Ga direct naar de content

Internationale conjunctuur in de jaren negentig

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 28 1999

Internationale conjunctuur in de jaren negentig
Aute ur(s ):
CBS
Ve rs che ne n in:
ESB, 84e jaargang, nr. 4203, pagina 359, 7 mei 1999 (datum)
Rubrie k :
Statistiek
Tre fw oord(e n):
goederenmarkten

Kijken we naar de volume-ontwikkeling van het bruto binnenlands product, dan valt op dat de VS in de eerste twee jaar van dit
decennium de minste economische groei kenden (figuur 1). In 1991 nam het bbp zelfs af. In alle jaren daarna waren de
groeipercentages het hoogst. In Japan kende de economie aanvankelijk imposante stijgingen. Snel daarna zwakte de groei af en sloeg
vorig jaar zelfs om in een krimp van bijna 3% . Recente ontwikkelingen duiden op enig herstel. De vijftien leden van de Europese Unie
tezamen kenden in 1993 een dieptepunt. Opmerlkelijk is dat het conjunctuurverloop in de Nederlandse economie de laatste vijf jaar
markante parallellen met de VS te zien geeft.

Figuur 1. Economische groei (bbp) procentuele volumemutaties t.o.v. voorgaand jaar
Consumptie door gezinnen
De gezinsconsumptie is veruit de belangrijkste component van het bruto binnenlands product, variërend van een kleine 70% van het bbp
van de VS, tot 60% in Japan. Het uitblijven van een krachtige impuls vanuit de binnenlandse bestedingen in Japan wordt wel aangemerkt
als één van de belangrijkste factoren voor de schamele economische groei. Ook bij de consumptie valt de gelijke ontwikkeling in de
Verenigde Staten en in Nederland op (figuur 2). In de eerste vier jaar van dit decennium overtrof de stijging van de consumptie die van
de economische groei. In beide landen namen de gezinsbestedingen vorig jaar uitbundig toe, met name die voor duurzame
consumptiegoederen. De stijgingspercentages lagen gemiddeld één procentpunt boven die in de Eurozone.

Figuur 2. Consumptie gezinnen procentuele volumemutaties t.o.v. voorgaand jaar

Inflatie
De inflatie (consumentenprijsindex), is vrijwel voortdurend gedaald. In de Eurozone was de daling het meest geprononceerd. De vereiste
van prijsstabiliteit voor toetreding tot de EMU zal hierop mede van invloed zijn geweest, met name in de Zuid – Europese landen. In Japan
waren de prijsstijgingen het kleinst. In 1995 was zelfs van deflatie sprake. In de VS nam de inflatie in de jaren 1995 en 1996 enigszins toe.
Opnieuw trekt de ontwikkeling in Nederland de aandacht. In het gehele decennium is de inflatie betrekkelijk stabiel. In vergelijking met de
andere landen(blokken) is de inflatie in het begin van de jaren negentig echter laag en aan het einde juist hoog.

Copyright © 1999 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur