Ga direct naar de content

Jrg. 22, editie 1142

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 17 1937

17 NOVEMBER 1937

.4 UTEURSRECHT 1
7
00 RBEHO LTDEN.

Economisch~Statistische

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

22E JAARGANG

WOENSDAG 17 NOVEMBER 1937

No.
1142

COMMISSIE VAN REDACTIE:

P. Lief
tinck; N. J. Polak; J.’linbergen; ii’. 1e Vries en

11. .41. H. A. van der l’alk (Redacteur-Secretaris).

‘Iie. ‘een Lii teluer (iceiii.i,icincii(1 Rt’deictr-3t’ert’taris).

I,’r’duetie-ade’es: lieter iie Iluoch
weg
122, llotterdane
.
West.

Aan getccI.:nde stukken: Bijkantoor R’nigeplaot’ueg.

‘Jelefoon
1T1.
35000. Postrekcning
8408.

tdve’.rtentie:j voorpagina.
f
0,50 per regel. Andere ‘pagi-

‘na’s ,f 0,40 per regel. Piustsieeg bij abon.nement volgens

tarief. _1dnei nut ratic van aboieeee-enen ten en advce’tentuis:

fVijç//h
it-van. IJiteneee’
.;v.
V., Uitgevers, Ilotterclaiee, Am.-

steritam. ‘s-Gravenhage. I-‘osteleèqne- vee giro-rekening

No. .145192.

Abonneneentsprijs voor het ‘weekblad franco
p.
p. in
edc,.ia?jd
f 16,—.
Alco ementsprijs Eeoeiomiseh-Statis-

tisch illeeandberieht
f
5,— per jaar. Beide organen seinen

f
20,—
per jaar. Buitenland en Koloniën ‘rcsp.

f 6,—
en f 23,— per jaar. Losse nun’nrerS
50
cent. Dona-

teurs en leden van het Neelerla’ndseh Economisch Instituut

ontvangen het ivee/iblad cii het Itaundbericht gratis en

genieten een reductie op cle verdere publwatie.

INHOUD:

Ru.

DE INu’EIiNATIONALE
I.eutTAl.l
NGSI’OSITIE ‘ÂN NEDEI1 1,551)

door
Dr.
L. .1. M.
Joeikleart …………………..S4

indexcijfei-s van kosten van levensonderhoud van arbeii-

dersgezinnen te ‘s-(i-ravenhage door
A. J. 14v. Reieavd
845

Circulatiebank en aitetalingscrediet door
Mr. J. van

Gaten……………………………………
848

BWTENLANDSOHE MEI)E WEll KING:

De t’ransclic volkshuisleouding
01)
weg naar even-

wiclit door
Dr. H. Weiehmann ………………
850

AANTEEKENNGEN:

De pctroleuniieolitiek van Ltalië …………….852

Het gebruik van electrische apparaten iii de nieclerne

huishouding …………………………….853

Bid
tenlandsche beleggingen en htcrbewapeee ing i
II

Engeland ………………………………854

INGEZONDEN STUKKEN:

De ,,Goudriaan”-standaard door
J. 11. Cohen Stvart

met Naschrift door
Prof. Dr. Ir. J. Gouclriu’tn Jr.
855

ONTVANGEN BOEKEN …………………………..857

Statistieken:
Qeldkoersen-Wisselkoersen-Bankstaten ……………..859, 862
Groothandeisprijzen ……………………………857, 860-861

GELD-, KAPITAAL- EN WISSELMARKT.

Op de ee’isscleeearkt was de situatie in dc verslageveek
heel eee.t rustiger un-ee ii, dc voorgaaiide week. ‘l.och sijii
1107
ere! thuctuaties “oorgekoiiieii, die: de na eclaeht hebben
getrokken. i)e l)ollie is tot een laagtepulit gedaald, to’.
tot
f
1.79.4. Op dien dag werd te .Loiecleie cle- e’ec’orclkoers
vi)
ie
5.03 bereikt. Op dat ‘wil was cle verhoudi teg tiissehen
.New-Yoikscheiet goudafgifteprijs en l.ondeiisehie goucheiotee-
ring vice dien earcl. dat eebiteage eeeogelijk eenS. Zoo;eFs
e’i
.
i ihc vorige veek reeds sele ievn.Ii, iietee.venieerde het
En-
gelselie IEgn1isa.tiefoiids al voortclu rciid -i
ii
de niaik-t ieiet
Dolla raaiikoopei:i, hetgeen de: faeto ook arbitrage va
ii
goud
h)eteekellt. Dat iln.ze week voor hen.t eerst het theoretische goudiee-‘oerpuiit e’crch leieikt. beteekeiit dus practisoli heel
veileig. Hoogstens zou IllelI kunnen zegge-Il. dat bij liet be-
reiken s’aja dan Dollarkoers 5.03 liet volgens uorneale mr-ti co lie re – gou da ru i trage – begrip
pui
ook logisch was,
dat het Engelsche: fonds iii cle markt ons, terwijl voor-heen
ee i ttterveietie -du idcle op het -aanleggen vaee andere maat-
staven ‘voor koers- en goud prijsverloop dan onder dle v 0e-
ger geldende onestandigheden. Tot -die aodere inaatstsvven
is uien vrij spoedig teruggekeerd, -waei-t het Engelsche Ega-
1 isatiefon-cls is na liet ‘bereiken vnu igeeiouund record krach-
tig i n -cle in ei rkt ga nu inter ve mi ee all. me’aa dl oor cle Dollar-
koci’s belaeegrijk -verbeterd .De ze actie lokte iveer nieuwe
vraag naar Dollars uit. Telkens weenlleer veeI’ nieuwe
-won etai le ex per i tele
ee
ten over dle to lig gun
Ii.
houd t
i
atu ii rl i,j k
cle contnierciecle vraag voor cle valuta, clie daarbij betrok-
keie is, zieli eenigen tijd terug, en wall 110cr da
ee
dle ver-
wachti ng geeii ‘werkelijkheid word-t, komt plotseling de
bede opgeschorte vraag ter markt.
Bij ons is, zooals gezegd, cle .Dolla r iii syiiepeuth ie ittet
Londen eerst gedaald. zij liet
ie
ict i ei clie mate als daar,
oiiedat -inirleers het fonds ecn’i-g

e.n tijdl tegen stijgende koer-
sen .Pou-deei o.e unie. .13-1 ijkbaa r heet-t het Egaelisatiefolcds,
ook ed werd niet meer -in Dollars ..eopereerd. toch de oriën-
teering

l’a
ii
den Gulden op clan Dollar niet geheel willen
opgeven. ‘Foen dle Dollar i
II
Lonclu verbeterde, liet
hemel
tin-ee ook hier liet Poeed dalen, zoodiat dle Dollarkoers iveer
aantrok De i leterveleUe van ons Egal-isatiefonds bleef
overigens it cle laatste da-gein bete’e-kke-lij-k gering m’an one-
la eg en cle toesta eed scheen weer iets snee r ee i tge-bal
lie
vee Id.
Voor den oveega lig va ei Dolla s
esp
Pondeet ii cle operatie

s
veel liet ton-ds is nog steeds geen
ee
fdoe:nde m’erkla ri leg te
vindlele. litiliteitsoverweging

en moeten daarbij ivel de
hoofd rol hebben geSleCldl, geen pl’l Ilcipieele Ileotieve-el. i)
Dollarkoers is iveer gestegen tot cle oude eeg” van 1.S0
7
/,
ieoenve

1 in liet begin veen cle nieuwe week een lichte reactie
beliedlen dat peil merkbaar was. ie Pon-deeekoers was toen
trouwens ook weer stijgende, zooclat -de Gulden wederom
hete midden hield -tusschenPo

ncl Cle Dollar.
ie Fralesehe Fraeee- heeft geen bijzondere koersse

leolel-
Ileelileg te ZiCle gegeven, noch
01)
cle contante noch o
p
cle
‘terniijmeietarkt. :De Zwits-eesehe Franc leeg ln.ier, lietgeen
meeede toe te sohrijven is aan cle in Zwitserland getroffen
lllaa-treegelell tegel) cle voort-durende toevloeiing van ceem
tijd-dijk olldlerdak zoe-keeldi vluohtkapitaa-l.
De geldillankt te oeezen’t toonde geen evij-zigiiig, IncH zou
ook geen Inotieveel keeeeele-ll bedenken voor zulk een lne.Itel,-
tie.

nu elke verdere verroinung -door aa elwas van den
goud

voorraadl -de
01)
een ele-ileisnumpeil staan-de noteer-i ogen
o-eeebeïn’vloe-cl moet la

tele.
ie beleggimigsniarkt had een wat beteren ondertoon. Ole-
vallend is iii den laatsteie tijdl dle betere stenieie
lig

op de
Eeige-lseihe Ina rkt voor -gon

clg

era-nde well Ideli. Il:tet koerspeil
is daar ongeveer op het
III
e’eau val) vOOr cle aankond igi lig
“nee liet groote bewapen-in-gspla-u in liet begin van -dit ,jaa
dat

toen eelt reactie op de beleggingsniarkt te voorschijn riep.

844

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

17′ November 1937

DE INTERNATIONALE BETALINGSPOSITIE

VAN NEDERLAND

,
.L.r gedurende de laatste jaren de financieele
ve houdingen tusschen de landen ingrijpende wijzi-
gingen hebben ondergaan en ook de ruilverhoisding
van Nederland tot het buitenland een punt van vele
beschouwingen is geworden, is liet van belang een
juist beeld te verkrijgen van den. omvang der diverse
soorten betalingen van en aan het buitenland, welke

0
1) de positie van den ‘G-ulden van invloed zijn ge-
weest. Allereerst zal moeten worden vastgesteld,
welke bedragen jaarlijks door ons land worden ont-
vangen in verband met de.n uitvoer van goederen,
liet bew’ijzen van diensten enz., terwijl daartegenover
zal moeten worden bepaald, welke bedragen jaarlijks
uit diversen, hoofde aan liet bui tenlanci betaald wor-
den. Men zal daarbij echter in liet oog moeten hou.-den, dat een dergelijk overzicht van de betalingspo-
sitie van liet land slechts een aanwijzing vormt voor de invloeden, welke zich op de positie van, het ruil.-
middel doen gelden.. ‘Wanneer immers de bedragen,
welke Nederland uit zekeren, hoofde’ van het buiten-
land heeft te vorderen, niet naar on.s land worden
overgemaakt, doch in den vorm van tegoed in. het
bu itenlan.d blijven, staan, dan vinden op de wissel-
markt geen. transacties plaats. Onigekeerci kunnen de
aan het buitenland verschuldigde bedragen bij onze
banken blijven staan en zoodoende eerst later, hij
terugtrekking daarvan, een druk op den Gulden uit-
oefenen. De z.g. loopende posten van de betalings-
balans behoeven dus, voor de bepaling van den in-
vloed daarvan op de positie van den Gulden, een
correctie voor de kapitaalverschuiving, welke plaats
vindt doordat bepaalde bedragen niet in werkelijk-
heid worden geremitteerd.

D,e omvang van een dergelijke kapitaaiverschwi-
ving kan echter moeilijk worden vastgesteld, aange-
zien ook andere soorten kapitaalverplaatsingen, zoo-
als ‘contante aankoop vân vreemde valuta uit specu-
l.atieve overwegingen een rol spelen en de practijk
van het betalingsverkeer een scheiding tusschen deze transacties uitermate moeilijk maakt.. -Alen zal daar-
om genoegen moeten nemen met een totaaicijfer, dat aangeeft in welke mate de gezamenlijke vorderingen
en verplichtingen van het land tegenover liet buiten-
land in een bepaalde periode zijn toe- of afgenomen.

Bij beschouwing van de internationale betalings-
balans van Nederland, waarvan de cijfers over 1936
en voorgaande jaren kort geleden door het Centraal
Bureau voor de Statistiek zijn gepubliceerd, kan
allereerst geconstateerd worden, dat het riadeelig
saldo van de handelsbalans sinds 1929 is gedaald van

f
763 tot
f
276
millioen. Deze daling heeft ertoe
bijgedragen, bezien in het licht van de hetalirmgsposi-
tie, liet evenwicht in de betalingsbalans te behouden.,
hoew’el de inkrimping van het handelsverkeer, waar-
van zij een gevolg is geweest, uiteraard als een on-‘
gunstig verschijnsel moet worden aangemerkt. Uit
het feit, dat Nederland zich in vroegere jaren regel-
matig een hoog invoersaldo kon veroorloven, blijkt,
dat daartegenover belangrijke baten hebben gestaan, welke sindsdien in sterke mate ‘den weerslag van het
ongunstige verloop der conjunctuur hebben onder-
vonden.

Volgens schatting van liet CBS. bedroegen in
1929 de ontvangsten, uit het buitenland’ wegens rente
en dividend van
OP
langen termijn geplaatst kapi-
taal rond
f
350 millioen. Hierin is begrepen een he-
dreg van ongeveer
f
170 millioen aan dividenden en
handeiswinsten uit Nederlandsch-Indië, welk cijfer
berust op een schatting van het Cemitraal Kantoor
voor de Statistiek te Batavia. In aanmerking’nemen-
de, dat eerstgenoemd bedrag mede verkregen is âan
de hand van opgaven van slechts een beperkt aan-
tal hankinstellingen, kan worden aangenomen, dat
de totale ontvangsten wegens rente en dividend in
1929 meer dan
f
400 millioen hebben heloopen. Daar-

tegenover is ‘voor den l)ed.rag van minstens
f
90 nul-

lioen aan i-ente aan het buiteiiland betaald. Terwijl
de netto-inkomsten Van, onze koopvaardijvloot ‘ui t het
buitenland in 1929
0])
l)ijtia
f
20,0 millioen werden
berekend, bedroegen de baten ui,t doorvoer met over-
lading, havengelden, internationale 1) innenvaart ed.
i.:n dit jaar waarschijnlijk meer dan
f
75 millioen.
Daarbij komen tenslotte nog diverse inkomsten zooals
han.delsw’insten, provi,sies, enz., waaromtrent geen
gegevens ter beschikking staan, doch waarvan wel vaststaat, dat’ zij in de jaren v66r de depressie zeer
belangrijk zijn geweest. Over het geheel kan- worden aangenomen, dat in 1929 het invoersaldo van de han-
deisbalan.s ruim gedekt was door inkomsten uit ‘het
buitenland. Dit wordt tevens waarschijnlijk gemaakt
door het feit, dist Nederland zich, gezien het hooge
bedrag der buitenlandsche emissies hier te lande in
1929 en voorgaande jaren, in deze periode blijkbaar
een vrij belangrjken kapitaalujtvoer heeft kunned
veroorloven, waarvoor slechts voor eemi klein gedeelte
dekking gevonden werd dloor den uitvoer van goud.
Als gevolg vati de depressie zijn de genoemdd in-
komsten aanzienlijk verminderd. Op ‘grond van de
cijfers’ der betalingsbalans, die door het C.B.S. ge-
durende de laatste jaren met steeds grooter nauw-
ke urighei d werd en vastgesteld, kan geconstateerd
worden, dat zij in 1934, een laagtepunt hebben be-
reikt. De d.ntvangsten. wegens rente en dividend wa-
ren in dit-jaar per saldo gedaald tot
f101
millioen,
waarvan slechts
f
18 in ill ioen voor rekening- van
winsten en cl ividenden uit Nederlaimdsch-Indië kwam –
De inkomsten uit het scheepvaart- en havenverkeer
bedroegen tezamen
f 121
nuillioen, terwijl de overige
baten een saldo hebben opgeleverd, dat slechts weinig
hooger was dan de
f
30 milhioen, welke uit hoofde
van het toeristenverkeer aan het buitenland ten goede
zijn gekomen – ‘Waar voorts kan worden aangenomen,
dat de winsten e.n provisies uit onzen buitenla”udschen
handel in belangrijke mate geslonken zijn, is het
-waarschijnlijk, dat het totaal dier loopende inkomsten
van Nederland in 1934 niet voldoende geweest is om
het invoersaldo ad
f
344 millioen te dekken.

Nadat in dit opzicht het jaar 1935 reeds eenige
verbetering had getoond, is in 19,36 voor de eerste
maal sinds een aantal jaren het batig saldo van de
diehstenbalans hooger geweest dan het invoersaldo van de handelsbalans, dat in dit jaar /” 276 inillioen
bedroeg-. De rente-ontvangsten maakten, na aftrek
dcr aan het buitenland betaalde rente, een bedrag
van
f
143 millioen uit. De stijging van deze ont-
vangsten komt voor een deel op rekening van de ver-
hoogde uitkeeringen op huiten,landsche effecten als
gevolg van de in andere landen reeds eerder inge-
treden verbetering der conjunctuur. Het is een ver-
heugend verschijnsel, dat ook Neclerlan.dsch-Indiö
niet een, becliag van
f
34 millioen wederom- in meer-
dere mate in cle i nkomsteri van. Nederlan cl heeft kun –
n.en bijdragen, hoewel het gen oenude -bedrag nog
slechts een .k-lein deel vormt van de in 1929 ontvan-
gen baten. De verbeterde positie- van het scheep-
vaartbedrijf komt ook reeds tot uitdrukking in de stijging der totale inkomsten uit het scheepvaart-
en havenverkeer tot
f
141 millioen. De hier ver-melde ontvangsten zijn gedurende de laatste drie
maanden van het jaar beïnvloed door de depreciatie
van den Gulden, maar de totaalcijfers voor het jaar
1936 zullen hierdoor slechts met een gering percen-
tage verhoogd zijn. De verwachting mag echter wor-
den uitgesproken, dat de sindsdin ingetreden con-
junctuurverhetering in 1937 sterker hij verschillende
posten van de betalingsbalans tot uitdrukking zal
komen.

In tegenstelling niet vorige jaren, toen he,t nadee-
lige saldo van de loopende posten der betalingsbalans
gedekt moest worden door den uitvoer van goud, valt
voor 1936 per saldo wederom een invoersaldo van dit
metaal, groot
f
60 millioen te constateeren. Het is echter niet met juistheid te zeggen, in hoeverre de

17 November
1937

ECONOMISCH.STATISTISCHE, BERICHTEN

845

goudbeweging een gevolg is geweest van de ontwik-
keling der loopende posten, aangezien zij de laatste
jaren sterk beïnvloed is door de kapitaalverschuivin-
gen, die in het beeld van de betalingsbalans een
steeds grooter plaats zijn
gaan innemen. Het jaar
1935 heeft zich reeds gekenmerkt, aan de eene zijde
door de afvloeiing van veel vlottend kapitaal als
gevolg van het va.n tijd tot tijd opgetreden vantrou-
wen tegen den Gulden, aan cle andere zijde door een
sterk overwegen van den aankoop van
huitenlandsche
fondsen boven den verkoop van fondsen aan het bui-
tenland. Teneinde de betalingspositie in evenwicht te houden heeft De Nederiandsche Bank in dit jaar
per saldo voor een bedrag van [199 millioen aan
goud afgegeven. De goudbeweging toonde, de ear-
marktransacties dezer instelling in aanmerking geno-
men, een uitvoersaido van
f
244 millioen.
In 1936 is vlottend kapitaal afgevloeid gedurende
cle maanden Mei en
Juni, alsmede vlak v66r de depre-
ciatie van den Gulden, hij welke gelegenheid cle
circulatiebank goud voor uitvoer heeft afgestaan. Ge-
durende de laatste drie maanden van het jaar heeft echter weer een belangrijken kapitaalinvoer plaats
gevonden, voor een deel als gevolg van verkoop van
vreemde valuta voor binnenlandsche rekening en voor
een ander deel door toevloeiing van buitenlandsch
kapitaal. Hierdoor is de vlottende buitenlandsche
schuld van onze banken in 1936 uiteindelijk toege-
nomen van
f
274 tot
.f
387 millioen, terwijl een ge-
deelte
van
het buiteulandsche kapitaal
in
effecten
belegd is. De omvang van deze laatste transacties
kan
slmhts benaderend worden vastgesteld, aangezien in
de post voor verkoop van effecten, vôlgens de en-
ciulte bij de banken bijna
f
600 millioen in 1936,
zoowel de verkoop hier, te lânde van Nederlandsche
fondsen aan buitenlanders als de verkoop van fondsen
op
butenlandsche beurzen voor Nederlandsche reke-
ning begrepen
zijn.
Uit het onderzoek van het Ame-
rikaansche Treasury Department blijkt echter, dat
Nederland in 1936 voor $ 230 millioen aan fondsen in Amerika verkocht heeft, welk bedrag in Guldens
omgerekend
0
1)
f
380 millioen gesteld kan worden.
Daartegenover heeft ons land in totaal voor niet
minder dan
f
683 millioen aan fondsen van het bui-
tenland gekocht, waaronder voor $ 340 millioen, of

f
550 millioen, te New-York. Aannemende dat verre-
weg het grootste deel der buitenlandsche effecten-
transacties in Amerika heeft plaats gevonden en dat
de resteerende aan- resp. verkoopen hier te lande
zijn
verricht, kan op grond van deze cijfers worden vast-
gesteld, dat het bezit van buitenlanders aan Neder-
landsche fondsen
in
1936 met ten hoogste
f
90 mii~
lioen zal zijn toegenomen. Het Nederlandsche bezit
aan buitenlandsche fondsen zou daartegenover met
hoogstens
f
170 millioen gestegen zijn.
De hier gekenschetste kapitaalverplaatsingen heb-
ben
in 1937 verderen voortgang gevonden. De ruimte
0
1)
de geldmarkt hier te lande is voor een groot deel
veroorzaakt door de sterke toevloeiing vaniddelen,
gepaard gaande met den invoer van goud. De aan-trekkingskracht der Amerikaansche fondsenmarkt
kwam tot uiting in voortgezette aankoopen van fond
sen te New-York. De kapitaalverschuiviugen dreig-
den hiermede echter afmetingen aan te nemen, welke
voor de Nederlandsche huishouding als abnormaal en
onwenschelijk geacht moeten worden. Daarbij komt, dat in verband met liet gebrek aan heleggingsinoge-
ljkheden voor de hier aanwezige overvloed van geld-
middelen een tendens bestond tot ve.rhooging Van. de
kapitaaluitgiften voor huitenlandsché .rekenin.. in
het licht vaii de hierboven genoemde cijfers omtrent
de ontwikkeling van het Nederlandech bezit aan bui-
tenlandsche effecten lijkt evenwel: een verdere be-
langrijke uitbreiding van de Nederland4che bèingen
in
het buitenland, gezien de daaraan verhonden risi-
co’s, niet gewenscht.
Dr. L.
J.
M,
JONKI-IART.

INDEXCIJFERS VAN KOSTEN VAN LEVENSONDER-

HOUD VAN ARBEIDERSCEZINNEN TE

‘s-GRAVENHAGE.

Van 27
November 1920 tot en met 25 November
1921

dus practisch over. 1921

en daarna over
de maanden December 1921, Maart, Juni en Septen1-
ber 1922 heeft het Gemeentelijk Statistisch Bureau
der Gemeente ‘s-Graveuhage een onderzoek ingesteld
naar de kosten van het levensonderhoud
van
aanvan-
kelijk een 30-, per saldo een 28-tal gezinnen daar
ter plaatse, waaronder 24 arbeidersgezinnen.
Het doel van dit onderzoek
was
voornamelijk, be-
trouwbare grondslagen te verkrijgen voor de bereke-
ning van de wijzigingen
in.
de kosten, van het levens-
onderhoud te dezer stede, voor de vaststelling dus
van een Haagsch duurtecijfer; daarnaast moesten de
verzamelde gegevens een inzicht verschaffen in de
levenswijze der betrokken gezinnen.
Door de 24 arheidersgezinnen werd van 27 No-
veinber 1920 tot en niet 25 November 1921 in totaal
een gezamenlijk bedrag van
f
56.413,63 besteed, of
gerekend per ,,gezinseenheid” per week, gemiddeld
een bedrag van
f
12,46.
Sedertdien is door hetzelfde Statistisch Bureau der Gemeente ‘s-Gravenhage regelmatig, tot en met Sep-
tember 1936 per kwartaal, daarna maandelijks, na-
gegaan, welke bedragen (in centen) per gezinseen-
heid per week in verloop
van
tijd zouden zijn uit-
gegeven, indien de uitgaven ook toen steeds voor
hetzelfde
waren
gedaan als in
1921. Met eventueele
veranderingen in de levenswijze der betreffende of
soortgelijke arbeidersgezinnen is dus geen rekening
gehouden. De kwalitatieve en kwantitatieve ,,weging” der verschillende budgetposten is steeds zooveel mo-
gelijk dezelfde gehouden, ongeacht mogelijke feite-
lijk verschuivingen
in
liet verbruik van het eene naar
het andere artikel, of van de eene naar de andere
kwaliteit van eenzelfde artikel. Voor sommige mode-
artikelen bleek een star vasthouden aan dit grond-principe uiteraard t:iiet steeds practisch mogelijk,
terwijl voor de verschillende groente-
en
fruitsoorten
rekening moest w’orden gehouden met een zekere va-
riatie in verband met de wisselingen van, het seizoen.
Ter illustratie
van
de
in
het algemeen gevolgde
berekeningswijze diene het volgende voorbeeld:
In totaal werd door de 24 arheidersgezi.nnen vol-
gens het onderzoek van 27 November 1920 tot en
met 25 November 1921 aan ,,brood en beschuit” be-
steed, een bedrag van
f
5.532,60e, namelijk aan:

W.itbrood

…………..

f
4.456,87
Brninbrood

………….
,

808.63
Krentenbrood

……….

.,

65.66
Roggebrood

………….
,,

44.29
Beschuit

……………..
157.15

Totaal

…………

f
5.532.60

Uitgaande van de voor genoemde basisperiode gel-
dende prijzen per eenheid van eik artikel, zal b.v. na
verloop van tijd op een bepaald moment blijken, dat
de prijs van ‘witbrood te ‘s-Graveuhage is gedaald
met 20 pOt., die van bruinbrood met 22 pOt., van
krentenbrood met 15 pOt., van roggebrood met 18
pOt. en van heschuit met 12X5 pOt. Vasthoudende
aan de fictie,
dat de arheidersgezinnen ook nu, on-danks deze gewijzigde pri,jsverhoudingen toch nog
precies dezelfde gewichtshoeveelheden witbrood,
bruinbrood, enz. zouden koopen als
in
1921,
komt
men tot de volgende berekening:.

w.itbrood 80 pOt. van
.
……
f
4.456.87
=
f
3.565.49
bruinbrood 78 pOt. van ……….808.63
=,,
630.73
krehtenbrdod 85 pCI. vail

65.66
=

55.81e
roggeb’rood 82 pOt. van ……
,

44.29
=

36.32
beschuit 87. ‘pOt. van ………157.15
=

137.50

Totaal ………………
f
4.425.86e

of 80 pOt. van
f
5.532.60e. Gerekend per gezinseen-
heid
per week werd in 1921 aan ,,brood en heschuit”

84

ECQNOMISCH$TATIrSTISCHE BERICHTEN

i7ovember 1937

f,
1.22 besteed, dus.jiu80pCt. hiervan of
f
0•975•

Op een soorteiijk ‘wijze wordt
ook
voor elk ander
oiclerdeel van het arheidersbndget .yoJgen gnoemd
oiiclerzoek’in 1921 vnagegaan,’ hoe de prijzen zich na
verloop vantijd hebben gewijzigd en ,welken invloed
deze gezamenlijke prijswijzigingen, met elkaar zouden
hebben uitgeoefend. op het totaalbedrag (in centen)
per gezinseenheici per week uitgegeven, indien de
uitgaven. steeds yoor hetzelfde waren besteed als in
1921.

De hieruit berekende Ide’xcijfers van kosten van
levensonclerhoucC’
‘zijn. dus in feite niets anders’ clan
slechts een op een speciale wijze gewogen
,,,Index
van kleinhandeisprijzen”.
‘van ‘goederen en diensten
met een ,,weging”, zooals’ deze volgens hett onderzoek
in 1921′ vaor de betreff.et’Lde 24 arbeidersgeziriiien
werd geconstateerd. .

1922,1923 l94 19251426 1927’1928 92) 19’30 1931 193l 193 104 935 196 1937

St pel de

1
te

a
le
e
ie
de ho d

a
1
Id
s
0 – —

geeinnen te ‘s.Grzeenhager
bedragen
.
4
n centen) welke per ‘geznseenhed per, week zouden zijn


vtgegnven, indrnn de uitgaven rSo, hetzelfde waren besteed efs in
1921.

o – _
Vl
w
V +
brood, bnschuir, grultersr’vzren, suiker, roll ie. —

:jil:

izn.b
mm

tr::4I

5001– tvw
til + klendieg en schoeise

45°I
IIttI
‘1-
brandstoffen. pnlroleunr. Sptritus’enn., wach- en

400 – ,

slrijkgond. wasch. en poetsartikelen en huisraad,

– –
350ioo1′-11__


300 – II
1
+

200
III

150

diversen, tabak, sigaren ena., oetrp,, tram en trein, toiletbeeoodigdh., kapper en – –
baden, hulp in de bui)houding, contributies en giften, abonnementen. schoolgel.
00 -. –
den, boe)men ena,. vemenkering. geneeskundige hulp, gas en eleciricitzi) en belasting. – –

50
ILîT1riît1-fLtt

In
grafiek A
héUben wij voor de jaren 1922 tot en
met September 1937 aangegeven, welke bedragen in
centen per gezinseenheid’ per week, volgens de bere-
keningen
”van het’ Statistisch Bureau der Gemeente
‘s-Gravenhage zouden zijn uitgegeven, indien. de uit-
gave,p ,. der hetrffende arbeiders steeds onverander-
lijk vooi hetzelfde waren,’gedaan als in 1921. Het vlak, van boven. hegtedsd, door curve 1, geeft het
totaalbedrag in centen’
prngezinseenheid
per week
te besteden: atth hélasting; ‘gi’s ‘en eleetriciteit, verze-
kering, geneeskundige hulp, contributies en giften,
ahonnementej, schoolgelden, boeken; enz., hulp in
de hu ishu ding; toilethenoodigdheden,’ kapper en ba-
den, ontsptnnin;-‘tram. en’ trein, tabtk, sigaren enz.
en ‘diverse nd’ere; ri’t nader’ omseh’rêven uitgitven.

‘Uit het’nrijwel kilalcke
..
..erlôoj ‘dezer ‘curve is dui-
dêlijk t
,zien
dat dit-gedeelte van het atbeide.rs-
budget zich in verloop der jaren gknme,rkt heeft
door een ‘vrijwel’ .onhevogen:: p’rijsv.erloô5 Van con-
jûiict’urëeié iüi’lëédeth iii’ o. Ô± neërw’aartsche pih-
ting vt.lt hier bitter weinig te bespeuren In de
depiessiejiren ni 1932 bewegen de betreffende cijfeis
zih ‘zelfs in bp’aaride hij :’peöia(l ‘nlèr. dr
eri
, ‘in-
vjoéd van cle ‘toen .ver1oode belastingen. De ver-
s’tarring” dezer ,,vaste lasten”-rubriek blijkt oven-
gens buitengewoon groot te-zijn; Uitgedrukt in pro-
centen vanhet geheele arbeidenibu’dget blijkt de druk:
aii noremde kostengroep,,. te hebben gesehommeld’

van mini tnruti 21.4 pOt. in September ‘).. 1925„ tot
mrtximaal 27.5 pOt. in September 1936, . ofschoon de
absolute bedragen ‘in centen in beide’ maanden tQe-
vahligerwijs practisch gelijk waren (namelijk respec-
tievelijk 220 en 2213′ cent).
Een geheel eigen verloop, hoeprel in’ feite stellig
niet onafhankelijk van de algemeene conjunctuurbe-
wegingen, ver.toonen cle huishuren. Waren deze ge-
durende cle oorlogsjaren en nadien tot midden 1927
kunstmatig door. de Overheid laag gehouden (huur-
commissie-wetten), geleidelijk moesten ook deze pnij-
zeri zich ,,aanpassen” aan de gewijzigde verhoudin-
gen. Een voortdurende huurstijginig.,. welke tot 1931
voortgang vond van
f 1i0
per gezinseenheid per
week in 1921 tot
f
1.52
°
in September .1931
1
was het
gevolg.. Na September 1933 liep dit bedrag weer terug tot
f 1.40
°
in September 1936, vlak viibr de
devaluatie van den gulden en tot
f
1.36 -in September
1937, een jaar nt de’ devaluatie.
Het prijsdalingsproces voor dear beiderswoning-huren te
rsQravei)hage
schijnt door de ,,clevaluatie”
van den gulden wel gestuit, ‘of althans geremd te
zijn, doch nog niet te zijn omgeschakeld tot ccii he-
veging in tegengestelde richting. Vergde cle post
,
m
huishuur” in 1921 nog slechts
8.9, pOt. van het geheele arbeiclersbudget en in Sep-
tember 1922 12.2 pOt., sedertdien werkteti zoowel de
prijsdaling voor de overige kosten van levensonder-
houd als de stijging der huren samen, om genoemd
percentage te doen oploopen tot een inaxinium van
18.6 pOt. in September 1932. September 1936, vlak
vbbr cle devaluatie van den gulden, bedroeg dit per-
centage nog 17.4; nu is het rond 16.
‘1

let vlak in onze grafiek A, naar l)oveli begrensd
dooi’ curve II, dus de ieeds hoven besproken ,,vaste
lasten”-ru.briek, vermeerderd met cle post ,,huishuur”,
vertoont zelfs op langen termijn een zeer opmerke-
lijke conj unctureele onhewogen hei d – Zoowel cle be-
lastingen als cle huishuren laten in sommige ‘gevallen stijgingen zien, als het algemeene conjunctuurverloop
in dalende richting gaat
cii
omgekeerd.
Een buitengewoon ernstigen, practisch zelfs on-
overkomelijken hinderpaal heeft het hier door ons
statistisch vastgestelde verschijnsel gevormd voor cle
zoogenaam cle ,,aanpassingspolitiek” onzer Regeeri ng,
welke aan cle devaluatie van den gulden voorafging.
lIet bereiken van het door (Ie Overheid zoozeer ge-
w’enschte resultaat werd er in. feite door onmogelijk
gemaakt. Vorderden. genoemde ,,vaste lasten” en
,,huishuur” niet elkaar in September 1925 rond 31.5
pOt. of ruim een derde van het totale arheidersbud-
g’et, September 1936, dus vlak vbbr de devaluatie van
den g-u.lden, bedroeg dit pe’u-centag-e 449,, dus
bijna
de helft
van het totale budget
2)

In zeer sterke mate blijkt een groot gedeelte der
hier besproken budgethestan cideelen, hetzij direct,
hetzij indirect, te zijn gebonden aan een
zelfs
over
langere perioden gerekend vrijwel onveranderlijk he-,
clrag in guldens, niet name dus aan de
,,gulden is
gulden”-fictie °)
– Belastingen en h uishuren, vertoonen
weliswaar een zekere hewegingsmogelijkheici, ‘ doch
dan niet zeide.ii in tegengestelde, richting als het al-
geineene conjunctu urverloop. Van eenig rechtsb-eeksch
verband tusschen ,het prijsverloop in, ‘den. groothandel

‘Ter uitschakeling van seizoen’s’vei’sch’illen hebben
wij
speciaal. de Septenibercijfet’s al’s ‘basis voor onderlinge vet’-
gelij’k’in.g gekozen.
Interessant is het, hier nog op te mei’km, dat in
September
1937
‘zoowel het totaal der
.
,’tt5StC 11isten”-iiI-
bi’iek ‘als de post
mr
‘huishnur” practisch eenzelfde ‘absoluut
he’drag ‘vorderde als -in September
1925,
namelijk
r
,”aStC
kisten” respectievelijk
f 2.20 cii f 2.20°
en
rm
‘hU5UU1″
f1.36
ei
f1.35′
PCr

ezin’seenrheid per n’eek
01)
een
totaaibudgetkosteit
Vnu f 8.51°
in September
1937
tegen
f1.033
‘in Septem!ber
1925.
Hoe -men zich in verband met een dergelijke gebon-
denheid van tal van prijzen aan een vrijwel onaantast-
baar geldtbedra.g een
z.g.
,,neutraal”
geidwezen moet voor-
stellen, is ons niet t-echt cluideljtk.

17 “November 1937

ECONOMISCH STATtSTISCHE BERICHTEN

8’47

en de hier besprokeir’huclgetohderdeeleii,’ ve1k

zoo-
kLs boven’ opge’nirkt, in September 1936 ”rond’ 45 iïC
vhh het geheele arbeiclersbudget voi’inden, valt’ p1ac’-
tisch ‘geen’
Spoor
te’ hekenn’eh.

Co.nj u nctuurgevoehg blijken slechts cle restedrencie,
nog niet ‘door ons l)esprokn’ gedeelten’ der kosten’an
het ldrensonderhoud.’ “Doch zelfs voor’ dèêzoveel
meer prijsg’dvo’elige buddtposten,speciaal ‘die Van
klbeding cii voeding,’ is het verband met het p’i’ijsver
loop in den groothandel heel” wat mirtder ene, dan
ieeIa1 wordt verondërsteld. De’ tallooze klachten” ôVer
een. onvoldoende ;,aaiipassing” der kleinhandelsprijzei’i
van’ vele artikelen ‘aan de prijsdaling. •in den groot-
hnde’l, welke men
1
bijvoorbeeld omstreeks .1930′ en
1931 viijwe1 ‘alicr’weeii te ‘horeii kreeg,’ l’egen hier-
van voldoende’ getuigenis af. ‘ll’e’t ‘in de betreffende
jaren ‘door’ clen’ toemnalig”e.n Minister van Arbid,
handel cii Nijverheid aan’ cle’ Hoogleeraren ‘l’oliik ‘en
Kaag opgedragen onderzoek naar de aitripassing der
kieinhndelsprijzen’ aan die ‘in den’ groothandel’ was
ongetwijfeld m’ede ‘een gevolg van genoemde klachten. Voor het zoo belangrijke volksvoedsei ,,brood” ‘w’erd
hij dit ouderz’ok’ o.a. gecoostateerd, dat bijvorhee1d
te ‘s-Gravenhage in de jaren 1927 tot en met’ 1930
ongeveer 13 it 15 cent per brood van 800 gram moest
worden gerekend voor verwerkings- en distributie-
kosten, zooclat zelfs iii het’ practisch ondenkbare ge-
val, ‘dat alle grondstoffen gratis zouden wordn ver-
strekt, een brood van 800 gram” to’ch nôg mins’tens
13 ii 15 cent zou hebben moeten. kosten
“).
Zoo is het niet alleen met ht artikel ,,hrood” ge:
steld, doch ook’ voor alle overige voedingsartikelen
en eveneens voor kleediné en schoeisel constateert
men hetzelfde verschijnsel. Steeds heeft men in den
kleinhandel niet alleen te rekenen met den prijs, voor
een bepaald artikel, hetzij ai,gewerkt product, hetzij
halffabrikaat of grondstof, in den grothandel’ be-
taald, dOch ook met de vaak nog ‘heel wat belang-
rijkei blijkendé ves-werkings- en distributiekösten
welke op zichzelf vaak weer grootendeels zijn te ont
leden in respectieve’lijk een zeker ‘,,loon”-bestancldeel
en ccii min of meer belangrijk percentage ,,vaste
lasten”.

Uitgaande van het gemiddelde der jaren
i926-
1930 werden de kosten vah levensonderhoud ‘van ar
beidersgezinnen te ‘s-Gravenhge in ronde percenta,
ges bepaald door: .

,,Va.ste lasten” , (onderste gedeelte van grafiek
A,
naar boven begrensd door curve T)
……..
22 %
iluishuur (marge tusschen curve IT en curve 1 ‘in
grafiek
A)

………………’ 14
Brandstoffen, waschiim’.t. cmi hu.isiaad (marge curve
111-11)
,,…:………..
8
Kleeding en schoeisel (marge curve IV-11T) ‘,….. .10
Dierljke voeding (marge curve
‘-IV) .
..
20
Plantaaidige voeding (zonder groenten en, fruit; curve VI-V)

.
..
….
….
.
..
.
..
….
.
.

..
…..
.
Groenten en fi’ui’t (marge curve
Vil-VI)
,,’.. 4

Veronderstellen wij verder eenvoucligheidshalve,
dat het budgetgedeelte ad rond 64 pOt. van het totaal, gevormd door de nog niet ‘door ons besproken posten
brandstoffen, enz., kleeding en’ schoeisel, ‘en clierlijke
en plantaardige voeding, per saldo voor ongeveer 30
pCt. direct of indirect (hijv. door een zekere produc-
tie- of consumptieverwantschap met allerlei andere
artikelen) zou ‘worden beheersch’t door het verloop
der groothandelsprijzen van’ ‘de” 48
r
‘mü’tikeTen;’töt
grondslag gekozen voor de samenstelling ‘van dé oüd
ieeks mndexcijfers v’tn giooth’indelspriyen vooi 50
pOt dooi lponkosten’ en vooi de oveimge 20 pOt
door constante v’tste lasten” dan zouden wij op
grond van deze
ficties
to,t de volgende iesultatenkiin-
n,en komen:

t)
Zie grafiek IIB1 en ‘bijlage ‘S’ van’ zeil van ‘eenige verbruiksartikelen” 1; Verslagen’ èn Me-
dedeelinge’n van de Afdeehng Handel en ‘Nijverheid ‘vali’
het Departement van’ Arbeid, Handel n Nijvei’heid, J.ar-
gang 1931, No. 2, bladz. 30 en ’36.’.

EEcit gemiddelde’ dr genoemde indexc.ijfers van
:i roothandelsprijze’n van ’48 artikelen voor de jaren
19’32-1936’vrtoohdé’t.o:v. het gemidelde der jaren
1926-4930 een (léling’ met’rond 46 ‘Ot. Op zichzelf
zou: hieruit, overeenkomstig onze bovenstaande vet-
oridrstellimien, dus ccii daling der kosten van levens-
ond’erhoud ‘ reslilte’etea van’ 0.30 X 0.46 X’0.64 of
slechts’ 8.8
pOt.
‘)
‘,

‘ ‘


Bij een verder aangenomen daling der arheidsloo-
men met ongeveer 20 pOt. en een daling ‘der loôn
kosten.
niet hijvoorhèeld 26i’ pOt. (door rationalisa-
ties en techniekverbeteringen) zou hieruit op zichzelf
een verdere, daling der kosten van leyensonderhoud
voortvloeien van. 0.50 X 0.26 X 0.64 of rond.8.5 pOt.
:1mt ‘totaal zouden de kosten ‘van levensonderhoud
in dat geval dus van 1926/1930′ tot 1932/1936 emid-
delci zijn gedaald:

Dalir.g kosten
v.
levens
Voeding, kleeding en schoeisel, brandstoffen, onderhoud:
193611930
tot

waschartikelen en huisraad:

,
.

,

1932:1936:
Daling groothandelpr:
0.30><
0.46

0.64
of
……8.8
0/

11

loonkosten .’. 0.50
x
0.265
X
0.64
of
……8.5
°/
11
,,vaste lasten”: 0.20 >< – )< 0.64 of ……

ol
o

1.-

Totaal. …’ 17.3
o/
Huishuur:
Stijging (met 3.4
i/o)..
0.034 X
0.14 ……
of
……0.5 °/
,,Vaste lasten” (onderste gedeelte’ van grafiek A;
0.22 van het totaal der kosten van’ levensonderh.)

0
/0

Totale kosten van levensonderhoud: Netto-daling.. 16.8
o/

In wei-kelijkheiclm (1amlden de kosten van levenson-derhoud
,
pver genoemd tijdsbestek van gemiddeld

f
9.93
e
in 1926/1930 per ,gezinseenheid per i’eek tot
gemiddeld
f
8.27 in 1932/1936 of met
16.7
pOt.
Na de devaluatie van den gulden zijn genoemde
kosten weer eenigszins gestegen, namelijk tot
f
8.51′
in September 1937; t.o.v. het 1932/1936-gemiddelde
ad
f
8.27
h
‘dus rond
2.9
pCt. ,
In zooverre er in het, afgeloopen jaav sprake is
geweest van loonstijgingep, gelooven wij deze prac-
tisch gecomp’enseerd te mogen denken door de ook
nu nog verder toegepaste r,atiopnlis,aties ed. Het
indexcijfer van groothandeisprijzen van 48 artikelen
volgens de oude reeks steeg van gemiddeld 85 (basis
1901-1910 = 100) in de jaren 1,932-1936 tot 107
in Septembei 93
17 dus

a
bijn met
25.9
pOt.
De kosten
aan ,,huishuur”
daalden
nog, ondanks de devaluatie
van gemiddeld
f
1.48
e
in 1932/1936 tot
f
1.36 per
gezinseenheid per week in September 1937, dus met
8.4
pOt. , ‘

Uitgaande van dezelfde
ficties
als boven, zouden
wij dus ten opzichte van het gemiddelde niveau in
1932/196
2)
op grond van bovenstaminde stijgin’gs- en
dalingspercentagei ,de volgende stijging der totale
kosten van het levensonderhoud hebben mogen ver-
wachten:

Stijging kosten
v. levens- Voeding, kleeding en schoeisel, brandstoffen, ‘onderhoud
193211936
tot

waschartikelen en huisraad:

,
September
1937:
Stijging groothandelspr.: 0.30 x 0259.X 0.557
of….
4.3
7
1
0

loonkosten.’… 0.50 X

X 0.557 of….

0/,
vaste lasten…. 0.20_x -‘
,
x
0.557 of.
.. . –
i/o

Totaal…. 4.3
o,
Huishüur:

Daling (met8.4
0/,)
……………0.084
X
0.18 of 1.5
0j
,,Vaste 1aste” (onderste gedeelte van grafiek A;
0.263;der, totale kosten van lévensonderh’oud) .. ..

0′

Totale kosten van levensonderhoud: Netto:stijging.. 2.8
i/o

’30 pCt invlo.edsfaotoi’ göothandelsprjseii iii
kle i’niha’iidelspmfijzen.

0.46 :- 46 pCt. ,,prij4clalingcgroothaudelsprijzen. ‘

0.134 =’ 61 pOt.der kosten’va,n levem,isondem’houd, gevoe-.
lig vcior pi:ijsdalig.’inden
5
g.rqotha.ndel.
In 1032-1936 iemeisohten de vemschilleude budgeton
dcmdeelen gemiddeld het volgende procentueele aandeel v’mn
de tot’ile kosten vcn Iciensondem houd
,.Va.ste lasten”

.’
,’:,:’:’.
“‘”i

‘»J’
Z.17 of
26.3′
%
uis’hitui’.”..,’,, ,:: ……:”….,,.:, ,. :
,

., 1.485 ,,

1.8.-
V’oéd;in’g. .kleeding, schoeisel, brandat.,


wmsc1i,ant: en :huisraad . .,,.,,’……..,. ,, 4.61e., ,55.7

f.8.27

848

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

17 November 1937

Zooals men ziet, is ook nu weer het verschil t.o.v.
cle in werkelijkheid door het Statistisch Bureau der
Gemeente ‘s-G’ravenhage geconstateerde stijging der
kosten van levensonderhoud met 2.9 pCt. zeer mi-
niem, hetgeen echter op zichzelf nog geenszins als een
bewijs mag worden opgevat, dat
dus
onze bovenver-

melde
fictiés
de werkelijke verhoudingen vrijwel juist

zouden hebben benaderd. Ter vorming van een hel-dere voorstelling, hoe men zich in feite het verband
tussehen groot- en kleinhandelsprijzen en kosten van levensonderhoud heeft te denken, achten wij de door
ons gebruikte
fictieve
verhoudingscijfers echter vol-
doende, in zekeren zin zelfs onmisbaar
1).

A. J. W. RENAUD.

t)
Geeft mcii zich de moeite, den door Keynes in zijn
,,Treatise on Money” deel 1 respeotievelijk op bladz. 58
en 61 ‘vermelden Snijder-index en zijn eigen ,,Consump-
tion-Index” aami een nadere beschouwing te onderwerpen,
dan zal men ‘zien, hoe ook deze beide indices in wezen
niet veel anders geven clan ccii soortgelijken
,,symvtheti-
schea” index der kosten van ievensondcr/ioud,
als door
ons hierboven voor Nederland verstrçkt.

CIRCULATIEBANK EN AFBETALINGSCREDIET.

De Bokrd of Governbrs van het Federal Reserve
System heeft onlangs een belangrijk besluit ge-
nomen: ,,In een tijd van deflationistische ontwikke-
ling is het van, belang, dat het ‘Federal Reserve
System crecliet verleent met de grootste vrijheid, ge-
paard gaande met veiligheid” en ,,omdat technische
beperkingen van het karakter van ,,eligihle”-papier eer-
der de veiligheid van de structuur van het bankwezen
in gevaar brengen dan het te beschermen”, aldus de
argumentatie an een maatregel om een aantal soör-

ten credietpapier, tot nu toe niet ,,eligible” volgens
de ,,regulations” van het System, toe te laten tot het
disconto of als o.nderpand voor te verstrekken voor-
schotten. Tot dit credietpapier behooren verschillende ëategorieën afbetalings-wissels, -notes, euz.
1-let ligt niet in mijn bedoeling op de argumentatie
in te gaan; slechts om eenige aandacht te wijden
aan een nieuw element, hetwelk hiermede – naar ik
meen – zijn intrede doet in het circulatiebankcre-
diet. Voor zoover mij bekend, is althans nog nooit
,,afbetalings-financierings-papier” tot het disconto hij
een circulatiebank toegelaten of’ wordt dit door deze
aanvaard als zekerheid voor andere credietverleening.

De rechtstreeksche aanleiding hiertoe zal men wel moeten zoeken in het ontbreken – in de portefeuilles
der ,,aangesloten” banken – van papier, dat aan de
traditjoneele eischen van discontabiliteit voldoet;
naar bekend zijn handeiswissels en bank-accepten al sedert jaren zeer schaarsch in de Vereenigde Staten.
Daarentegen moet het afhetalingspapier in verschil-
lenden vorm een steeds ruimer wordende plaats in
de wisselportefeuilles der banken innemen. De onmo-
geljkheid. om
– buiten de zeer weinig renumeratieve
belegging in schatkistpapier – een behoorlijk em-
plooi te vinden voor de vlottende middelen, heeft de
banken értoe gebracht meer aandacht te schenken
aan dit credietpapier.

Voor een handelsbank kan dit inderdaad attractie
hebben: de ervaringen, opgedaan in de crisisjaren,
hebben hét afhetalingscrediet geen afbreuk gedaan;
terwijl de normale — voor de Vereenigde Staten al-
thans normale – credietverleening aan handel en
industrie’ tot tal van verliezen of tot bevriezing aan-
leiding gaf, heeft het afbetalingserediet zich zeer
goed gehouden. G-roote verliezen
zijn
hierbij niet
voorgekomen: over het algemeen heeft de afwikkeling
een normaal verloop gehad en feitelijk ias slechts
merkbaar, dat de crisis op den omvang van het afhe-
talingscrediet invloed had. Verklaarhaar is dit wel:
afbetalingscrediet in den gebruikeljken zin, dus ,,con-
sumptief” crediet, zal allereerst nooit die investee-
rings-stimulans hebben, welke van een uitzetting van
het ,,productief” crediet uitgaat. Het leidt dus niet

als dit laatste rechtstreeks tot een scheeftrekking
van de economische ontwikkeling, welke immers door
z.g. crediet-infiatie gestimuleerd wordt. Indien het
bankwezen zich toelegt op afhetalingsfinanciering
heteekent dit, dat de banken haar toevertrouwde of
door haar gecreëerdc ,,koopkracht”, – uiteindelmjk
bestemd voor consumptieve besteding, doch door de
deposanten tijdelijk aan haar toevertrouwd -, ter
beschikking stellen van andere kooplustige consu-
inenten; hier wordt dus niet anders gedaan dai.i
cbnsumptieve koopkracht overgedragen van den een
op den ander; conjunctureele gevolgen kunnen hier-
van op zichzelf niet uitgaan.

Geheel anders is liet evenwel indien de tijdelijk aan
de banken toevertouwde consumptieve koopkracht
(credit-saldi in rekening-courant en korte deposito’s)
door de banken worden gebruikt voor ,,productief”
crediet, vooral tot uitbreiding van het productie-
apparaat: alsdan wordt consumptieve koopkracht be-
stemd tot kapitaalinvesteering en de productie van
dit nieuwe apparaat zal dan zeer spoedig kunnen
hemerken, dat de consumptieve koopkracht, welke
het product van die nieuwe kapitaalgoederen zou
moeten knopen, in verminderde mate aanwezig is;
deze credietverleening draagt dus de kiem voor een
conjunctuur-ommekeer in zich.
Aangezien de afhetalingsfinancierings-instituten
tenslotte niet alleen werken met korte gelden, zal,
conjunctureel gezien, een financiering van het afhe-
talingstelsel door het bankwezen juist eerder een
invloed oefenen tegen overgesteld aan dien van de
rechtstreeksche financiering van de productie: heeft
deze laatste de tendens tot
illiquiditeit,
eerstbedoeide
strekt misschien juist tot bevordering der liquiditeit
in het algemeen.
Het bovenstaande betoog lijkt misschien wat para-
doxaal; het is
ongetwijfeld
cle vraag of er meer dan een theoretische waarde aan is toe te kennen, want
in de practijk zal moeilijk een onderscheid zijn vast
te stellen tusschen .,consumptief” en ,,productief”
crediet; wij komen hierop nog terug. In ieder geval
zal de gunstige ervaring met het afbetalingscrediet
ook wel een gevolg zijn van liet feit, dat in een
crisis het totaal der bonen en salarissen veel minder
sterk daalt dan dat der winsten: ,,Profits stop; wages
and salaries do not stop” zegt
Selignma.n
zeer terecht
in zijn standaardwerk (Economics of Instalment Seli-
ing, 1, hl. 324).
Wanneer de handelsomzetten inkrimpem, krimpt
ook het afbetalingscrediet automatisch in; dit is een
ander en. zeer belangrijk verschil met het industrieele
bankcrediet: als het
tijd
is om zeil te minderen, zon
zegt Seligman, kan afbetalingscrediet geheel verdwij-
nen; dat dit niet industrieel crediet niet het geval
is heeft menig bankier in de laatste jaren droevig
ervaren; afbetalingscrediet verdwijnt echter in den
ioop van maanden automatisch, terwijl industrieel
crediet in vele gevallen de neiging heeft om hoogere
cischen te stellen in tijden van terugloopende con-
junctuur; in ieder geval treedt de illiquiditeit ervan
juist in tijden waarin de winsten verdwijnen en daar-
mede de bron, waaruit de aflossing moet vloeien, dui-
delijker aan den dag dan ooit.

* *
*

,Tegenover deze creditposten op de rekening van
afbetalingscrediet zijn ook debetposten te stellen. Er
zit in zuiver consumptief crediet steeds een niet-con-
servatief element, hetwelk ons tegenstaat: het ver-hypothekeeren van toekonistige ,,koopkracht”, het
anticipeeren op toekomstig en nog onzeker inkomen.
Het gevoelselement speelt hierbij vooral voor ons, dQgeljke Hollanders, een rol; al wordt het dan ook een ,,Fehlinyestierung”, bij ,,productief” crediet zit
toch voor een vergrooting der productie en alleen
hierdoor kan de veeid vooruitgang boeken. Wij zul-
len op deze gevoelselementen
l)O
en contra niet in-

17 November 1937

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

849

gaan, maar willen trachten de-zen credietvorm -op

andere wijze te benaderen.
De onderscheiding ,,productief” en ,,consumptief” crediet is op zichzelf nog niet veelzeggend; tenslotte
is alle crediet consumptief, want men neemt het om
het te verbruiken. Ook wie er een nieuwe fabriek

van laat bouwen, betaalt

tenslotte in de eerste plaats

loon, dat verbruikt wordt. Voorts is een oogenschijn-
lijk consumptief crediet vaak ,,productief” in wijden
zin en wat is er tenslotte tegen, dat men zich een
gebruiksvoorwerp alvast aanschaft en er het genot
van heeft, indien men maar zorgt, dat er evenwicht
blijft tusschen de waarde van het voorwerp en de

nog te betalen termijnen?
Maar er is nog iets anders: in vele gevallen be-

teekent het afbetalingscrediet niet meer dan een an-
deren vorm voor
materieel
dezelfde credietverleening.

Een fabrikant heeft behoefte aan rouleerend bedrijfs-
kapitaal, ter financiering van zijn voorraad of afzet.
1-Tij kan zich dit verschaffen, bijv. door middel van
een rekening-courant-crediet tegen zijn loopende in-
casso’s, in het algemeen een creclietvorm, waartegen
weinig bezwaren zijn in te brengen. Maar wat is het
verschil, indien hij, uit gebrek aan bedrijfsiniddelen,
contant verkoopt en zijn afnemers zich financieren
door middel van. afbetalingswissels? Slechts dat niet
de fabrikant, maar de afnemers c.q. de verbruikers het crediet nemen. Het accent valt dus in dit geval
meer op het
juridisch
onderscheid dan op het
eco-

nomisch
verschil. Toch wordt aan het afbetalings-
crediet in verband met de financiering der onderne-
ming weinig aandacht geschonken, hoewel dit zich
meer en meer zoowel in actieven als passieven vorm
in de financiering van het productieproces indringt.
Het is dan ook niet alleen een gevolg van de eigen-
aardige monetaire omstandigheden in de Vereenigde
Staten, dat de Fed. Res. autoriteiten thans tot ,,er-kenning” – om het zoo maar eens te noemen – van
het afbetalingscrediet zijn overgegaan. Inderdaad be-
staat de mogelijkheid, zelfs de waarschijnlijkheid, dat dit aiïdere credietvormen zal gaan vervangen.

Uit algemeen oogpunt moet dit, zoo lijkt het mij,
eerder worden toegejuicht dan. afgekeurd. Hierboven
wees ik er reeds op, dat het afbetalingscrediet con-
junctureel veel minder gevaarlijk is dan het z.g. pro-
ductieve hankcrediet, wanneer dit in investment-cre-
diet of in riskante ,,Vorfinanzierung” ontaardt, zon-
als maar al te vaak het geval wordt.

De liquiditeit is een ander punt, hetwelk be-
schouwd moet worden. Stellig staat een normaal
han-

delscrediet, wat afwikkelingsmogelijkheid betreft ver
boven een afbetalingscrediet, maar die credieten, ge-
dekt door courante marktartikelen, vormen slechts
een onderdeel van de actieve credietverleening der
banken; de credietverleening aan handels- of indus-
trieele ondernemingen ter financiering van den afzet is, zooals wij hierboven zagen, feitelijk op één lijn te
stellen met het afbetalingscrediet. Indien zich dus
langzamerhand een omzetting voltrekt van de fihan-
ciering van het rouleerend bedrijfskapitaal door de
handeishanken in afhetalingscrediet, behoeft zulks op
de totale structuur van het bankwezen slechts
for-

nmeelen
invloed te hebben.

*
*

Wij hebben een tweetal punten nog niet aangeroerd
endêze zijn van zeer groot belang, namelijk de
zeker-

heid
en de
credietcontrôle.
Wie de keuze heeft tus-
schen credietverleening aan één groote onderneming of aan een reeks van kleine, ieder voor zich moeilijk
op boniteit te keuren afnemers, zal zich niet lang
beraden; het risico lijkt voorts in het laatste geval
veel grooter, hoewel de practijk schijnt aan te toonen,
dat dit niet het ‘geval is. Op de rekerheid zullen w’ij
niet verder ingaan; dit is een zuivere practijk-kwes-
tie. Indien het afbetalingscrediet een plaats gaat in-
nemen in de officieele credietpolitiek, zal de crediet-

contrôle evenwel anders moeten worden ingericht;
de handelsbanken vormen thans met of liever onder
toezicht van de circulatiebank, het credietwezen
waarop de officieele credietpolitiek steunt; de con-
-trôle van het crediet is feitelijk daartoe beperkt. Is
dit op- het oogenblik nog – voldoende om te cunnen
zeggen, dat men het credietwezen in een bepaald land
onder contrôle of supervisie heeft? Mi. is dit mis-schien in de vorige eeuw het geval geweest, maar
stellig niet meer -toen het crediet in alle lagen der
maatschappij doordrong en in allerlei vormen overal te vinden was. Tegenwoordig is aan bijna elke trans-
actie het element crediet verbonden en hoe een ge-
ring deel daarvan loopt maar via het bankwezen, dat
in vele gevallen nog absoluut passief hierbij is en
inderdaad niet meer dan een intermediaire rol speelt.
Wanneer men ziet tot welk een belachelijk kleine
proporties bijv. het acceptcrediet – weldra mis-
schien niets meer dan een antiquiteit, welke wij
alleen nog aantreffen in een leerboek – is me-enge-
schrompeld tegenover de milliardenbedragen aan
staatsverplichtingen, waarop het opereerend kapitaal
van de meeste circulatiebanken steunt, dan bgrjpt
men,. dat er in de laatste jaren iets pricipieel ver-
anderd is in de credietsituatie en dat het bankwezen
in plaats – van leidend, slechts lijdend is aan een
staatsfondsen-indigestie en zich daardoor hoe langer
hoe meer de handen bindt of laat binden, terwijl aan
den anderen kant de aanrakingspunten met het wer-
kelijke zakenleven hoe langer hoe minder worden,

zelfs hier en daar
schijnen
af te steiwen.

Daarentegen zien wij naast het handelsbankwezen
een nieitwe groep ian financieringsinstituten ont

staan, deels als onderhoorige ondernemingen van
groote concerns ter financiering van den afzet, deels
als zelfstandige financieringsinstellingen, wier ,,notes”
als belegging door de handelsbanken worden gekocht.

De Amerikaansche piactijk van de afbetalingsfii.n-
ciering is feitelijk een indirecte verschaffing van
roiileerend bedrijfskapitaal

aan de producenten: de

last van de financiering van de voorraden wordt door de producenten in vele ‘gevallen afgewenteld
0
1) dan

tussehenhandel
1)
Zoodoende wordt, naar wij hier-
boven reeds zagen, slechts de juridische vorm van
het crediet gewijzigd, maar blijft de materieel-econo
mische, ni. de financiering van den voorraad, de ver–
schaffing van rouleerend bedrijfskapitaal, dezelfde.
Echter banktechnisch met dit groote verschil, dat de
oude handelsbanken volkomen buiten deze credietver-
leening staan, hoogstens een passieve rol spelen, ter-
wijl zij vroeger juist de actieve verleeners van het
overeenkomstige crediet warén. —

De groote ,,finance companies” in de Vereenigde
Staten, de Commercial Investment Trust, de Corn-
mercial Discount Cy, en de Gen. Motors Acceptance
Corp. hebben een verhouding tusschen eigen beschik-
bare en vreemde middelen van 1 : 5 á 6, terwijl men
globaal kan zeggen, dat zij ongeveer de helft van haar
uitzettingen financieren door middel van kortloo-
pende ,,notes”, wissels enz.
2).
De fina.ncieele opzet

Zie:

Prof. M.

Paly-i,

,,’Ihe

Oh-icago

Credit Market”,
blz.
122-128.
Hieronder-volgt een
kom-t balansoverzicht
van ge-
noe-mde drie maatschappijen,
van beide eerstgenoemde per
30
Juni
1937,

‘van de G.M.A.C. ‘per
31
Dec.
1936.

Aativa
(in millioenen Dollars).
Comm. Credit
Comm. Investm. G.MA.C.
Kasmiddele’n

39 61

44
Afbet. credieten

. . .

299
532
443
Andere activa

7
17
3

Totaal

……….
345
610
490


Passiva
Eigen

kap.

en- tot.
reserve-s

………93
135
100


Langi.
,,notes”
en obl

65
68
1.25
.

Korte ,,notes”

167

341 221
Dive

verpi.

……..

20
66

44

Totaal

……….345
610


490

ECONOMISCH-STATISTISCHEI BERICHTEN

17 November1937

lijkt daardoor gunstig; gunstiger clan die van le
Arnerikaansche handelsbanken in de provincie; de bedrijfsresultaten toonen ruime winsten ,nietteg.u-
staande de groote concurrentie, want ook op dit punt
zien wij weer de typische Amerikaansche ontwikke-
ling met duizenden kleine instituten in cle provincie
en enkele ,,ni arnmouth “-oud ernem ingen in de groote
centra.
J:Iet is stellig veel te vroeg om zich thans reeds
aan voorspellingen te wagen omtrent de plaats, welke
het a.fbetalingscrediet in het credietwezen zal kunnen
innemen. Ook moet men de beteekenis van cle prin-
cipieele bereidverklaring van de Fed. Res. banken
niet te hoog aanslaan; in ieder geval zal slechts een
zeer klein gedeelte van het uitstaande ,,finance
paper” voor het disconto in aannierking kunnen
komen, omdat dé termijnen ver hoveh de usantieele
looptijclen voor bankabel papier uitgaan. lIet afbe-
talirigscrediet is echter door bedoelden maatregél in
den kring van het barikabeï papier opgenomen en er
is derhalve aaileiding om dezen stap te toetsen aan
cle geldende regels voor circulatiebank-beleid en al-
gemeene credietpolitiek.
Uit het bovenstaande is n.m.m. ‘wel af te leiden,
(lat met clieti maatregel principieel geen nieuwe rich-
ting wordt ingeslagen ; zelfs, wat de positie betreft,
welke het afbetaiiiigscrediet’ thans heeft hij de finari-
diering van het bedrijfsleven, lijkt het mij, dat bij
opvattingen omtrent de taak van het handelsbank-
wezen als thans in vele landen meer en meer ingang
schijnen te vinden, een opereerend kapitaal, berus-
tend op afbetalingscrediet, misschien w’el grooter
waarborgen voor eenige stabiliteit in de conjunctuur
(voor zoover deze beïnvloed wordt door de geldpoli-
tiek) zou kunnen geven dan de traditioneele crediet-
politiek! Het was intusschen geenszin.s mijn bedoe-
ling in deze korte beschouwing het vraagstuk van het afhetalingscrediet in zijn geheel te bespreken,
doch slechts aan te geven’ welke plaats een gezond
afbetalingscrediet in de algemeene credietpolitiek
kan innemen.
J. VAN GALEN.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE FRANSCHE VOLKSHUISHOUDING OP WEG

NAAR EVENWICHT.

Dr. H. Weichmann te Parijs schrijft ons:

liet gewicht van de depressie, dat met den over-
gang naar het winterseizoen van de zijde der produc-
tie zoowel als vaiÏ die van de valuta gelijktijdig op
het Fransche bedrijfsleven drukte, is onverwachts ge-
durende cle laatste weken lichter geworden. De hoog-
spanningen van gisteren zijn inderdaad verzacht en
de symptomen van herstel, welke zich beginnen, af te
teekenen, blijken niet te verwaarloozen factoren, die
beloven een winter in te leiden, waarin men cle crisi
zal weten, te boven te komen.
De oorzaken voor deze plotselinge zwenking zijn zeer verschillend. Zij berusten ten deele op binnen-
landsehe, ten deele op internationale gebeurtenissen
en zijn bovendien nog afhankelijk van technische en
psychologische factoren. Ju ist liet samenwerkén van
een groote reeks van’ cle meest verscheiden oIrIstdI:
digheden heeft tot de. plotselinge verandering iii de
economische perspectieven voor Frankrijk geleid. –

De b’egrootinq.
De toestmind van (10 begrooting, die het begin van
de Fransche valutanioeilijkheden vormde, is in den
ioop van de laatste maanden aanrienlijk verbèterd,
zooals de Minister van Financiën Bonnet hij de he-
raadsiagingen over cle :dieuwe begrootirig ea’ in zijn
groot exposé omtrent den finaneieelen toestand op
het Partijeorgres van de Radicaai-Socialisten’uiteen-
zette.

.

1
,
,
De’ begrooting der gewone uitgaven voor’ ‘1938 kaii

tnet èen totaal i’an Fr. 52.179 miii. dank zij de jongste
helistingverhoogingen als in evenwicht worden be-

scliouw’cl. De hégroote inkomsten bedragen Fr. 53.781
inill. en door tôepnssing van voorzichtige schattings-methoden mag men verwachten, clatde al te-bekende
onaangename telen tellingen op dit gehi ccl zullen
worden vermeden. .

Ook de onmiddellijke kaspositie is verbeterd en wel
in grootere mate dan de schattingen hadden doen ver-
wachten. De belastiriginkomsten zijn weder in over-
eenstemmink met de ramingen en in taat de op’ de
begrooting v
1
oo’rzienc uitgaven volledig te dekken.
‘}Tet ‘voor d dekking van te betalen leeningen en
andere uitgclvn open crecliet hij de Bank van Frank-
rijk, ten helrage van Fr. 15 milliad, waarop reeds
ten: tijde ‘vad”het openen van dit’erediét op 1
Juli jl.
voor een bedrag van Fr. 1.770 mi!!. een beroep moêst
worden gedaan, behoefdd later slechts i’net Fn 1.240

mill. in de behoeften’ van dé schatkist te• voorzien.
Het gioottte gedeelte’ van de vervallen credieten; in-
zonderheid de hons G’ermain Martin, ten bedrage van Fr. 5.4 milliard, die in October terugbet,kald moesten
worden, konden, door twee op elkaar ‘volgende conso-lidatie-transacties met succes woiden gedekt. De jong-
te lôening van het Crédit National voor werkver-
schaffingsdoeleinden, ten bedrage ‘van Fr. 1 nulliard, kon binnen drie da’gen worden geplaatst, de Zwitser-
sche leeni.ng, ten bedrage van Fr. 1.400 mi].!., werd
eveneens zonder moeilijkheden ondergebracht, terwijl
teuslotté ook dé ‘vernieuwing van het schatkistpapier
wreder inc een bevredigend tempo plaats heeft. De
positie van, de schatkist en van het staatserediet is dus weder gunstiger. De schatkist heeft, zooals de
Minister van Financiën uiteenzette, hij de Bank van
Frankrijk èen tegoed van Fr. Iø milliard, een bedrag,
waarop voor de hormale betalingen geen beroep be-
hoeft te worden gedaan.

Tenslotte is ook het door den Staat te dekken te-
kort van cle spoorwegen volgens de kortgeleden door
den Minister van Financiën genoemde
cijfers
aan.-
zienlijk verminderd. Volgens de ramingen bedraagt
het tekort, dank zij de kortgeleden ingevoerde ver-
hooging van, de tarieven, nog slechts Fr. 3.5 milliard
tegen nog Fr. 12 milliarci het jaar tevoren. In de
ontwikkeling van deze cijfers komt ook het grootere
passagieÎs- en goederenvervoer tot uitdrukking.
Tegeiover deze optimistische cijfers werden vele
bezwaren geopperd, waarvan de juistheid niet te loo-chenen valt. De werkelijkheid van het evenwicht van de gewone hegrooting wordt door bepaalde kringen.,
in hoofdzaak door de socialistische linkerzijde en de
uiterste rechterzijde, in twijfel getrokken met de op-
merking, dat de hoogere helastinginkonasten minder
‘een gevolg zijn van een economische opleving clan wel
van bijzondere momenteele omstandigheden. De fiscus
profiteert op het oogenblik van de periode van de
hooge helastinginkomsten en tenslotte van de depre-ciatie, welke met de daarmede gepaard gaande prijs-
verhoogingen tot hoogere belastinginkomsten moest
leiden. Dit beroep op de buitengewone omstandighe-
den van cle huidige verbetering ontkent echter niet
het feit van een bestaande verbetering van den finan-
cieelen toestand, welke wederom de voorwaarde voor
een opleving van de economische bedrijvigheid vormt,
waarvan een werkelijke consolidatie van. de hegioo-
ting verwacht mag worden.

Ook de critiek op den omvang van de toekomstige
leeningbehoefte, welke door den Minister van Finan.-
ciën op Fr. 15. milliard is
becijferd,
trekt geenszins een bereikten vooruitgang in twijfel. Het cijfer van
Fr.’ 25 milliarcl, dat de afgevaardigde Paul Reynaud
tegenover het door den Minister van Financiën ge-
noemde cijfer- stelt, blijft met ongeveer 15 niiillard
hij de aanvaniceljk gevreesde crediethehoefte ten ach-
ter ccc oventrgft niet de normale toeneming van het
spaa rkapitaal gedurende een. jaar.
De besliste afkeer van de’ ,,m.ystïek van, het he-
grootingseveiiwieht”, die een jaar lang de Fransche
staatshuishouding heheerschte, en de terugkeer tot de
klassieke methoden, van de begrootingspolitiek heb-

17 November i97

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

‘5 1

hen in enkele nïaandeii den grondslag gelegd voor
het te boven kon’.vn vah cle bestaande crisisspannin-
gen. liet blijft echter dc vraag of cle Fransehe staats-
huishouding van dezen nieuw geschapen gezonderen
grondslag uit, haai’ draai naar boven wil en kan
nemen.

7’eekenen van opleving ïn hei bedrijfsleven.

De tallooze partijeongressen, die onlangs werden
gehouden, hebben behalve cle politieke ontspanning,
welke zij hebben teweeggebracht, ook- op economisch
gebied tot een. losser maken van cle dogmatische op-
vattingen bijgedragen, terwijl ook het nuchtere econo-
m isc.he inzicht weder aan aanzien heeft gewonnen.
Dan rmede is psychologisch een niet onaanzienlijke
bijdrage voor het overwinnen van de crisis geleverd.
Bij een rustiger beschouwing van den toestand, van
economisch standpu rit
bezien,
bleek ook spoedig, dat
de algemeene economische toesta.ncl in. Frankrijk
geenszins zoo gespannen. is als men het in den strijd
om de dogmatische beginselen ccc programmapun ton
wilde doen voorkomen.
De lage stand van Ie incinstrieele bedrijvigheid van
Augustus is in September overwon nen. Dit feit was
stellig te voorzien, omdat in Augustus de wettelijke vacanties afliepen.. Het herstel bereikt ook nog niet
het ii iveau van Juli, hetgeen te verklaren is uit het
onregelmatig heivatten van het werk in de eerste
weken van September, evenals uit de nieuwe onze-
kerheid door cle valutacrisis van Septenibe,r vet’oor-
zaakt. Uit cle gestegen productie juist tegen het einde
van. cle maand en cle ten deele grootere productie per
dag mag men echter afleiden, dat cle volgende maan
den de p.roductiehaisse van den zomer weder zuilen
in h ii le ii.

1937
Productie-index

1936

SSei
1
Juk
1
Aug.
1
Sept.

Algemeen indexeijfer.

98

104 1 102

91

96
Mechanische industrie

100

118

117

110

109
Metaalindustrie ……..85

105

106

91

102
Texielindustrie

67

66

65

45

54
Mijnbouw …………..98

98

95

74

99
Bouwbedrijf …………65

61

57

53

51
Lederinciustrie ……..101

101

98

91

91
Papierindustrie ……..151

141

14

112

130
Rubberindustrie …….952

801

833

904

932
Automobielindustrie

475 1
423

433

448

438

Uit bovenstaande tabel blijkt, dat behalve de door
buitengewone omstaudigheden veroorzaakte scherpe
la1ing in Augustus, de achteruitgang de bewapenings-
industrie sedert het voorjaar nauwelijks heeft ge-
troffen, doch de naast de hewapeningsinclustrie wer-
kende takken van industrie heeft aangetast. Ander-
zijcls bewijst cle snelle ophloei juist van deze takken
van industrie na het dieptepunt van Augustus het
bestaan van een naar den achtergrond gedrongen vraag
naar goederen, waaraan als gevolg van. cle i nniiddels
begonnen prijsstahiiisatie in cle eerstkomende m aan-
den wel in sterkere mate zal worden voldaan.
Voorts toont ccii overzicht van de door de maat-
schappijen, waarvan het boekjaar op 30 Jun.i eindigt,
gedane uitkeeringen, dat veel ondernemingen, haar
dividenden hebben verhoogd. De ,,Agence .lconomique
et fin.ancière” kon onlangs een lijst puhliceeren ‘van
30 groote maatschappijen, welke haar dividenden had-
den verhoogd. Dit aantal is, met het oog
01)
het be-
perkte aantal maatschappijen, waarvan het boekjaar
op 30 Juni eindigt, zeer hoog. Nu moet een clerge-
lijk summier overzicht stellig met voorbehoud worden
bezien, omdat het geen rekening houdt met de spe-
ciale omstandigheden, welke zich tijdelijk in de ver-
schillende industrieön hebben kunnen voordoen. Niet-
temin bewijst het echter, dat er potentieele mogelijk-
heid voor een opleving bestaat en rechtvaardig-t het
vertrouwen in cle capaciteit van, het Fransche be-
clrijfsleven om zich aan de hderschende nieuwe om-standigheden aan te passen.

