2.976.022
2.170.559

125.3752

8
Apr. ’21
2.264.010
1.446.627

217.824
2.893.964

9
Apr. ‘201
1.957.490 1.292.868
112.781
129.816
3.080.217

Data
Wissel,
Totaal

1
Deposito’,

1
Gestort
Kapitaal

.Aigem.
Dek.
kings.
pete.’)

Percent.
Goud.
dekking
ci,cul.
°)

5 Apr. ’22
732.273
1.804.444 104.005
77,7

29

’22
738.643
1.805.136 103.993
77,8

.

22

’22
702.952
1.774.583
103.961
78,4

15

’22
679.041
1.913.463 103.948
75.6

8 Apr. ’21
2.258.359
1.745.316
101.226
53,5 64,7

9 Apr. ’20
2.789.779 2.535.754
1

91.160
43,3
48,0

1)
Verhouding tusochen: den totajen
go
udvoorraad, zilver etc., en de
opeiochbare echulden: F. R. Notes en netto deposito’s.
2)
Na sftreL
van 35
pCt, der totale
dekkingemiddelen
als dekking voor de netto
deposito’s.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollarâ.

Data
Aantal
1

Totaal

1
1

uitgezette
Reserve

i
l’

de
Totaal
Waarvan
time
banken
1

gelden en
1 F. R. banks
depo,ito,
deposits
beleggingen

29 Mrt, ’22
804
10.842.098
1.293.212 13.638.787
3.130.607

22

’22
805
10.892.672
1.256.746
13.694 699 3.132.921

15

’22
805
10.909.042 1.423.369 13.953.224 3.113.981

8

,,

’22
806
10.896.225 1.303.763
13.717.410 3.104.900

1 Apr.’21
823
12.558.939
1.263.106
13.521.565 2.925.227

2 Apr.’20
1

811
17.034.529 1.436.756 14.306.075
2.586.610

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam,
24
April
1922.

De conferentie van Genua lieeft in ‘de achter ons liggende
week aller aandacht in beslag genomen, hoewel dit niet
steeds zoo sterk op de internationale beurzen tot uitdruk-
king is gekomen. Zoolang niet een ta.st.baar resultaat is
bereikt, koestert men nog steeds de hoop, dat ten aanzien
van de gewiohtiigste punten ten slotte tot overeenstemming zal worden gekomen, (hetgeen vrijwel overal een stemming
yan kalm optimisme levendig houdt. Deze stemming kon
zelfs niet vervagen, toen het nieuws omtrent een af zonder.
lijk ‘verdrag tussohen Duitschiand en Rusland werd gepu-
bliceerd, al had het er in den aanvang allen sOhijn van,
dat hierin de oorzaak ‘voor een uiteenspatting ‘van de con-ferentie zou schuilen. Allengs echter is de eerste storm wat
geluwd en heeft men de gebeurtenissen kalmer onder de
oogen gezien, waarbij zelfs de felste tegenstanders, de Fran-
,schen, geen feitelijke aanranding van het verdrag van Ver-
sttilles hebben kunnen ontdekken. De stemming is weliswaar
geprikkeld gewonden, doch de voortgang ‘van de conferen-
tie is nog niet bedreigd. Niettemin geeft men er izich in
breede kringen rekenschap ‘van, dat het gevaar geenszins
geweken •is en dat vooral in liet nog ter tafel liggende
Duitsohe verzoek tot opschorting ‘van de betalingsverplich-
tingen vele voetangels en klemmen liggen. Indien de wil
tot een breuk vôörzit, is niets gemakkelijker, ‘dan hiervoor
ook een reden te v.inden, ook al wendt de kwestie der
schadevergoeding officieel niet behandeld. Vooral Frankrijk
legt hot awaartepunt op liet ongewijzi,gde behoud der scha-
devergoedin.g, (hetgeen er wel eens toe izou kunnen leiden,
dat noch van de hulp van Amerika bij een weder-opbouw
-van Europa, noch ‘van een internationale leening ten be-
hoeve ‘van Duitsohlaiid iets zou komen. Toch ‘dient deze
houding -van Frankrijk niet alleen te rworden beschouwd
uit een oogpunt ‘van cotnservatisme of van chauvinisme.
Indien men de cijfers ‘van ide Fransche schulden besdhouwt,
ziet fmen, dat het wellicht voor geen ander land zÔÖ nood-
zakelijk ds, de beschikking over contanten te ‘verkrijgen. De
bin.nenlaindsohe schuld is gestegen ‘van Fr.
33.837.000.000
vÖÔr den oorlog tot Fra.
247.500.000.000;
‘van de buiten-landsdhe oorlogssohulden is aan Engeland en Amerika te
zamen een bedrag te voldoen van
1.322.000.000
pond eter-
ling. Deze :buitenlandsche oorloigsschulclen staan in de vol-
gende ‘verhouding tot die van andere landen:

Groot-Briittsinnië

£
952.000.000

Italië …………..

854.000.000

Rusland …………,,
752.000.000

waaruit duidelijk de ‘noodzakelijkheid ‘voor Frankrijk naar
‘voren komt, om ten a’ansien van de te verkrijgen contante
middelen voet hij stuk te houden. Natuurlijk kan er ver-
schil ‘van opvatting bestaan omtrent ‘de ‘vraag, op welke
wijze deze ‘verlangens niet alleen kenbaar gemaakt, doch
ook doorgevoerd moeten worden, doch dit kan toch geen
*ijziging brengen in de principieele houding ‘van de Fran-
sdhe onderhandelaars. De wetenschap, det ook de overige
afgevaardigden der Geallieerden het emet dit principe in
groote trekken wel eens zijn en dat het overwicht van
Frankrijk in de Conimission des P6paration.s engebroken is
gebleven, (heeft de beurs van Parijs tot nu toe alle gebeur-
tenissen, ook die, welke voor Frankrijk iminder gunstig
schenen, met ibezadigdiheild doen beoordeelen. Men erkent
gaarne, dat er ter conferentie van Genua verzoeningsge-
zinde elementen zetelen, die wellicht Frankrijk kunnen
nopen tot eenig toegeven, doch verwacht toch, dat In groote trekken aan de verlangens ‘van de Fransohe Republiek tege-
moet zal worden gekomen. De markt te Parijs was dan
ook over het algemeen vrij ‘vast met een gunstigen onder-
toon. Zelfs Russen konden ‘verbeteren.
Ook te L o n 4 en is de stemming opgewekt gebleven, het-
geen echter meer aan Ide ‘verdere verruiming ‘van de geld-
markt dan aan besohouwingen omtrent de conferentie toe
te schrijven is geweest. Na de jongste disconto-verlaging
blijft er nog steeds een sterke spanning bestaan tussdhen
officieel en particulier disconto, hetgeen naar voren komt
in de omstandigheid, dat Treasury BuIs tot een rentevoet
van sleohts
2%
pCt. grif plaatsing ‘vinden. Welk een in-
vloed de ruime geldmarkt in de laatste maanden op de
,,gilt-edged” fondsen heeft gehad, moge blijken uit ‘de vol-gende opstelling, die aan de ,,Manchester Guar,lian” is ont-
leend. Zij geeft de koersen aan van verschillende eerste-
klasse beleggingspapieren op
3
November
1921
(toen de
baakrate tot
5
pCt. werd verlaagd) op 16 Februari
1922
(verlaging telt, 4% pCt.) en op 13 April
1922
(verlaging
tot4pCt.):

13 Apr. 20Apr. 24 Apr.
R
ij
a
zi
ng
(

dlin
g
.
4Io Ned. W. Sch

1916
78
18
1
7911
79
+

Vie

3
1
/

OI
o

,,

,…….
70i/
4

70 70
1
1
2

..f.
1/
3

o,ic

,…….
2
1
/
0
/0
Cert. N.
W. S.

……
61/


61/
8

61251
32
1
T
18!
182
51/
8
5115
,
1
10
5
1
1
11

+
5

0/

Oost-Indië
1915
.
…..
’92a/
921
921
4

6

0/0

,,

1919
. . . .
96
8
1,
6

96I
96
‘I
‘ie
4

0
/0
Oostenr. Kronenrente
2!
-‘4
0′
(16
BI
14

5


0
/0
Rusland
1906

——–
11
11
101
8

– 1!
4

10
Rusl. bij Hope
& Co.
l0/2
9L1
98/4

3

j
4
1
1
.0
1
China Goud
1898

..
741J
ie

i
711
73
– l’f
4

%’Japan
1899
……..

64’/
64
11

64
1
12
4

°/o
Argentinië Buitenl
66 66 66
5

0/

Brazilië
.1895
……
62
7
/s

6111,
61113
– 11
7

0/

Staatsspoor
……..
1O4
8
/
104
1
1
4

104814
!
1(3
7

i/
Amsterdam
……..
104
10411
4

104

De
aandeelenrnq-kt is –
over het ‘algemeen -zeer -vast ge-
weest, waarop de laatste dag van cle beriohrl-speriolle echter een ‘uitzondering heeft -gemaaikt. Waar tdan ok in cle -hIer-
onder ‘volgende tabellen de voordeelige ‘veredhillea .sledhts
gering nookten zij-n, of zelfs een inad-eelige differ-enti-e vl-t
up te merken, daar is dit grootenideels toe te schrijven aan
de reactie ‘van idien ‘laatsten dag.

Een bijzondere -reden valt
ihi-eiwoor eehter niet aan te geven.

Pet’roleunvwaarden
bleven sterk gevraagd in venband met
‘de (houding -voor aaii’deelen Kontiniklijke Petioieuan Maat-
schappij te New York. Eveneens speelde hIer een rol ‘het
besluit van de Eerste Kamer om geen uitvoerredhten op
‘bepanlde Indische ‘artikelen te (hef 1-en, ten gevolge waarvan
de Rverkzaaimiheden ‘der K. P. M. iin Indië weer ten volle
hervat izuflen ‘worden.

– In aansluiting ‘hieraan va-ren
sicikee

wo.arden
gevraagd;
-de Ou’banoteer-ing, idie m-eerenideels -neer -vast is

igebleven,
heeft ‘hier ook .nrvboed uitgeoefend.

13Apr ’20Apr24-I8.pr.
Rijzin
g
of
daling.
.Amsterdamsehe.Bank

..
143
1
/
141
140
.
_3t1
2

Koloniale Bank
……….
‘124’/
2

127.
12411
– 11

Ned.Handel-Mj.cert.v.aand.
132
133
1
/8

130
—2
Rotterd. Bankvereeniging.

104
1
1
2

9811
3

9931
s


431
4
*

Amst. Superfosfaatfabriek
.
34
41
40112
+
6/
3

Van Berkel’s Patent
——
45
42
1
1
s

411,

3’/
Ineuhinde Oliefabriek ……
41/2
/8
67
18
+
2/
Jurgens’ Ver. Fabr.
pr.
aand
’78
1
1
8

74
1
12
71
711e
Hollandia Melkproducten
..
150 150 140
– 10
Philips’ Gloeilampenfabriek
2491
4

261
263
+
131
R. S.
!Stokvi3
&
Zonen
. . -.
578 578
Vereenigde Blikfabrieken -.

67
1
1
67
Corn
pania Mereantil Argent.
.56
1
1
1

55
Cultuur-Mij. d.Vorstenland.
156
1
1
2

160
Handelsver. Amsterdam-.
..
366
7
1
s

384
Roll.
‘Tranatl. Handelaver.
21 ’21
Linde Teves
&
Stokvis
.

..
’77
’78
Van Nierop&Co’sHandel-Mij.
114
Tels
& Co.’s
Handel-Mij….
21
22
Gecons.
Roll.
Petroleum-Mij.
15011
2

153
1
1
4

Kon. Petroleum-Mij.
……
499
500
1
1
2

Orion Petroleum-Mij.
Afgest. Aand.
Steaua Romans. Petroleum
Mij.
-.
Afgest. Aand.
Amsterdam-Rubber-Mij.
Nederl.-Rubber-Mij……..
Oost-Java-Rubber-Mij…..
Deli-Batavia…………..
Deli-Maatschappij

……..
Senembah-Maatschappij,.
*
ex div. 8
0/5

578
70

+’2’/
52’/ —4’/
l56’/ – 1/
37l1/ +4/
21
76 —1
ii

D(
iie

– is
26
+5
l48/
—lf
8

490 —9

32
31’/
31
1
/
2

_
i
/2

448/
42’/
2

411/2
31/4

86’/
2

89
88’J
+
1/
4

458/4
47
50
+
4’/
l41’/
8

142i/
4

1401/3
/8
306
314’/
3011/
4

_45/
4

261
266
2521/2

8
1
/2
384
386
371
—13

394

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 April 1922

3Nov. 1921 16 Febr:1922 13 Aprii 1922
Co’no1s ……..49

54

5914
Wr Lon 5 pOt

8814

947%

100%
Correisioiii

62%

7234

703/
Fuu.dlig

71%

80
1
/4

8634
Victory

78

85

89%
Treaury
,4″
.

9714

103
5
/s

110%
De be1an.gte11jig voor
clize
Iou’diseu !bljft inmiddels mi-
verminderd voortbestaan, -‘vooral oendat . men in ‘den . tegen-
woorKligen toestand ‘van de ge1dimarkt aanwijzingen lot
een verdere ‘verlaging van het .offioieel Idisconto meent ‘te
mogen rzien. Zondereenigen bwijfel:zail deze idan ook stimu-
Jeerend werken op.tden.ondernern±ugslu.st van-het sakenleven,
‘vaarin men -oiver.igens reeds eenige op-levinigimeent te be-
sp-eur,en,
jin
de concurrentie van Dui.tsebdand z.idhljbaar
nmader twordt, ials gevolg Fvan de -voortxhirende ;prijsver.hoo-
gingen ‘van ruwe materialen bij onze Oosterburen. Te N. ew Yo r k is cle golf van optiaaisane ‘nogsteeds niet
•venvnagd tot den kalmen stroom van r-egelim-atigen handol., Telkens ,-kcmien nieuwe fondsen in den ,maatlstroom ‘van le-

hausse. Dat dit niet louter kunstmatig is, moge blijken
,
uit
de omzetten Ier ibeurze van Wa,llstreet, die thans izijn gç-
stegen tot 2 millioen Ldlares per dag. Merkwaardig Is het
.edh.ter, dat deze zeer gunstige tendens niet in -dezelfde
mate wordt gedeeld door de fondsen, waarvan Ide,koerisen
eiken dag naar Europa -worden geseinid. -flet is Idan ook
geenszIns ‘door huitentlanAsdhe aankoopen, dat ide markt te
New York wordt gestimuleerd, ‘zooa.ls ‘vroeger aoo vaak ‘het
geval ;is geweest. De Unie ‘vindt haar kradht bhans bijna
.uitshsiten,d in zidlizelrv-e en bepaalt -zeil den weg, diie zij
wil bewandelen. Met ide conferentie ‘van Genua ‘hebben -zich de Acmerikaanisohe overwegingen tot nu toe ‘dan
ook
weinig
beziggehouden. Wel zetelt ‘de beer Vanderlip aldaar en is,
de beer Morgan in

de financieele commissie benoemd, doh
over liet algemeen heeft de ,,communis pinic” in die .Unic
-nog
de overtuiging, dat. Europa zelf corat orde op ide zaken –
nioet -stellen,

alvorens Amerika – eich ermed-e bezig ‘kan.
‘houden. De stimulans voor de o,ndeumarkt gaat dan ook .meerendeels uit -van gunstige verwachtiigeii omtrent de

toekomst

en beschouwt de zeer teleurstellende resultaten
van diverse ondernemingen gedurende liet .afgelonpan jaar
al-s een verschijnsel, .dat nu eenmaal inhaerent is aan een
.moeilijken, ‘doch ‘aohtr ons liggenden tijd.
Te .Be r 1 ij in is de markt buitengewoon stil gebleven
onder ‘den indruk van de ‘verrassende jberiahiten uit (-enua.
Men weet nog niet goed, wat ervan te denken. Aan ‘den
(dneu kan

t staan de mogelijkheden
riot
-samenwerking aan
den opbouw van ‘Rusl-amid, aan den anderen kant moet
rekening word-en gehouden imet scherpe tegenwerking der
-vroegerc -vijanden. Toch -is .algem-een ide optimistisdhé op
tvatti-n.g ‘van de zaak orverheersnh-end. Tbekeaentd ‘in dit ‘ver-
band is that gestadige reaigeeren ‘van den dollarkoers, ‘het-
geen kan wijzen op een gunstige opvattIng omtrent een:
internationale leenintg en omtrent een tmnoratorium ‘voor de
oorlogsschulden. In ‘verband met de luatelooize housIitiig -voor –
vreemde ‘valuta’s is oo

k de effecientmarkt ongeanimeerd ge- –
‘bleven, hetgeen nog in –de hand werd gewerkt idoor ‘de acer
stroeve houding ‘van de geldimarkt. De banken (hebben meer
en -meer hun beschikbare middelen hard nioodig -ten einde
aan de aanvragen der industrie ‘te kunnen ‘voldoen. En
deze aanvragen worden in ide hand ggewerkt door de steeds
wassende prijzen voor alle soorten materialen en door ide
onophoudeljke opdrjviiing ‘der ‘bonen. In vele bedrijven is
,nien nu reeds ‘zoover, dat de kostprjs (boven den wereld-
-marktprijs komt te staan, hetgeen -naast de moeilijkheden, hierboven geschetst, -de ‘vrees voor een, crisis in ‘het leven roept. Alleen een scherpe daling van -‘de maik nou de wel–vaart en ide sehjnw.ins-ten nog een-igen -tijd kunnen doen
aan-houden, zonder door nieuwe -prjsopclrjvingen van aller-
-lei aard te worden adh.terhaaldRet is dan ok neer begrij

pelijk, dat de Duitadhe beu-rzen, –juist door (hun ‘opii-mistme
ten aanzien van -een regeling der econoimiisdh-e verhoudingen,
een zeer gereserveerde ‘houding aan don dag leoigen.

1
Zeer scherpe f-luetuati-es -hebben
ta.bakken.
te ‘aanschou.

Te o n.z en t
iS
jde stemming na de .-Paasohdagen ‘vrij
1
wen gegeven. Na een periode van stilstand werd plotseling

opgewekt odbloven. Alleen voor binnenlandsoh-e staaisfond-
1
liet sohaarsohe -materiaal uit ide markt ‘genomen en iwercl sen viel eei geringe reactie op te merken, ‘hetgeen vermoe- , door de hierop ‘volgende grooter.e vraag -een krachtige rij-
delij-k in verband moet worden gebracht met rea-lisati-es ten ‘ zn’g voor de hoofdsoorten bewerkt. Enkele dagen later oven-
behoeve – van insohrijvingen op de 6 pOt. obligaties ‘der wel trad een -reactie in, opnieuw gevolgd door een sterk
Roll-and-Amerika Lijn. Vooral nu deze emissie -in Amerika (hrstei, om ten slotte te verloopen zu -een dalende (beweging,
op zulk een ool-alant succes mag bogen, ‘da-t (de obligaties die de koersen tot onder ‘het ‘niveau van den aanvang der
reeds 1% pCt. -boven iden prijs van uitgifte worden verban- fluctuaties -heeft g ra t.
cinid, -gaat menigeen ertoe over een ruil te bewerkstelligen.

Rubbe.rs
konden ook -een vleugje
Van buitenland.sche staatspa-pieren waren Mexicanen weder- – mede krijgen, waartoe liet jaarverslag
oer sterk gevraagd.

her Mij. heeft hij-gedragen. Ook hier

13 Âpr. 20Apr. 24 Apr.
Riizingof
houding van zeer ‘vtoorbijgaaniden aard

31,
dali
‘5 °/iNed.
W. Set.

1918 88
7
18

89
1
1,

88112 –


4
1
1 % ,,,,,,

1916 87
1
1
4

87
1
1
2

87
1
1,


1
/8

‘van liet optimisme
der Aimbaloetoe Ru-h-
echter is de iwiiiige
geweest.’

&heepvaertwaoii-den.
vast niet aan liet slot een neiging
tot reactie.

26 April 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

395

13
Apr. 20 Apr. 24

Holland-Amerika-Lijn
1531
9

160
1541
3

+
1
,,gem.eig
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij
136
68
141
1
1
2

68


1411
8

70
+
58/

+
2
Hollandsche Stoomboot-Mij
41


45
43
+
2

Java-China-Japan-Lijn ….
98

100

¶91
-7

Kon. Hollandsche Lloyd. ..
21
8
1
4

:
2211
4

21
_814

Kon. Ned. Stoornb.-Mij…..
67
1
/
9

731
!2
70

+
2’1
Koninkl.-Paketvaart Mij. ..
93
94’1
94l/
+
1114

Maatschappij Zeevaart ….
681
7311
73
1
1
+
4’/

Nederl. Scheepvaart-Unie..
105 109
1
1
9

106
+
1

Nievelt Goudriaan ……..
136
145
140
+
4

Rotterdamsche Lloyd ……
132/
8

1401
8

1371
12
+
4
/8
Stoomv.-Mij. ,,Hillegersberg”
6111
9

61
1
1
2

67
+
5’/
9

,,Nederland” ..
158
1
1
162
158

11
4

»Noordzee”

..
2711
4

2911
4

29114
+
2
,,Oostzee”. ….
67
771
1
71
‘1
+
41
12
De
Amerikaansolie
mrict
bleef prjsloudend.

13Apr. 20Apr.

24Apr)
°

Rijzing

American Car
&
Foundry..
I671
169
169
+
1’18
Anaconda Copper

……..
110
1
1
9

11181
4

113
+
2/
3

Un, States Steel Corp…..
102’/,
105/
104
1
1
2

+
2
Atchison Topeka ……….
l05’/
1051
1051
+
9/

Southern Pacific ……….
96’/
97
5
1
97
+
814

Union Pacific …………
146
8
/
4

148
148
+
11
1
Int. Merc. Marine orig. Corn.
20
1
1
8

21
13
1
21
16
1
6
+
113
/is
prefs.
83
861
4

87
+
4

De
geldmwrlct
heeft eenige teekenen van stroefheid ge- geven; prolongatie liep op tot 4% pOt.

GOEDERENHANDEL

GRANEN.
25 April 1022.

In ons vorig weekberieht vermaidden wij eene reactie
aan ide Noord-Amerikaansche graainmarkten, die op 17 en
18 April gevolgd ‘was op eene sterke prjsverhooging, vooral
voor tarwe en rogge gedurende de twee ‘voorafgaande markt-
dagen. Reeds den ‘volgenden dag echter werd de opwaart-
sche prjsbewe.gin.g hervat, die zich gedurende alle vier
verdere dagen der ‘week, ook voor mais, ‘heeft gehandhaafd.
Mei-tarwe te Chicago bereikte op 22 April met 147% dol-
larcent per 60 ibs. juist weder het hoogste punt der vorige
haussebeweging, die op 28 Februari eindigde. De Juli-
termijn kwam op 129% cent, of
17/8
cent boven het record
‘van 20 Februari. Het schijnt, dat de verwaohtirt,g ‘van een tekort ‘voor ‘de ‘vervulling der engagementen op Mei in de
termijnmarkt ‘te Chicago voor een niet onbelangrijk ge-deelte oorzaak is der prijsstijging voor ‘tarwe. De goede
‘vraag naar spoedige tarwe van ‘verschillende landen op het
Europeesche ‘vasteland werkte de zooeven genoemde ‘ver-
wachting in de hanjd. Weliswaar betreft die vraag vooral

Noteeringen.

Chtcago
Buenos Agres

Data
Ioru,,e
Maf,
Haver
Tarwe
Mars
Ljjnzaad
Met.
Mat
Mei
Mei
Met
Mei

24Apr.’22
145/
8

611/
31
8

13,80
8,30
21,65
15

.,

’22
143
6111
9

381
13,80
8,45 21,30
24Apr. 21
12514
591/
38 15,70
7,95
13,60
24Apr.20
285
167/
3

961
24,30
10,55
28,45
24Apr.’19
270
167/
70/,
10,55
5,10
19,55
20Juli’14
82
5681,
361/,
9,40 5,38
13,70

Âustralische en Argentijnsche tarwe, waarvan ook deze
‘week weder een aantal ladingen, ‘vooral door Frankrijk ‘en
Italië werden opgenomen, doch verwacht mocht worden,
dat bij vermindering der Argentijnsohe ‘verschepin.gen de
vraag op Noord-Amenikannsdhe soorten zal overgaan. Reeds
lang hoort irnec uit de Vereenigde Staten, dat ‘de tarwe-
voorraden ‘klein zijn en eene sterke Europeesche vraag ‘zou zeer ‘goed een gezonde reden kunnen zijn voor Amerikaan-
sche prjsverhoogin.g. Te meer klemt dit, nu in de afge-
loopen ‘week ook de Engelsc.he ‘vraag, zoowel ‘van de zijde
4an molenaars als van ‘den handel, levendiger ‘werd.
Duitschiand kocht ‘tot de hooge prijzen echter sleohts wei-
nig. De ongunstige berichten ‘uit verschiilenide Europeesche
landen otver den stand van het wi.ntergraan, dat schade
ondervindt van het koude ‘weder, oefenden ‘hun invloed
uit op cle Amerikaansche markten, alsmede de omstandig-
heid, dat door ongunstig weder de uitzaai ‘van zomertarwe
in de Vereenigde Staten en Canada vertraagd wordt en de
nog steeds heerschende onzekerheid over de Amerikaansche
s”intertarwe. Wel zijn hierorver de of ficieele berichten vrij
geruststellend, doch sommige particuliere ramingen wijzen
op een zeer groot percentage ,,winter killed”. Een ‘vol-
doend aantal redenen dus ‘voor boogere prijzen te Chicago.
Wel kan daartegen worden aangevoerd, dat de Argentijn-
sche verschepingen ‘weder iets grooter zijn en die van
Austra.lië deze week zelfs zeer groot ‘waren tegenover het
inderdaad uiterst kleine cijfer van eene week te voren,
Canada, nu Montreal voor de scheepvaart heropend is,
spoedig •weer als leverancier aan Europa zal optreden, de
oogstraming in Britsoh-Indië nog steeds bevredigend is en
beter weder, dat in Europa toch eindelijk wel ‘komen zal,
dan toestand ‘zeer veel kan ‘verbeteren, doch ‘van voldoende
gewicht, om de prijsstijging te Chicago tegen te houden, is
dit alles ‘de vorige week niet geweest. Gisteren eindelijk
daalde te Chicago de Mei-termijn ly
s
cent, •de Juli-termijn
1% cent. Tegenover 18 April is echter de ‘verhooging nog
steeds 7 en 47/
s
cent per 60 lbs. Rogge was eveneens zeer
vast door ‘voortdurende sterke vraag voor spoedige ‘ver-
lading naar Duitschland en de ‘Oostelijke Oostzeehavens
met bestemming naar Rusland. ‘De roggeverschepingen uit
de Vereenigde Staten waren de laatste weken sterk ‘ver-
meerderd en de prijs ‘te Chicago steeg per Mei van 18 tot
22 April 5%, per Juli 6% dollarcent per 56 lbs., om echter
gisteren ‘weder 1% en % cent ‘te ‘dalen. En Argentinië
bleven de tarwemarkten rustiger, ondanks goede vraag in
verschillende Europeesche ‘landen, waarbij behalve Enge-
land, Italië, Frankrijk en België, ditmaal ook Nederland behoorde, waar nu en dan gretig stoomende partijen La
Pla.ta-tarwe werden gekocht. Op 22 April sloten de markten
te Buenos Aires en Rosario vrijwel onveranderd tegenover
den 17.den.
Ook voor mais was de vraag ‘in Europa ‘deze week goed
en nu en dan zelfs levendig. De ‘En.gelsohe consumptie werd
beter en de prijzen konden zich daar ‘vrij belangrijk ‘her-
stellen na de periode van moeilijkeil afzet, die geruimen tijd
Locoprjzen te Rotterdam/Amsterdam.

Soorten
24April

1
1922
18
April
1922
25 April
1921

Tarwe.

…………..
1)

15,25
15,75
19,-
Rogge (No.
2
Western)
1)
14,-
13,75
21,50
MaIs (La Plata)

……’)
239,- 239,-
260,-
Gerst. (48lb. malting)

1)
225,- 222,-
271,-
Haver(381b.wbitecl.).
1
)
11,25
10,80
15,50
Lijnkoeken (Noord-Ameri-
ka
van
La Plata-zaad)
1)
16,85

1

16,85
16,-
Lijnzaad (La Plata) ….
)
475.-
455,-
305,-
1)
p. 100 K.G. ‘) p. 2000 K.G. ‘) per 1960 K.G.
t)
Nr. 2
Hard/Red Winter Wheat.

AANVOEREN in tons van
1000 K.G.

Rotterdam Amsterdam
Totaal

Artikelen.
17124
April
Sedert
Overeenk.
17124
April
Sedert
Overeenk.
1922
1921
1922
lJan. 1922
tijdvak 1921
1922
lJan. 1922
tij

Tarwe …………….
22.821
231.894
301.409

12.445
7.111
244.339
308.520
15,590
,

40.900



15.590
40.900
Boekweit
109

.

8.058
2.792
,.



500
8.058 3.292
Rogge ……………9.078

20.675 345.668 292.232

53.253
32.717
398,921
324.949
3.622
36.765 84.456

2.505 3.115
39.270
87.571
3.755
27.757
4.457

50
430
27.807 4.887

Mal,

…………….
Gerst

…………….

6.756
48.670
64.422
4.656 41.579
37.374
90.249
101.796
Haver

……………..

4.615 57.980
53.717

1.047
9.296
59.027 63.013
Lijnzaad
…………..
LjnIoek
…………..
276
15.969
7.314

2.897
1.070
18.866
8.384
Tarwerneel
………….
Andere xneeleoorten..
-.
157
4.144
12.587

1.710
1.089
5.854
13.676

396

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26
April
1922

had geduurd. Berichten over vochtige snaïs in Argentinië
met vertraging in de ‘versdhepingen als ‘te verwachten ge-
volg, verbeterden dan prijs voor meer verwijderde aflaidinig.
Dit geldt echter slechts voor Engeland, want in België en
vooral in Nederland bestaat vooral belangstelling’ voor
spoeilige posities. In de prijzen kwam weinig fverandering,
doch de vraag in Nederland
voor
spoedige La Plata-maïs
verbeterde. In Duitschlainid wordt ‘nog steeds geen La Plata-
mais gekocht en deze week was daar ook in Noord-Amen-kaansche mais de omzet dikwijls teleurstellend, daar ‘velen
de resultaten van de Conferentie te Genua willen afwach-
ten. De maisprijs in ArgentinIë veranderde weinig.
Ohicago was rvast, vooral door den invloed ‘van de tarwe-
markt en Ide prijs steeg ‘van 18 tot 22 April 21% dollarcent
per 56 lbs., waarvan ‘den 24sten weder % cent verloren
ging. Nadat de uitzaai van ‘den nieuwen oogst eenigen tijd
hinder ondervonden ‘had van ongunstig weder, kon ‘daar-
mee in deze week bevredigende voortgang worden gemaakt.
De eiohtbare mamsvoorra’ad in de Vereenigde Staten nam
verder af, doch het schijnt, dat bij de ‘boeren nog veel mais
aanwezig is. De verschepingen van Noord-Amerika naar
Europa blijven groot, vooral naar Duitschlan.d en Neder-
land.

Voor ihaver is de vraag in Europa beter en ‘bdhalve
Frankrijk en België toonde ook Engeland meer belangstel-
ling met betere prijzen. Gerst blijft stil.
Lijnzaad was vast, daar Amerika voortgaat zoowei in
Argentinië lijnzaad als in Europa olie te koopen. Vooral
in Engeland, w aarheen slechts weinig zaad onderweg is,
verbeterde ‘daardoor de stemming belangrijk en werden
vooral voor spoeclige partijen sterke pnijsverhoogingen be-
taald. De Argentijnsohe markten zijn vast en sedert .18
April zijn de prijzen daar 1 peso per 100 Kgr. gestegen.

N e d e r la n d. Deze week heeft Nederland flink tarwe
gekocht,’ zoowel stoomeinide Argentijnsche als Noord-Amen-
kaansche soorten. Loco en spoedig te verwachten stoomen-
de partijen op Nederlan.dzche havens zijn ‘grooten.deels in
handen van molenaars overgegaan. Zaken in tarwe naar
Duitschiand, ook van den nieuwen Ameri.kaansnhen oogst,
evenals in rogge, ‘vonden slechts mi en dan plaats. De sterk
stijgende Amerikaansche prijzen hielden d’e Duitsche regee-
ring van inkoopen terug.
‘to maïs blijft de omzet groot met ilevenzlige consumptie-
vraag en aankomende partijen vinden nog steeds zonder
bezwaar plaatsing. De afname van den stooanenden voor-
rand ‘veroorzaakte eene goede importivraag, ook naar stoo-
mende La Platamaïs, waarin gisteren weder eenige trans-acties plaats vonden, nadat eenigen tijd de handel van ge-
ringen omvang was geweest.
Voor haver en gerst bestaat betere vraag, doch in de
prijzen viel nauwelijks verbetering te constateenen. Voor spoedig lij’nzaad blijft ondanks de stijgende prijzen
goede belangstelling bestaan en dagelijks werd door olie-
slagers gekocht.

SUIKER.

Voor het eerst sedert eenige maanden toont in E n ge-
1 a n d het maaadelijksche consumptiecijfen een teruggang,
doch blijft het binnenlandsche verbruik over de eerste drie
maanden in 1922 toch grooter dan dat over hetzelfde tijd-
stip van het ‘vorige jaar. De voorraden op 31 Maart zijn aan-
merkelijk kleiner en is ihet niet onmogelijk dat binnenkort
de rechten op suiker ‘verminderd worden. In de afgeloopen
week kochten ]Dn,gelsche raffinadeurs het restant ‘van den
laatsten Mauritiusoogst, circa 35.000 tons witte rietsuiker. De Boand of Tradestatistiek over ‘Maar,t luidt:

1922

1921

1922

1921

Maart

Maart Jn.[Mr.t. Jn./Mrt,
tons

tons

boos

bnns
Import rietsuiker

127.528

61.328

325.339

202.901
bietsuiker

geraffineerd

29.149

50.149

87.470

53.273

Totaal…. 156.677

111.478

412.809

256.174
Voonr. ‘in Entrepot 181.950 298.800

Raff.nijen 27.950

25.950


Opbrengst

,,

76.978

94.038

225.250

257.177

Binnenl. consumptie 111.770

147.284

350.423

334.381
Totale export – –

2.895

748

7.231

2.317

De stemming op de verschillende markten bleef na ‘de
feestdagen on’geaniimeer.d en prijzen toonden eenden neiging
tot dalen.
Op de N e w Y er k s ch e markt worden Spot Centrifu-gals thans met 3,98 genoteerd, terwijl op ‘de termijnmarkt
de prijzen afbrokkelden tot $ 2,39 voor ‘Mei, $ 2,64 voor Juli,
2,84 ‘voor September en 2,90 voor December.
Op Cuiba werkten op 15 dezer nog 178 fabrieken tegen

185 op 8 April en was de opbrengst der thans met de cam-
pagne geë.indigde fabrieken kleiner dan verleden jaar;
hierbij dient echter in aanmerking genomen te worden, dat
deze in het ‘Westen van het eiland gelegen zijn, waar de oogst minder gunstig was dan in het Oosten.
De laatste Cuha-statistiek luidt:

1922

1921

1920
tons

tons

tons
Wedkontvangat t. 15 April 194.759

151.687

115.464
Tot. ontv. 1 Dec.45 April 1.958.985 1.877.578 2.284.164
Werkende f’aibnieken

178

196

179
Weekeeport tot 15 April – 115.564

94.704

104.612
Tot. anp. v.. 1 Jan.-15 Apr. 1.098.069

968.478 1.629.565
Tot, voorraad op 15 April 1.039.342

954.368

657.765
Weekexport (Oude Oogst)

14.833
Tot. voorr. (Oude Oogst)

.
108.879

Over de J a v a-m a rk t valt geen náeuws te berichten.
De stemming bleef kalm ‘zonder alcioeningen van beteeke-
nis. Bni.tsch-Inid.ie
bleef geheel uit de markt. Tweedehandsch
eigen.aai-s zijn thans venkoopers van Juni superieur tot

f
12,- e.k.
l)e uitvoeren gedurende Maart bedroegen 12.000 toins
tegen 60.000 bons in Maart 1921. EE i e r t e 1 and e bleven de prijzen van loco iwitsuiker
en ook op de termijnmarkt vrijwel onveranderd, en werd
voor dispc’nibele
f
24%, v’oor Mei
f
231% ‘en voor Augus-
tus
f
231% betaald.

NOTEERINGEN.

Am3ter-
Londen
New York
96pCg.

White Java
1 Amer. Cro-
Data
Jam per
Mei
Tate,
f.o.b. per
nulated c.Lf.
Centri.’
Cube.,
No. 1
Juni Juli
ApritMel
fugals

Sh. Sh.
$
ets.
19 Apr. ’22
f23
11
1,
531-
181-
20!3
3,95
12

,,

’22
,,23
9
1
531-
1813
2016
3,86nom
19 Apr.’21,,

72/6
271-
38
1

5,64
19Apr.’20,,

841-
901-
115/-
19,56
4Juli ’14,,11
1
1
181-


3,26
KATOEN.

Noteering voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands).

21 Apr. ’22
13Apr.’22
8Apr. 22
22 Apr._’2ij23_Apr.
7C

New York voor
Middling


18,05c
I7,85c
18,05e
I2,10c
41,65c
New Orleans
voorMiddling
16,88e
16,50c 16,63c
11,13c
41,25c
Liverpool voor

1

Fy
Middling
10,26d

d
10,60d
1
7,89d 27,18d
1)
Gesloten.

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.

(In duizendtallen balen)

1
Aug. ’21 Overeenkomstige perioden
tot
22 Apr. ’22
1920-21

1

1919-20

Ontvangsten Gulf-Havens..
1431
1204
2756
,,

Atlant. Havens
3685 4053
3854
Uitvoer naar Gr. Brittannië
1252
1304
2731
‘t Vasteland.
3351
2635
2719
Japan etc…

Voorraden
in
duizendtaulen
22 Apr. ’22
22Apr. ’21
23 Apr. 20

Amerik. havens ……….
967
1465
1225
Binnenland…………..
1026
1529 1116
..

125
39
New York ……………83
257
400
363
New Orleans …………….
Liverpool

……………
870
970
1132

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Soos,

Manchester, d.d. 19 April 1922.

Prijzen van den ouden en nieuwen oogst zijn elkaar meer
genaderd door een verbetering van de vraag ‘voor ide win-
termaanden, waardoor idáe termijnen iets zijn opgeloopen,
terwijl iborvenclien de markt toch weer wat vasten is. De ween;berichten uit Amerika ‘voor den nieuwen oogst ‘zijn
minder gunstig, terwijl de vooruitzichten voor de industrie
zoöwel hier als in Amerika geleidelijk beter wonden. De
verbetering van liet bankdisconto heeft eveneens een gun-
stigen invloed op de markt, terwijl men binnenkort een

26
April
1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

397

VERKEERS WEZEN.

SCHEEPVAART.
GRAAN.

Pet,o-
Odessa
All. Kust
Ver. Staten
San Lorenzo

Data
Lo’Jn/
Rotte,-
dom

Rotte,-
Bristol

Rotte,-
Enge.
R’dam
dam
Kanaal
dam
land

17-22 April1922

13e.’

413

29,6

2916

’10-15

1922

12c.’

413

2613

26,3
,,
18-23 April1921

613

613

4016

4016

19-24 April1920

10j6′

1201-

112j6′

Juli

1914

11
d.

713

1/11/
4

1111
1
1,
1
121-

12!-

KOLEN.

Cardtff
Oostk. Engdand

Data
Bor

deaux
Genua
1
La
Plato
Rotte,-
dam
1Colhen-
burg
Rivier

,rerd.ere verlaging verwacht. Ook de uitvoercijfers van den
Board of Trade zijn zoorwel ‘voor igarens als .ma.nufactUren
veel gunstiger, terwijl men eveneens een vreedzame be-
eindiging van’ de loon.kw.estie in de katoenindustrie ver-
wacht. Egyptische garens blijven vast niettegenstaande de

geringe vraag.
Sedert ons laatste bericht is de garenmarkt in Man-
ahester slechts twee dagen geopend geweest, zocIat er
slechts heel ‘weinig gedaan is en 4e markt sedert de
vorige week dan ook slechts weinig ‘veranderd is. Notee-
ringen zoowel ‘van .Ajmerikaansøhe als ook van Egyp.tisahe
garens zijn dan ook ,gdheel gelijk aan die van de vorige
week. De doek,ma’rkt is ok onder den invloed van de
Paasdh.vacantie geweest. Er zijn niet veel nieuwe orders
binnengekomen, doch de stemming is vast en de aneeste
csver.zeesche narkten toonen nog steeds belangstelling. Het schijnt ‘dus wel, dat men daar dus ook meer vertrouwen be-
gint te krijgen in de .tegenwoordige noteerin/gen. Initussohen
hoopt men nog op goede berichten uit Genua, daar de
kwestie van de vreemde wisselkoersen zeer belangrijk is
en een goede nplossing 1van dit ?rdbleem zeker zeer gunstig
op de hervatting der internationale zaken zal ‘werken.

12Apr. 19Apr.

Oost. koersen. II Apr. I8Apr.

Li
v
e
r
poolnOteeritlgefl.

T.T.opIndi .. .. 1/3
r
1/3
1
1
l
8

F.G.F.Sakellaridis
17,50 17,50 T.T.opllongkong
2/5’/ 215
1
/
2

G.F. No. 1 Oomra

7,30 7,30
•T.T.op Shanghai
31311 3/31j

KOFFIE,

(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolff
& Witkainp en Leonard Jacobson & Zonen).

Noteeringen en voorraden.