Ook
Icet Fransche volicsinkornen
toont’ volgens een

in cle ,,Aunuaire de la France” gepubliceërde studig
een in het laatste jaar duidelijk naar toren komende
tendens tot toeneming:

Ra.niingeii ‘a.ii het Iai

ticu1iere inkomen.
(in
inilliai-den 1?ra.ucs).

1933

1934

1935 . 1936

Loonen cii salarissen ………101.1

92.8

86.5

96.1

Opbrengst uit kapitaal ……..35.3

35.8

33.2

33.5

Landbouw ……………….26.0

20.5

18.5

26.0

IOdustrie – …………….17.8

16.5

15.5

16.5

Vrije beroepen ……………’4.0

3.9

3.8

3.8

Pensioenen ………………..14.5

14.4

13.6 –

13.3

Totaal
.
………………1990

1840

1720

189.0

– 1Tét totale volksinkomen, .dat in ‘1935 zijn laag-te-

punt met Frs: 172 milliard oereikte, wordt voor
1936 op Frs. 189 milliard geraamd. De toeneming he-
draag-t Frs. 17 millia’rd of. rond. 10 pOt. lIet is inte-
ressant hierbij te con.stateeren, dat deze toeneming
geenszi n.s uitsluiten cl moet worden toegeschreven aan
cle verhooging van de bonen en salarissen in 1936-
Deze zijn inderdaad met 11.1 pCt. gestegen, maar,
itt
nog sterkere mate is het inkomen, uit clenianclhouw
toegenomen en wel met 40.5 pOt. Ook het in.dustrieeie
inkomen is met 6.5 püt. gestegen. Uit den aard der
zaak client hierbij evenwel het voorbehoud te wor:decc
gemaakt, dat hier verschillende Francpariteiten wor-
den vergeleken.. Anderzijds moet ook weder reken ing worden gehouden met liet feit, dat cle dlep.reciatie van
dec. Franc pas eind September plaats had, dat de
eerste vier maanden van 1936. nog in het .teekeu van
den grootsten deflatiedruk stonden, dat in den zomer

de groote stakingen het bedrijfsleven gedurende lan.-
gen tijd stil legden en dat het inkomen van cle boeren
waarschijnlijk in veel grootere mate is gestegen, dan in de statistieken tot uitdrukking komt.
De toeneming van de inkomens, die dus ongetwij-
feld heeft plaats gehad, kan slechts uit één oogpunt
bezien, aan beteekenis verliezen, en wel wanneer men
rekening- houdt met de gedaalde koopkracht. Het in-
dexcijfer voor ‘de koopkracht van de gemiddelde loo-
nee en salarissen bewoog zich als volgt:

le -kwartaal 1937
.
…………140
2e

1937 ………….i5s
3e

.,

1937 …………1.50

De wedioop tusschen boonsverhooging en koop-
krachtvermindering schijnt dus uit te loopen op een
koopkrachtvermeerdering. Dit feit bewijst ook een
andere berekening. De loonsverhoogingen ‘in, cle in-
clustrie b8wegen zich tusseheri 35 en 40 pOt. De
kosten van levensonderhoud zijn tot
mcl.
September
met 30 pOt. gestegen. De voorsprong van de inko-
mensverhooging op de prijsstijging is dus in het on-
gunstigste geval nog niet geheel ogeteercl.
Bij dezen geenszins ongunstigen toestand komt nu
een sedert eenige weken waarneembare stabiliteit van
de prijzen, welke zelfs een tendens tot daling- inhoudt.

On tmm.i kkeli tig van de grooth
mi
udel-sprijzen.

.1937
136 juni Juli Aug. Sept. Oct. 6 Nov.
Algemeene index … 405 58 580 591 618 611, 604
Binnenl. producten – – 444 564 584 604 631. 641 636
Buitenl. ‘pröducteii – . 335 490 572 569 595 559 536
Levensmiddelen
;..
.. 427 532 554 574 615 594 597
1:ndu.str. grondstoffen 386 544 603 607 622 627 612

Uit deze cijfers blijkt, dat de prijsbe’weging naar
beneden, welke in October begon en zich- ook vérder
schijnt door te zetten, aan cle daling op de grondstof-
fenmarkten moet worden .toegeschrevèu. Deze ont-
wikkeling op de wereldmarkten heeft ‘juist
OJ)
een
moment in.gezét, waarop de zenuwachtigheid omtrent
de prijzen in Frankrijk nog nauwelijks scheen ‘te kun-
nen worden beheerscht en aanleiding gaf tot de meest
pessimistische prognoses voor den winter.
Met het oog op deze ontwikkeling kon de Fransche
regeering ook een poging wagen, het algemeene ver-
bod tot prijsverhooging op te. heffen, dat in Juli 1937

852

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

17 November 1937

ten behoeve van het scheppen van een glijclenden
Franc werd ipgevoerd en prijsverhoogingen van de
goedkeuring der prijzencommissies afhankelijk stelde.

Door een verordening van 7 November werd het al-
gemeene verbod tot prijsverhooging vervangen door
een speciaal verbod, dat in hoofdzaak op een reeks
levensmiddeicti, kleedingstoffen, papier, leder, metaal-
waren en brandstoffen betrekking heeft. 1-lieruit
blijkt duidelijk de veranderde beschouwing der situa tie, welke de huidige prijsontwikkeling toelaat.

In dit verband beschouwd is ook de sedert eenige
weken waarneembare vastheid van cle Fransche valuta
meer een gevolg dan een oorzaak van de betere econo-
mische perspectieven. De vlucht uit den Dollar kan
een welkome ondersteuning van de actie van het
Fransche va]uta-egalisatiefonds zijn geweest, de vast-
heid van de valuta over het geheel beschouwd betee-
kent echter minder een weerspiegeling van de ge-
beurtenissen overzee dan de uitdrukking van een
voortgaande inwendige consolidatie. In hoeverre men
echter ook in details het zwaartepunt van de invloe-
den kan begrenzen, het Egalisatiefonds was in elk
geval in staat het aanvankelijk tot zijn beschikking
staande bedrag van Frs. 10 milliard weder geheel aan
te vullen, nadat dit reeds tot 3 inilliard was gedaald.
Gezien de uitschakeling van de tendenzen tot prijs-
opdrijving, de consolidatie van de staatsfinanciën en het bestaan van een onverkleinde verdedigingsbasis,
kan de crisis van den Franc als zoodanig als over-
wonnen worden beschouwd.

Na een lange periode van onevenwichtige bewe-
gingen streven dus de factoren, welke de economisuhe
ontwikkeling beheerschen, uiteindelijk naar een zeke-
ren eve.nwichtstoestand. Na een hervonden stabiliteit
van de grondslagen voor prijzen en calculaties, na
uitschakeling van cle ongerustheid op politiek en mo-
netair gebied, krijgt Frankrijic nogmaals de groote
kans om de welvaart te herstellen. De nog
01)
te
lossen taak is de opvoering van de productiebedrij-
vigheid, een opvoering, welke, indien zij plaats vindt,
met het oog op de ongebruikte productiecapaciteit en de mogelijkheid van kostprijsdaling bij productietoe-
neming zeer snel tot een verhoogde rentabiliteit zou
moeten leiden, zoowel voor de Fransche volkshuishou-
ding in haar geheel als voor de afzonderlijke onder-
nemingen. Indien in andere landen nog steeds van
een kunstmatige overproductie kan worden gesproken,
dan moet in Frankrijk, hoe paradoxaal dit ook moge
klinken, een kunstmatige ouderproductie worden ge-
constateerd. Deze te overwinnen is het eerste wat ge-daan dient te worden en het zou ten eenenniale onbe-
grijpelijk zijn, wanneer men deze gelegenheid wederom
wegens gevoelens van politieken of doctrinairen aard
voorbij zou laten gaan.

AANTEEKENINGEN.

De petroleumpolitiek van Italië.

Petroleum speelt tegenwoordig een grooten rol in
het streven naar autarkie van de groote mogendheden
en wel voornamelijk om strategische redenen, al
spelen ook redenen van monetairen aard (deviezen-
besparing) hierbij eeh rol. Engeland kan zichzelf
voorzien; Frankrijk heeft zich veilig gesteld door
kapitaaldeelneming in Oost-Europa en Azië; Duitsch-
land probeert zich door ,,Ersatz” onafhankelijk te
maken. Tenslotte is Italië met- een ,,brandstofpoli-
tiek” begonnen die alle nationale en imperiale moge-
lijkheden probeert uit te buiten, sedert de sancties
de sleutelpositie van de petroleum aangetoond hebben.

Twee recente publicaties bespreken een tot dusver-
re voor een buitenstaander vrij duistere Italiaansche petroleumpolitiek: een gedenkschrift van den presi-
dent van de ,,Agip” (Azienda Generale Italiana Pc-
troli) het staatsbedrijf, en een monografie van Cesare
Alimenti ,,La questione petrolifera italiana’.- – Dr.
Friinkel bespreelct deze twee publicaties in de ,,Oester-

reichischer Volkswirt”, waaraan wij het volgende
ontleene.n. De laatste publicatie beziet de kwestie
uit het gezichtspunt van de auto-industrie en oefent
uit dien gezichtshoek voorzichtige critiek
01)
dc ge-
voerde politiek. De autarkiepolitiek is een der oor-
zaken van een achteruitgang in de auto-industrie;
het particulier Autobezit is zeer gering en grooten-
deels verouderd, eenerzijds door de buitengewoon hoo-
ge benzinehelasting en de brandstofautarkie van
auto’s, anderzijds door de hooge aanschaffingsprijzen.
In geval van oorlog zal het leger dus voornamelijk
op zijn eigen autopark aangewezen zijn.
In 1926 begon de Staat, met de oprichting van de
,,Agip”, een systematische petroleumpolitiek te we-
ren, om zich vrij te maken van •de internationale
trusts. Doel van deze poiitielc was prjscontrôle. De
,,Agip” sloot een verdrag met de Russische petro-leumindustrie, wier producten (ruwe olie) zij ver-
werkte en verhandelde. Hierop berustte o.a. de poli-
tieke vriendschap met de Sovjets, doch deze werd
verstoord toen de Sovjets gedurende de sanctiiW çih
niet meer gebonden verklaarden.

Kenmerkend voor de petroleumsituatie is, dat het
aandeel der verschillende exportianden steeds veran-
dert. Italië heeft hiertegen echter haar positie ver-
zekerd door het verwerven van de meerderheid van
de ,,Prahova” in Roemenië; ook tijdens de sancties
was het mogelijk langs dezen weg olie te verkrijgen.
Deze methode maakt de ïeeds sterk passieve handels-
balans nog ongunstiger en kost dus veel deviezen.
In de jaren 1928-1932 heeft de ,,Agip” de meer-
derheid in de ,,Mosul Oil Fields Ltd.” verwor-
ven. In 1936 werd onder invloed van de sancties in
deze politiek, die vrij kostbaar was, wijziging ge-
bracht; de ,,Agip” ruilde deze aandeelen in bij de
concurreerende Irak Oil tegen een leverantieplicht
gedurende 75 jaar. Natuurlijk is men op deze wijze
niet verzekerd, dat de levering, wanneer de nood aan
den man komt, om politieke redenen onderbroken
wordt, doch dit geldt voor alle veraf liggende grond-
stofgebieden. Belangrijk is hier echter voor Italië
dat de verschepingshvens aan de Middellandsche Zee
liggen; ook hiêrin ligt een van

de punten waarom
de strijd tusschen Engeland – en Italië – om dé hegerno-
nie in de Middellandsche Zee giat.

Voor de oorlogsvoorziening zoekt – men het echter
dichter bij huis nl. in Albanië en het eigen land.
De pijpleiding tusschen het Devoligebied (Albanië)
en Valma (Albaneesche haven aan de Adriatische
Zee) wordt voor een dageljksche capaciteit van 1000
ton gebouwd. In het le kwartaal 1937 produceerde
dit gebied reeds 30.000 ton (1936 14.000 ton).
In Bari en Livorno heeft men fabrieken gebouwd
voor het maken van synthetische benzine en raffi-naderijen met ieder een jaarlijksche capaciteit van
200.000-240.000 ton
1),
die in 1938 in bedrijf zullen
komen. Tezamen met den aanvoer uit het Devolige-
bied zal men dan in de eigen benzinehehoefte kun-
nen voorzien.

De Italiaansche ruwolieproductie. bedraagt nog
slechts pl.rn. 25.000 ton, ‘d:i. 1 pCt. van het jaarver-
bruik exclusief oorlogsmarine en Oost-Afrika. Zeer
kostbaar zijn de tot nog toe vergeefsche, tot 2000 M.
diepe boringen geweest, evenmUs de synthetische ben-
zineproductie uit asfalt.
Qndertusschen hebben reeds zeer belangrijke wijzi-
gingen plaats gehad in de samenstelling van den Ita-
liaanschen olie-invoer. De invoer van ruwe olie is de
laatste paar jaar sterk toegenomen; ook de invoer van
residu nam toe, terwijl •de invoer van lichte oliën
sterk achterbleef.
Voor het – loopende halfjaar wordt een invoerplan vastgesteld om zooveel mogelijk alleen riiwe olié en
residu in te voeren. Petroleum, benzine e.d. worden
rus uitgeschakeld. Waar T
..talië’s productie van pe-
troleumderivaten, ongerekend de benzine, nog slechts
een fractie van de- -jaarlijksche invoerbehoefte van 1.200.000 ton bedraagt en haar benzineproductie in

17 November 1937

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

853

het eerste halfjaar van 1937 107.500 tan bedroeg
tegenover een invoer van 103.600 ton
1),
zal het’ toch
tenslotte, na verbruik van de binneulandsche voor-
raden, cle invoer van derivaten veer moeten toelaten,
daar anders groote schade aan het bedrijfsleven .cal
worden toegebrach t.
De handel zal zich dus nu moeten richten naar de
landen, welke bereid zijn om alleen ruw’e olie te
leveren zonder daarbij te verlangen, dat eveneens
derivaten worden afgenomen.

Doel van dit embargo evenals van cle voorafgaande
belastingen zal consumptiebeperking zijn, daar het
verbruik weer was toegenomen na den Abessijnschen
oorlog. Deze consumptiebeperking is in Italië noodig
wegens het gebrek aan deviezen. Volgens Dr. Frilukel worden echter nauwelijks deviezen hiermee bespaard,
terwijl waarschijnlijk cle prijs van ruwe olie door de
i’ergroote vraag zal stijgen (‘gelijk reeds gebeurde
bij den prijs van ,,residu”). De vrachtprijzeii zijn voor
alle modificaties gelijk.

De ,,Ersatz”-producten hebben zeer teleurgesteld:
bij houtgasmotoren bleef men afhankelijk van buiten-
landsch hout. De gedwongen menging met alcohol
kon niet doorgezet worden, daar men de benoodigde
20 pOt. alcohol niet kon voortbrengen. Men gaat

voort met het maken van synthetische benzine uit
melasse en suikerbieten, de productiekosten zijn ech-
ter buitengewoon hoog en men blijft afhankelijk van
buitenlandsche steenkool, benoodigd voor dit product.
Een werkelijk autarkisch product kan men slechts
uit de inheemsche bruinkool winnen; hiervan, zal de
jaarlijksche productie op 4.000.000 ton gebracht wor-
den, waarvan 200.000 ton voor hydreering.

Deze productie-methoden, zijn nog zeer in het
experirnenteer-stadiuin, hetgeen bij de sterke evoluties
op dit gebied weer hooge kosten meebrengt, daar de
installaties anders snel verouderen.

Door deze omvangrijke olie-politiek kan men zich
in geval van oorlog gedurende niet te langen tijd
zelf voorzien. De keerzijde van deze politiek is, dat
aan de overige industrie hierdoor echter belangrijke
kapitalen worden onthouden en haar brandstofkostsn
aldus verhoogd worden.

Schattingen omtrent het jaarlijks aan het buiten-
land verschuldigde bedrag voor olie-invoer varieren
van 300 tot 500 millioen Lire. Buitengewoon veel
hooger zijn de investeerings- en productiekosten in
het eigen land. Alle belangen worden echter onderge-
schikt gesteld aan het oorlogsbelang. Dwingen de
omstandigheden tot een verder gaan op deren weg,
dan zal het particulier initiatief steeds meer in
hEt
gedrang komen, wat niet in overeenstemming is mct
‘het ideaal van het fascisme.

t)
Deze cijfers ontieenen
wij
aan de ,,Internationa.Ie
PeLroleum Kri’epondeur” van
3
September.

Het gebruik van electrische apparaten in de

moderne huishouding.

Terwijl de fahniëage van electrische toestellen in
het algemeen sedert de depressie van 1929 een stij-
gend verloop vertoont, heeft de grootste stijging
0])
het gebied der electrische apparaten voor huishoude-
lijk gebruik plaats gehad. Niet ‘alleen zijn hier de
tijdens de crisis geleden verliezen ingehaald, maar
de productie vertoont zelfs nieuwe hoogtepunten. Wij
outleenen hieromtrent de volgende gegevens betref-
fende de Vereenigde Staten aan ,,The Index” van de
New-York Trust Company.

Terwijl in 1936 het indexcijfer voor de productie
van industrieele electrische apparaten in de Ver-
eenigde Staten 76 en voor electrische apparaten in
het algemeen. 46 bedroeg, stond het cijfer voor koel-
kasten op 147 en voor andere electritehe huishoude-
lijke artikelen op 113, waarbij 1929 als basisjaar is
gekozen.

Niet alleen in ‘de waarde zien wij een sterke stij-
ging optreden, maar vooral in de verkochte hoeveel-
heden, daar de prijzen voor deze artikelen sedert 1929
aanmerkelijk, zijn gedaald.
Deze stijgende afzet heeft verschillende oorzaken:
le. daling der electriciteitstarieven in de groote
steden,

2e. verdere electrificatie der agrarische districten,’

3e. verbeterde toestellen tegen lagere prijzen.,

4e. stijgende koopkracht.

Onderstaande tabel geeft een overzichtelijk beeld
van de verkoopen in den detailhandel in de Vereenig-
de Staten tusschen 1926 en 1936.

L

Stofzuigers
xI000
Strijkijzers
xl000 xl000

L
aarde

Koelkaste n Wasch mach.
Xl000

1
Aant.Laarde.1
aardel

Aant.
Waardel

Aant
Aant.

$ $ $ $
1926

..
65.000
1.065
8.883
57
79.950
205
124.000
844
1927

..
58.536
1.195
10.880
68
131250
375
110.95
776
1928

..
60.973
1.219

8.556
92
178.690
535
108.000
810
1929

..
64.811
1.396 9.637
126
227.176
778
107.000
956
1930

..
55.988
1.170
‘7.600
100
217.525
791
83.809
802
1931

..
37.311
878
6.720
80
233.748
906
69.020
812
1932

..
19.601
557
3.500
50
155.610
798
33.620
570
1933..
30.271
739
.

3.411
70
172.720
1.016
59.935
967
1934

..
43.555
968
6.196
116
220.848
1.284
72.874
1.121
1935

..
54.710
1.201
7.860
144
260.421
1.5159
79.932
1.229
1936

..
67.552
1.513 10.384
180
341.044
2.080
100.948
1.529

Uit deze cijfers blijkt duidelijk, hoe conjunctuurge-
voelig cle afzet van deze artikelen is. Dit is waar-
schijnlijk ook gevolg van de ruime toepassing van
afbetalingscrediet in deze branche. Verder zien wij
uit deze cijfers dat de invloed van de stijgende trend
het sterkst is bij de koelapparaten en in mindere
mate, bij de waschmachines. Door vergelijking van de
cijfers der aantallen en der waarden wordt duidelijk,
hoe de prijzen dezer artikelen gedaald zijn.
Is nu nog een verdere verruiming van de markt
voor deze artikelen mogelijk?
In ,,Electrical Merchandising” heeft men een glo-
bale berekening gemaakt van het aantal electrisch
aangesloten woningen en het percentage ervan, dat
in het bezit is van een bepaald electrisch apparaat.

Aantal electrisch Perc. v. h. tot, aantal
aangesloten wo- electrisch aange-
ningen, waar het sloten woningen,
artikel in gebruik waar het artikel in
was,

gebruik was

Strijkijzers

………….
20.394.000
93.2
11.496.000
52.5
11.452.000
52.3
Waschmachjnes

………

10.700.000
48.9
Electr. klokken

………
9.114.000
41.6

Broodroosters ………..
Stofzuigers

………….

Koelapparaten
9.000.000
41.1
Electr. koffiemachines
6.960.000
31.8
Wafelijzers

…………..
4.573.000
20.9
Electr. verwarmiugsinst
4.104.000
18.7
Electr. kussens
4.099.000
18.7
Verwarmingsplaten
3.524.000
16.1
1.735.000
7.9
Electr. fornuizen ………
Kookapparaten
1.338.000
6.1

Bovenstaande tabel laat duidelijk zien, welke art!-
kelen nog vel en welke niet meer als luxe-goederen zijn te beschouwen. Zooals uit de cijfers blijkt, is de
markt nog geenszins verzadigd en bestaan er nog
‘groote expansiemogeljkheden, vooral wanneer w’ij bé-

denken, dat ongeveer 20 pCt. der woningen in de
Vereenigde Staten nog niet aan het electrische net
is aangesloten. Verschillende Regeeringsmaatrege’len
worden ‘genomen om de verdere electrificatie te be-
vorderen.

Een belangrijke factor voor verdere uitbreiding van
de markt vormen ook de betalingscondities; een uit-breiding van de mogelijkheid om dit soort apparaten
op afbetaling te koopen, zou den afzet zeer ten goede
kunnen komen. Voor de producenten zal dat echter

SI

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

17 Novenibér1937

een grootére conjunctiurgevdeligheid var( den :afzet

tot gevolg hebben.
Bovendien zullen wij in cle toekomst rekening moe-
ten houden met nieuwe artikelen; vooral op het ge-
bied van huisverl ichting en rad iotoestellen bestaan
nog groote mogelijkheden.
Welke mogelijkheden er op eletrisch gebied in cle
huishouding nog bestaan, wordt door het artikel in
,,The Index” op de volgende origineele wijze gerle-

m onstreerci –
,,’s Morgens worden wij wakker tussehen electrisch verwarmde dekens; na te zijn opgestaan wasschen wij
ons met electrisch verwarmd water en. scheren ons
met een electrisch •scheerrnes Itongerig komen wij
het ontbijt, waar wij ons tegoed doen aan elec-
trisch geroostercl brood, electrisch gezette koffie en
electrisch gekookte eieren. Na op de electrische klok
te hebben gekeken, haasten wij ons naar ons kantoor,

waar wij ons neerzetten
01)
een stoel met electrisch
verwarmde kussens. Ondertusschen wascht onze huis-
vrouw de vaten ‘af met een électrische bordenwas-
scher, gaat kamers, doen, wasschen en. strijken waar-
voor stofzuigers, electrische wasch machines en strijk-ijzers onmisbare hulpmiddelen zijn.
Wanneer wij ‘s avonds in ons electrisch verwarmde
huis terugkeeren, wacht ons het op een electrisch
fornuis gekookt avondeten, opgediend op electrisch
verwarmde borden en schalen. Wanneer het bedtijd
wordt, gaan wij slapen in onze electrisch voorver-
warinde slaapkamer.”

Wanneer wij een, vergelijking willen maken tusschen
de toestanden in de Vereenigcle Staten op dit gebied
en die in Nederland, dan doet zich de moeilijkheid
voor, dat voor ons ian.d zoo weinig cijfermateria:al
bekend is.
Zonder nu direct tot het hierboven beschreveu
uiterste te vervallen, mogen wij toch ook voor ons
land een steeds verdere uitbreiding van het gebruik
van electrische apparaten voor huishoudelijke doel-
ei nden verwachten.
In. het algemeen. zijn, zij echter nog weinig in onze
huishouding doorgedrongen; alleen stofzu.igers en
electrische strijkijzers hebben zich vooral hij de beter
gesitueerden weten in te burgeren, zoodat hetgeen
gezegd is van de uitbreidingsmogelijkheden, in de
Vereenigcle Staten in versterkte mate voor ons land
zou kunnen gelden.
Ook h iei zijn echter lagere electriciteitstarieven en
lagere prijzen der toestellen een, noodzakelijke voor:
vaarde
Wat betreft. cle .hoôgte ‘der electriciteitstarieven
steekt Nederland gunstig af bij de Vereenigde Staten.
Ir. M. Deurvorst heeft in. het Econ. Technisch Tijd.-
schrift van Juli 1937 een vergelijking gemaakt tus-
schen. de Amerikaansche en de Nederlandsç.he tarie-
ven en komt tot cle conclusie, dat cle tarieven, voor
huishoudelijk gebruik hij ons lager ?.ijn clan in de

ereenigdle Staten.
hij baseert echter zijn conclusies op een omreke-ning van de Amerikaansche tarieven in Neder)and-
sche valuta, waarbij hij eeo Dôllarkoers van
.f
1.85
anneemt, doch houdt geen rekening met het ver-
schil in. koopkracht der beide geldeenheclen.
Daarnaast ligt er nog een belangrijke taak voor
de reclame, welke niet onderschat mag worden, ge-
zien de groote resultaten, die in de .Angelsaksische
landen door een goed geleide reclamecampagne
0]) dit gebied zijn. bereikt. Een remmende factor voor den
afzet van electrische apparaten ligt in ons land mis-
schier, in cle groote reclame voOr gas. Zeer groote ge-
deelten van ons land worden centraal bediend van.-
uit bedrijven, voor welke het gas slechts hijprodu.ct (Staatsmijnen, hoogovens) is, en die du.s lage tarie-

ven kunnen berekenen.

Buitenlandsche beleggingen en herbewapening in
Engeland.

,,The Econoinist” wijdt een artike’ aan cle waar-
schuw’iug van. Sir Rohert Kircdersley, leider van Lazard
l3ros & Co. en bestuurslid van de Bank van Engeland,
(lat Engeland sinds 1935 inteert op zijn buitenland-
sche beleggingen, daar het meer zou terugontvangen aan aflossing dan er nieuw belegd wordt.
Hij acht het, in verband met de herhewapening,
noodzakelijk, dat de nationale besparingen, in den
vorm van huitenian.dsche beleggingen, intact worden gehoudian. Een sterle cla,ling van de opbrengst dezer
beleggingen zou het onmogelijk maken het herbewn-peni ngsp rogramma ii it te voeren zonder druk uit te
oefenen op de levensstandaard en zou de structuur
van de Engelsche handel en industrie aantasten.
Diviclenden. en interest op cle buitenlandsche beleg-
gingen zijn een vitaal deel van Engelands nationaal
inkomen, zij zuilen in stand gehoudlen moeten worden,
wil Engelandi in cle toekomst zoowel ,,kanounen als
boter” hebben.
Volgens Kindersley bedroeg in 1936 het totaal aan
hu.itenlanclsche beleggingen. £ 3.764 millioen. In 1935
bedroegen de nieuwe beleggingen £ 51 mil’lioen, de
aflossingen £ 81 millioen, in 1936 £ 61 millioen resp.
£ 107 millioen, zoodat het totaal aan buitenl,andsche beleggingen in die
2
jaar met £ 76 millioen, di. es.
2 pOt., is gedaald.
Nu moet men, volgens ,,The Economist”, hierbij nog
rekening houden met het feit, dat de lage rente ‘er-
scheidene diommions ertoe bracht in versterkte mate
te converteeren en af te lossen. Deze versterkte af-
lossing wordt nu niet gecompenseerd door een pro-
portioneel versterkte buiten la.ndlsche belegging, in
verband met cle onzekere. valuta-vooruitzichten, de
schaarschte aan credietwaardige dehiteuren, en de
groote binnenlandsche vraag naar kapitaal. De on-
zekere politieke toestand speelt hierbij ook een g.roote
rol. –

Verder houdt Kind.ersley geen rekening met de
speculatieve aankoopen van Amen kaansche effecten in 1935—’36, tot een bedrag van $484.millioan. Voor
zoove.r deze werldelijk betaald zijn, doen ze het totaal
aan huitenlandsche beleggingen toenemen.
Gelijk de Frankfurter Zeitung opmerkt, in een ar-
tikel naar aanleidi nu van de uitlatingen van Sir
Robert Kindersley, komt men, als men hiermee
rekening houdt. meer in overeenstemming met de
officieele Engeische schattingen voor cle betalings-
balans, die voor 1935 een kapitaaluitvoeroverschot
van £ 38 inillioen, en voor 1936 ee,’, invoeroverschot
van £ 19 millioeri geven., hetgeen, volgens cle Frank-
furter Zeitung, voor heide jareu tezamen toch nog
op een uitvoeroverschot, van £ 14 tnilli.oen neerkomt..
Blijkbaar heeft Engeiandl in de heide voorafgaande
jaren zijn huitenlan.dse.he kapitaalvoorraad dus veel
minder aangesproken dan uit Kinclerslev’s cijfers zou
volgen. In het loopen.de
jaar, dat in sterkere mate onder
invloed van de herhewapening staat, wordt volgens het artikel in. de Frankfurter Zeitung cle ontw’ikke-
ling duidelijker. lIet goecleren-invoerove.rschot steeg
in le eerste 9 maanden t.o.v. dezelfde periode van
1.936 resp. 1935 met resp. £ 55 en £ 110 millioen. Men
kan niet aannemen, dat hier een gelijke vermeende-
ring van cle inkonistenposten teg’etiover staat, zoodat
cle warschijnlijkheicl groot is, diat Ei.igelan.d thans
werkelijk een. deel van, zijn bui tenlan.c]sche beleggingen
consu meert.
* *

‘T
o
l
gens
genoemd artikel in cle Frankfu.rter Zei-
tung valt principieel niets in te brengen tegen Kin-
dersiey’s bewering, dat in,teren op het in het buiten-
land helecde kapitaal ernstige gevolgen voor de volks-
huishouding moet. hebben, door cle toekomstige in-
vloed op cle betalingsbalans in den. vorm van gedaald
rente- en dividendinkomen
Evenwel moet men constateeren, dat het voorloo-

17, November 1937

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
pig..

85

slpehts gt om een gering deel van de buiten-
la.n.dsche beleggingen.
In dit verband vermelden wij nog dat in een
iatere beschouwing in ,,The Economist” van 13 No-
vember opnieuw aandacht wordt geschonken aan
de positie van crediteur- en debiteurlanden en een
uitvoeriger studie over dit vraagstuk in het voor-
uitzicht wordt gesteld. In deze latere beschouwing
van ,,The Economist” staat om. vermeld, dat Enge-
land’s ontvangsten in den vorm van interest en divi-
dand op haa.r buitenlandsche beleggingen neerkomen
op meer dan £4 per hoofd der bevolking, doch niet
meer uitmaken dan één twintigste deel van het na-
tionaal inkomen.
Doch, zoo vraagt de Frankfurter Zeitung, al zou
Engeland téngevolge van de bewapening eens 10 pCt.
op dit in het buitenland belegde kapitaal interen,
zou dan dit geheele bedrag verlies beteekenen? Het
antwoord luidt ontkennend, want tegenover het ver-
lies aan buitenlandsch vermogen staat een stijging,
zij het dan ook een geringere, van het binnenlandsch vermogen. Nieuwe hoogovens, staal- en machinef a-
brieken enz. verhoogen, ook als zij hun ontstaan dan-
ken aan de herbewapening, het economisch potentieel
van een land, en kunnen er later toe bijdragen de be-
talingsba.lans zonder deflatorische hulpmiddelen in
evenwicht te houden, en eventueel dp buitenlandsche
beleggingen weer te vermeerderen. Bovendien kan de
bewapening, – aldus nog steeds de Frankfurter Zei-
tung – doordat zij de algemèene bedrijvigheid
stimuleert, de prijzen doet stijgen en de reëele bonen
verlaagt, de kapitaalsvorrning begunstigen. Zoo zijn
dus de uitgaven hiervoor niet geheel en al kapitaal-
verlies.
Financiering van de bewapening uit belastingen
heeft daarentegen, aldus het artikel, groote bezwaren.
Hooge belasting op ondernemerswinsten en loonin-
komens heeft spoedig afname van bedrijvigheid en
dalende kapitaalvorming tengevolge. De Engelsche
regeering heeft er nu de voorkeur aan gegeven liever
iets op het huitenlandsch kapitaalhezit in te teren,
dan door beperking van de koopkracht de handels-
balans te ontlasten.
Een betrekkelijk klein deel der buitenlandsche be-
leggingen is voldoende om onder deze omstandigheden
een aanzienlijk deel van het bewapeningsprogram te
kunnen verwezenlijken, zonder de bedrijvigheid in ge
vaar te brengen, de kapitaalsuitrusting te verniinde-
ren, de levensstandaard te verlagen, en zonder dat de
Staat daarbij diep in het economisch leven behoeft
in te grijpen.
Een dergelijk resultaat zou nooit bereikt kunnen
werden door de hianenlandsche kapitaalrijkdom ajleen,
want verplaatsingen van het b.innenlandsch kapitaal
voeren snel tot storingen in het economisch mecha-
nisme van een land, terwijl het resultaat van het ge-
deeltelijk opteren der buiten landsche beleggingen
slechts is een proportioneele vermindering van de
hieruit verkregen opbrengsten.
Het vraagstuk draagt dus in sterke mate een con-
junctuur-politiek karakter.
Resumeerende stelt de Frankfurter Zeitung dus
vast, dat het voor een land, dat beschikt over vol-
doende buitenlandsch bezit, de voorkeur verdient, dit
het eerst op te offerèn in een tijd. waarin dergelijke
economische offers gevraagd worden.
Op deze wijze blijkt eerst recht het karakter van
,,rserves”, dat de buitenlandsche beleggingen dragn.
Voor al de landen (Engeland, Nederland, Zwitserland)
die nu nog groote buitenlatidsche beleggingen bezit-
ten uit (Ie jarëu van voor cle groote depressie, moet
de vrijwel volledige stagnatie in de internationale
credietverleening op langen termijn op den duur toch
, een groote daling van deze reserves meebrengen. Ook
uit een oogpunt van conjunctuurgevoeligheid is dit
een bedenkelijk vooruitzicht.

De zichtbare suikervoorraden in de wereld.

De zichtbare voorraden per 1 Oct. zijn volgens C. Czarnikow:
In tons

1937

1936

1935

Duitschland …………..
177.000

237.000

262.000

Tsjecho-Slowakije ……..
41.000

53.000

28.000

Frankrijk …………….
156.000

267.000

358.000

Nederland…………….
81.000

107.000

134.000

België ………………
35.000

36.000

32.000

Hongarije …………….
28.000

18.000

18.000

Polen ………………
48.000

47.000

67.000

U.K. Geïmp. suiker ……
195.000

112.000

233.000

Binnenl. ,…….
50.000

2.000

7.000

Europa……..
811.000

879.000 1.169.000

V.S. Alle havens ………
168.000

334.000

545.000

Cubaansc’he havens ……
315.000

237.000

360.000
Cuba binnenland ……….

797.000

593.000

657.000

Java ………………..
725.000

895.000 1.496.000

Totaal.
.. ..
. 2.816.000 2.938.000 4.227.000

INGEZONDEN STUKKEN.

DE ,,COUDRIAAN”-STANDAARD.

Het praeadvies van Prof. Goudriaan
1)
suggereert
dat het werkloosheidsvraagstuk in hoofdzaak een mo-
netair, althans een voornamelijk door monetaire oor-
zaken ontstaan en door monetaire middelen op te
lossen probleem is. Ik meen dat ten sterkste te moe-
ten betwisten. Ik zal niet zoover gaan te beweren, dat
monetaire factoren er geheel buiten staan. Ik wil
erkennen, dat een zekere mate van werkloosheid in
ons land kan zijn ontstaan uit de valutaire divergen-

tie, wegens de daaruit voortvloeiende ongunstige
prijs- en kostenverhoudingen voor onze op het bui-
tenland ingestelde bedrijven (export, scheepvaart) of
als gevolg van de onrust en onzekerheid, in onder-
nemers- en beleggerskringen gewekt door de agitatie
van onze gulden-défaitisten, evenals omgekeerd de (tot dusver niet zeer belangrijke) vermindering der
werkloosheid sinds September 1936 wel voor een deel
mag worden toegeschreven aan de verdwijning van
die ongunstige verhoudingen en van dien onrust-
factor.

Helaas zijn daarvoor weer andere, en ernstiger,
factoren van onzekerheid in de plaats gekomen, som-
mige daarvan een rechtstreeksch gevolg van de nu
wel volslagen monetaire demoralisat.ie, die met dan
val van het Pond begonnen is. Ik wijs bijv. maar op
het duistere (en, als het er op aankomt, machtelooze)
gedoe der z.g. Egalisatiefondsen; de heftige ups en
downs in goederen en effecten als reactie op Ameri-
ka’s onberekenbare ;,monetaire” maatregelen; de vol-
kooien dislocatie van het steeds onvrijer wordende

internationale geld- en kapitaalverkeea.. De val van het goudblok heeft niet, zooals de devaluisten voor-
spelden, een werkelijke verbetering der wereldcon-
junctuur gebracht, doch een ongezonde hausse-specu-
latie op alle markten, waarvan wij nu weer den te-
rugslag ondervinden. Maar al deze en andere (poli-
tieke hijv.) onzekerheidsfactoren, die het bedrijfs-
leven drukken en het ondernernersinitiatief fnuiken,
verzinken toch eigenlijk in het niet tegenover de zoo-
veel dieper zittende, zooveel langer en zoovel directer
werkende oorzaken der werkloosheid, die terecht door
de beide andere praeadviseurs ) op den voorgrond
zijn geplaatst: de rationalisatie, de handelsbelmme-
ringen, de verstarde arheids- en loonsverhoudingen,
de ondoelmatige werkloozensteun, de hevolkingsaan-was, de ve.ratopte emigratie e.d. En dan natuurlijk de

i) Ter vergadering van de Vereeniging voor de Staat-
huishoudkunde en de Statistiek op 30 October jl., heeft
cle door deii voorzitter toegepaste spreektijdbeper.king het
uitspreken van dit .gedeelte mijner opmerkingen, met be-
trekking tot ht praeadvies van
Prof. i)r. Ir.
J. Goudriaan over het werkloosheidsvraagstuk, verhinderd.
2)
De drie praeadviezen werden besproken in E.-S.B.
van
20 .en
27
Oct., het debat in de Vereeniging voor de
Staathuislieudkunde in E.S.1.
van
3 Nov. ji. – Red.
E.-S.B.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

17 November 1937
1

primaire oorzaak van de geheele crisis, die nog altijd
in alle richtingen doorwerkt: cle groote prijsdaling
van de jaren 1929/’33. Ware deze inderdaad, zooals
de Sterling-apologisten on.s wrillen doen gelooen, de
schuld van het goud en van den gouden standaard ge-
weest, dan zouden wij nu ook in Nederland, na vol-
brachte ,,muntcorrectie”, het welvaartsmillennium in-
getreden moeten aiim Prof. Goudriaan erkent
itt
zijn
praeadvies, dat zulks allerminst het geval is, maar
hij schrijft dat voor een groot deel toe aan wat hij
noemt de nog overblijvende ,,gave-gulden-wer.kloos-
heid” en aan het gemis van een ingewikkeld ,,regu-
latie”-stelsel, waarmede hij onzen ,,zwevenden” (lees
met kunst- en vliegwerk omlaag gedrukten) gulden
zou willen belasten..

Prof. Goudriaan baseert zijn betoog op een aantal
becijferingen, vaarop ik hier niet diep kan ingaan.
Doch ik kan niet nalaten te herinneren aan een soort-
gelijke
becijfering,
die destijds in waa.rdevastgeld-
kringen grooten opgang heeft gemaakt en ook door
den heer Goudriaan zelf als absolute waarheid werd
aanvaard: ik bedoel de berekening van Prof. Polak
in ,,De Economist1.’ van November 1933, volgens welke
bij een devaluatie van 25 resp. 33 pOt. de prijzen in
Nederland zouden stijgen met niet meer dan 6i resp.
9 pOt. (of 5.8 en 7 pOt., rekening houdende met de
verlaging der crisisheffingen). Welnu, in werkelijk-
heid is onze prijsindex gestegen van 62.6 in Sept. 1936 tot 76.9 in Sept. 1937, dus met 22.8 pOt. bij
een gulden-depreciatie van nog geen 20 pOt. Ja maar,
zal men zeggen, ook het wereldprjspeil is gestegen.
Inderdaad; maar deze algemeene prijsstijging, die
reeds vSSr Sept. 1936 begonnen was en die ons ook
zonder verlaten van het goud een zekere opleving en een toenemende aanpassing van kostenverhoudingen
zou hebben gebracht, bleef verre tea achter
bij
de
prijsstijging hier te lande. Het Engelsche algemeene
prijspeil bijv. steeg in hetzelfde tijdperk van 96.1
tot 111.2, dus met 13.5 pOt., zoodat het, onze in ver-
houding altijd nog 9.3 pOt. rnéér is gestegen, dat is
in elk geval heel wat meer clan Prof. Polak bereken-de. Waarmede ik alleen maar zeggen wil, dat al der-gelijke kunstige calculaties al heel weinig practische
waarde hebben e.n geen grondslag mogen zijn voor
een ernstig betoog.

Ik zal clan ook, zooals gezegd, niet ingaan op de
weinig overtuigende
becijferingen
van den geachten
praeadviseui, waardoor hij zoekt te bewijzen dat de
a.g. gave-gulden-werkloosheid verantwoordelijk zou
zijn voor meer dan de helft der maximale werkloos-
heid in 1936; evenmin op de door hem gevonden for-mule, waaraan naar zijn zeggen het verband tusschen werkloosheid en prijspeil gehoorzaamt”, en op grond
waarvan hij precies uitrekent dat het aanpassings-
experiment” ons – nadat de g-g-werkloosheid dooi
toepassing van zijn aanbevelingen binnen een voor-
geschreven aantal jaren zal zijn weggewerict – in
totaal zal zijn komen te staan op ruim 1.5 milliard gul-
den (guldens van 1929!) in verloren nationaal inkomen.
Laat ons over de cijfers niet twisten en aannemen
– wat ook niet te ontkennen valt – dat de massale
werkloosheid, hoe ook ontstaan, een kolossale bres in
ons nationaal inkomen heeft geschoten en voortgaat
te schieten. Prof. Goudriaan wil dit gat stoppen door
een overeeukomstige geldswaarde (tot een maximum
van
f
300 millioen ‘s jaars) uit de kapitaalmarkt, dus
uit beileggerszakken, te ,,draineeren” naar den staat,
die dit geld moet uitgeven aan allerlei openbare
werken. Ook een soort ,,Plan van den Arbeid” dus?
Ja, maar met dit verschil, dat de heer G. het ,,op-
nemen” van ,,hraakliggencle” kapitalen en de uit-
voering van werken in automatisch verband wil bren-
gen met de conjunctuur. Het gaat hem niet om een
tijdelijke werkverschaffing, zooals het socialistische
Plan wil, doch om een permanente ,,heheersching”
van de conjunctuur, zoo ongeveer á la Keynes, wiens
denkbeeldén men
01)
sommige bladzijden van liet
praeadvies meent te herkennen.

Ook Kynes wilde, zooals bekend, in zijn laatste boek
een oplossing geven voor het werkloosheidsprobleemn
langs monetairen weg, niet tijdelijk doch voorgoed, en
wel door zoodanige staatscontrôle van rentevoet en ka-
pitaalsbelegging, dat ,,full ecnployment” ten allen tijde
verzekerd wordt en blijft. Volgens Keynes kan de
klassieke economische theorie ons niet mêer helpen,
omdat zij uitgaat van de veronderstlling, dat er
altijd wrel voldoende werkgelegenheid is, mits prijzen
en bonen zich aanpassen hij vraag en aanbod; zij
geeft .geen antwoord op de vraag, hoe de koopkracht
in evenwicht te brengen met het productie-volume,
dat werkgelegenheid schept voor allen. Iets derge-
lijks befoogt ook Prof. Goudriaan, maar terwijl K.
dit doel wil bereiken door van staatswege zoodanige
geidruimte te scheppen en het rentepeil zoo omlaag
te drukken, dat investeering wordt geprikkeld totdat
a’lgemeene werkgelegenheid verzekerd is, gaat Prof. G.
uit van een jaarlijks beschikbaar komend surplus
aan beleggingskapitaal dat, indien niet door parti-
culiere geldnemers opgenomen, door den staat ge-
absorbeerd dient te worden. De heer G. schijnt als
vanzelf sprekend aan te nemen, dat men den staat
zijn kapitaal grif en onbeperkt zal toevertrouwen,’ in
tegenstelling met Keynes wil hij echter niet de rente
omlaag drukken, doch deze op een voor den rentenier
aantrekkelijk peil houden. (Elders spreekt hij echter
weer met zeker dédain van een renteniersmentaliteit,
die zou blijken uit de voorkeur, die sommige beleg-
gers aan den dag leggen voor buitenlandsche fond-
sen. Zonder toepassing van dictatoriale maatregelen,
waarvan de heer G. zich zoo afkeerig betoont, zal
hieraan toch weinig te veranderen zijn).

Dit deel van Prof. Goudriaan’s plan getuigt van
een blijmoedig geloof in liet idealisme van beleggers
en belastingbetalers, dat naar ik vrees op ecu teleur-
stelling zou uitloopen, indien het eens op de proef
mocht worden gesteld door een Regeering, waarin
Prof. Goudriaan Minister van Financiën zou zijn.
De ervaring van het Werkfonds bewijst, hoe beperkt
het aantal redelijk-mogelijke werkverschaffingsobjec-
ten is. En in Frankrijk hebben wij gezien wat e
gebeurt, wanneer een Regeering zich niet in haar
financieele fantasie weet te beperken.

Maar dit kapitaal-draineeringsplan is slechts een
onderdeel, en niet het merkwaardigste, van het plan-
Goudriaan. De regulatie op de investeeringen,
schrijft hij (blz. 65) is op zichzelf onvoldoende en
heeft bovendien tot voorwaarde de beschikking over
een stabiel prijsniveau”, di. een prijsniveau, gesta-
biliseerd ,,door middel van directe biljetten-uitgifte
of -contractie” (biz. 62) en tegelijk logisch veran-
kerd” aan 12 van de belangrijkste grondstoffen, die
de Overheid assortimentsgewijs moet opnemen eu af-
geven tegen vaste minimum- en maximumprijzen.
Een resurrectie dus van liet befaamde grondstoffen-
valuta-plan, waarmede de geachte praeadviseur reeds
6 jaar geleden de monetaire wetenschap verrjkte en waarvan toen Prof. G. M. Verrju Stuart schreef dat,
wanneer de auteur van dat plan beweerde, dat zijn
stelsel leidde tot waardevastheid van het geld, zulks
op de meest pertinente wijze moest worden tegenge-
sproken ). Het is stellig een opmerkelijke prestatie van de Vereeniging voor Waardevast Geld, dat zij
zoo uiteenboopende opvattingen van vaardevastheid
in goede harmonie onder haar vaandel heeft weten
te vereenigen.

In 1932 bepleitte Prof. Goudriaan zijn grondstof-
fenvaluta als een internationale monetaire hervor-
ming (of revolutie) die de wereld voorgoed van elke
crisisnarigheid moest genezen. Thans wil hij haar,
meer bescheiden, tot Nederland beperken, en hij twij-
felt er niet aan, dat ons land geheel zelfstandig zulk
een hervorming kan verwezenlijken. Hij wil, geheel los en onafhankelijk van de prijzen buiten ons land,

) Econornisch-Stmitistisohe l3em’icl,ten
21 en 23 Oct. 1931,
13 Jan. 1932.

17
November 1937

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

857

het niveau der grondstoffenprijzen in het binnenland stahiliseeren op een. ,,gewogen gemiddelde” en wel,
zooals gezegd, door ,,hiljetteu” (der Nederlandsche
Bank?) uit te geven of in te trekken ter opneming
of afgifte van ,,een bepaalde grondstoffencombina-
tie” tegen vaste prijzen. Prijsverschillen met het bui-
tenland wil hij compenseeren door overeenkomstige
manipuleering der wisselkoersen. }Ioe dit alles pre-
cies in zijn werk zou moeten gaan, is mij ook na de meest aandachtige bestudeering van het praeadvies
niet recht duidelijk geworden, en ronduit gezegd ge-loof ik niet dat Prof. Goudriaan zelf er zich een heel
cl cii cleljke voorstelling van maakt.

Blijkbaar neemt hij aan dat, gegeven een voldoende
voorraad papier en ee.n efficiente biljettenpers, het
,,opnemen” van onbegrensde groncistoffenvoorraden
in vast assortiment tegen een vasten gemiddelden
J)rijs de eenvoudigste zaak van de wereld is, even
eenvoudig als het ,,opnemen” van de ,,hraakliggencle”
kapitalen van de markt. Wereidmarkt-fluctuaties in
vraag en aanbod deren hein niet; ook de vraag hoe
wij de op te nemen grondstoffen aan het buitenland
moeten betalen baart hem geen zorg. Maar wanneer
de
prizen
in ons land gaan stijgen (wat zij bij zulk
een frische fröhliche inflatie zeker spoedig zuilen
doen) en ,,de overheid” moet grondstoffen afgeven?
Dar, erkent de beer G., kan inderdaad een oogen-
blik komen, dat de voorraden uitgepu.t zijn. Gaat de
prijsstijging dan ongestoord haar gang? Volstrekt niet, antw’oordt hij (blz. 69) : ,,Dan beschikt men
nog over het krachtige wapen van credietheperking,
cli scontoverhoogirig, open-marktpoliti ek, enz.” Dus
alle middelen, die onze devaluisten atii.jd als ,,schacle-
ljke deflatie”, oorzaak van werkloosheid enz. placli-
ten te veroordeelen. Of die middelen nog zouden kuii-
.nen worden toegepast in een wonderianci als Neder
land onder den ,,Goudriaan”-standaarcl spoedig ge-
worden, zou zijn, wil ik nu maar in het midden laten.
Uit de voorstellen van Prof. Goudriaan spreekt een
speelsch vernuft, dat in een ingenieur te waardeereu
valt, doch mi. gevaarlijk kan worden, wanneer het
zich begeeft op een terrein, het monetaire, dat niet
des ingenieurs is en waar kennis van wiskunde, me-
chanica en de elementen van den machinebouw hein
verleiden het monetaire apparaat te zien als een aan
formules gehoorzamend mechanisme, waarmede men
straffeloos experirnenteeren kan. ilet verwondert mij,
dat een zoo scherpzinnig man als Prof. Goudriaan dit
gevaar niet ziet waar het inderdaad ligt, wanneer lij
op blz. 89 de vraag stelt (in verband met cle niogc-
lijkheid van kapitaalviucht): ,,Kunneri er dan invloe-
den uit het binnenland zijn, die de Nederlandsche
valuta
01)
een bepaald oogenhlik onbeheerschhaar ma-
ken?” en daarop zelf antwoordt: ,,Deze bestaan in
latenten vorm te allen tijde. Zij zouden stellig viru-
lent worden, indien de Nederaindsche kap itaalbezit-
ter te eeniger tijd den indrul’i kreeg, dat
niet de Ne-
derlandsche valuta een lichtzinnig spel werd gespeeld.
Maar een gouvernement, dat zich hieraan schuldig
maakte, zou door de Neclerlandsche volksovertuiging
niet worden gedoogd”.