Data
Rio
Santos
Wisselkoers

V
oo,raao
Prijs
No.
7
V
0O?TaO
Prijs
No.
4

22 April 1922
1.720.000
16.275
2.587.000
19.300

/

15

1922
1)
11
1

1)
1)
1)

8

1922
,,
1.803.000
15.325
2.730.000
19.000
7191s,

22 AriI
1921
540.000
8.570
2.750.000
10.600
8
1
/

Ontvangsten.

Rio

Santos

Data


..4fgdoopen

Sedert

..4fgdoo pen

Sedert
week

t Juli

1

week

1

t Juli

22 April 1922 …

47.000 . 3.361.000
1
183.000
1
7.101.000

22 April
1921….1
68.000 2.483.0001 168.000
1
8.934.000

‘) Feestdag.

COPRA.

De markt was deze week eerder iets beter gestemd.
Consumenten blijven regelmatig koopers.
De noteeringers zijn:
Java f.m.s …….
f
29,25
N.-I.

RUBBER.

Veel verandering in de noteeringen is er in de afgeloopen
week niet geweest. De markt opende iets vaster, doch de
stemming werd spoedig al even lusteloos als voorheen. Het
slot is echter weder iets beter.
De slotnoteeringen zijn:
einde voorafgaande week:

Prima Crepe April
……….
451/t
c.

……….
45’/s C.

April/Juni

45I2
,
.

……….
46

,,

Juli/Sept
…..471/3

….471t

Smoked Sheets April
……..
47

..

……….
47

April/Juni .. .

47112
,.

………. 48

Juli/Sept
…..481/s ,.

………. 48

24
April
1922.

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen

17-22 Apr. 1922

616

1313

1413

1516 513

8/-

10 15 ., 1922

66

131-

1413

1716 513

813

18-23 Apr. 1921 –

17,6

– –

19-24Apr.I920 401-

651- 751- 3819 –

Juli 1914 fr. 7,-

71-

‘713 1416

312

41-

1
)Voor Britsche schepen
1)
Amer. cents p. 100 Ibs.
Graan Petrograd per quartet van 496 11,,. zwaar. Odessa per unit Ver. Staten
oer quarter van 480 lbs. zwaar.
Overige
noteertngen
per ton van 1015 K.G.

INKLARINGEN.

DELFZTJL

Maart 1922

Maart 1921
Landen Van
herkomst

Aantal

N.R.T.

Aantal

N. R.T.
schepen

schepen

Binnenl. havens

5

3.767

2

3.205

Groot-Brittanië

4

5.699

1

240

Duitschiand

5

873

10

2.609

Noorwegen

3

872

Zweden

1

538

Denemarken

2

921

België

1

402

Vereen. Staten

1

3.058

Chili ………..-

1

2.266

Totaal …

21

13.072

15

11.378

Nationaliteit.

Nederlandsche

7 ‘

4.663

2

387

Britsche

1

884

Duitsche

9

2.306

11

4.416

Noorsche

2

753

Fransche

1

3.600

Deensche

1

866

Vereen. Staten

2

6.575

Totaal….

21

1

13.072

15

11.378

(A.
VaLt
Dijk.)

DORDRECHT/ZWIJNDRECRT.

Maart 1922

Maart 1921
Landen van –
herkomst

Aantal’ N R T

Aantal N. R. T.

schepen

schepen

Binneul. havens

3

1.089

1

135

Groot-Brittannië

4

909

Duitschland

– { 5

2.425}

2

660

Danzig

2

1.180

Spanje

1

1.505

Totaal

16

7.474

3

795

Nationaliteit.

Nederlandsche

2

198

1

135

Britsche

4

1.193


Duitsche

10

6.083
1

2

660

Totaal ….

16

7.474

3

795

(Gerard Mauritz.)

Ijzer
Data

N
C
O3

Koper
Standard
Tin
Lood
Zink

24
Apr. 1922
nom.
59.101-
153.716
24.26
27.51-

18

1922..
oom. 59.2/6
152.1716
22.151-
26.151-

10

1922..
nom.
59.151- 152.7j6
22.7/6
26.716

3

1922..
nom.
57.2/6
143.716
21.151-
25.12/6

25 Apr. 1921..
oom.
70.26
174.2j6
20.151-
26.-1
20
Juli
1914..
51/4
1
61.-/-
145.151-
19.-/-
1
21.101-

398

A,.;l
10′)’)

NEDERLANDSCH INDISCHE

HANDELSBANK
AMSTERDAM

BATAVIA

‘s-GRAVENHAGE

AMPENAN, BANDOENG, BOMBAY, CALCUTTA, CHERIBON, GORONTALO,
HONGKONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PALEMBANG, PEKALON-

GAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGAPORE, SOERABAYA,
TEGAL, TJILATJAP, WELTEVREDEN.

Kapitaal /55.000.000,—

Reserven / 47.750.000,-

OCTROOI- EN

MERKENBLAD

UITGAVE VAN DE

VEREENIGDE OCTROOIBUREAUX,
1E V. D. BOSCHSTRAAT No. 1, ‘s.GRAVENUAGE

Bevat o.a. eene
volledige opgave van alle open
baar gemaakte octrooiaanvragen
en
ver=
leende octrooien en van alle gedeponeerde
Fabrj eks= en Handelsmerken.
Abonnements-
prijs voor Nederland
f5,—;
voor Indië f6,— p. jaar.

1

Vraagt nog heden een
gratis Proefnummer

KON INKUIJKE

MEUBELTRANSPORT.MIJ.

DE GRUIJTER & Co.

DEN HAAG
AMSTERDAM

ARNHEM

Bergplaatsen voor inboedels

Opslag van Reisbagage

Verpakking van Kunstvoorwerpen

NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP

Wilton’s Machinefabrieken

Scheepswerf

ROTTERDAM

Scheepsbouw en I’Iachinefabriek

Speciale inrichting voor reparatiën van eiken omvang

Vier droogdokken met lichtvermogen tot
46000
ton

Dwarsheliing

Drijvende kranen met lichtvermogen tot
120
ton

Telefoon: 7303 en 7304
Telegramadres: ,,WILTON” Rotterdam

Auteur