Mij dunkt, met het voorbeeld van Roosevelt’s en
Blum’s experimenten voor oogen, zal Prof. Gou-
driaan’s experiment weinigen kunnen verlokken. Het
is daarom maar een geluk, dat deze zelf zulk esn
overtuigd aanhanger van democratie, van vrij geld-
en goederenverkeer is, want daarmede heeft hij zijn
eigen plan veroordeeld; een plan, dat slechts in een
dicta.toriaal geregeerd land te verwezenlijken zou zijn
– en ook dan nog met zeer twijfelachtig resiltaat.
J. H. COHEN STUART

N a s c h r i f t. Uit bovenstaan.d artikel van den beer
Cohen Stuart blijkt mij, dat het meeningsverschil tus-
schen hein en mij veel dieper gaat dan ik oorspron-
kelijk dacht. Wij zijn het niet alleen oneens over
bepaalde zaken op economisch gebied, ook ten aan-
zien van de wijze, waarop een wetenschappelijk debat

gevoerd moet worden, heeft de heer Cohen Stuart
blijkbaar geheel andere opvattingen dan de mijne.

Tot dusver dacht ik (en ik denk het nog), dat men
hij het aanvallen van een prae-adviseur de door hem aangevoei’de feiten en redeneeringen moCt trachten
te weerleggen. De heer Cohen Stuart echter heeft
hieromtrent veel oorsproukeljker denkbeelden. Hij
bestrijdt de grondstoffenvaluta….met een simpele
verwijzing naar een anderen debater van zes jaar ge-
leden. Hij critiseert mijn berekening van de gave-
gulden-werkloosheid door een aanval op een bereke-
ning van Prof. Polak….over de
stijging
van de
kosten van het levensonderhoud.

Tot dusver dacht ik ook (en ik denk het nog, dlat
men in elk wetenschappelijk betoog de gedachten van
zijn tegenstander zoo zuiver en objectief mogelijk
moet weergeven. De heer Cohen Stuart echter be-
strijdt de berekening van Prof. Polak over de stijging
van cle
kosten van het levensonderhoud
in, geval van

devaluatie, welke berekening door de feitenontwik-
kelin’g in Nederland ten volle is bevestigd, door hier
tegenover te stellen.
. . . de stijging van cie groot-

handelsprijzen.

Hij bestrijdt de door mij voor Nederland voor cle
eerstvolgende jaren aanbevolen maatregelen door
stukken uit een geheel ander deel van het prae-
advies, welke l)etrekking hebben op de theorie van
het gesloten economisch milieu.

Ik heb mij de laatste jaren wel eens bezondigd aan
uitspraken over het weinig bevredigende niveau der
emnomische wetenschap. Maar men zou deze weten-
schap groot onrecht aandoen door een discussieme-
thode als de hovengeschetste al te ernstig op te vatten.

Dit nernt echter niet weg, dat de rhdactie van dit
tijdschrift naar mijn meen ing een goed besluit heeft
genomen door het artikel vaij. dIen heer Cohen Stuart

te plaatsen.
hij
heeft zich hij het lezeti van mijn
p.rae-advies blijkbaar zeer geërgerd en het moet hem een voldoening zijn de uiting van deze ergernis thans
zwart op wit gedrukt voor zich te zien. Dat verschaft
hem ongetwijfeld een zekere opluchting, het laat zich aangenaam lezen en het doet niemand kwaad.

J. GOUDRIAAN.

ONTVANGEN BOEKEN.

Enige grondslagen voor de fina.nciering der onder-

nencing
door Dr. N.. J. Polak, Hoogleraar aan
de Nederlandsche 1-landels-Hoogeschool te Rot-
terdain. Zesde herziene druk. (Haarlem 1937; De
Erven F. Bohn N.Y. Prijs ingen.
f 4.—,
geb.

f5.—).

De drie redenen, welke herziening van den vierden drnk
noodig maakten, gelden eveneens voor den zesden. Deze
diie redenen zijn:
liii de eerste plaats werd toentertijd het boek nieer en
itieer als leerboek gebezigd door personen, die niet zoozeer
met de economische theorie vertrouwd zijn als noodig is
om de eerste.hoofdstukken goed te kunnen volgen. Voom
hen is in het eerste hoofdstuk een. korte verklaring van
veel .gebezigde termen en begrippen met verwijzing naar
‘cle voornaamste bronnen i’ugevoegd. Verder was liet noodig
aandacht te schenken aan figuren op de cred.ietmarkt, die
nieuw waren of aan beteekeni’s gewonnen hadden. Ten-
slotte werden tal van wijzigingen en aanvullingen noodig niet liet oog op de nieuw versohenen literatuur.
Op ‘verzoek van enkele docenten, die d.it boek bij hun
onderwijs ‘plegen te gebruiken, zijn in klein lettertype
verklaringen van gebezi’gde begrippen opgenomen. Aan
nieuwe ‘verschijnselen is. opnieuw aandacht gegeven. En
eveneens is wederom profijt getrokken van wat de in de
laatste jaren verschenen literatuur ten beste gaf.
Ondanks verschillende wijzigingen en aanvullingen met
het oog op dan tegenwoordigen lezerskrin’g, heeft het boek
zijn karakter als monografie geheel behouden; men moge
liet a.ls leerbook gebruiken, het ‘is en blijft een als proef-
schrift geschreven studie over eenige grondslagen voor
de financiering, met name die, waarop de crediettermijnon
steunen. -.

80

92,4
23

107,6
22

88,8
54

47,1
92

61,9
19

41,8
28

51,7
15

55,2
71

48,1

5,81
9,84

10,03 10,78
8,31
11,65
9,93
7,07 6,67
6,43
6,46
p Lange

36,3 61,4
62,6
67,3
51,9
72,7 62,0
441
41,6
40,1
40,3
idijk.

7,47 4,23
3,45
14,10
11,76
5,06
4,97
9,78
4,95
7,05
9,25
15,15 12,85
10,-

41,5 23,5
19,2
78,3

65,3
28,1
27,6
54,3 27,5
39,2
51,4
84,2
71,4
55,6

858

ECOMISCH-STA1I’STISt’IEBERICHTE&

i
November
Î937

Gedertkboek van cle Vereenigin vcuii den koffiehandel
1887-1937
door A.
W.
Wichers Hoeth (lid van
het bestuur der vereeniging). (Amslerdam
1937;
Prijs
f 3.50).

Wetenschap vernietigt monopolies
door Anton
E.
Zisehka. Geautoriseerde vertaling van Ir. A.
G.
Geering. (Tilburg; N.V. Het Nederlandsche
Boekhuis. Prijs
f 2.75
ing.,
f 3.75
geb.).

Voor de bespreking van dit boek zij verwezen naar
E.-SB. van 19 Mei 1937, blz. 380.

Der Spar prozess und die Investitionstiitigkeit als
Konjunkturfaktoren
door Basilio Mario
Biucchi.
(Bern
1937,
Ven. Paul 1-laupt. Prijs
Zw.
frs. 2).

Schrijver behandelt het sparen en investeeren, bekpreekt
en becritiseert de theorie van Foster en Catehings en con-
cludeert tenslotte tav. het probleem van de conjunctuur-
politiek en maatregelen om de conjunotuurbewegiiig te
verzwakken.

Jaarboek voor Scheepvaart en Scheepsbouw 1937.
(‘s-Gravenhage
1937;
Moorman’s Periodieke Pers
N.V.).
Samengesteld met medewerking van de Nederlaudsohe
Reeders-Vereeniging
.
en de Hoofdinspectie voor de Scheep-
vaart. ])e in’houd is overeenkomstig die van de vorige uit-
gave, behoudens eenige wijzigingen en aanvullingen.

Honderd vraagstuklceu over 1ev ensverzekeringswis-
kunde,
bewerkt door
J. C. Olij,
Voorzitter van
de Vereeniging voor Levensverzekeringswikunde.
(Groningen-Batavia
1937; P.
Noordhoff N.V.
Prijs
fl.90).

Jaaroverzicht 1936. van !bet Ecoiomisch Weekblad
voor Nederlandsch-Ind-ië.’
(Batavia
23
April
1937; G.
Kolff
& Co.).

Dit speciale nummer bevat vle overiclite1ijke en be-
sohouwen.de artikelen, om. over de financiëh en het ere-
dietwezen, den handel, landbouw, de nijverheid, het ver:
keer, den socialen toestand, het bosolivezeu, enz. enz. en
wordt besloten door een omvangrijk statistisch gedeelte.
(Het omvat 160 bladzijden) – –

T
7
ertaling van de ,,Jndenture” van de
Bataafsche
i’e-
troleum Maat chappij met de American Exchange
Irving Trusl Conpany als ,,Trustee”. Dato 1
Januari 1927.
Met een voorwoord van A..
M. W.
ter Laag. (Dcventer
1936;
N.V. Uitgevers-Maat-
schappij
2E. R
Kluwer. Prijs
f
1.-).

Uit de ])rocesvoel

.i]lgerl inzake ,,:De Koninklijke” en .,De
Bataafsche” Dollai’hligaties is sohrijver overtuigend ge-
bleken, dat de inhoud van de desbetreffende Indenturei
voor een groot gedeelte onbekend is gebleven aan al de
juristen, daarbij •tot heden betrokken. Hij meent daarnmn
itiet deze vertaling in een groote behoefte te voorzien.

GROOTHANDELSPRIJZEN.

(Indexcijfers gebaseerd op 1928-1929 = 100).

TUINBOUWARTIKELEN
(‘s-Gravenhage)

DRUIVEN
Black
Alicante

W
per kg.
estiand

Ie soort
p. 100 st.
Groote-
broek’)

TOMATEN
A
p. 100kg.
Westland

De mogelijkheid van landbouw-kolonisatie voor blan-
ken in Suriname
door Dr.
E. P.
Verkade-Oartier
Van Dissel. (Amsterdam
1937, 1Fl – J.
Paris. Prijs
f 7.50).
Er bestaat een felle strijd tussehen voor- en tegenstan-
ders van de mogelijkheid van Europeesèhe landbouw-kolo-
uisatie in tropische gebieden. Schrijfster traoht tot meer-
dere klaaiheid te komen en begint met de tropisch hygië-
nische en de sociaal economische kwesties welke met het
vraagstuk samenhangen. Zij komt, na een uitvoerige his-
torische bespreking van de kolonisatie in Suriname, de
omstandigheden en de mogelijkheden aldaar tot de slot-
som, dat iedere kolollisatie van blaukeim in Suriname
thans en gedurende de eerstvolgende jaren nog ontraden
moet worden. Eerst moet een proefbedrijf zekei-heid om-
trent een bepaald gewas verschaffen, zoowel vat betreft
het klimaat als de mogelijkheid van behandeling door een
Europeaan en ook de levensmogelijkheden van een Euro-
peesch gezin. –

1928
1929
1930
1931
1932 1933 1934 1935 1936

Juli

1936
Aug.
Sept.
Oct.

Juli

1937
Aug.
Sept.
Oct.
29 Sept.-6 Oct.
6-13 Oct.
13-20
20-27
27 Oct.-3 Nov.
3-10 Nov.
1)
De jaren 1928

80 64 62 49
41 31
27
29 35

48

66,7
25

34,7
31

43,1

45

62,5
31

43,1
33

45,8 28

38,9 29

40,3
31

43,1
38

52,8
45

62,5 39

54,2
en 1929 Broek o

AANVOER VAN GRANEN. (In tons van 1000 kg.)

Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
7-13
Nov.
Sedert
Overeenk.
7-I3Nov.
Sedert
Overeenk
1937

1936
1937
1Jan.
1937
tijdvak
1936
1937
1Jan.
1937
tijdvak
1936

24.160 1.327.184 847.542
, –
19.200
9.061
1.346.384 856.603
Tarwe

……………….
3.390 246.311 233.641

3.375
1.976
249.686
235.617
915
13.679
20.654
– –
350
13.679
21.004

Roge…………………

Maïs…………………
74. 177
1.191.704
694.148
8.454
137.852
131.816
1.329.556
825.964

Boekweit ………………..

17.137
336.379
291.216

13.114
22.989 349.493 314.205
Gerst

………………
5.123
128.747
94.045

3.180
1.675
131.927

.
95.720
Haver

……………..
Lijnzaad

……………
5.010
177.046
247.435
12.690
196.610
151.434 373.656 398.869
1.985
61.336
44.194
.


.

375
61.336
44.569
Lijnkoek……………
1.027
35.138 32.252
1.480
8.440
8.008
43.578
40.260
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
935
36.488
31.788
170
7.290
1:136
43.778
32.924

Noot
bij
groothandeisprijzen.
(Zie blz. 860161)
1)
Tarwe:
Tot Jan. 1931 Hard Winter No. 2; van Jan. 1931 tot 26 Sept. 1932 79 k.g La Plata; van 26 Sept. 1932
tot 5 Febr. 1934 Manitoba No. 2; van 5 Febr. 1934 tot 6 Juli 1935 80 kg La Plata; van’ 6 Juli 1936 tot 30 Nov.
1936 Manitoba; van 30 Nov. 1936-2 Aug. 1937 Bahia Blanca; van 2 Aug.-16 Aug. 1937 LaPlata; yan 16-
23 Aug. 1937 Bahia- Blanca.
Rogge:
Tot Jan. 1928- Westerim; vanaf Jan. 1928 tot 16 Dec. 1929 American No. 2; van 1.6 Dec. -1929 tot 26 Mei 1930 7415 kg Hongaarsche; vanaf 26 Mei 1930 tot 23 Mei 1932 74 kg Zuid-Russisehe; van
23 Mei 1932 tot 2 Oct. 1933 No. 2 Canada; van 2. Oct. 1933-25 Oct. 1937 La Plata.
Ge,-st:
Tot Jan. 1928 Malting;
van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No. 2; van 9 Febr. 1931.tot 23 Mei 1932 6415 kg ZuidRussische; van
23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3′; van 19 Sept. 1932 tot 24 Juli 1933 62163 kg Zui.d-Russische; van 24 Juli 1933-
7 Oct, 1935 64/65 kg La Plaita;

van 7 Oct 1935-18 Mei 1936 62163 kg Zuid-Russisohe; van 18 Mei 1936-23 Aug.
1937 64/65 kg La Plata.
Cement:
In bepaalde gevallen worden hierop raba-tten verleend.

17 November 1937

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

859

STATISTIEKEN.
tIANK DNIo’.

N

Disc.Wisse1s. 2
3Dec.’36
Lissabon . . .
.411 Aug.’37

OPEN MARKT.

‘j’Bel.Binn.Eff..24
31)ec.’36
Londen ……2
30Juni’32
•Jvrsch.inR.C. 24
3Dec.’36
Madrid ……5
9Juli’35
Athene ………..6 4
Jan.
’37 N.-York F.R.B.l
26Aug.’37
Batavia ……..3
14Jan.
’37 Oslo ……..4
7Dec.’36
Belgrado ……..5 t
Febr. ’35
Parijs …….
12 Nov. ’37
Berlijn ……….4
22Bept.’32
Praag ……3
1Jan.’36
Boekarest …….. 44
15Dec.’34
Pretoria . . .34
15Mei’33
Brussel ……….2
16 Mei’35
Rome ……..44
18Mei’36
Boedapest ……4
28Aug.’35
Stockholm . .24
1Dec.’33
Calcutta ……..3 28Nov.’35 Tokio…. 3.285
7Apr.’36
Dantzig ……..4
2Jan.’37
Weenen ……34
10Juli’35
Helsingfors ……4
3Dec.’34
Warschau ….
5 26Oct.’33
Kopenhagen …
4
19Nov.’36
Zwits. Nat. 13k.] 4
25Nov.’36

1937

13

8113

116

25130

Nov

Nov.

Nov.

Oct.

1936

9/14
Nov.

1935

28 Oct.!
2Nov.

1914

20124
Juli

Amsterdam
Particdisc.
11
4

11
4

11
4

11
4

I4-1
3/9_91,5
31I8I16
Prolong.
11
3

1
112
1
12
1
12
1
1
12
3.
1
12
2114_314
(.onden
Daggeld
112.1
11
2
.1
1
12-1
‘/,-I
‘/,_I
1
12_
1

1314-2
Partic. disc.
17
(32
9
(16
17
(32
-9
(,6
17132.9116
17
1.32.
9
116
!18
11618
414.314
Bert/in
Daggeld…
2
1
12-14
218-j4
2
1
12-3
2
1
/33
1
15
21(-7(
3_11
4


MaandeId
2
3
(4-
7
/9
2114.719

2
3
14-719
2
3
(4-7(9
2
5
18-
7
18
3_11s

Part, disc.
2
7
18
27
18
2718
2
7
1
3
3
2118.1/
2

Warenw.
. .
4-I2
4_1I2
4_112
4_114
412
4_11

New York
Daggeld
1)
1
1
1 1 1
31
4

131
4
.221
2

Partic.disc.
1
(2
1(
3

1/,
1
/2
1(4
h,

1)
Koers van 12 Nov. en daaraan voorafgaande weken t(m. Vrijdag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Da a
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York
)
6)
*)
6)
*)
1)

9 Nov. 1937
1.80%
9

9.02%
72.85
6.14
30.72
100%
1.0

,,

1937
180%
6

9.03%
72.924
6.13%
30.71
100%
11

,,

1937
1.80%
9.01%
73.-
6.13% 30.704
100%
12

,,

1937
1.80%
9.01%
72.924
6.12%
30.69
100k
13

,,

1937
1.8019
16

9.01%
72.924
6.12% 30.694
100%
15

,,

1937 1.80
1
,’.
9.02%
72.95
6.13%
30.73
100%
Laagste d.wl)
1.79%
9.00%
72.80
6.10%
30.66
100
hoogste d.w’)
1.81%
9.03%
73.-
6.15
30.75
100%
Muntpariteit
1.469 12.1071
59.263
9.747
24.906
100

Data
Zwit-
serland
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madid 6)
1
rest
1)
6*)
*6)

9 Nov. 1937
41.83

6.324
– –
10

1937
41.84

6.34

– –
11

1937
41.75

6.36

– –
12

1937
41.72

6.35



13

1937
41.69

6.35



15-

1937
41.69

6.36



Laagste d.w’)
41.66%
34.20
6.30



1[oogste d.w’)
41.90
34.25
6.374
1.45
9.574

Muntpariteit
48.003
35.007
7.371 1.488 13.094
48.52

Data
Stork-
Kopen.
Oslo
*5
Hel-
Buenos-
Mon-
holm)
hagen*)
for!’)
Airesl)
treal’)

9

ov. 1937
46.55
40.30
45.374
4.-
54
1.80%
10
.

1937
46.55
40.30
45.3741
4.-
5334
1.80%
11

,;

1937
46.474
40.224 45.30
4.-
53%
1.80′
12

1937
46.50
40.224
45.30
3.99
54
1.80%
13

1937
46.474
40.25
45.324
3.994
54
1.80%
15

1937
46.55
40.30 45.374
4.-
54
1.80%
Laagste d.w’)
46.40 40.174
45.224
3.97
53%
1.793%
Hoogste d.m
,1
)1
46.60
40.35 45.40 4.024
54% 1.81%
ltuntpariteit
66.671, 66.671
66.671
6.266
95%
2.1878
8)
Noteering te Amsterdam.
*6)
Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.

In ‘1 Ist.e of 2de No. van ieder, maand komt een overzicht
voor van een
aitntal
niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D

Londen
($ per

)
Parijs
($ p. IOOfr.)
Berlijn
(3 p. 100 Mk.)
Amslerdam
(S p. 100 gid.)

9 Nov.

1937
5,00%
3,40%
40,47
55,49
10

1937
4,99%
3,40
40,42
55,37
11

1937

12

1937
4,98y,
3,38%
.
40,35
55,31
13

1937
4,98% 3,38%
40,35 55,33
1.5

,.

1937
4,99%
3,39
40,38 55,38

16 Nov.

1936
4,8911
33

4,65
40,26 54,03
Muntpariteit..
4,86
3,90%
23,81%
40%

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen enlNoteerings-
30
Oct..
6Noe.
8113 Nov.’37,
13Nov.
Landen
eenheden
1937 1937
LaagsteHoogste

1937

Alexandrië.. Piast.
p.0

973<
97
7
97
Athene

….

Dr. p..i
547%
54734
540

555
547%
Bangkok…. Sh.p.tical
1110%
1110%
1/10% 1110%
1110%
Budapest’).

Pen. p. £
25
25

2 4 %

25%
25
BuenosAires’ P.pesop.6
16.724 16.774 16.73

16.83
16.794
Calcutta
. . . .
8h. p. rup.
1/6%
116%
116
3
/
32

116
6
/
33

1/6%
Istanbul

.

Piast. p.
621
620
619

620
620
Hongkong ..

Sh. p.
$
113
113
1/2%

1/3%
.

113
112 112
111
81
1
32
11
21
1
112
Kobe

…….Sh. p. yen
Lissabon…. Escu.p.110%
6

110y
16

110

110%
110%
4exico

….

$per
18
’18
17%

18%
18
Montevideo
8)

d. per
£
27
27
25%

27%
26
Montreal..

$
per
£
4.96k
4.99%
4.97% 5.02%
4.98%
Rio d.Janeir.’ d. per Mil.
2
13
1
32

2
2%

2%
2%
Shanghai

..

Sh. p. $
1/2%
1/2%
1/2

1/2%
112
Singapore ..

id. p.
$
21461
33

214
5
/
33

214%

214
.214
5
1
33

Valparaiso
5).

$
per
£
124 124
124

124 124
Warschau
..

Zl.
p. £
2(%
26%
26%

26%.
26%
1)
Offic. not.
10
Dec. 1612.
2) Offic.
not. 15
laten, gem. not., welke
imp. hebben te betalen 10 Dec. 1936 16.12.
3)

Offic. not. 26Aug.
39131.
4) Id.
II
Mrt. 19354
1
/4.
6
)90 dg. Vanaf
28 Aug. laatste

export” noteering.

ZILVERPRIJS GOUDPRIJS
8)

1
.

Londen’)
N.Yorkz)
Londen
9
Nov.
1937.. 19%
44%
9
Nov.
1937….
1401_
10

,,

1937..

19%
44%
10

,,
1937….
14012
11

,,

1937..

19′

11

,,
1937….
140114 12

,,

1937..

191%
44%
12

,,
1937….
140144
13

,,

1937..

19%

13

,,
1937….,
14014 15

,,

1937..

19i
44%
15

,,
1937….
14011

16 Nov. 1936..

21
45%
16
Nov.
1936….
142134

27 Juli

1914..

24
1
Y
16

59
27 Juli
1914….
84110%
1
)in pence p.oz.stand.
2
)Foreign
silverin
$c.p.oz.fine. s)in sh.p.oz.fine

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
ord e r 1 n ee n.
balao van
‘s
tUjk5 bcnaticist
nij
ve me-

f

9.098.212,33
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
f

1.162.096,62
,

298.413,14
Voorsch.
op
ultimo

September

1937
a(d. gemeent. verstr.
op
a. haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hooids. der grondbel. en der gem.
iondsbel., alsmede
opc. op
dle belas-

derlandsche Bank
……………………

tingen en
op
de vermogensbelasting


Voorschotten aan Ned.-Indië ………
28.559.766,08
,,.
44.275.487,84
Idem aan Suriname ………………
2.203.599,87

12.075.814,34
Kasvord.weg. credietverst. a(h. bultenl

103.506.782,92
,,
102.967.611,77
Daggeldieeningen tegen onderpand

….

-.
Saldo der postrek.v.Rijkscomptabelen
,,

28.508.233,47
.

34.036.136,98
Vord.
op
het Alg. Burg. Pensioenf.’)


Vord.
op
andere Staatsbedrijven’)
5.018.821,92
.

5.182.579,61
Verplichtingen

Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art.

16 van haar octrooi verstrekt
f

11.624.450,74

Schatkistbiljetten in omloop.’.
…….
250.496.000,-
f237.469.000,-
Schatkispromessen in omloop
……
.,
118.700.000,-
1.102.897,50
,,

1.102.637,-
Schuld
op uljimo
Septeniber 1937 a(d.
gein, weg. a. h. uit te keeren hooi ds. d.

Zilverbons in omloop ……..

………

pers. bel., aand.
1.
d. hooi ds. d. grondb.

.

e. d. gem. fondsb. alsm.
opc. op die

bel, en
op
de vermogensbelasting

..62.200.000.-

,
4.480.151,50

..

,,

4.480.151,50

Schuld aan het Alg. Burg. Pensioeni.’)
,,

1.874.757,11
,,

20.640.670,47
,,

1.860.165,31

34.994.470,75
Id. a. h. Staatsbedr. der
P.T.
en
T. 1)
,,

44.525.062,28
165.494854,56

Schuld aan Curaçaol)
……………..

Id. aan andere Staatsbedrijven
1)
15.000.000,-
,,

15.000.000,-
Id. aan diverse instellingen’)
………
….
134
,,

.555.370,59
122.445.665,89
1)
In reka.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
.

NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.

(

6 Nov. 1937

1

13 Nov. 1937
Voraeringen:’)

Saldo Javasche

Bank
….

………..

Saldo b.
J.
Postchèque. en Girodienst

1

30.4.000,-

/
…..
156.000,-
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kas es. Rijksinstell.

,,

44.275.000,- 46.164.000,-
Schatkistpromessen in. omloop …….

10.500.000,-
10.500.000,-
5.000.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.

30.000,-
349.000,-
Schatkisibiljetten in omloop
……..
…5.000.000,-

,

Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.

,,

575.000,-

..

373000,-
Belegde kasn,iddelen Zelfbesturen…….780.000,-
780.000,-
Voorschot van de Javasche Bank

,,

2.340.000,-
2.380.000, –
1
)
Betaalmiddelen in
‘s
Lands Kas
/
25.280.000,-.

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Circu-
1
Voor-
schotten
Dis-
Dierse
I

re
v
ke.
Diver
reke
se

Data
Metaal
latie

1
aan de
conto’s
ningenl

ningen’
1
kolonie

1
Octobe,’

1937
5.208′
6.569
170
47
2.236
110
1 September1937
5.075
6.382
123 48
2.114
112
1Augustus 1937
5.053
6.125
80
44
1.803
107
1 Juli

1937
5.004 6.024
16
50
1.765
102

1
Qctober

1936
4556
4.687
111
,

4
.
6.
1.044
125
1) Sluitp. der activa.
2)
Sluitp. der passiva.

860

‘ -,. . .

(
RflATI4ANrWI ÇPT117’M VAN
PI AM(DTIVC V^Cn
l
MrIe wikv
GERST
65/6 kg
MAIS
ROGGE
TARWE BURMA RIJST
BOTER per kg.
1

KAAS
EIEREN
Russische
1)
Rotterdam. per 2000. kg.
74kgRussi-
Rotterdam per 100 kg. Loonzein
Edammer
Alkmaar
Gem. not.
Heffing
Zie blz.858
van dit
loco
Rotterdam
schei) loco
Rotterdam
per cwt. f.o.b.
Rangoon/Bassein Leeuwar-
der Comm.
Crisis
i

Fabr.kaas
Eiermijn
Roermond
Termijn-
noteer. op
La Plata
Termijn.
La Plata
5)
nummer.
per2000 kg.
1 of 2 mnd.
Locoprijs
per LOO kg.
noteer. op
of 2 mnd.
Locoprijs
__________________
HerI.Ned.Ct./

Not.
Noteering
Zuivel-I
Centr.
gang exp.
/

per
P. 100 st.

rrIfI%rirf
%
t
f.%Tr%
r

T%

r

1027
237,-
110,2
171,SO
j

89,3
176,-
87,1
12,475
102,5 13,82
5

110,1
14,75
109,3
6,83
104,5
111311
4

2,03
98,4

43,30
05,0
7,96 99,3
1928
228,50
106,2
208,50
108,6
226,-
111,9
13,15
108,1
12,575
100,1
13,475
99,9
6,43 98,4
I0/T
3
14
2,11
102,3

48,05
105,4
7,99
99,6
1929
z
179,75
83,6
196,-
102,1
204,-
101,0
10,875
89,4
11,27
89,8
12,25
90,8
6,34
97,0
1016
2,05
99,4

45,40 99,6
8,11
101,1
1930
sj
111,75
52,0
118,50
61,7
136,75
67,7
.6,22
5

51,2 8,27
5

65,9
9,67
5

71,7
5,09
77,9
815
1,66
80,5

38,45
84,4
6,72
83,8
1931

107,25
49,9
78,25
‘40,8
84,50
41,8 4,55 37,4 4,65
37,0 5,55
411
3,09
47,3
516
1,34
64,9

31,30 68,7
5,35 66,7
1932 100,75
46,8
72,-
37,5
77,25
38,2 4,62
5

38,0 4,70
37,4
5,225
38:7
2,59
39,6
5;1t’j
0,94 45,6

22,70
49,8 4,14 51,6
1933
70,-
32,5
60,75
31,6
68,50
33,9 3,55 29,3 3,75 29,9 5,025
37,2
1,84
28,2
415’1
0,61
29,6
0,96 20,20
44,3
3,71
46,3
1934
75,75
35,2
64,75
33,7
70,75
35,0
3,325
27,3 3,25
25,9
3,67
5

27,3
1,74
26,6
47314

0,45
21,8
1,-
18,70
41,0 3,45 43,0
1935 -.
68,
31,6
56,-
29,2
61,25
30,3 3,07
5

25,3
3,87
5

30,9
4,125
30,6
2,07 31,7

5/8
1
/
0,49
.
23,7
0,99
14,85
32,6
3,20
39,9
1936
0
86-.
40,0
74,50
38,8
74,-
36,6
4,275
35,1
5,75 45,8
6,275
46,5 2,19 33,5
1

5/7
1
/
0,58
28,1
088
5

17,55
38,5 3,50
43,6
Jan:

1937
c
w
j

61,4
99,75 52,0 97,50
48,3
.7,975
65,5
8,07
5

64,3
8,40
62,3 2,74
41,9
1

6
11
1
!
0,66
32,0
0,85 117,075
37,5 3,45
43,0
Febr


129,-
60,0
102,-
53,1
100,50
49,8
8,72
5

71,7
7,92
5

63,1
8,25
611
2,62
40,1
1

5110’/4
0,69 33,4
0,80
118,75
41,1 3,81
47,5
Maart

61,8
104,25
54,3
106,-
52,5
9,02
5

74,2
8,72
5

,
69,5
915
678
2,57 39,3
1
5191
0,68
33,0
0,80
118,82
5

41,3
3,86
48,1
April
,
149,75
69,6
110,75
57,7

56,9
10,-
82,2
9,40
74,9
10,175
75,4
2,72 41,6
6/_:3/4

0,69
33,4 0,80
16,45
36,1
3,05
38,0
Mei

,,
(
144,40
67,1
107,-
55,7
110,-
54,5
10,-
82,2
8,92
5

711
972
5

72,1
2,64 40,4
51101
0,71
34,5 0,72
5

17,32
5

38,0
2,89 36,0
Juni

,,
z
148,75
69,2
99,-
51,6
105,-
52,0
10,15
83,4
7,52
5

599 895
66,3
2,63
40,3
5/l0’/4
0,74
35,9
0,70
19,82
5

43,5
2,98
37,2
Juli
149,25
69.4
108,25
56.4
lII,-
55,0
9,85 81,0
8,57
5

68,3
9,975

739
2,o8 41,0
5/111/4

0,77 37,4
0.68
20,15
44,2 3,74
46,6
Aug.
u
136,50
63,5
106,50
55,5
112,-
55,4
9,30
76,4 7,82
5

62,3 9,225
68,4
2,86
43,8
614
0.78
37,9 0,64
21,50
47,2
3,84
47,9
Sept.
Oct.
0
129,50
60,2
107,-

55,7
122,-
60,4
9,225
75,8 7,55
60,1
8,525
63,2 2,96
45,3
617
0,85
41,3 0,52
5

21,-
46,1
4,69 58,5
.,
13625
63,3
109,–
56,8
114,75
56,8 8,57
5

70,5
7,625
60,7
8,50 63,0 2,96 45,3
617114
1,-
48,5
0,42
23,
50,5
4,99 62,2
f6 Oct.-2 Nov.
134,50
62,5
110,75
57,7
115,50
57,2
7,425
61,0
7,575
60,3
8,45 62,6 2,86 43,8
6I4
1
/
1,08
52,4
0,40
21,25
46,6
4,90
61,1
2-9 Nov.’37
133,50
62,1
106,50
55,5
116,50
57,7
‘7,17e
59,0
6,87
5

54,7
.8,-.
59,3
2,51
38,4
51631
4

1,13
54,9
0,30
21.75
47,7 4,95
61,7
9-16

,,

,,
133,50
62,1
104,50
54,4

57,4
7,175
59,0 7,10
56,5
8,20 60,8
2,43
37,2
5/4
1
/
1,04
50,5 0,40
22,75
49,9 5,15
64,2


JUTE
First Marks”
KATOEN
AUSTRALISCHE WOL
JAPAN. ZIJDE
RUBBER
Middling Upland
Super Fin
c.i.f. Londen
in olie gekamd; loco Bradford per 1h.
1
31
14
Dernier
Stand. Ribbed Crossbred Colonial Carded 50’s Av.
.


Merino 64s Av.
per Eng, ton
loco
New York per 1h.
Oomra
Liverpool perlb.
l
Herl.Ned.Cij

wit Gr. D. te
New York perlb.
Smoked Sheets
loco Londen p.lb.

1
Herl.Ned.Ct.1Not.

Herl.Ned.Ct./
Not.
Uerl.Ned.Ct.I
Not. Not.
Herl.Ned.Ct.
1

Not.
Herl.Ned.Ct.
1

Not.
1Herl.Ned.Ct.1
Not.

1927
f
442,38
%
103,4
36.101-
cts.
43,8
%
93,1
$cts.
17,60
cts.
36,7
%
102,1
pence
7,27
cts.
133,8
%
96,8
pence
26,50
cts.
244,9
%
104,8
pence
48,50
f
13,55
%
105,8

$
5,44
cts.
93
%
140,2
pence
18,50
1928
=
445,89
104,2
36.16111
49,8
105,8
20,-
37,9
105,5
7,51
153,8
111,2
30,50
259,7
111,1
51,50
12,60
98,4
5,07


54
81,4
10,75
1929 1930
<
395,49 92,4
32.1413
47,6
101,1
19,10
33,2 92,4 6,59
127,2
92,0
25,25
196,5
84,1
39,-
12,23
95,9
4,93
52
78,4 10,25
1931
Z
257,97
60,3
21.619
33,6
71,4
13,50
19,7
54,8
3,92
81,9
59,2
16,25 134,8
57,7
26,75
8,50

66,4
3,42
30
45,2
5,87!
1932
192,15
44,9
17.117
21,1
44,8
8,50
20,1
55,9 4,28 60,9 44,0

109,0
46,6
23,25
5,97
46,6 2,40
15
22,6
3,121
146,86
34,3
16.18/-
15,9
33,8 6,40
19,5
54,3
5,39
42,5
30,7
11,75
79,7
34,1
22,-
3,87
30,2
1,56
12 18,1
3,371
1933
r,j
128,63
30,1
15.1212 17,4
37,0
8,70
16,8
46,8
4,91
48,9 35,4
14,25
96,9
41,5
28,25
3,21
25,1
1,61
II
16,6
3,25
1934 1935
115,85
27,1
15.919
18,3
38,9
12,30 13,6
37,8 4,37
51,4
37,2
16,50
95,8
41,0
30,75
1,92

15,0
1,29
19
28,6 6,25
1936
134,52
31,4
18.1118
17,6
37,4
11,90
17,7
49,3 5,87
42,2
30,5

84,5
36,2
28,-
2,41
18,8 1,63
18
27,1
6,-
142,61
33,3
18.618 19,0
40,4
12,10
18,2
50,7 5,60
54,3
39,3
16,75
108,6
46,5
33,50
2,71
21,2
1,73
25
37,7
7,75
Jan.

1937
<
166,88
39,0
18.1216
23,7
50,4
13,-
22,0 61,2 5,88 88,2
63,8
23,75
141,9
60,7
38,-
3,92
30,6.
2,145 38
57,3
10,37
1

Febr.

»
Maart
Z

169,23
174,86
39,5 40,9
18.1812
19.9/1
24,0 26,6
51,0 56,5
13,15 14,45
21,8 23,3
60,7
64,8
5,85
6,25
85,6
88,6
61,9
64,1
23,-
23,75
133,6
57,2
35,75
3,53 27,6
1,93
40
60,3
10,50
April

»
189,96
44,4
21.313
26,0
55,2
14,35
23,1
64,3
6,16
96,5
69,8 25,75
138,9 144,9
59,4 62,0
37,25 38,75 3,59 3,56 28,0 27,8
1,96
1,95
44
44
66,3
66,3
12,-
11,625
Mei
Juni
ii.
201,20
47,0
22.7/6
24,3
51,6
13,35
22,7
63,2
6,04
97,4
70,4
26,-
142,9
61,1
38,25 3,25 25,4
1,785
38
57,3
10,25
Juli
86,90
43,7
20.16/7
22,9 48,6
12,60
22,3
62,1
5,96
95,6
69,1
25,50
140,2
60,0
37,50
3,28 25,6 l,S05
36
54,3
9,625
CI
189,87
44,4
21.113
22,4
47,6
12,32
21,5 59,8
5,71
95,8
69,3 25,50
142,2
60,8
.37,75
3,42
26,7
1,885
34
51,3
9,121
Aug.
Sept.
188,67
186,01

44,1
20.1716
18,8
39,9
10,35
19,6
54,5
5,19
98,9
71,5 26,25
145,0
62,0 .38,50
3.30 25,8
1,82
33
49,7
8,85
»
Oct.
188,16
43,5
20.14/3
16,3
34,6
9,-
17,4
48,4
4,64
94,1 68,1
25,25
131,3
56,2
35,-
3,19
24,9
1,76
34
51,3
9,-
26 Oct.-2 Nov.
0
44,0
20.19/8
15,2
32,3
8,42
15,5 43,1
4,15
83,6
60,5
22,50
117,7
50,4 31,50
3,02

23,6
1,67
30
45,2
8,-
2-9 Nov.’37
0

192,75
45,0
21.101-
14,5
30,8
8,03
15,3
42,6
4,10
81,2
58,7 21,75
115,8
49,6
31,-
3,08
24,0
1,705
28
42,2
7,375
187,90
43,9
20.1716
14,3
30,4
7,97
15,0
41,7
4,-
78,8
57,0
21,-
114,4
49,0
30,50
2,98
23,3
1,645

26
39,2 6,87
5

9-16

»
188,24
44,0
20.1716
14,3
30,4
7,93
15,2
42,3
4,03
75,1
54,3
20,-
109,9
47,0
29,25
2,89
22,6
1,605
27
40,7 7,25

KOPER
Standaard Loco Londen
per Eng. ton

LOOD
gem. prompt-en
1ev. 3 maanden
Londen perEng.ton

TIN•,
OcoE
0

en
per

ng.

on

IJZER
Cleveland No. 3
franco Middlesb.
per Eng. ton

GIETERIJ-IJZER
(Lux III)
per Eng. ton
f.o.b. Antwerpen

.

ZINK
gem. prompt en
1ev. 3 maanden
Londen p. Eng. ton

ZILVER
cash Londen
per Standard
Ounce Herl.Ned,Ct.
Herl.Ned.Ct.1
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.l
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.
Not.

1927
t
675,10
%
85,9
£
55.13111
t
295,75
%
106,5
£
24.811
t
3503,60
%
120,6
£
289.1(5
t
44,10
%
104,7
sh.
7219
t
39,10
%
98,9
Sh.
6416
t
345,40
%
108,8
£
289111
cts.
132
%
101,5
pence
26
1
156
1928
771,20
98,1
63.14/9
256,15
.92,2
21.3/4
2749,50
94,6
227.4/8
39,85
94,6 65/10
37,90
95,9
6218
305,75
96,4
25.515
135
103,8
2614
1929
912,55
116,1
75.917
281,10
101,2 23.4111
2465,65
84,8
203.18110 42,45
100,8
7013
41,55
105,1
6819
300,80
94,8
24.1718
123
94,6
24
7
116
1930
661,10
84,1
54.13/7
218,70 78,8
18.1/5
1716,20
59,1
141.19/1
40,50
961 67/-
35,95
91,0
5916
203,55
64,1
16.16/9
89
68,5
17
11
/
1931
431,85
54,9
38.719
146,60
52,8
13-17

1332,55
45,9
118.911
33,-
78,3
5818
28,90
73,1 5115
140,05
44,1
12.8111
69
53,1
1418
1932
275,75
35,1
31.1418
104,60
37,7
l2.-/9
1181,30
40,6
135.18110
25,40
60,3
5816
22,20
56,2
5111
118,95
37,5
13.13110
64
49,2
17
14
156
1933
<
268,40
34,1
32.1114
97,25
35,0
11.16/1
1603,50
55,2
194.11/11
25,55
60,6
62/-
21,-
53,1
51/-
129,80
40,9
15.14(11
62
47,7
l8’/
1934
<
226,80
28,8
30.6/5
82,65
29,8
11.1/-
1723,15
59,3
230.715.
25,-
59,3
66111
20,25
51,2
5411

103,05
32,5
13.1516
66
50,8
2111
4

1935
z
230,95
29,4
31.1811
103,40
37,2
14.5/8
1634,25
55,2
225.1415
24,70
58,6
6812
20,25
51,2
561- 102,65
32,3
14.316
87
66,9
2815116
1936
iu
298,75
38,0
38.811
137,15
49,4
17.1217
1592,-
54,8
204.1218
28,40
67,4
73/-
22,40
56,7
5717
116,55
36,7
14.1917
65
50,0
20
1
/56
Jan.

1936
52
253,-
32,2
34.14111
112,50
40,5
15.8111

1528,35
52,6
209.1819
25,50
60,5
701-
20,10
50,9
5512
106,30
33,5
14.1211
61
46,9
20
1
/
Febr.
Cz
257,35
32,7
35.71

117,05
42,2
16.1
1
8
1508,85
51,9
207.5/2
25,50
60,5
70
1

20.10
50,9
55
1
2
111,10
35,0
15.5
1
2
60
46,2
19
7
/
8

Maart

»
<
262,25
33,4
36.1
1
6
121,30
43,7
16.1319
1551,15
53,4
213.7/3
25,45 60,4
70/-
20,10
50,9
55/3
116,95
36,9
16.119
60 46,2
19
3
14
April
»
Mei
269,45
34,3
37.-(3
117,70
42,4
16.3/4
1524,80
52,5
209.911
25,50
60,5
701-
20,10
50,9
5512
111,10
35,0
15.512
61
46,9
20116 »
269,95
34,3
36.1416
114,45
41,2
15.1114
1489,20
51,2
202.1212
25,75
61,1
701-
20,20
51,1
54111
107,75
34,0
14.1312
62
47,7
20/8
Juni

»

269,80
34,3
36.7/2
112,90
40,7
15.4/3
1360,45
46,8
183.6/11
25,95
61,6
70/-
20,20
51,1
54/5
103,95
32,8
14-12
61
46,9
193.4
juli
274,90
35,0
37.511
116,95
42,1
15.1711
1374,30
47,3
186.415
27,70
65,7
75/-
20,05
50,7
.5414
100,20
31,6
13.1117
60 46,2
‘9
5
/s
Aug.

»
283,40
36,0
38.5111
124,10
44,7
16.1515
1360,70
46,8
183.17
1
8 27,75
65,9
75/-
20,05
50,7
54
1
2
100,10
31,5
13.10(7
60 46,2
191
e

Sept.
»

290,20
36,9
38.19/

134,15
48,3
I8.-/2
1451,85
50,0
194.17(7
27,95
66,3
75/-
20,20
51,1
54/3
103,65
32,7 13.18/2
61
46,9
19
5
/8
Oct.

»
365,90
46,5
40.214
168,25
60,6
18.8111
1836,45
63,2
201.713
34,20 81,2
75/-
27,45-
69,5
6012
132,70
41,8
14.11/1
75
57,7
19
1
3114
Nov.
397,95
50,6
43.1916
196,60
70,8
21.1416 2091,

71,9
231.-(11
33,95 80,6
75/-
29,35
74,3
64
1
10
147,75
46,6 16.6
1
6
79
60,8
21
Dec.

»
413,45
52,6
45.19
1
9
229,80
82,8
25.11
1
2
2087,95
71,8
232.5
1
1
36,40 86,4
81/-
32,75
82,9
72110
161,45
50,9
17.1912
80
61,5
21
1
14
Jan.

1937
461,70
58,7 51.1018
244,05
87,9
27.4110
2060,25
70,9
229.1819
36,30 86,2

811-
34,20

86,5

7614
188,60
59,4
21.-/11
78
60,0 2018
522,10
66,4
58.712 248,

89,3 27.1414- 2080,65
71,6 232.1113
36,25 86,0
81
1

34,75
87,9
77
1
6
219,45 69,2
24.10
1
8
75
57,7
201
1
8
Maart

»
1

638,40 81,2
71.9
1
6
292,95
105,5
32.16
1

2498,25
86,0
279.14/-
36,15 85,8
81
1

48,20
122,0
108
1
1
289,65
91,3
32.8
1
8
77
59,2
2
0
11
/
1
e
April

»
Mei
559,70 71,2
62.7/6
235,50
84,8 26.4(10
2404,95
82,8
268

/

36,35
86,3
81
1

54,25
137,3
120/11
238,65 75,2
26.615 78
60,0
20
1
5116
,,
z
545,95 69,4
60.151

214,95
77,4
23.1815
2256,45 77,6
251.21-.
36,40
86,4
811-
59,65
150,9
13219
209,35
66,0
23.5111
76
58,5
20
5
/ie
Juni

.,,
0
499,70
63,6
55.1315
205,40
74,0
22.1718
2245,10
77,3
250.216
36,35
86,3
811-
60,60
153,3
1351

194,55
61,3
21.1315
75
57,7
20
Juli

»
510,10
64,9
56.1113
213,70 77,0 23.13/11
2365,20 81,4 262.51-
-45,55
108,1
101

59,60
150,8
13216
205,75
64,8
22.1316
75
57,7
20

Aug.
»
517,55 65,8
57.6/-
205,25 73,9
22.14/6
2388,50
82,2
264.9
1


45,60
108.2
101
1

48,60
123,0
109
1

215,35
67,9
23.16
1
8
75
57,7
197/
s

Sept.

»
474,25 60,3
52.15111
187,55
67,5
20.17/8
2323,10
79,9 258.1216
4.5,35
107,6
1011-
44,65
113,0
191,80
60,4
21.711
74
56,9
I9
7
jg
Oct.

»
413,15 52,5
46.1/11
164,80
59,4
18.7
1
8
2036,85
70,1
227.5/-
45,25
107,4
101
1

42,30
107,0
99
1
15
94/5
162,05
51,1
18.1
1
7
75
57,7
20
f6 Oct.-2 Nov.
384,90
49,0
42.17,6
159,10
57,3
17.1415
1551,60
63,7
206.51-
45,35
107,6
1011-
39,30 99,4
8716
150,65
47,5
16.1518 74
56,9
19
7
/8
2-9 Nov.’37
327,-
41,6
36.3/9
140,65
50,7
15.11,3
1637,80
56,4
181.51-
45,65
108,3,
1011-
39,55
100,1
8716
134,15
42,3
14.16111
74
56,9
19154
9:16

,,

»

373,45 47,5
41.716.
159,90
57,6
17.1413

1778,15
61,2
197.-/-
47,85
113,6
106/-
40,05
101,3
8819
151,20
47,6
16.151-

74
56,9
1951s

1
1

MIDDELEN EN GRONDSTOFFEN.
(Indexcijrs gebaseerd op 1927 t/in_1929
=
100.

.

861

GE-
SLACHTE
GE-
SLACHTE
DEENSCH
BACON
BEVROREN ARG. RUND-
CACAO G.F.
.

KOFFIE
Loco R’damjAdam
SUIKER
Wittekrist.-
THEE
N.-Ind thee-
.
RUNDEREN
VARKENS
middelgew. No. 1
VLEESCH
Accra per 50 kg
per ijig.

suiker
loco

veiling
A’dam
(versch)
(versch)
Londen per cwt. Londen per 8 lbs.
c.i.f. Nederland
Rotterdamf Gem.Java-
en
Sumatrathee
Superior
per 100 kg
oer 100 kg
Robusta
Santos
Amsterdam
E
Hen. Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.
Not.
Herl.Ned.Ct.
Not.
1otterdam
otterdani
per
loo
kg.
per
1
I2kg.


i
—.-
_

%
1

—-:-

ii;:


r
r
cts.
%
—–
y


%
-:-
I927




65,15
97,8
1
1076
2,73
92,2
416
41,21
119,4 681-
46,87
5

95,5

54,10 91,4

19,125
119,6

82,75
109,2

101,3
1928
93,-
98,2 77,50
90,8
66,80
100,3
1
11015
3,03
1024
51-
34,64
100,4
573
49,62
5

101 I

63,48
107,3 15,85
99,1
75,25
9,3

102,2
1929
96,40
101,8
9312
5

109,2 67,81
101,8
t 11212
3,12
105,4
512
27,70
80,2
45110
50,75
1034

59,90
1012
13,-
81,3
69,25
91,4

94,7
1930
108,-
114,0
72,90
85,5
57,19
85,9
9417
2,97
100,3
4111
21,04
61,0
34111
32
65,2

38,10 64,4
9,60 60,0
60,75
80,2

72,1
1931
88,-
92,9
48,-
56,3
35,72
53,6
1

6316
2,44
82,4
414
13,84
40,1
2417
25 50,9

27,10
45,8
8,-
50,0
42,50
561

53,3
1932
61 ,-
64,4
37,50
44,0
2546
38,2
58/7
1,70
57,4
3111
11,77
34, 1
2711
24
48,9

30,04
50,8
6,32
5

39,6
28,25
37,3

43,0
1933
52,-
54
;
9
49,50
58,0
30,74
46,2
7417
1,54
52,0
319
9,30 26,9
2217
21,10
43,0

22,83
38,6 5,32
5

34,5
32,75
43,2

37,0
1934
1935
61,50
48,12
5

64,9 50,8
46,65 51,62
5

54,7 60,5
32,94
32,-
49,5
481
88/1
8815
1,42 1,19
48,0 40,2
3/9
1
11
31312

8,15
8,15 23,6 23,6
21110
2216 16,80 14,10

34,2

18,40
1

28,7

15,21
31,1
25,7
4,07
5

3,85 25,5
24,1
40 34,50

52,8

34,9

45,5

32,5
1936
53,42
5

56,4
48,60
57,0
36,37
54,6
9316
1,48

1
50,0
319
1
1
12,05
34,9
3014
1362
5

27,8

16,87
5

285
4,025
25,2
40
52,8

39,2

Jan.

1937
64,60
68,2
52,75 61,8 41,22
61,9
921-
1,81
61,1
41_
1
12
24,50
71,0
5418
16,75
34,1

2212
37,4
5,575

34,9
50,50
66,7

52,0
Febr.

.
6417
5

67,8
53,32
5

62,5 38,49 57,8
861-
1,80

1
60,8
4/-
1
14
21,09
61,1
4712
18,25
37,2

24
40,6
5,72
5

35,8
53,50
70,6

52,4
Maart
66,15
69,9
54,825
5625
64,3
39,83
59,8
89/2
1,67

1
56,4
31814
23,-
66,7
5116
IS

36,7

23,80

36,4

23,315
40,2
395
6,10
38,1
383
55 54,25

72,6

53,7

71,6

54,4
April
Mei
71,-
73325
75,0
77,4
56,75 65,9
66,5
42,32
42,71
63,6
64,1 9413
951-
1,72 1,90 58,1
64,2
3110
412
3
14
20,83
17,30
60,3
50,1
4615
3816
17,87
5

17,50
35,7

23 38,9
6,12
5

6,07
5

38,0 55
.
72,6

53,6
J uni

,,
80,25
84,7
55,75
65,3
39,87
59,9
8810
2,04
68,9
41612
15,66
45,4
34111
17,50
35,7

23
38,9
6,525
40,8
50,50
66,7

52,7
Juli
78,45 82,8
60,85
71,3
42,63
64,0
9416
1,97
66,6
4f4’I
16,46
47,7
3616
17,50
35,7

23
38,9 6,57
5

41,1
55 72,6

55,1
Aug.
77,87
82,2
67,87
5

79,6
46,32 69,6
102/6
2,13
72,0
4/8
1
12
17,61
51,0
391-

17
34,6

23
38,9
6,50 40,6
54,75
72,3

55,3
Sept.
72,42
76,5
69,20
81,1
46,17
69,3
102110
1,96
66,2
4/4I2

15,97
46,3
35 7
16,75
34,1

23
38,9
6,32e
39,6
56
73,9

55,1
Oct.
69,97
73,7
70,20 82,3
43,70
65,6
97/6
1,91
64,5
4/3
12,55
36,4
281- 15,75
32,1

22,87
5

38,7
6,40 40,0
55,25
72,9

55,0
26 OcL-2 Nov.
69,30
73,2
72,50 85,0
40,33 60,6
901-
1,87
63,2
412
12,09
35,0
271-
5
30,6

22,50 38,0
6,37
5

39,9
54,75
72,3

53,4
2-9 Nov. ’37
68,-
71,8
73,-
85,6
40,41
60,7
901-
1,87
63,2
412
12,90
37,4
2819
13,50
27,5

20 33,8
6,37
5

39,9
54,75
72,3

52,5
9-16

,,
68,-

71,8
72,-
84,4
40,64 61,0
901-

1
1,96
66,2
414
12,07
35,0
26/9
13
26,5

20
33,8
6,50 40,6
53,75
71,0

52,4

GRENENHOUT
VUREN-
HOUT
KOE-
HUIDEN
COPRA
GRONDNOTEN
LIJNZAAD
GOUD
Zweedsch ongesor-
teerd 2112 X
7
basis 7″ f.o.b.
Gaaf,open kop
Ned.-Ind. m.s.
Gepelde Coromandel,
per longton
L. Plata
loco
cash Londen
.

,
,
,o
ot

per standaard
ZwedenjFini.
perstandaard
57-61 pond
Veiling te
per lOO kg
c.i.f. Londen
Rotterdam
per ounce line

‘e
van 4.672
M
3
.

Amsterdam
Amsterdam

per 1960 kg.
Herl.Ned.Ct.I

Not.
,
.E
HerI. Ned. Ct.
Not.
Her. Ned. Ct.
Not.
_7__

%
—-
I

1

-%
ƒ

7

ï


r
-.


j


1

%
sh.
1927
230,28
100,1
19-/-
1

160,50
105,1
40,43
100,9
32,625
105,5
266,03
106,4

21.18/11
362,0
95,0

51,50
100,1
851-

105,3 104,4
124,1
1928
229,90
100,0
19.-(-
1

151,50
99,2
47,58
118,7
31,87
5

104,1
254,10
101,6

21..!-
363,-
95,1

51,45
100,0 851-

102,0 100,2
94.6
1929
229,71
99,9
19.-/-
1
146,-
95,6
32,25
80,5
27,37
5

89,4 230,16 92,0

19.-19
419,25
109,9

51,40
99,9
851-

92,7
95,4 84,5
1930
218,43
95,0
18.112
1

141,50
92,7
25,36
63,3 22,62
5

73,9
175,55
70,2

14.1014
356,-
93,3

51,40 99,9
851-

69,6
75,3
60,0
1931
187,88
81,7
16.141- 110,75
72,5
18,65
46,5
15,375
50,2
136,69
54,7

12.2111
187,-
49,0

52,-
101,1
9215

47,6 54,2
44,7
1932
136,14
59,2
15.1314
69,-
45,2
11,15
27,8
13,-
42,4
130,52
52,2

15.-14
137,-
35,9

51,25 99,6
1181-

35,1
43,0
38,4
1933
136,48
59,3
16.1112
73,50
48,1
13,26
33,1
9,30
30,4
90,39
36,1

10.1/4
148,-
38,8

51,35
99,8
12417

33,1
39,2
34,5
1934
134,02
58,3
17.1814
76,50
50,1
12,07
30,1
6,90
22,5
71,90
28,7
9.1213
142,50
37,3

51,50
100,1 13718

31,6
31,4
36,5
1935
127,91
55,6
17.1314
59,50
39,0
12,54
31,3
9,15
29,9
104,26
41,7

14.81-
131,75
34,5

51,50
100,1
14212

32,2
37,3
34,8
1936 139,98
60,9
17.19110
78,25
51,3
15,40
38,4
11,90
38,9
113,49
45,4

14.1119 166,50
43,6

54,60
106,1
140/4

39,0
42,3
40,7

Jan.

1937
181

78,7
20.41-
118,75
77,8
21,50
53,6
20,625
67,3
145,04
58,0

16.319
201,50
52,8

63,45
123,3
141/8

55,1
56,3
58,5
Febr.

.,,
187
:95
81,7
21.-!-
125,-
81,9
22,75
56,8
17,95
58,6
132,01
52,8

14.151- 194,50
51,0

63,60
123,6
14211

54,1 57,1
59,5
Maart
201,84
87,8
22.121-
135,-
88,4
25,-
62,4
18,05
58,9
137,54
55,0

15.8/
209,25
54,8

63,60
123,6
14214

57,5 61,6
64,8
April
208,79
90,8
23.51-
135,-
88,4
28,50
71,1
16,875
55,1
138,95
55,6

15.918
224,50
58,8

63,45
123,3
14115

59,3 60,5
63,6
Mei
211,29
91,9
23.101-
137,-
89,7
26,25
65,5
14,95
48,8
127,60
51,0

14.41-
220,50
57,8

63,15
122,7
14018

56,7 60,3
58,2
Juni

,,
211,01
91,8
23.101-
137,50
90,1
24,25
60,5
14,325
46,8
130,85
52,3

14.1117
216,50
56,7

63,10
122,6
140(7

54,8
59,1
56,1
Juli

»
212,-
92,2
23.101-
136,25
89,5

59,9
14;52
5

47,4
137,65
55,0

15.514
221,75
58,1

63,15
122,7 1401-

55,2
60,3
56,3
Aug .,,
212,40
92,4
23.101-
135,-
88,4

62,4
13,95
45,6
126,64
50,6

14-16
225,50
59,1

63,05
122,5
13917

53,7
59,2
55,3
Sept.
211,08 91,8 23.101-
135,–
88,4
1 25,-
62,4
13,15
42,9
120,84
48,3

13.911
226,-
59,2

63,05
122,5
14014

52,3 57,9
55,3
.
Oct .,,
210,65 91,6
23.10/-
135,-
88,4
1
23,-
57,4
13,50
44,1
121,70
48,7

13.1117
228,75
59,9

63,-
122,4
140/6

50,4 56,2
51,2
260c1.-2Nov.
210,59
91, 6
23.10/-
135,-
88,4
1
23, -.
57,4
12,87
5

42,0
112,22
44,9

12.101-
227,50
59,6

63,05
122,5
140151

49,3 54,6
48,5
2 9 Nov. ’37
1
208,79 90,8 23.51-
135,

88,4
23,-
57,4
12,625
41,2
110,13
44,0

12.319
218,50
57,3

63,25
122,9
1401-

48,2 53,2
45,8
9-16
1
209,98 91,3
23.5!-
130,-
85,1
1 23,-
57,4
12,75
41,6
111,14
44,4

12.613
216,-
56,6

63,20
122,8
14011

1

47,7 53,7
47,1

STEENKOLEN
Westf./Holl.
PETROLEUM
Mid. Contin. Crude
BENZINE
Gulf Exp. 64166°
KALK-
SALPETER
ZWAVELZURE
CEMENT
levering bij
S T
E E N E
N
.

af fabriek


.

bunkerk. ongez.
33 tim.
33.90
Bé S. g.
per
franco
sc

ip
AMMONIAK
groote part.
binnenmuurlbuitenmuur
f.o.b. R’daml
te N.-York
p.
barrel
__________
L
rI
.
Ned
.
Ct
.
1

U
.
S. gallon
____________-
Ned. per 100kg
franco
schip
franco wal
A

dam per
1000kg.
bruto
Ned. per
100
kg
.
Ned. per ton’)
per
1000
stuks
per
1000
stuks
.9
Herl.Ned.Ct.
Not.
Not.
%
7
,-
%
T
1927
11,25
103,1 3,21
103,6 1,28
37 128,0 14,86
11,48

102,6
11,44
102,5
18,-
99,1
14,50 107,4 18,50
95,3
105,1
105,2
1928
10,10
92,5
2,99
971
1,20
24,85
85,9 9,98
11,48

102,6
11,08
99,3
18,-
99,1
12,-
88,9
18,50
95,3
96,5 99,0
1929 11,40 104,4
3,06
994
1,23
24,90
86,1
10
10,60
94,8
10,96
98,2
18,50 101,8
14,-
103,7
21,25
109,4
98,4
95,8
1930
11,35
104,0
2,76 89,6
III
21,90
75,7
8,81
9,84
88,0
10,55
94,5
19,50 107,3 12,50
92,6
20,75
106,9
83,7
77,3
1931
10,05
92,1 1,42 46,1
057
12,38
42,8
4,98
8,61
77,0 7,73 69,3
14,-
77,1
10,25
75,9 20,25
104,3
60,7
54,7
1932
8,-
73,3
2,01
65,3
0,81
11,99
41,5
4,83 6,15
55,0
4,20 37,6
12,-
66,1
9,25 68,5
15,-
77,3
49,6
43
7
0
1933
7,-
64,1
1,14
37,0.
0,57 9,24
32,0
4,63 6,18 55,2 4,63
41,5
12,-
66,1

74,1
12,75
65,7
.
46,8 40,6
1934
6,20
56,8
1,40
45,5 0,94 7,18
24,8
4,84
6,11
1

5,89 54,6 4,70
42,1
12,-
66,1
8,50
63,0
10,50
54,1
45,2
39,0
1935
6,05
55,4
1,39 45,1
0,94
7,65
26,5
5,18 52,7
4,81 43,1
12,50
68,8
7,25 53,7
8,75
45,1
47,1
40,3
1936
6,60
60,5
1,63
52,9
1,04
8,86
30,6
5,65 5,70
51,0′
4,82
43,2
II,-
60,5
7,50
55,6
9,50
48,9
48,7 44,3

Jan.

1936
6,15
56,3
1,48
48,1
1,01
8,51
29,4
5,80
5,80 51,8 4,85
43,5
II,-
60,5
8,25
61,1
10,-
51,5
45,5
40,8
Febr.


6,15
56,3
1,51
49,0
1,04
8,57
29,6
5,88
5,85
52,3 4,90
43,9
1!,-
60,5
8,-
59,3
9,50
48,9
45,9
40,9
Maart
6,15
56,3
1,52
49,4
1,04 8,60
29,7
5,88
5,90
52,7
4,95
44,4
II,-
60,5
8,-
59,3
10,25
52,8
46,5
41,1
April
,,
6,20
56,8
1,53
49,7
1,04
8,55 29,6
5,80
5,95
53,2
5,-
44,8
II,-
60,5
8,-
59,3
10,25
52,8
46,4
41,0
Mei
6,25
57,3
1,54
50,0
1,04 8,41 29,1
5,69

6,-
53,6 5,05 45,3
II,-
60,5
8,-
59,3
10,25
52,8
46,3
40,8
juni
6,30
57,7
1,54
50,0
1,04
8,32
28,8
5,63
6,-
53,6 5,05 45,3
II,-
60,5
7,75
57,4
10,-
51,5
45,7
40,6
Juli
6,25
57,3
1,53
49,7
1,04
8,08 27,9
5,50
6,-
53,6
5,05
45,3
II,-
60,5
7,-
51,9
9,25
47,6
45,6
41,2
Aug.
6,30
57,7
1,53
49,7
1,04
8,10 28,0
5,50
5,25 46,9 4,45 39,9
II,

60,5
6,50
48,1
9,

46,4
44,9
41,2
Sept.
F35
58,2
1,53
49,7
1,04
8,10 28,0
5,49
5,35 47,8 4,55 40,8
II,-
60,5

51,9
9,-
46,4
45,9
42,0
Oct.
7,80
71,4
1,94
63,0
1,04
10,16
35,
1

5,46
5,40 48,3
4,60
41,2
II,-
60,5 7,25
53,7
9,-
46,4
54,9
51,2
Nov.
7,70 70,5
1,93
62,7
1,04
10,28
35,6
5,55
5,45 48,7
4,65 41,7
II,

60,5
7,25
53,7
9,25
47,6
57,9
53,9
Dec.
7,85
71,9
.1,91
62,0
1,04
10,32
35,7
5,63
5,55 49,6
4,75
42,6
II,-
60,5 7,50
55,6
9,-
46,4 60,4 51,2

Jan.

1937
8,05
73,7
1,90
61,7
1,04
10,61
36,7
5,81
5,65 50,5
4,85
43,5
II,-
60,5 7,50
55,6
9,-
46,4
62,5
59,1
Febr.
8,25
75,6 2,12
68,8
1,16
10,95
37,9
5,99
5,70 51,0
1

4,90 43,9
11,85
65,2 7,50
55,6
9,-
46,4
65,0
60,1
Maart
8,30
76,0
78,3
2,12
68,8 68,8
1,16
1,16 11,16
11,30
38,6
39,1
6,10
5,75 5,80
51,4
51,8
1

4,95
5,-
44,4
44,8
11,85 11,85
65,2 65,2

8,25
59,3
61,1
9,25 9,50
47,6
48,9
14,1
68,6 66,6
64.4
April
Mei
i

8,55
9,-
82,4 82,4

2,12
2,11
68,5 68,5
1,16
1,16.
11,46 11,48
39,6
39,7
6,18 6,30
5,85 5,85 52,3 52,3 5,05 5,05 45,3 45,3
11,85 11,85
65,2 65,2 8,25 8,25
61,1
61,
1

9,50
9,50
48,9 48,9
71,1 70,1
64,5
63,1
,
Jun
li

9,-
82,4
2,11
2,11
68,5
1,16
11,58
40,0
6,31
6,38
5,60
50,1
.4,80
43,0
11,85
65,2 8,50 63,0 9,75
50,2
70,5 63,5
Aug.
9,-.
82,4 2,10 68,0
1,16
11,57
40,0
6,38
5,70
51,0
4,90 43,9
11,85
65,2 8,50 63,0 9,75
50,2
68,4 61,7
Sept.
9,-
82,4
82,0
2,11
2,10 68,5 68,0
1,16
1,16 11,56
11,25
40,0 38,9
6,38 6,22
5,75 5,80 51,4 51,8 4,95
5,-
44,4
44,8
11,85 11,85
65,2 65,2 8,50 8,50 63,0 63,0 9,75 9,75
50,2 50,2
65,8 62,4
59,7
56,9
Oct.,,
260ct.-2Nov.
8,95
9,-
82,4
2,10
68,0
1,16
11,09
38,4
6,13
5,85 52,3 5,05 45,3
11,85
65,2
8,50
63,0 9,75
50,2
60,5
55,4
2-9 Nov. ’37
9,-
82,4
2.09
67,7
1,16
10,96
37,9
6,06
5,85
52,3 5,05 45,3
11,85
65,2
8,50 63,0
9,75
50,2
58,2 53,7
9-16

,,
9,-
1

82,4
2,10
68,0
1,16
10,61
36,7
5,88
5,85
52,3
1

5,05
45,3
11,85
65,2
8,50
63,0 9,75
50,2 60,2
54,5

862

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

17 November 1937

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 15
November
1937.

Activa.
Binneni. Wis- (Hfdbk.
f

8.903.054,65
sels, Prom.,

Bijbnk.
,,

128.510,90
enz.in
disc.

Ag.sch.
,,

499.497,20

f

9.531.062,75
Papier o. h. Buiteni. in disconto

Idem eigen portef.

f

5.118.000,–
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet afgel.


5.118 000.–
Beleeningen
1′
Hfdbk.
f
160.629.534,84
1
)
ncl. vrsch.,
Bijbnk.

3.168.770,14
In

rek.-crt.1
Ag.sch.

25.693.920,15
op onderp. 1

f
189.492.225,13

Op Effecten

…..
.f
187.760.417,37
1
)
Op Goederen en Spec.
,,

1.731.807,76
189.492.225,131)
Voorschotten a. h. Rijk …………….
,,

Munt, Goud ……
f

113.607.470,- Muntmat., Goud
..
,,1.311.030.364,51

f1.424.637.834,51
Munt,

Zilver, enz.

17.355.216,13
Muntmat. Zilver..


1.411.993.050,64
2
)
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

……………………
,,
40.263.743,70
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
,,
4.600.000,-
Diverse

rekeningen ………………
,,
5.937.769,37
Staat d. Nederi. (Wet v.
27/51’32,
S.No. 221)
,,
10.193.915,19

f

Passiva

1.707.129.766,78
________________
Klapitaal ……………………….
f

20.000.000,-
Reservefonds ……………………

..

4.338.707,82
Bijzondere

reserve

………………
,,
6.600.000,-
Pensioenfon d.

………………….
,,
11.144.732,18
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
872.778.795,_
Bankassignatiën in

omloop

……….

..136.500,27
Rek.-Cour. Ç Het Rijk
f

11.075.203,32
saldo’s:

‘1 Anderen
,,
778.355.434,13
789.430.637,45
Diverse

rekeningen ………………
,,
2.700.394,06

f

1.707.129.766,78

Beschikbaar metaalsaldo…………
f

777.303.293,51
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
1.943.258.235,-
Scbatkistpapier, rechtstreeks bij de ]3ank
ondergebracht

………………..

..

t)
Waarvan aan Nederlaitdsch-Iitdjt
(Wet van
15
Maart 1933, Staatsblad No. 99) ……..
/ 65.883.125,-
2)

Waarvan

in

het

buitenland

…………….
………
..99.070.603,04

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Goud
Circu lat ie
Andere
opeischb.
Beschikb.
Metaal-
Dek-
kings
Munt

Muntmat.
schulden
saldo
perc.

15
Nov.
’37
113607
1.311.030
872.779
789 567
777 303
87
S

,,

’37
113607
1.280,978
881 921
751.253
758.773
86
25 Juli

’14
65.703 96.410 310.437
6.198
43.521
54
Totaal Schatkist-
B 1
Papier
Diverse
Data
bedrag
discon to’s
promessen
rechtst reeks
•eee-

g
op hel
buit enl.
reke-
om
gen
1)

15
Nov.
1937

9.531

189.492 5.118

5.938
8

,,

1937

9.621

190.754
5 11.8

5.929
25 Juli

1914

67.947

61.686
20.188

509
1)
Onder de activa.

JAVASCHE BANK.
Andere
Beschikb.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
schulden
saldo

13 Nov.’37
2
)
132.870
193.280 90.890
19.202
6

,,

’37’
133.460 195.100
87.740
20.324
16 Oct. 1937
1
16.574

15.595
196.083
82,473 20.746
9

1937
,,
116.574

16.405
199.862
82.670
19.966

25Juli1914
22.057

31.907
110.172
12.634
4.842

BANK VAN ENGELAND.

Bankbilj. Bankbilj.
1.
Other Securities
Data

Metaal

in

un
Bankingl Disc.and
circulatie Departm.
1
Advances Securuties
tiJ

1NOV.

113151
32i.

J3ö
4S5.57’d

1

40.833
1
8.413

20.743
3

,,

1937
327.992
.185.909

40.498
7.820

20.751
22 Juli

1914
40.164 29.317 33.633

Data
Other Deposits
Dek-
Bankers
Acuenrts
Reserve
kings-

10
Nov.:7
103.908

30.679
90.909
36.094 42.362
26,9
3

,,

’37
103.413

30.285 89.435
36.632
42.083
26,9
22 Juli ’14

11.005
1

14.736
1
42.185
29.297
52
1)
Verhouding tiisschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.

Data
Goud
Zilver
Te goed
in het
.
Wijs-
Waarv.
op het
Belee-

Renteloos
voorschot
buitent.
se
buitenl. n ngen
ed. Staat
4
ilov.’3755.8051
36
91
18 11
.
122
!
948
1
4
.99
5
1
3.200
28 Oct. ‘
37
1
55
.
805
1
388i
1811.993
811
4.2121
3.200
23Juli’141
4
.1041 640

1.541
8
769

1
1
Rekg. Courant
Data
Bonsv.d.1
zeI/st.
D
,~
~
,
~
er
-Circulatie
zitt
1

Parti-
amort. k.
1
Staat
j
amortjc.j
culieren
4
Nov.371

5.637
1

3.518
91.891
j

128
1

2.488
114.329
28 Oct.
‘i

5.637
3.059 91.336
181
1

2.467
114.679
23 Juli ‘141

– –

1
5.912
401


943
1,
Sluitpost
activa.
D(JITSCHV
RÏ.IICSRÂNIC

Daarvan
1
Deviezen
Andere
Data
Goud
bij
bui-

1
als goud-
wissels
Belee-
ten!. circ.

1
dekking
en
ningen
banken
t)
geldende
cheques

6 Nov. 1937
70,1
1
20,1
5,9
5.248,7
39,9
30 Oct.

1937
70,1 20,1
5,7
5.577,7
43,5
30 Juli

1914
1.356,9


750,9
50,2

Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activa’)
latie
Cr1.
Passiva

6 Nov. 1937
104,7
1 1

5.025,0
671,7
307,5
30 Oct.

1937
104,7
723,7
5275,3
711,5
1

316,2
30 Juli

1914
330,8 200,4

j

1.890,9
944,-
40,0
‘1
WjflUt55L.)
wo. rçenvenoanescneine
0 NOV.,
,54)
(Jct.
resp. 21, 7 miii

NATIONALE BANK VAN BELGIE (in Belga’a).

Goud
.
Q.
2-
Rekg. Crt.

Data
i
1937
2
.
cj

10 Nov. 3.341 47 1.264 39
1
152
1
40
1
4.339

32
1
504
4

3.344 47 1.256 43 152

40 4.354

59

462

FEDERAL RESERVE BANKS.

1

Goudvoorraad

1

1

Wissels

Data

1
Goud-
1
,,Other t In her-
1

In de Totaal

cert t/t-

cash”
2)
1
disc. v. d.
1

open
bedrag

1
member
1
markt
caten’)

1
banks
1
gekocht

3 Nov.’37 9.134,3
1
9.124,9

308,1

1

24,3
1

2,8
27 0t. ’37 9.135,8

9.126,4

315,5

23,4

2,8

Belegd
1
J
Ç,,

Totaal

1
Goud-
1
Algem.
Gestort
1
Dek-
1
Dek-
Data

In U.S. in circa]

Kapitaall kings-
1
kings-
Gov.Sec.
1
latie

1
perc.i)
1
perc.4)

3 Nov.’37 2.526,2 1 4.284,2 7.481,5 132,7
1
80,3
1

27 Oct. ’37
1
2.526,2 4.256,1 7.529,3 132,7
1
80,2
1


Deze certificaten werden door de Schatkist aan de Reserve Banken
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op
31
Jan. ’34 van
100
op
59.06
cents werd gedevalueerd.
,Other Cash” does not inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeiachbare
schulden:
F.
R. Notes en netto depoetto.
4)
Verhouding totalen voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.

Data
Aantal
Dis-
contos
i

Beleg-
Rel
1
Totaal
1
Waarvan
1

time
leenmn.
en
gingen
.
1

depo-
sito’s
1
deposits
beleen.
1
banks
1
27 Oct. ’37
6
1

9.682

112.012 5.404

1
25.987
1

5.274 20

‘l
7
9.913

111.977
1
5.368 26.187
5.285
U0UCVU0II0 OUIR 0fl U0 OOL1O CI
Cfl9
land zijn in duizenden, alle overige posten in miiiioenen van de be-
treffende valuta.

Data
buiten’ N-Ind.

1
[be~aaib.
1

Dis-
conto’s
8e/ee-
ningen
1

1

Diverse
relce-
1

ningen
1)
kings-
percen-
lage

13 Nov.’37)
3.650
77180
84.150
47
6

1372)
4.290
77.260
82.180
47

16 Oct. 1937
4.543
72.644
47
‘10.967

1
61.824
9

,,

1937
4.531
11.835

1
60.029
1

74.023
47

25 Juli1914
6.395
7.259
75.541
2.228
44
‘t Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch
ontvangen.

Auteur